09.01.2015 Views

"Verslag conferentie buisleidingen" PDF document - Rijksoverheid.nl

"Verslag conferentie buisleidingen" PDF document - Rijksoverheid.nl

"Verslag conferentie buisleidingen" PDF document - Rijksoverheid.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Verslag</strong> <strong>conferentie</strong> buisleidingen<br />

8 maart 2007<br />

Op 8 maart 2007 organiseerde de Directie Externe Veiligheid<br />

van het ministerie van VROM een <strong>conferentie</strong> over buisleidingen<br />

in Sociëteit de Witte in Den Haag.<br />

VROM wilde de betrokkenen bij het buisleidingendossier<br />

informeren over de ontwikkeling en de voortgang ervan. Ook<br />

wilde men met de deelnemers van gedachten wisselen over<br />

de aanpak van dit dossier. De adviezen en opmerkingen van de<br />

deelnemers worden gebruikt voor het opstellen en uitwerken<br />

van nieuwe regelgeving voor buisleidingen.<br />

De <strong>conferentie</strong> werd door circa 140 deelnemers bezocht. Onder<br />

de aanwezigen waren buisleidingexploitanten, vertegenwoordigers<br />

van brancheorganisaties, adviesbureaus, RIVM, TNO en de<br />

betrokken ministeries.<br />

In de ochtend werden drie plenaire presentaties verzorgd<br />

en ’s middags konden de deelnemers in vier workshops over<br />

een aantal thema’s uit het buisleidingendossier discussiëren.<br />

Daarna volgde een paneldiscussie.<br />

Een borrel sloot de geslaagde <strong>conferentie</strong> af.<br />

Opening<br />

Dagvoorzitter Marius Enthoven begon met een korte i<strong>nl</strong>eiding en<br />

gaf vervolgens het woord aan Cees Moons, directeur Externe<br />

Veiligheid van VROM, die de openingstoespraak hield. Hij<br />

schetste in het kort de geschiedenis van de overdracht van het<br />

buisleidingendossier naar VROM.<br />

Eind 2004 onderzocht Enthoven op verzoek van de ministeries<br />

van VROM, EZ en V&W het buisleidingdossier. Daaruit bleek<br />

onder andere het ontbreken van een deugdelijk wettelijk stelsel<br />

voor buisleidingen en werd op het gebied van veiligheid een<br />

aantal tekortkomingen vastgesteld. Tenslotte noemde Enthoven<br />

het ontbreken van visie en aandacht van de overheid voor het<br />

belang van buisleidingen. Het was dus van belang dat er één<br />

ministerie verantwoordelijk zou worden voor het dossier. Het<br />

kabinet nam het advies over en legde de verantwoordelijkheid bij<br />

VROM. Sinds medio 2005 zijn er bij VROM (directie EV en VI) tien<br />

mensen werkzaam aan het buisleidingdossier.


02<br />

VROM verantwoordelijk<br />

Sinds maart 2005 is het ministerie van VROM de eerst verantwoordelijke<br />

partij voor het buisleidingenbeleid. Het ministerie<br />

heeft het stokje overgenomen van het ministerie van EZ.<br />

Binnen twee tot drie jaar zal VROM nieuw beleid, beheer en<br />

toezicht ontwikkelen. Binnen de directie Externe Veiligheid van<br />

het ministerie is daarvoor medio 2005 een programmateam<br />

opgezet. In een tiental projecten is eind 2005 gestart met het<br />

op orde brengen van de nieuwe veiligheidseisen voor externe<br />

veiligheid, toezicht, de registratie van de ligging van buisleidingen,<br />

de behandeling van incidenten en het ontwikkelen van<br />

een rijksvisie op buisleidingen. Het ministerie van EZ houdt<br />

verantwoordelijkheid voor buisleidingen door het opstellen<br />

van de grondroerdersregeling. Hierdoor moet het aantal<br />

incidenten met buisleidingen door graafwerkzaamheden<br />

verminderen.<br />

De aa<strong>nl</strong>eg van nieuwe leidingen vraagt ruimte. Om daarvoor in<br />

