Untitled - VNO-NCW

VNO-NCW
Jaarverslag 2004

meer feiten en cijfers over vno-ncw
De tekst van dit jaarverslag is begin maart 2005
afgerond. In mei 2005 wordt de jaarrekening 2004 vastgesteld
door het algemeen bestuur van de Vereniging
vno-ncw. Vanaf dat moment is op de website van vnoncw
een aanvulling op dit jaarverslag beschikbaar met
financiële informatie over de vereniging (balansgegevens,
inkomsten en uitgaven) en andere feiten en cijfers
over vno-ncw in 2004.
Op www.vno-ncw.nl is overigens het hele jaar door
een schat aan informatie te vinden over de vereniging,
het bureau en de vele samenwerkingsverbanden die
vno-ncw nationaal en internationaal onderhoudt. Daarnaast
zijn op deze site ook de opvattingen van vno-ncw
te vinden over zaken die ondernemers aangaan. Deze
informatie is gebundeld in vele tientallen ‘dossiers’.
vereniging vno-ncw
vno-ncw is de grootste centrale ondernemingsorganisatie
van Nederland. Zij behartigt de gemeenschappelijke
belangen van 175 brancheorganisaties met hun
ruim 115.000 aangesloten ondernemingen. Bij vno-ncw
zijn daarnaast vijf regionale ondernemersverenigingen
en Jong Management aangesloten. vno-ncw representeert
bedrijven die samen goed zijn voor 90 procent van
de werkgelegenheid in de marktsector.
© vno-ncw maart 2005
2

INHOUD
jaarverslag
Voorwoord 5
Deel 1 – 2004: confrontatie en verandering 7
Deel 2 – vno-ncw: invloed en informatie 21
portretten van leden
Peter Elverding 6
Ben Tax 8
Corry de Lange 10
Dolf Collee 12
Dian van Leeuwen 14
Jan Heeres 16
Rob Prins 19
Bert de Winkel 20
Pim Schermer 23
Rob Janssen 24
Emin Erdurcan 26
Wim van der Meeren 28
3

VOORWOORD
Gedreven ondernemers
en bestuurders
Een enthousiaste club van
gedreven ondernemers en
bestuurders. Dat beeld van
vno-ncw komt naar voren uit dit
jaarverslag 2004. Het is een beeld
dat naar mijn persoonlijke waarneming
klopt. Ik vind het een eer
dat ik van deze club nu al ruim vijf
jaar voorzitter mag zijn.
Twaalf ondernemers en bestuurders
van ondernemersorganisaties
vertellen in dit jaarverslag waarom
ze lid zijn van vno-ncw en wat
2004 voor hen bijzonder maakte.
Daarnaast wordt in kort bestek uiteengezet
welke lobbyresultaten
het afgelopen jaar geboekt konden
worden en hoe het vno-ncw verging.
Het zal u niet ontgaan zijn dat
2004 voor Nederland een bewogen
jaar is geweest. Er waren vakbondsacties
tegen het kabinetsbeleid, er
was toenemende spanning in de
samenleving. Ook op het Europese
toneel is veel gebeurd. In het tweede
halfjaar – toen Nederland voorzitter
was van de Europese Unie –
trad een nieuwe Europese Commissie
aan, die economische groei
en werkgelegenheid prioriteit
geeft. Die keuze is terecht, want de
Europese economische prestaties
vallen al jaren achtereen tegen.
Dat geldt niet in het minst voor
Nederland, waar de conjunctuur
weliswaar iets aantrekt, maar
structureel nog veel mis is met de
economie. Dat hoor ik bijna dagelijks
van ondernemers in het land.
En dan hoor ik ook dat ze nog niet
veel merken van het hervormingsbeleid
dat het kabinet-Balkenende
heeft ingezet.
Die geluiden zijn begrijpelijk en
voor een deel ook zeker terecht,
want – ondanks veel goede plannen
en voornemens – wordt het
ondernemingsklimaat nog altijd
verstikt door veel regels en onnoemelijk
trage procedures.
Tegelijk is in 2004 ook veel bereikt
voor ondernemingen. De belastingen
(vennootschapsbelasting én
successierecht) en de premielasten
van de sociale zekerheid gaan omlaag.
Het creëren van de voorwaarden
voor méér economische groei
is voor alle onderdelen van het
kabinetsbeleid een belangrijke
doelstelling. Met het verminderen
van procedures en het verkleinen
van de papierberg is een begin
gemaakt, hoewel veel individuele
ondernemers nog steeds bitter klagen
over de kosten en de vertraging.
Er zijn dus veel goede ideeën, maar
er is ook nog heel veel te doen.
Mooie plannen voor hervorming
van de sociale zekerheid, voor versoepeling
van de knellende ontslagbescherming
en bestrijding
van de files, moeten snel in daden
worden omgezet. Als het gaat om
hervorming en vernieuwing van
onze economie en verbetering
van het ondernemingsklimaat, zal
vno-ncw er alles aan doen om het
tempo erin te houden.
Ikzelf zal dat met meer dan gewone
belangstelling blijven volgen, want
binnenkort mag ik de voorzittershamer
overdragen aan mijn opvolger,
Bernard Wientjes. Ik ben ervan
overtuigd dat vno-ncw aan hem
een uitstekende voorzitter zal hebben.
En ik hoop dat hij aan deze
functie net zoveel plezier zal beleven
als ik.
Jacques Schraven
Voorzitter vno-ncw
5

‘Onze thema’s staan nu op de
politieke agenda’
Waarom VNO-NCW
"Die vraag is boven elke twijfel verheven. VNO-NCW
vertegenwoordigt de grote én kleine ondernemingen
in dit land. De vereniging zet zich in voor een
goed economisch klimaat en een sterke concurrentiepositie
voor Nederland. Maar ze doet meer dan
belangenbehartiging voor het bedrijfsleven, ze
werkt ook aan een stabiel maatschappelijk klimaat
en vervult daarmee een maatschappelijke rol. VNO-
NCW helpt Nederland in goede banen te leiden.
Daarom is DSM lid van VNO-NCW. Ik ben zelf actief
als penningmeester van het bestuur van VNO-NCW
en ik was vorig jaar voorzitter van de selectiecommissie
die de nieuwe voorzitter heeft voorgedragen.
Ik vind dat dat erbij hoort. Wij willen
niet alleen profiteren van VNO-NCW, we willen ook
iets bijdragen. En natuurlijk onze invloed uitoefenen."
Wat was belangrijk in 2004
"Het belangrijkste dat we bereikt hebben, is dat in
Nederland en Europa nu langzaam het besef doordringt
dat er echt iets moet veranderen, willen we
onze concurrentiepositie in de wereld vasthouden.
Veel thema's die hoog op de prioriteitenlijst stonden
van VNO-NCW, staan nu ook op de politieke
agenda: meer nadruk op innovatie, een groeiagenda,
minder regelgeving, de noodzaak van langer
werken en de noodzaak het sociale stelsel betaalbaar
te houden.
In het sociaal akkoord dat na de nodige spanningen
in het najaar gelukkig toch is gesloten, is
onder meer overeenstemming bereikt over prepensionering
en een terughoudend loonbeleid.
VNO-NCW heeft vorig jaar geen aangename boodschap
gebracht. Een boodschap die maar moeilijk
was over te brengen. Maar langzamerhand ziet
iedereen nu wel in dat het niet anders kan, willen
we competitief blijven en de essentie van ons sociale
stelsel in stand houden. En laten we hopen dat
de afspraken dit jaar goed worden ingevuld."
Peter Elverding (56)
Bestuursvoorzitter DSM
6