de toekomst voldoende ruimte te houden, doet het ministerie van<br />

V&W op dit moment onderzoek naar de te verwachten vraag naar<br />

buisleidingtransport in de komende decennia. Als die bekend is,<br />

kan worden bekeken of reserveren van ruimte voor toekomstige<br />

buisleidingen door de overheid nodig en wenselijk is.<br />

Regels voor veiligheid<br />

De informatievoorziening over buisleidingen wordt binnenkort<br />

verbeterd. Toekomstige regelgeving zoals de grondroerdersregeling<br />

en het Registratiebesluit externe veiligheid zorgen ervoor<br />

dat informatie over de ligging van en het soort buisleiding voor<br />

ruimtelijke ordeningplanners, hulpverleningsdiensten, inspectiediensten<br />

en grondroerders beschikbaar komt.<br />

Voor het veilig beheer van buisleidingen wordt de verantwoordelijkheid<br />

bij de exploitant van een buisleiding gelaten. De meeste<br />

exploitanten hebben op dit moment al een beheerssysteem voor<br />

hun buisleidingen. Een zorgplicht in de AmvB regelt het wettelijk<br />

minimum. Daarnaast wordt er gewerkt aan een Nederlands<br />

Technische Afspraak (NTA) die als standaard moet dienen voor<br />

het veilig beheer van buisleidingen door exploitanten.<br />

Presentaties<br />

Het nieuwe buisleidingenbeleid<br />

Spreker: Diederik de Jong, programmamanager voor het buisleidingendossier,<br />

Directie Externe Veiligheid, VROM.<br />

Planning<br />

De planning van de ondergrond wordt steeds belangrijker. De<br />

nieuwe Wet ruimtelijke ordening biedt goede instrumenten om<br />

problemen op dat vlak op te lossen. Bestemmingsplannen worden<br />

gedigitaliseerd en de verwachting is dat ze binnen vijf jaar zijn<br />

geactualiseerd en dat alle buisleidingen erin zijn opgenomen.<br />

Voor de aa<strong>nl</strong>eg van nieuwe leidingen is op dit moment weinig geregeld.<br />

Vaak duurt het lang om als initiatiefnemer alle vergunningen<br />

bij elkaar te krijgen. In Groningen zijn goede ervaringen opgedaan<br />

in een pilotproject. De coördinatie van de aa<strong>nl</strong>eg van een nieuwe<br />

aardgastransportleiding werd sterk verbeterd door bij zowel Gasunie<br />

als de betrokken overheden één loket in te stellen. Dit project<br />

wordt nu landelijk opgeschaald.