DEEL 1
2004:
confrontatie en
verandering
Ruzie tussen kabinet en vakbonden,
gevolgd door hervatting van het overleg
en een nieuw sociaal akkoord. 2004 was
een jaar van confrontatie, maar ook van
voortzetting van de hervorming van de
Nederlandse economie.
7

PRIORITEITEN 2003/2004
We moeten voorkomen dat de zware griepaanval,
die onze economie treft, omslaat in
een chronische ziekte. Zo verwoordde het
kabinet-Balkenende zijn economische koers in de
Miljoenennota van september 2004. “Het wordt
tijd dat Europa uit de leunstoel van gemakzucht
komt”, zei de minister-president de afgelopen
zomer beeldend tijdens een speech voor Europese
journalisten.
Een citaat dat perfect weergeeft waar het in Europa
om gaat en waarop de inspanningen van vno-ncw
in 2004 gericht waren. Samen met de Ierse werkgeversorganisatie
ibec publiceerde vno-ncw een
‘Groeiagenda voor Europa’, omdat het Europese
voorzitterschap in 2004 achtereenvolgens door
Ierland en door Nederland werd vervuld. Het plan,
dat later de basis vormde voor een gezamenlijk programma
van de Luxemburgse en Britse werkgevers,
bevat een groot aantal aanbevelingen die de
Europese Unie moeten helpen écht een concurrerende
kenniseconomie te worden. Vermindering
van Europese regelgeving en administratieve lasten
speelt daarbij een belangrijke rol.
8

‘Een enorme opsteker
voor familiebedrijven’
Waarom VNO-NCW
"Het lidmaatschap van VNO-NCW is voor ons een
vanzelfsprekendheid. Vanwege haar deskundigheid
en netwerkfunctie. En omdat het dé organisatie
is die de belangen van het bedrijfsleven behartigt.
Wij zijn een internationaal bedrijf met 1.200
medewerkers. Het bedrijf is voor 86 procent eigendom
van drie eigenaren en voor 14 procent van het
personeel. Als je zo groot bent, heb je met politieke
en macro-economische factoren te maken, en
dus met VNO-NCW. Wij zijn lid via de branchevereniging
Plantum NL, de brancheorganisatie voor bedrijven
in de sector plantaardig uitgangsmateriaal.
Wat was belangrijk in 2004
"Ik maakte deel uit van een informeel clubje dat
zich heeft ingezet voor de verlaging van de successierechten
voor familiebedrijven. Het was duidelijk
dat er vorig jaar iets ging gebeuren, de politiek
was er rijp voor. We hebben via onze netwerken
de steun van CDA en VVD verworven om die vrijstelling
van 30 procent te verhogen naar 75 procent.
Dat gebeurt in twee stappen. Sinds begin dit jaar is
er een vrijstelling van 60 procent, in 2007 wordt
dat 75 procent. Dit lobbyresultaat is een geweldige
opsteker voor familiebedrijven, want die successierechten
waren een enorme aderlating. Ze vormden
een bedreiging voor de continuïteit. In ons geval,
drie eigenaren en partners, liep het bedrijf zes keer
de kans om bij het overlijden van een van ons met
de fiscus te moeten afrekenen. Dat geld moet dan
wel uit de bedrijfswinst komen, en gaat dus ten
koste van investeringen.
Op de dag dat het voorstel door de Tweede Kamer
werd aangenomen, hebben we een grote bos
bloemen naar VNO-NCW gestuurd. Met speciale
dank aan de secretaris die het voorstel heeft verdedigd
alsof hij zelf uit een familiebedrijf kwam."
Ben Tax (49)
Mede-directeur-eigenaar van
zaadbedrijf RijkZwaan in De Lier
In 2004 bleek dat de Ierse, maar vooral ook de
Nederlandse regering werk willen maken van een
fundamentele hervorming en vernieuwing van de
economie. Iedereen in Nederland begrijpt dat het
nodig is, maar als harde maatregelen mensen persoonlijk
dreigen te raken, is het wel eens lastig er
draagvlak voor te vinden. In de media was 2004
daarom vooral het jaar van de harde confrontatie
tussen kabinet en vakbonden over onder andere de
noodzaak van langer werken en de afschaffing van
vut en prepensioen.
“Samenwerken is beter dan actievoeren en beter
voor de economie”, zeiden vno-ncw-bestuurders
Jacques Schraven, Elco Brinkman en Arie
Kraaijeveld via radiospotjes in een dringende
oproep aan kabinet en bonden aan de vooravond
van massaal protest op het Amsterdamse Museumplein.
Aan het einde van het jaar kon deze confrontatie
worden beëindigd met het afsluiten van een
nieuw sociaal akkoord, dat de kern van het hervormingsbeleid
gelukkig ongemoeid liet.
Belangrijk voor ondernemingen is dat de economie
in 2004 een centrale plaats kreeg in het
e
9

e
kabinetsbeleid. Het is een eerste stap op weg naar
het oplossen van structurele zwakheden in de
Nederlandse economie. Het kabinetsbeleid is
onder meer gericht op: vermindering van regelgeving,
vergroting van de flexibiliteit op de
arbeidsmarkt, beter gebruik van de schaarse ruimte,
verbetering van de infrastructuur, van het fiscale
ondernemingsklimaat, van de aansluiting
tussen onderwijs en arbeidsmarkt en een betere
wisselwerking tussen universiteiten en bedrijven.
Allemaal zaken waar ondernemers al jarenlang
voor pleiten.
In Europees verband speelde in 2004 vooral ook de
discussie over de toetreding van Turkije tot de eu.
vno-ncw toonde zich een voorstander van het
openen van de onderhandelingen met dit land, dat
economisch gezien van groot belang is. Dit is ook
het standpunt van Unice, de Europese federatie van
werkgeversorganisaties. Dat de Europese ministers
in december 2004 het besluit namen om binnenkort
de onderhandelingen met Turkije te
beginnen, was goed nieuws voor het hele Europese
bedrijfsleven.
'Eén regel erbij, dan twee eraf'
Waarom VNO-NCW
"Het is een organisatie met aantoonbare daadkracht
en professionaliteit. Als voorzitter van de
Unie van Vrouwelijke Ondernemers was ik lid van
het bestuur van VNO-NCW; deze Unie is opgegaan in
de Federatie Zakenvrouwen. Ik merkte toen dat je
als lid invloed kunt hebben op het beleid. Je expertise
is welkom, je kunt bijdragen aan de meningsvorming
en daarmee dus invloed uitoefenen op
het beleid. Dat vond ik heel inspirerend. Ik heb
vaak aan vrouwengroepen uitgelegd dat wat VNO-
NCW doet en aan kennis in huis heeft, ook voor
kleine ondernemers van belang is. Daar moeten zij
hun voordeel mee doen. Ik ben nu lid van het
mkb-platform van VNO-NCW, samen met allerlei
doe-directeuren. Er zitten namelijk heel veel
mkb'ers bij VNO-NCW. Dat zou iedereen nu toch
moeten weten."
procent zal terugdringen. Als platform zijn we er
wat sceptisch over of hij deze doelstelling in de
vorm van concrete effecten voor ondernemers gaat
halen, maar we geven hem het voordeel van de
twijfel. Alle ministeries hebben vorig jaar uitgerekend
wat hun wet- en regelgeving aan administratieve
lasten veroorzaakt, er kan nu aan gewerkt
worden om dat te verminderen. Onze leus is 'Plus
1 = min 2'. Eén regel erbij, dan twee eraf. Wij willen
dat Kamerleden zich realiseren wat hun wetgeving
allemaal teweeg brengt aan lasten. Naast de
administratieve lasten zijn er ook nog tegenstrijdige
regels en uitvoeringslasten. De tegenstrijdige
regels worden gelukkig aangepakt, maar de uitvoeringslasten
moeten ook omlaag. Dat wordt ons
volgende doel."
Wat was in 2004 belangrijk
"We hebben ons het afgelopen jaar stevig beziggehouden
met het verminderen van administratieve
lasten. Minister Zalm heeft beloofd dat hij in deze
kabinetsperiode de administratieve lasten met 25
Corry de Lange (51)
Reorganisatiemanager, bestuurder
10