03<br />

Risicozonering<br />

Ten slotte kwam de risicozonering voor buisleidingen aan de<br />

orde. Gasunie heeft een aantal jaren geleden op basis van voortschrijdend<br />

inzicht een verbeterde modellering voor het bepalen<br />

van risico’s van aardgastransportleidingen gemaakt. Bij toepassing<br />

van het nieuwe model bleken veel risicoafstanden van deze<br />

leidingen groter dan de afstanden die zijn voorgeschreven in de<br />

circulaire aardgastransportleidingen. Dit leverde knelpunten op:<br />

zoals woningen die niet aan het basisveiligheidsniveau voldoen.<br />

Bovendien zou met de nieuw berekende risicoafstanden een<br />

groter beslag op de ruimte worden gelegd.<br />

Gasunie en RIVM hielden de risicomodellering opnieuw tegen het<br />

licht. Zij keken daarbij ook naar een aantal veiligheidsmaatregelen<br />

die Gasunie nu al in acht neemt en naar de effecten van de<br />

grondroerdersregeling. Hierdoor neemt het aantal knelpunten<br />

met 85 procent af.<br />

In maart 2007 ronden RIVM en Gasunie het consequentieonderzoek<br />

af naar de nog resterende knelpunten met het aangepaste<br />

risicomodel. Vervolgens worden de knelpunten én de haalbaarheid<br />

en betaalbaarheid van oplossingen in bestuurlijk overleg<br />

tussen Gasunie, provincies en gemeenten en Rijk vastgesteld.<br />

Daarna stelt het RIVM een rekenmodule beschikbaar, waarmee<br />

gemeenten zelf aan de hand van een aantal gegevens de risicoafstand<br />

(PR 10 -6 ) van een buisleiding kunnen bepalen. De circulaire<br />

aardgastransportleidingen wordt aangepast en uiteindelijk wordt<br />

de risicozonering in nieuwe regelgeving verwerkt.<br />

Voor andere soorten stoffen in buisleidingen doet RIVM op dit<br />

moment nog onderzoek naar knelpunten en risicoafstanden.<br />

In mei en juni 2007 geeft VROM voorlichting over buisleidingen<br />

aan gemeenten en provincies in vijf bijeenkomsten.<br />

Nieuwe regelgeving buisleidingen<br />

Spreker: Anneke Raap, jurist Directie Externe Veiligheid, VROM.<br />

De presentatie gaf de hoofdlijnen weer van het concept Besluit<br />

externe veiligheid buisleidingen. Daaruit kwam naar voren dat<br />

niet een vergunningplicht, maar algemene regels gaan gelden<br />

voor buisleidingen, en doelvoorschriften in plaats van middelvoorschriften.<br />

Verder is een sanering van bestaande knelpunten voorgenomen:<br />

kwetsbare objecten die niet aan het minimumbeschermingsniveau<br />

voldoen. De leidingexploitant is verantwoordelijk voor het<br />

oplossen van de knelpunten en krijgt daarvoor in principe een<br />

termijn van vijf jaar. De Wro biedt voldoende mogelijkheden om<br />

de buisleidingen in bestemmingsplannen op te nemen. In het<br />

Besluit externe veiligheid buisleidingen zal worden voorgeschreven<br />

welke bestemmingsplanvoorschriften voor buisleidingen<br />

gelden. Ook wordt het verplicht om een belemmerde strook aan<br />

weerszijden van een buisleiding in acht te nemen. Veiligheidsafstanden<br />

rondom buisleidingen hoeven echter niet verplicht in<br />

het bestemmingsplan te worden opgenomen. De afstanden zijn<br />

namelijk niet absoluut, maar kunnen variëren door het nemen<br />

van extra veiligheidsmaatregelen aan de leidingen. In het Besluit<br />

externe veiligheid buisleidingen wordt een norm voor het plaatsgebonden<br />

risico opgenomen en een verantwoordingsplicht voor<br />

het groepsrisico. De VROM-Inspectie zal als toezichthouder voor<br />

buisleidingen worden aangewezen.<br />

Leidingexploitanten spraken ter plekke de vrees uit dat de<br />

overheid zal toestaan dat er zó dicht op leidingen kan worden<br />

gebouwd, dat dit een onverantwoord groepsrisico oplevert. De<br />

afstand van vijf meter die nu wordt genoemd, is volgens hen te<br />

klein. Anneke Raap antwoordde dat die vijf meter een minimumvariant<br />

is, de afstand wordt mogelijk groter als het plaatsgebonden<br />

risico of het groepsrisico dat vereist.<br />

Buisleidingenbrief 9 februari 2007<br />

Op 9 februari 2007 is door de staatssecretaris van VROM, na<br />

akkoord van het Kabinet, een brief aan de Tweede Kamer gestuurd<br />

over de stand van zaken van de aanpak van het buisleidingendossier.<br />

Hierin is onder meer beschreven wat de plannen<br />

van het Rijk zijn met buisleidingen en hoe de regelgeving<br />

er in grote lijnen zal gaan uitzien. Belangrijk uitgangspunt is<br />

dat ook buisleidingen onder de normstelling van het EV-beleid<br />

gaan vallen. Dat houdt in dat er een basisveiligheidsniveau<br />

wordt vastgesteld in de vorm van een grenswaarde voor het<br />

plaatsgebonden risico én een verantwoordingsplicht voor het<br />

groepsrisico. De haalbaarheid en de betaalbaarheid voor het<br />

bedrijfsleven wordt echter niet uit het oog verloren! De brief<br />

kunt u vinden via de VROM-website.