Wat hebben ondernemers eraan dat het Nederlandse
kabinet het stimuleren van de economische
groei zo belangrijk vindt Merken we dat in
concreet beleid Toch wel. Zaken die jarenlang
moeilijk bespreekbaar waren (zoals het verlagen
van de vennootschapsbelasting naar een concurrerend
niveau, het verlagen van de belastingen bij de
overdracht van ondernemingen, ingrijpende herziening
van de sociale zekerheid, beter gebruik van
de ruimte en een keiharde aanpak van de criminaliteit),
zijn dat nu wel. Hierna volgt een samenvatting
van de concrete beleidsmaatregelen die van
invloed zijn op het ondernemingsklimaat in
Nederland:
t
Vanaf 1 januari 2005 is het tarief van de vennootschapsbelasting
verlaagd van 34,5 procent naar
31,5 procent. In 2007 volgt een verdere verlaging
naar 30 procent in 2007. Voor winsten tot
¤ 22.600 gaat het tarief in vier stappen omlaag
van 29 procent naar 25 procent. Belangrijk is dat
de financiering van deze maatregel aanzienlijk
verstandiger uitpakt dan aanvankelijk was voorgesteld.
Het fiscale regime voor directeuren-
e
11

‘Administratieve lasten
moeten nu snel omlaag’
Waarom VNO-NCW
“Als vertegenwoordiger van ABN-AMRO Bank en als
voorzitter van de Nederlandse Vereniging van
Banken (NVB) zit ik met twee petten op bij VNO-
NCW. Als ik me even beperk tot de NVB: de banksector
vervult een spilfunctie in het economisch
verkeer én we zijn een belangrijke werkgever. Dan
is het volstrekt logisch dat wij een rol willen spelen
binnen de belangrijkste werkgeversorganisatie
van Nederland.”
“Voor de banksector – met zijn grote kredietportefeuille
– is het belangrijk dat het economisch goed
gaat met Nederland. We sluiten ons aan bij de doelen
die VNO-NCW richting overheid heeft geformuleerd
om dat te bereiken. En als grote werkgever
hebben wij ook baat bij het overleg van de organisatie
met de vakbonden. VNO-NCW is de natuurlijke
tegenspeler van de bonden.”
Wat was voor u belangrijk in 2004
“Het ging vorig jaar niet goed met de concurrentiekracht
van Nederland. Belangrijkste oorzaak was
de loonkostenontwikkeling. De discussie daarover
tussen kabinet, werkgevers en werknemers heeft
lang geduurd, er was veel frictie. Maar uiteindelijk
is er wél een compromis uitgekomen. Een compromis
dat stapsgewijs kan leiden tot een matiging
van de lonen. Dat is belangrijk voor de banken als
werkgever met veel personeel, maar ook voor de
Nederlandse economie als geheel.”
“De ontwikkeling van de administratieve lasten
was een ander belangrijk thema. De banksector is
de sector met het grootste aantal toezichthouders.
Ook wat administratieve lasten betreft behoren wij
tot de koplopers. Een twijfelachtige eer. Gelukkig is
er wel sprake van een constructieve samenwerking
tussen de bedrijfstak en het ministerie van
Financiën om er wat aan te doen. Daarbij hebben
we veel steun van VNO-NCW. Het kabinet heeft een
poging gedaan om de lastendruk omlaag te brengen.
De eerste stappen zijn gezet, maar we zijn er
nog lang niet.”
Dolf Collee (52)
Lid raad van bestuur ABN-AMRO,
voorzitter NVB
12

e
grootaandeelhouder wordt namelijk niet verzwaard,
het grijze kenteken wordt niet afgeschaft
en de ecotaks op energie wordt minder
verhoogd dan oorspronkelijk de bedoeling was.
Hetgeen resulteert is een netto lastenverlichting,
waarvan grote ondernemingen en het
midden- en kleinbedrijf ongeveer evenveel profiteren.
t
Eigenaren van een familiebedrijf hoeven bij de
overdracht van hun onderneming minder belasting
te betalen. De zogeheten ondernemingsvrijstelling
in de successierechten is voor
familiebedrijven verruimd van 30 procent naar
75 procent. Dat is belangrijk, zeker nu een groot
aantal familiebedrijven van de zogeheten ‘babyboomgeneratie’
de komende jaren aan een
opvolger zal worden overgedragen.
t
De actie van het kabinet om de administratieve
lasten die overheidsregels veroorzaken met 25
procent te verminderen, is van start gegaan.
Volgens het kabinet waren eind 2004 de administratieve
lasten voor bedrijven al met bijna 750
miljoen euro (netto) omlaag gebracht, hoewel de
bedrijven in de praktijk nog niet al te veel lijken
te merken van deze vermindering.
t
Administratieve lasten worden veroorzaakt door
regelgeving van de overheid. Vaak kunnen die
regels zelf vereenvoudigd of afgeschaft worden.
Zo is het de bedoeling dat de wetgeving op het
gebied van arbeidsomstandigheden ingrijpend
wordt versimpeld: zeker de helft van de bestaande
regels uit de Arbowet is volgens het kabinet
overbodig. Daarnaast wil het kabinet ook de
Arbeidstijdenwet vereenvoudigen.
t
Het kabinet heeft verder besloten de wao te hervormen,
waarbij het advies van werkgevers en
werknemers gevolgd zal worden. Er komt een
nieuwe strenge regeling voor volledige en duurzame
arbeidsongeschiktheid. Dat zal zorgen
voor minder nieuwe wao ’ers (maximaal 25.000
per jaar) en lagere premielasten voor werkgevers.
Daarnaast komt er een nieuwe regeling
voor gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, maar
e
13

'Liever zelfregulering
dan wetgeving'
Waarom VNO-NCW
"De Werkgeversvereniging Call Centers is eigenlijk
al sinds de eerste dag van haar bestaan, eind
1998, lid van VNO-NCW. Wij zijn een vereniging van
service verlenende, facilitaire callcenters, een
jonge sector die nog echt een professionaliseringsslag
heeft moeten maken. VNO-NCW heeft ons
daarbij geholpen. VNO-NCW heeft veel kennis en
ervaring in huis, en heeft ook aandacht voor zaken
als moderne technologie en flexibele arbeid. Ze
kan er bovendien voor zorgen dat beleidsmakers
rekening met ons houden.
Bij onze branchevereniging zijn 26 callcenters aangesloten,
met 15.000 medewerkers. Als we ook de
callcenters meetellen die bij een groter moederbedrijf
horen, biedt de sector 180.000 mensen werk,
onder wie studenten, allochtonen en gedeeltelijk
arbeidsongeschikten. Voor veel mensen zijn wij de
eerste stap naar de arbeidsmarkt."
Wat is er in 2004 bereikt
"In 2004 had de politiek veel aandacht voor de
bescherming van consumenten. Die aandacht
schoot door naar één kant, er werd nauwelijks naar
economische belangen gekeken. Er worden per
jaar door ons 16 miljoen telefoontjes gepleegd,
door bedrijven in bijvoorbeeld energie of telecom,
maar ook door politieke partijen en goede doelen.
10 Procent van die telefoontjes leidt tot transacties.
Het afgelopen jaar hebben we veel met VNO-NCW
gesproken over zelfregulering. Zo hebben we de
Code Telemarketing aangepast aan de nieuwe
Telecomwetgeving. Zelfregulering is te verkiezen
boven wetgeving. De WGCC doet daarom veel aan
scholing van personeel en maakt protocollen over
de omgang met consumenten. Mensen die hebben
aangegeven dat ze niet gebeld willen worden,
hóren ook niet gebeld te worden.
Controle vanuit de overheid is goed, maar we
moeten op het punt van consumentenbescherming
niet het braafste jongetje van Europa willen zijn.
Wij moeten ons werk kunnen doen. Dat is voor de
werkgelegenheid van groot belang."
Dian van Leeuwen
Secretaris Werkgeversvereniging
Call Centers (WGCC)
e
deze geldt pas als de arbeidsongeschiktheid groter
is dan 35 procent. Alles wordt erop gericht om
werknemers die niet volledig arbeidsongeschikt
zijn, weer te laten terugkeren in het arbeidsproces.
Dat geldt ook voor zieke werknemers.
Daarom hebben werkgevers en vakbonden
afgesproken dat het ziekengeld over de twee
ziektejaren tezamen niet hoger mag zijn dan 170
procent van het loon.
t
Wat er ook van lijkt te komen, is een drastische
herziening van het stelsel van ziektekostenverzekeringen
per 1 januari 2006. De kabinetsplannen
daarvoor, bieden ondernemers echter
niet veel goeds. Ten eerste omdat het maar zeer
de vraag is of ze bijdragen tot het doel van méér
marktwerking in de zorg. Bovendien is het een
slecht plan om werkgevers via een verplichte
wettelijke bijdrage een (vermoedelijk sterk oplopend)
deel van de zorgkosten te laten betalen,
terwijl ze op de kostenontwikkeling geen enkele
invloed hebben. Alle betrokkenen in ondernemend
Nederland verzetten zich tegen deze
plannen.
14

t
De ingesleten gewoonte dat mensen al ruim
voor hun 65ste met pensioen zijn, lijkt eindelijk
op zijn retour. Dat is ook hard nodig vanwege de
toenemende vergrijzing. De nieuwe wetgeving
voor vut en prepensioen en de nieuwe levensloopregeling,
sluit goed aan bij de opvattingen
van ondernemers. Om ervoor te zorgen dat
werkgevers en werknemers in de praktijk uit de
voeten kunnen met de nieuwe wetgeving, komt
er een beduidend ruimere overgangsregeling
dan aanvankelijk door het kabinet was voorgesteld.
Wie veertig jaar of langer heeft gewerkt
(onder wie mensen met een ‘slijtend’ beroep) is
er een mogelijkheid om vanaf 63-jarige leeftijd
met pensioen te gaan. Bovendien is er meer
ruimte voor deeltijdpensioen.
t
De loonkosten van veel Nederlandse bedrijven
zijn de laatste jaren sneller gestegen dan bij
buitenlandse concurrenten. Dat verklaart voor
een deel waarom de Nederlandse economie zo
slecht presteert. Daarom is het goed dat in
2003/2004 een trendbreuk gerealiseerd kon
worden, onder invloed van een sociaal akkoord
e
15

e
tussen kabinet, werkgevers en werknemers. De
gemiddelde contractloonstijging is in 2004
beperkt gebleven. Voor de overgrote meerderheid
van de nieuwe cao’s stijgen de contractlonen
niet. Ook voor 2005 is afgesproken dat de
loonontwikkeling “uiterst terughoudend” moet
zijn. Qua concurrentiepositie hebben we immers
een grote achterstand in te halen.
t
Op verschillende terreinen blijkt dat de regering
Nederlandse bedrijven die internationaal moeten
concurreren te hulp wil komen. In 2004 zijn
in het kader van de wereldhandelsorganisatie
wto vorderingen geboekt op het gebied van de
liberalisering van de wereldhandel. Nederlandse
bedrijven kunnen daarvan op langere termijn
relatief sterk profiteren. Voor de korte termijn
willen de ministeries van Economische Zaken
en van Buitenlandse Zaken optreden tegen oneerlijke
concurrentie in andere landen (staatssteun,
discriminatie van buitenlandse bedrijven,
schending van de vrije mededinging). De kwetsbare
positie van onze industrie op internationale
markten, krijgt meer aandacht. Door het slecht
16