04<br />

Toezicht buisleidingen<br />

Spreker: Caroline Grootscholten, VROM-Inspectie (VI).<br />

Toezicht op buisleidingen is nodig om naleving van regelgeving te<br />

bevorderen, om het aantal buisleidingincidenten te verminderen<br />

en om de gevolgen van een onverhoopt incident te verkleinen.<br />

Alhoewel de VI nog niet officieel is aangewezen als toezichthouder,<br />

is de minister van VROM al wel verantwoordelijk bij grote<br />

incidenten met buisleidingen. Daarom voert de VI gedurende de<br />

interimperiode toezicht uit, waarbij verkenning van het dossier<br />

en vergroten van inzicht en ervaring in de buisleidingwereld<br />

voorop staan.<br />

De VI beschouwt daarbij de theorie én de praktijk. Op theoretisch<br />

vlak werkt de VI aan afspraken over toezicht op buisleidingen.<br />

Hieruit moet blijken hoe de VI het toezicht gaat uitvoeren<br />

(centraal of per regio), hoeveel medewerkers daarvoor nodig zijn<br />

en welke activiteiten VI gaat uitvoeren. In de praktijk wil de VI<br />

gedurende de interimperiode projecten uitvoeren om ervaring op<br />

te doen met het toezicht. Deze praktijkervaring vormt uiteraard<br />

belangrijke input voor de afspraken over het toezicht.<br />

Toelichting praktijkprojecten VROM-Inspectie<br />

Project buisleidingen in bestemmingsplannen<br />

Bij veertien gemeenten is onderzoek gedaan naar buisleidingen<br />

in bestemmingsplannen en naar de kennis bij gemeenten<br />

hierover. Die kennis kan, zoals bleek, sterk worden verbeterd.<br />

Dat bevordert het structureel opnemen van buisleidingen in<br />

bestemmingsplannen.<br />

Quick scan bij twintig buisleidingexploitanten<br />

Uit deze scan bleek dat vrijwel alle exploitanten beschikken<br />

over een veiligheidsbeheerssysteem voor buisleidingen.<br />

Onderhoud en beheer zijn daarbij de kritieke onderdelen.<br />

Certificering van dit systeem is mogelijk en is ook gedaan in<br />

een aantal gevallen, maar kan volgens Caroline Grootscholten<br />

nooit het toezicht volledig vervangen. Handhaving moet<br />

mogelijk blijven.<br />

.<br />

Workshops<br />

Workshop Toekomst buisleidingen<br />

I<strong>nl</strong>eiding: bureau PRC, dat in opdracht van de ministeries van<br />

VenW en VROM een onderzoek doet naar de toekomst van het<br />

buisleidingvervoer.<br />

De conceptconclusie van onderzoek naar de toekomst van buisleidingenvervoer<br />

is dat dit zal groeien. Naast de lijnen Rotterdam<br />

naar Amsterdam en de omgeving van de Eemshaven, zijn ook<br />

de oost-westverbinding (Rotterdam – Limburg/Duitsland) en<br />

noord-zuidverbinding (Rotterdam – Antwerpen) in de toekomst<br />

van groot belang.<br />

De aanwezigen waren van mening dat afspraken over de toekomstige<br />

wijze van de ruimtelijke inpassing van het buisleidingtransport<br />

van groot belang zijn. De vraag is dan of hierbij moet worden<br />

gekozen voor vastgelegde tracés - zoals het huidige structuurschema<br />

buisleidingen - of voor een betere procedure voor het<br />

snel kunnen aa<strong>nl</strong>eggen van leidingen. Goede procedures vonden<br />