functioneren van de Europese energiemarkt (en
grote verschillen in milieuwetgeving en brandstofinzet
van elektriciteitscentrales), liggen de
elektriciteitsprijzen voor industriële grootverbruikers
in Nederland hoger dan elders. Het probleem
kreeg in 2004 eindelijk politieke erkenning;
maatregelen staan op stapel.
t
Gebrek aan innovatiekracht is een structurele
zwakheid van de Nederlandse economie. Daaraan
lijkt het kabinet nu echt wat te gaan doen,
onder andere via het zogeheten Innovatieplatform
onder leiding van premier Balkenende.
Bij onderzoek aan universiteiten moet veel meer
rekening gehouden worden met de wensen van
bedrijven. De innovatiekracht van het middenen
kleinbedrijf wordt vergroot, onder andere
door experimenten met zogeheten innovatievouchers
(kennisbonnen die middelgrote en kleine
bedrijven aan onderzoek en ontwikkeling
mogen besteden). Ook met innovatieprestatiecontracten
(meerjarenafspraken tussen bedrijven,
branches en de overheid over innovatieprestaties)
wordt een proef genomen worden. Er
e
'Het grijze kenteken opofferen
was onaanvaardbaar'
Waarom VNO-NCW
"Wij hebben als branchevereniging veel grote én
kleine leden, daarom zijn we zowel lid van VNO-
NCW als van MKB-Nederland. Een branchevereniging
als Uneto-VNI kan in haar eentje nooit zoveel
invloed in Den Haag uitoefenen als VNO-NCW.
Alleen een grote koepelorganisatie heeft zo'n
goede toegang tot de politiek en de regering en
kan zoveel gewicht inzetten. Bovendien zit er bij
VNO-NCW heel veel kennis, ook van economische
processen, cao's en SER-akkoorden. Dat is voor ons
van groot belang."
Wat is er in 2004 bereikt
"Als voorzitter van het MKB-platform van VNO-NCW
ben ik erg verheugd over het behoud van het grijze
kenteken. In onze branche, de installatiebedrijven
en technische detailhandel, en ook in de
bouw, rijden tienduizenden serviceautootjes rond.
Het was voor ons onaanvaardbaar dat het grijze
kenteken opgeofferd zou worden in ruil voor verlaging
van de vennootschapsbelasting. Dat standpunt
hebben VNO-NCW en MKB-Nederland overgenomen
en ze hebben zich daarvoor in het overleg
met het ministerie van Financiën keihard ingezet.
Met een mooi resultaat dat door onze leden direct
gevoeld wordt.
Het was ook een belangrijk jaar met het oog op de
terugdringing van administratieve lasten. Daar is
vorig jaar een begin mee gemaakt. Vooral voor
kleinere bedrijven, waar de echtgenote vaak de
administratie doet, is dat heel belangrijk. Het blijft
een zaak van de lange adem, maar wij zullen erop
blijven tamboeren dat die lasten naar beneden
gaan.
En natuurlijk was 2004 het jaar van de vut-, prepensioen-
en levensloopregeling. Ik was lid van de
commissie die daarover het VNO-NCW-standpunt
heeft voorbereid. Wij hebben binnen VNO-NCW
meer begrip kunnen kweken voor de slijtende
beroepen. Langer werken is over het algemeen
prima, maar mensen in slijtende beroepen moeten
op coulance kunnen rekenen."
Jan Heeres (66)
Voorzitter Uneto-VNI
17

e
komen maatregelen om jonge technostarters te
helpen. En het kabinet wil ervoor zorgen dat
méér jonge mensen kiezen voor een toekomst in
de techniek.
t
Langzaam maar zeker groeit de aandacht ook
voor de vele criminaliteit waarvan ondernemers
het slachtoffer worden. In elk geval hebben politie,
justitie en rechterlijke macht maatregelen
genomen, die moeten leiden tot efficiënter werken
én een meer hulpvaardige opstelling. Dat
was ook hard nodig, want veel ondernemers die
met criminelen geconfronteerd werden, waren
vooral boos over de laconieke houding die ze
bespeurden bij de politie.
t
Een pluspunt voor ondernemers is dat regering
en parlement onze ruimtelijke ordening ook wil
inrichten op de noodzaak van méér economische
groei. Er wordt ruimte gereserveerd voor
cruciale ruimtelijke investeringen die belangrijk
zijn voor de economie en het circus van procedures
wordt vereenvoudigd en ingekort. Een minpunt
is dat de rijksoverheid nog te weinig geld
beschikbaar stelt voor investeringen in verbetering
van de infrastructuur en dat ze ook in 2004
onvoldoende heeft gedaan om nieuwe infrastructuur
via creatieve vormen van publiek-private
samenwerking te realiseren. y
18

'We zijn een nieuwe
richting ingeslagen'
Waarom VNO-NCW
"Geen enkele onderneming, groot noch klein, is bij
machte om alle deskundigheid in huis te hebben
waarover VNO-NCW beschikt. Je kunt in je eentje
nooit alle velden bespelen, daar heb je een professionele
organisatie voor nodig. Akzo is daarom al
vanaf het begin lid van VNO-NCW en al haar voorgangers.
Op sommige terreinen hebben wij meer
specifieke kennis in huis. Die brengen wij in en
daarvoor krijgen we dan invloed terug. Het is een
wisselwerking. Wij zijn lid van verschillende werkgroepen
en commissies en geven daarin mede
richting aan het beleid. We maken ook veel
gebruik van de netwerken van de regionale verenigingen.
Voor een bedrijf met vestigingen in het
hele land is dat een groot voordeel. Ja, ik ben zelf
ook nogal actief. Lid van het bestuur van VNO-NCW,
tijdelijk voorzitter van AWVN en voorzitter van de
Commissie Voorbereiding Arbeidsvoorwaardenbeleid."
Wat is er in 2004 bereikt
"Het was een uiterst belangrijk jaar voor de
arbeidsvoorwaarden. In het voortraject was het al
heel boeiend om binnen VNO-NCW tot een gelijkluidend
standpunt te komen over vut, prepensioen en
levensloop. Er wordt door branches en bedrijven
toch verschillend over gedacht. Het is balanceren
tussen micro- en macrobelangen. Maar uiteindelijk
zijn we eruit gekomen. We hebben gekozen voor
langer werken, maar met een redelijk lange overgangstermijn.
Het is jammer dat het overleg met de vakbonden
met zoveel storm en kolkend water gepaard is
gegaan. Al die onrust slaat toch ook neer op ondernemingen.
Maar we zijn als werkgevers nu wel
tevreden over de resultaten. We zijn met z'n allen
een nieuwe richting ingeslagen: de pensioenleeftijd
gaat weer naar 65 jaar en het wordt onaantrekkelijker
om voor vroeger pensioen te sparen.
Mensen worden bovendien meer verantwoordelijk
voor hun eigen levensloop."
Rob Prins (54)
Directeur Akzo Nobel Nederland
19

'Alles heeft een
Europese dimensie'
Waarom VNO-NCW
"De Nederlandse Vereniging voor de Kampeer- en
Caravanindustrie verenigt fabrikanten, importeurs
en – indirect – toeleveranciers. Wij zijn nog maar
kort lid van VNO-NCW, nu iets meer dan een jaar.
Dankzij mijn persoonlijk lidmaatschap van VNO-NCW
Noord kende ik de organisatie overigens al langer.
Ik heb in het verleden nog deel uitgemaakt van
het bestuur van VNO-NCW Drenthe."
"Vooral aan de vertegenwoordiging van VNO-NCW
in Brussel hebben we veel gehad. Niet vreemd,
want veel thema's die de kampeer- en caravanbranche
raken, hebben een Europese dimensie. De
mensen in Brussel volgen de Europese ontwikkelingen
op het gebied van wet- en regelgeving op
de voet. En waar nodig brengen ze ons in contact
met bijvoorbeeld europarlementariërs."
Wat is er in 2004 bereikt
"Belangrijk voor ons in 2004 was de discussie over
het Europese rijbewijs. Het accent in die discussie
lag sterk op veiligheid. Wij willen graag dat de
bezitters van een B-rijbewijs meer mogelijkheden
zouden krijgen om met een auto met caravan of
kampeerauto's te rijden. Het ziet er nu naar uit dat
de regels op dat punt inderdaad worden versoepeld."
"Vorig jaar zijn ook de eerste stappen gezet richting
een systeem voor caravanrecycling. De
branche wilde de milieuverantwoorde verwerking
van oude caravans al langer aanpakken, maar het
ministerie van VROM voelde daar weinig voor. Nog
voor het einde van dit jaar moet er een voorstel
liggen, vergelijkbaar met de aanpak voor autorecycling."
"Naast de sterk technisch gerichte thema's is veel
tijd gaan zitten in de versterking van het imago
van kamperen. KCI is een van de hoofdsponsors
van het tv-programma Campinglife. Via dat programma
hebben we veel mensen bereikt. Dat is
belangrijk, want hoe meer interesse voor kampeervakanties,
des te beter het is voor onze
branche."
Bert de Winkel (61)
Voorzitter Nederlandse Vereniging voor
de Kampeer- en Caravanindustrie (KCI)
20

DEEL 2
VNO-NCW:
invloed en
informatie
Ondanks de sombere
economische tijden, is VNO-NCW
de afgelopen jaren verder
gegroeid. Blijkbaar zien steeds
meer ondernemingen en
organisaties de noodzaak van
een sterke centrale
ondernemingsorganisatie.
21

Het was half oktober een klein feestje in de
Malietoren bij vno-ncw. De Nederlandse
Cosmeticavereniging (ncv) werd feestelijk
ingehaald als 175ste brancheorganisatie die is aangesloten
bij vno-ncw. De afgelopen drie jaar steeg
het aantal aangesloten branches van 155 naar 175;
dat is lang niet slecht in een tijd van teruglopende
economie.
Al een aantal jaren achtereen groeit de vereniging
en neemt de representativiteit voor geheel ondernemend
Nederland verder toe. Naast 175 brancheorganisaties
met tienduizenden leden heeft vnoncw
ook enkele honderden ondernemingen als
direct aangesloten leden. De organisatie vertegenwoordigt
direct en indirect de belangen van
115.000 ondernemingen. Deze bedrijven hebben
een gezamenlijke omzet van 550 tot 600 miljard
euro (bijna tweederde van het totale bedrijfsleven)
en nemen 90 procent van de werkgelegenheid in
de particuliere sector voor hun rekening. En van al
die bedrijven behoort 95 procent tot het middenen
kleinbedrijf (minder dan 100 werknemers).
Waarom zijn al die verenigingen en bedrijven lid
van vno-ncw Een belangrijke reden is dat je door
lid te worden nauw betrokken kunt zijn bij het lobbybeleid,
dat erop gericht is een optimaal vestigings-
en ondernemingsklimaat te realiseren voor
ondernemingen die vanuit Nederland opereren.
Hoe hebben leden invloed op het lobbybeleid
Bijvoorbeeld via de besluitvorming in het algemeen
bestuur, bestaande uit 200 vertegenwoordigers
van de verschillende categorieën leden. Het
algemeen bestuur vergadert ééns per acht weken
in Den Haag; een daaruit samengesteld dagelijks
bestuur komt ééns per vier weken bijeen.
Het vno-ncw-beleid wordt voorbereid in vele tientallen
commissies en werkgroepen, die zich bezighouden
met de meest uiteenlopende onderwerpen
en waarin vele honderden vertegenwoordigers van
branches en ondernemingen een actieve bijdrage
leveren. Brede thema’s, zoals de specifieke positie
van de industrie, het midden- en kleinbedrijf, commerciële
dienstverlening, toerisme en recreatie en
informatie, media en communicatie worden
behandeld door platforms en klankbordgroepen,
waarin alle betrokken organisaties uit de ledenkring
deelnemen.
e
22

'Je kunt veel van elkaar leren'
Waarom VNO-NCW
"De contacten met collega's uit het bedrijfsleven,
dat was voor mij dé reden om me aan te sluiten bij
VNO-NCW Midden. Ik vergelijk het karakter van de
regionale vereniging wel eens met dat van serviceclubs.
Je kunt van elkaar leren, komt in aanraking
met onderwerpen waarmee je niet dagelijks te
maken hebt. Dat is het leuke van een regionale
vereniging en naar mijn idee ook de bindende factor.
Persoonlijk ben ik lid sinds 1998. Bestuurslid
van de kring Utrecht ben ik sinds 2001. Van
Benthem & Keulen, het advocatenkantoor waar ik
partner ben, is overigens als 'sinds mensenheugenis'
lid van VNO-NCW. Wij vinden het lidmaatschap
belangrijk omdat wij ons betrokken voelen bij de
provincie en de stad Utrecht en VNO-NCW vanuit het
bedrijfsleven een rol speelt bij de ontwikkelingen
in Utrecht.
Wat is er in 2004 bereikt
"De kring Utrecht van VNO-NCW Midden is vorig jaar
fors gegroeid: vooral dankzij de inspanningen van
bestaande leden konden we ons 250-ste lid inschrijven.
Dat op zich is al mooi. Maar het is vooral
positief dat we veel jonge ondernemers aan ons
hebben weten te binden. Ik heb het idee dat daardoor
het contact tussen de leden ook intensiever is
geworden, het verenigingsgevoel is versterkt. Het
is nu de kunst de nieuwe leden vast te houden. Dat
proberen we te bereiken door hen actiever bij de
vereniging te betrekken. Maar ook door te zorgen
voor een gevarieerd activiteitenprogramma."
"De belangenbehartiging heeft binnen de vereniging
een steeds belangrijker positie gekregen.
Door bij lobbyactiviteiten op te trekken met gelijkgestemden
in de regio, zoals de Kring van
Utrechtse Ondernemingen (KUO) en bedrijvenkringen,
sta je sterker. Vorig jaar stonden twee thema's
centraal: veiligheid en bereikbaarheid. Gezien
de sterke groei van de criminaliteit op bedrijventerreinen
was de aandacht voor veiligheid geen
overbodige luxe. Ook de bereikbaarheid in de regio
Utrecht is een punt van zorg. Daarom hebben we
vorig jaar onder meer intensief gelobbyd voor
extra geld voor infrastructuur."
Pim Schermer (46)
Bestuurslid kring Utrecht
van VNO-NCW Midden
23

e
2004 was een jaar van veel controverses in de
Nederlandse samenleving over het hervormingsbeleid
van het kabinet-Balkenende. Zoveel dat de
Malietoren van vno-ncw twee keer door actievoerders
werd geblokkeerd.
vno-ncw organiseerde voor de leden in alle regio’s
een serie bijeenkomsten rond het thema
‘Veranderen of verarmen’. Tijdens die bijeenkomst
gaven voorzitter en directieleden informatie over
de gevolgde lobbykoers en kregen de leden gelegenheid
hierover hun mening te geven.
Daarnaast was vno-ncw in 2004 ook internationaal
zeer actief. Aan het Europese voorzitterschap
van Nederland heeft het kantoor Brussel van vnoncw
veel aandacht besteed. De raad van presidenten
van Unice, de Europese federatie van werkgeversorganisaties,
kwam bij vno-ncw in Den Haag
bijeen, had een ontmoeting met minister-president
Balkenende en bracht een bezoek aan koningin
Beatrix.
Maar er is meer dan Europa. Voor het Nederlandse
bedrijfsleven worden groeimarkten als China en
India steeds belangrijker; in 2004 werden onder
24