alle aanwezigen een belangrijke voorwaarde. Veel van hen waren<br />

echter ook van mening dat als de ruimte nu niet wordt vastgelegd,<br />

er in de toekomst geen plaats meer is voor nieuwe leidingen:<br />

alles is dan ‘dichtgebouwd’. Maar is het nuttig om ruimte te<br />

reserveren als die toch niet wordt gebruikt<br />

De deelnemers waren het met elkaar eens dat bundelen van<br />

leidingen beter is dan spreiden. Dat laatste kost onnodig veel<br />

ruimte en bovendien lijkt de veiligheid van een gebundelde<br />

verzameling leidingen beter te waarborgen dan van verschillende<br />

enkele leidingen.<br />

Goede bereikbaarheid van industriegebieden door leidingeninfrastructuur<br />

ziet men als een belangrijke vestigingsplaatsfactor.<br />

Men was het erover eens dat er in bepaalde gevallen eige<strong>nl</strong>ijk<br />

geen realistische alternatieven voor buisleidingen zijn. Maar of<br />

Nederland nu echt de gasrotonde van Europa kan en moet worden,<br />

is voor een aantal deelnemers nog niet zeker.


05<br />

Workshop Ruimtelijke inpassing van buisleidingen in bestemmingsplannen<br />

I<strong>nl</strong>eiding: Frank Stevens van Abbe, beleidsmedewerker DG<br />

Ruimte, VROM.<br />

Na een korte introductie over hoe buisleidingen in bestemmingsplannen<br />

ruimtelijk kunnen worden ingepast, ontstond een<br />

levendige discussie over de zorg die de deelnemers hebben over<br />

het groepsrisico. Hoe kan VROM bijvoorbeeld borgen dat een gemeente<br />

het groepsrisico afweegt, als een exploitant een andere<br />

stof door een buisleiding vervoert, dan waarvoor eerder toestemming<br />

was gegeven en die grotere risico’s met zich meebrengt.<br />

Men noemde een aantal mogelijkheden:<br />

• stel afstanden vast waarbuiten geen groepsrisicobeoordeling<br />

nodig is;<br />

• maak groepsrisicobeoordeling gelijk aan die van transport van<br />

gevaarlijke stoffen over de weg;<br />

• stel een leidraad op voor omgaan met het groepsrisico.<br />

Ook sprak men zorg uit over de wijze waarop gemeenten het<br />

groepsrisico afwegen. Sommige aanwezigen verwachten dat veel<br />

gemeenten vanwege economische belangen een groepsrisico<br />

zonder zware afweging zullen accepteren. De exploitanten stelden<br />

voor om een zorgplicht voor gemeenten vast te leggen voor<br />

goede ruimtelijke inpassing van buisleidingen. Anders zou het<br />

Rijk besluitvorming over buisleidingen op zich moeten nemen.<br />

Van de kant van de gemeenten was hier bezwaar tegen. Gemeenten<br />

willen wel deskundige ondersteuning bij hun taken, maar niet<br />

dat het Rijk hun ruimtelijke taken overneemt.<br />

Ten slotte waren de aanwezigen van mening dat coördinatie en<br />

overleg voldoende zijn voor het inpassen van buisleidingen in<br />

bestemmingsplannen. Wel is het nuttig om een mechanisme in<br />

te bouwen om eventuele meningsverschillen over de inpassing<br />

op te lossen.