leiding van vno-ncw-voorzitter Jacques Schraven
enkele geslaagde EU business summits gehouden
met de leiders van ondernemingsdelegaties uit
beide landen.
Invloed uitoefenen is dus één reden om lid te zijn
van vno-ncw, informatie krijgen is een andere. Als
lid van vno-ncw ben je snel op de hoogte van zaken
die voor de dagelijkse ondernemerspraktijk van
belang zijn. Bijvoorbeeld via het tweewekelijkse
opinieblad Forum over ondernemers, politiek en
maatschappij, dat begin 2004 ingrijpend werd vernieuwd.
Of via het Weekbulletin, de wekelijkse
informatiebron voor leden.
Over nieuwe wetgeving die voor ondernemers van
belang is worden vno-ncw-leden geïnformeerd via
voorlichtingsbijeenkomsten, die overal in het land
worden gehouden in samenwerking met de regionale
ondernemersverenigingen. Thema’s die in
2004 aan de orde kwamen, zijn onder meer: de rol
van de werkgever in het toekomstige zorgstelsel,
opvolging in het familiebedrijf, prepensioen en
levensloop, kinderopvang, ondernemerschap in de
e
'Schaalgrootte bepaalt
succes boodschap'
Waarom VNO-NCW
"De biotechnologiesector is prima in staat zijn
eigen boodschap over te brengen. Maar schaalgrootte
kan ervoor zorgen dat een boodschap bij
de politiek nét wat duidelijker overkomt, wat meer
gewicht in de schaal legt. Juist om die reden zijn
we drie jaar geleden lid geworden van VNO-NCW.
We wisselen regelmatig informatie uit met VNO-
NCW zelf, maar ook met andere brancheorganisaties
daarbinnen. Dat gebeurt onder meer in de
commissie biotechnologie van VNO-NCW. Het is nuttig
regelmatig met elkaar om de tafel te zitten en
de lobbylijn af te stemmen. Samen sta je sterker."
Wat was belangrijk in 2004
"Misschien wel het mooiste nieuws voor de sector
is dat de nieuwe Rijksoctrooiwet voor biotechnologische
uitvindingen door de Eerste en Tweede
Kamer is geloodst. Het zag er trouwens lang naar
uit dat er wetgeving zou komen waarmee de sector
slecht uit de voeten zou kunnen. Maar de Eerste
Kamer heeft daar – terecht – een stokje voor gestoken.
De wetgeving die er nu ligt, geeft de innovatie
in ons land de ruimte. De wet biedt goede
mogelijkheden voor wetenschap en bedrijfsleven
om uitvindingen te octrooieren. En dat is belangrijk,
want zonder octrooien is het onmogelijk om
nieuwe producten in de life sciences te ontwikkelen."
"In 2004 zijn ook vorderingen gemaakt in het proces
van lastenverlichting. Bedrijven en onderzoeksinstellingen
die met biotechnologie werken, zijn
veel tijd kwijt aan vergunningaanvragen en administratie.
In 2004 is een eerste aanzet gegeven om
hier wat aan te doen. De plannen die het kabinet
heeft aangekondigd, zijn een stap in de goede
richting. Maar wet- en regelgeving moeten op
korte termijn ingrijpender worden verbeterd.
Alleen dan kunnen we de concurrentie aan met
landen als China en de Verenigde Staten."
Rob Janssen (39)
Directeur Nederlandse
Biotechnologie Associatie (Niaba)
25

e
zorg, handhaving van milieuregels. Over dit soort
thema’s ontvangen leden vaak ook informatieve
brochures.
En dan is nog een derde – en zeker niet de minst
belangrijke – reden om aansluiting te zoeken bij
vno-ncw. Die reden is het netwerk dat vno-ncw
biedt. Een netwerk dat bestaat uit letterlijk duizenden
ondernemers en hun belangenbehartigers en
dat volop mogelijkheden biedt om contacten te leggen
en elkaar te ondersteunen in het dagelijks
werk.
Zo kunnen brancheorganisaties bij vno-ncw terecht
als ze streven naar verdere professionalisering.
De laatste jaren is gebleken dat een groot aantal
organisaties bezig is met het bepalen van een
strategie voor de toekomst. Wat verwachten de
leden van ons En wat betekenen deze verwachtingen
voor ons takenpakket en de organisatie Bij
het zoeken naar antwoorden op deze vragen hebben
diverse organisaties het afgelopen jaar besloten
tot aanpassing van hun strategie en soms tot
vergaande vormen van samenwerking en zelfs tot
fusies.
Zo’n ontwikkeling heeft zich in 2004 bijvoorbeeld
26

'Autochtonen en allochtonen
kunnen van elkaar leren'
Waarom VNO-NCW
"Merdan Yagmur, een oude bekende van mij,
houdt zich binnen VNO-NCW bezig met het thema
etnisch ondernemerschap. Hij overtuigde me dat
VNO-NCW ook iets voor mij zou kunnen zijn. Via
hem heb ik de organisatie beter leren kennen. Ik
wist al langer van het bestaan ervan, maar het was
voor mij toch vooral een ver-van-mijn-bed-show."
"Ik had het idee dat VNO-NCW een eind van de
bedrijven af stond. Sterker nog: ik wist niet eens
dat je er als zelfstandig ondernemer lid van kon
zijn. Merdan heeft mij duidelijk gemaakt dat het
anders is. In november heb ik me aangesloten bij
VNO-NCW West. Het is nog te vroeg om een volledig
beeld van de mogelijkheden van de organisatie
te hebben, maar mijn eerste indrukken zijn
positief."
Wat was belangrijk in 2004
"Voor de allochtone gemeenschap in Nederland is
2004 absoluut geen gemakkelijk jaar geweest. De
moord op Theo van Gogh en de gebeurtenissen in
de periode daarna hebben duidelijk hun sporen
nagelaten. Vooral in de Marokkaanse gemeenschap
heerste een gevoel van schaamte. In de
Turkse gemeenschap heeft men het anders ervaren,
is men er anders mee omgegaan. Dat heeft er
misschien mee te maken dat Turken zich vaker dan
Marokkanen trots voelen om tevens Nederlander
te zijn."
"Een negatieve invloed op de ontwikkeling van
mijn eigen bedrijf hebben de gebeurtenissen
gelukkig niet gehad. De zaken zijn voorspoedig
gegaan. Het zal er ongetwijfeld mee te maken
hebben dat ik veel autochtone klanten heb.
Natuurlijk waren er wel eens klanten met kritische
vragen. Maar die heb ik er snel van kunnen overtuigen
dat de ontwikkelingen in het land ons óók
hebben aangegrepen. Helaas heeft een groot aantal
collega's hun omzet wél zien teruglopen. Vooral
in de levensmiddelenbranche, een branche waar
traditioneel veel allochtone ondernemers actief
zijn, zijn klappen gevallen. Ik hoop dat de situatie
snel verbetert. We kunnen veel voor Nederland
betekenen, daarvan ben ik overtuigd."
Emin Erdurcan (48)
Directeur Femco Nederland (keukencentrum)
voorgedaan in de bouw, de ict, de afvalsector en in
de voedingsmiddelenindustrie. Het laatste heeft
onder andere geleid tot het opgaan van de vai in de
fnli, de Federatie Nederlandse Levensmiddelen
Industrie.
vno-ncw heeft de afgelopen jaren – ook in 2004 –
een aantal bijeenkomsten georganiseerd om brancheverenigingen
te helpen bij het vinden van antwoorden
op vragen over hun positionering.
Daarbij speelt onder andere een rol dat brancheorganisaties
méér moeten doen om toegevoegde
waarde te leveren aan de aangesloten leden. Goede
netwerken zijn essentieel bij het bevorderen van
de ledenbinding. Om brancheorganisaties te helpen
bij het invullen van hun veranderende rol,
heeft vno-ncw ook MalieNet opgericht, een serviceorganisatie
die ondersteuning levert op het
gebied van internet en ict. MalieNet is er voor om
brancheorganisaties met behulp van internettechnologie
te ondersteunen bij hun transitie naar een
‘innovatieve brancheorganisatie’.
vno-ncw wil veel gelegenheid bieden voor het uitwisselen
van meningen en ervaringen, want vnoncw
is natuurlijk op de eerste plaats een vereni-
e
27