06<br />

Workshop Veilig beheer van en toezicht op buisleidingen<br />

I<strong>nl</strong>eiding: Rob Berns, beleidsmedewerker Directie Externe Veiligheid,<br />

VROM.<br />

In deze workshop stond de vraag centraal hoe ‘zorgplicht’ voor<br />

leidingbeheerders eruit zou kunnen zien, en wat het belang is<br />

van ‘rapportageplicht’.<br />

Aan de basis van de zorgplicht ligt de NEN3650 die beschrijft<br />

hoe er moet worden gewerkt in de verschillende levensfasen<br />

van een transportleiding. Nadere uitwerking van hoofdstuk 10<br />

in een Nederlands Technische Afspraak (NTA) vinden de meeste<br />

aanwezigen essentieel. Als in de NTA de zaken goed geregeld<br />

zijn, dan hoeven deze elementen niet ook te worden vastgelegd in<br />

de AMvB Buisleidingen.<br />

De overheid moet niet voorschrijven hoe de zorgplicht er uit moet<br />

zien, maar bedrijven vrijheid geven die zelf in te vullen. Vertegenwoordigers<br />

van gemeenten en provincies pleitten echter wel<br />

voor het opnemen van duidelijke normen en verplichtingen in de<br />

AMvB.<br />

Over de rapportageverplichting bestond nog veel onduidelijkheid:<br />

Hoeveel informatie is nodig Wat is het doel van een interne<br />

rapportage Wie valideert de rapportage Zijn de resultaten<br />

(indicatoren) vergelijkbaar In ieder geval is het mogelijk<br />

om met een rapportage op transparante wijze de bereikte<br />

(veiligheids)resultaten zichtbaar te maken. Een rapportage mag<br />

echter niet de basis voor veilig werken zijn voor bedrijven. En een<br />

periodieke rapportage aan de overheid is ook niet bedoeld om<br />

het toezicht beperkt te houden.<br />

Geen van de aanwezigen is voorstander van een verplichte<br />

certificering van een risicomanagementsysteem, noch door de<br />

brancheorganisatie noch door de overheid. Het is niet zozeer van<br />

belang of een bedrijf of managementsysteem gecertificeerd is,<br />

als maar duidelijk is waar ze aan moeten voldoen, welke norm<br />

wordt gehanteerd. Laat aan de branche over of men kiest voor<br />

vrijwillige certificering.<br />

Workshop Kennis en Informatie uitwisseling over buisleidingen<br />

I<strong>nl</strong>eidingen:<br />

Sandra van Weyenberg-Quik, coördinatie Strategie en Internationaal,<br />

Ministerie van EZ, over grondroerdersregeling.<br />

Hugo Kuijjer, beleidsmedewerker Directie Externe Veiligheid,<br />

VROM, over Registratiebesluit Externe Veiligheid.<br />

De grondroerdersregeling en het registratiebesluit zijn beide van<br />

belang voor uitwisseling van informatie over kerngegevens van<br />

buisleidingen. Het gebrek aan informatievoorziening over buisleidinggegevens<br />

voor betrokken partijen kwam uit het rapport van<br />

Enthoven in 2004 naar voren. VROM heeft adviesbureau Schell &<br />

Pasveer opdracht gegeven om de betrokken partijen te interviewen<br />

en hun wensen te inventariseren. De meeste geïnterviewden<br />

hadden voorkeur voor aansluiting bij bestaande systemen. De<br />

grondroerdersregeling (Wet Informatieuitwisseling ondergrondse<br />

netten) en het Registratiebesluit Externe Veiligheid bieden<br />

daarvoor voldoende kader. De oorsprong van beide regelgevingen<br />

verschilt echter. De grondroerdersregeling regelt de afspraken<br />

tussen private partijen – namelijk tussen de grondroerder en<br />

de buisleidingexploitant. Het registratiebesluit is oorspronkelijk<br />

bedoeld om de burger via de risicokaart op de hoogte te brengen<br />

van de risico’s door gevaarlijke stoffen in de woonomgeving.<br />

Daarnaast kan het registratiebesluit worden gebruikt door overheden<br />

om hun taken beter uit te voeren.<br />

Van belang is een eenduidige benaming: is het eigenaar/beheerder<br />

(in de regelgeving) of exploitant (ochtendsessie). Hierover<br />

zullen VROM en EZ nog nader afstemmen. Verder moeten de<br />

verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden die voortvloeien<br />

uit de regelingen duidelijk worden.<br />

Het registratiebesluit leidt verder veelal tot vragen over de<br />

nauwkeurigheid van de aan te leveren gegevens, waaronder:<br />

informatie over de diepteligging, authenticiteit en eisen aan de<br />

digitale nauwkeurigheid.<br />

Bijna-incidenten met buisleidingen worden niet gemeld en<br />

vaak alleen intern besproken (of helemaal niet), terwijl er veel<br />

kan worden geleerd door bijna-ongevallen te analyseren. Deze<br />

bijna-incidenten zouden kunnen worden verzameld, omdat er<br />

een tekort is aan casuïstiek. Dat is echter ook afhankelijk van<br />

bedrijfscultuur; zo wordt binnen de kernenergiebranche wél<br />

alles gemeld en bijgehouden.


07<br />

Paneldiscussie<br />

Panelleden<br />

• Frans Taselaar, voorzitter Platform kabels en leidingen (COB)<br />

• Marijke Kellner, Gasunie, hoofd Milieu en Veiligheid<br />

• Gerard Wolters, VROM-Inspectie, Inspecteur-Generaal<br />

• Cor Lamers, burgemeester van Houten en voorzitter milieucommisie<br />

VNG<br />

• Rien van Berkom, directeur Velin<br />

• Elly Schreur, gemeente Rotterdam, hoofd Beheer Buitenruimte<br />

• Cees Moons, VROM, directeur Externe Veiligheid<br />

Moet er voor de toekomst ruimte worden gereserveerd voor nieuwe<br />

leidingen, of is een snelle procedure effectiever<br />

De panelleden zouden graag zien dat voor de toekomst ruimte<br />

wordt vrijgehouden en dat deze reserveringen in het bestemmingsplan<br />

worden vastgelegd. Het zal in de toekomst moeilijker<br />

worden ruimte te vinden. Maar daarbij hoort ook een snelle<br />

procedure. Lamers maakte de kanttekening dat het dan wel moet<br />

gaan om leidingen met een maatschappelijk nut. Het EV-beleid<br />

legt al zoveel claims op de ruimte.<br />

Kan Nederland gezien de ruimte de gasrotonde van Europa worden<br />

Van Berkom wees erop dat je dan de consequenties moet accepteren,<br />

dus meer ruimtebeslag. Maar voor nieuwe leidingen zal<br />

dit een beperkt ruimtebeslag zijn. Gasunie is uiteraard hoopvol<br />

over de gasrotonde, maar Kellner wees erop dat als gemeenten<br />

dichter op de leiding kunnen gaan bouwen, de mogelijkheden om<br />

meer buisleidingen aan te leggen kleiner worden. Volgens Moons<br />

vormt veiligheid geen belemmering, omdat er maar weinig<br />

ruimte nodig is voor een nieuwe gasleiding.<br />

Zorgplicht voor bedrijven, dan ook zorgplicht voor gemeenten<br />

De vertegenwoordigers van de overheid in het panel riepen<br />

in koor dat de overheid altijd al een zorgplicht heeft. Maar de<br />

gemeente moet er wel toe in staat zijn, voegde Lamers toe. Bovendien<br />

moet een gemeente de afweging maken tussen zorg voor<br />

de veiligheid en het bouwen van nieuwe woonwijken. Van Berkom<br />

ontkende dat oude leidingen vaak slechter zijn dan nieuwe; zij<br />

worden goed onderhouden. Moons voegde daaraan wel toe dat<br />

leidingen nu wel dieper worden gelegd dan vroeger.<br />

De leidingbeheerders zijn bezorgd dat de verantwoordingsplicht<br />

voor het groepsrisico ertoe leidt dat gemeenten zo dicht als


Dit is een publicatie van: Ministerie van VROM<br />

> Rijnstraat 8 > 2515 XP > Den Haag > www.vrom.<strong>nl</strong><br />

VROM 7214 / APRIL 2007<br />

Ministerie van VROM ><br />

staat voor ruimte, wonen, milieu en rijksgebouwen. Beleid maken, uitvoeren en handhaven.<br />