‘Voorzichtig van budget
naar reële prijzen’
Waarom VNO-NCW
"We zijn een bijzondere sector. We hebben een
publieke functie, die we op een ondernemende
manier vorm geven. Daarom vinden we dat we
thuishoren bij andere ondernemers. En mede daarom
hebben we ons aangesloten bij VNO-NCW. Het
is een club waar we ons thuisvoelen, een club van
gelijkgestemden."
Wat was vorig jaar belangrijk
"Vorig jaar stond in het teken van de transitieslag
van een aanbod- naar een vraaggericht zorgstelsel.
De gedachte achter die ommezwaai is dat we door
die gewijzigde manier van werken beter kunnen
aansluiten bij de wens van de klant. Dat is geen
overbodige luxe. Ziekenhuizen zijn onder de huidige
regelgeving vreemdsoortige ondernemingen.
We worden soms zo gestuurd dat we 'financieel
bang' moeten zijn van klanten. In de financiering
van de zorg zit een perverse prikkel die leidt tot
wachtlijsten en andere ongewenste bijwerkingen.
Dat het allemaal toch nog zo goed gaat, komt
vooral door de enorme motivatie van de mensen
die in de zorg werken."
"We zijn er nog niet, maar we hebben vorig jaar
een aantal belangrijke stappen gezet op weg naar
de nieuwe manier van werken, met zogenoemde
diagnose-behandelingcombinaties (DBC's) als uitgangspunt.
Het is de bedoeling dat we onze zorg
'op de plank' hebben liggen en met de afnemers
– de zorgverzekeraars – kunnen onderhandelen
over kwaliteit en prijs. Voor ongeveer 10 procent
van onze productie zijn we daar nu mee bezig."
"De nieuwe manier van werken zorgt ervoor dat er
eindelijk een band komt tussen wat we presteren
en wat we daar voor terugkrijgen. Dat is mooi,
want de huidige manier van financiering remt de
inzet van bepaalde onderzoeks- en behandelmethoden.
Neem de inzet van MRI-scanapparatuur.
Hoe meer we deze gebruiken, des te slechter het
voor ons uitpakt. Maar als je apparatuur via een
privé-poot van het bedrijf inzet in avond- en weekenduren
kan het ineens wel. Da's toch te gek"
Wim van der Meeren (49)
Lid raad van bestuur Sint Elisabeth
Ziekenhuis Tilburg en bestuurslid NVZ
28

e
ging van mensen. Belangrijk zijn daarbij ook de vijf
aangesloten regionale ondernemersverenigingen:
vno-ncw Noord (Groningen, Friesland en
Drenthe), vno-ncw Midden (Flevoland, Gelderland,
Overijssel en Utrecht), vno-ncw West
(Noord- en Zuid-Holland), de Brabants-Zeeuwse
Werkgeversvereniging (Noord-Brabant en Zeeland)
en de Limburgse Werkgeversvereniging.
Voor ondernemers tot 40 jaar is er bovendien de
landelijke vereniging Jong Management.
2004 was ook een jaar waarin diverse leden van
het dagelijks bestuur afscheid namen, zoals:
Hans Bol (chemische industrie), Carel van den
Driest (reders), Jan Geenemans (horeca), Jan
Glimmerveen (metalektro), Ed de Haas (Philips),
Jan Holleman (bouw), Ewald Kist (ing), Arie
Kraaijeveld (metalektro), Jan Reneman (advies- en
ingenieursbureaus), Marcel Smits (Vendex), Frans
Tummers (voedingsmiddelenindustrie), Symen
van der Velde (vno-ncw Noord) en Bernard
Wientjes (awvn).
In het najaar van 2004 besloot het bestuur ondernemer-pur-sang
Bernard Wientjes te benoemen
tot voorzitter van vno-ncw als opvolger van
Jacques Schraven. Wientjes was onder andere voorzitter
van werkgeversvereniging awvn en lid van
de raad van bestuur van Villeroy & Boch. De voorzitterswisseling
vindt op 30 mei 2005 plaats tijdens
het jaarcongres.
De Malietoren, het kantoor van vno-ncw, wordt
zélf overigens steeds meer een echt ‘ondernemershuis’.
Diverse organisatie die werken voor ondernemend
Nederland hebben er inmiddels een plaats
gevonden. Zoals bijvoorbeeld het Platform Zelfstandige
Ondernemers (pzo), dat zich speciaal
bezighoudt met het oplossen van problemen die
samenhangen met het zelfstandig ondernemerschap.
Eind 2004 nam de regionale ondernemersvereniging
vno-ncw West zijn intrek op de zestiende
verdieping. Daarnaast besloot het regionale
bureau van de nieuwe branchevereniging
Bouwend Nederland er kantoor te gaan houden en
vond ook het Centrum voor Criminaliteitspreventie
en Veiligheid (een nieuwe vorm van publiekprivate
samenwerking) een plek in de Malietoren.
Ondanks de slechte economische omstandigheden
was 2004 voor vno-ncw een jaar van voortgaande
groei en toenemende activiteiten, bij gelijkblijvende
kosten. Voor ondernemers is ook dat laatste
– zeker in deze tijd – van groot belang. y
Niek Jan van Kesteren
Algemeen directeur vno-ncw
29

COLOFON
Samenstelling
Ontwerp
Fotografie
Lithografie
Drukwerk
Stafgroep Periodieken
en Publicaties VNO-NCW
Curve grafische
vormgeving BNO
Martin Waalboer
Nederlof Repro
Em. de Jong
VNO-NCW
Postadres Postbus 93002
2509 AA Den Haag
Telefoon 070 – 3490 349
Fax 070 – 3490 300
E-mail Informatie@vno-ncw.nl
Internet www.vno-ncw.nl