Nederland is klein. Denk groot.<br />

mogelijk is op de leiding gaan bouwen. Kellner vreest problemen<br />

bij de gemeenten als er nieuwe leidingen moeten komen.<br />

Een duidelijke instructie hierover is nodig. Schreur en Taselaar<br />

wezen op de eigen verantwoordelijkheid van gemeenten om<br />

afwegingen te maken. Ze kunnen dat heel goed, maar moeten<br />

hiervoor wel worden uitgerust. Lamers stelde overigens ook dat<br />

verschillende situaties per gemeente leiden tot verschillen in de<br />

afweging van het groepsrisico.<br />

Over de zorgplicht voor het bedrijfsleven waren de panelleden<br />

het in grote lijnen eens. In eerste instantie is dit de verantwoordelijkheid<br />

van het bedrijfsleven zelf. Dat betekent dat er<br />

in de AMvB buisleidingen geen voorschriften hoeven te worden<br />

vastgelegd. Maar Wolters liet merken wel behoefte te hebben<br />

aan een maatlat of een kader op basis waarvan de VI toezicht<br />

kan uitoefenen.<br />

Ook vond het panel dat de eigen verantwoordelijkheid van het<br />

bedrijfsleven wel inhoudt dat ook bijna-incidenten aan het bevoegd<br />

gezag moeten worden gemeld. Wolters en Lamers wezen<br />

op de uitgangspunten professionaliteit en transparantie, de<br />

overheid moet altijd inzage kunnen hebben in de situatie. Maar<br />

maak dan wel goede afspraken met het OM, vulde dagvoorzitter<br />

Enthoven aan.<br />

Voor meer invloed vanuit Brussel op onze regelgeving voor de<br />

buisleidingen voelden de panelleden weinig.<br />

Hoe nauwkeurig moet informatie voor het risicoregister zijn<br />

Het panel twijfelde over de gevraagde nauwkeurigheid van de informatie<br />

voor het risicoregister. Volgens Van Berkom heb je niet<br />

veel aan informatie over een zone rond een leiding, als de ligging<br />

ervan onnauwkeurig op de kaart staat. Taselaar waarschuwde<br />

ervoor buisleidinggegevens in het risicoregister niet zomaar<br />

voor planningsdoeleinden te gebruiken. Daar is de registratie<br />

niet voor bedoeld en is er niet geschikt voor.<br />

Hoe zit het met de ‘dubbelpositie’ van de gemeente Rotterdam<br />

De gemeente Rotterdam is voor buisleidingen zowel leidingexploitant<br />

als vergunningverlener. Uit de zaal kwam de vraag of<br />

die twee rollen elkaar niet bijten. Schreur benadrukte dat deze<br />

rollen en verantwoordelijkheden in de organisatie strikt gescheiden<br />

zijn.<br />

Meer informatie<br />

Contactpersoon: Carla Speel<br />

Telefoon: (31) 70-339 3062<br />

E-mail: directie.externeveiligheid@minvrom.<strong>nl</strong><br />

Nuttige websites<br />

• www.vrom.<strong>nl</strong>/externeveiligheid<br />

Hier vindt u ook informatie over andere externe veiligheidsonderwerpen<br />

en kunt u zich gratis abonneren op de tweemaandelijkse<br />

digitale nieuwsbrief ‘Externe Veiligheid’.<br />

• www.infomil.<strong>nl</strong> (speciaal voor gemeenten en provincies)<br />

• www.groepsrisico.<strong>nl</strong><br />

• www.risicokaart.<strong>nl</strong><br />

• www.relevant.<strong>nl</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!