Download "Rapport: Raadsman bij politieverhoor" - Rijksoverheid.nl
Download "Rapport: Raadsman bij politieverhoor" - Rijksoverheid.nl
Download "Rapport: Raadsman bij politieverhoor" - Rijksoverheid.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De context van het experiment | 51<br />
2.2.2 De normering van de handelwijze van de politie en de rol van de raadsman<br />
daar<strong>bij</strong><br />
Artikel 29 Sv is niet alleen een kernbepaling ten aanzien van de positie van de<br />
verdachte, het omvat eveneens – spiegelbeeldig aan de verklaringsvrijheid van de<br />
verdachte – een belangrijke instructienorm voor de verhorende autoriteiten: de<br />
verhorende ambtenaar onthoudt zich van alles wat de strekking heeft een verklaring te<br />
verkrijgen, waarvan niet gezegd kan worden dat zij in vrijheid is afgelegd. Dit is het<br />
zogenaamde pressieverbod. De achtergrond van het pressieverbod ligt in de eerste plaats<br />
in het bevorderen van de betrouwbaarheid van de verklaring van de verdachte. In de<br />
tweede plaats dienen de autoriteiten zich behoorlijk te gedragen jegens de verdachte. 59<br />
Het pressieverbod betreft een open norm. Welke handelingen moeten worden<br />
beschouwd als ongeoorloofde pressie is niet in de wet vastgelegd en wordt in elk<br />
specifiek geval door de rechter bepaald binnen het kader van artikel 359a Sv en de<br />
vraag naar de (on)rechtmatigheid van het verhoor. Daar<strong>bij</strong> kan er vanuit worden gegaan<br />
dat geweld, bedreiging, beloften, giften en gunsten, misleiding, misbruik van de<br />
verhoorsituatie of gezag, en sterke zedelijke druk in beginsel niet door de beugel<br />
kunnen. De enige duidelijke grens echter die, mede op grond van internationale<br />
verdragen, getrokken kan worden is die van het verbod op fysiek geweld. Voor al die<br />
andere in beginsel ontoelaatbare categorieën technieken geldt dat er een groot grijs<br />
gebied bestaat tussen toelaatbaar en ontoelaatbaar. Wat nog net wel, en wat net niet<br />
meer toelaatbaar is, wordt bepaald door een combinatie van vele factoren – denk daar<strong>bij</strong><br />
aan duur verhoor, type en geestelijke gesteldheid verdachte, ernst van de feiten,<br />
proceshouding verdachte, woordkeus rechercheurs 60 – en is daarmee sterk afhankelijk<br />
van de omstandigheden van het concrete geval. Dat betekent dat op basis van de<br />
rechtspraak geen eenduidig antwoord kan worden gegeven op de vraag wat nu moet<br />
worden verstaan onder ongeoorloofde pressie. Wel weten we op basis van de<br />
rechtspraak dat de zogenaamde Zaanse verhoormethode waar<strong>bij</strong> de verdachte langdurig,<br />
afwisselend ‘hard’ en ‘zacht’ werd gehoord, en werd geconfronteerd met foto’s van<br />
zowel het slachtoffer als zijn eigen familie, onrechtmatig moet worden geacht. 61<br />
Voorts valt op dat misleiding een terugkerend thema is. De misleiding bestaat<br />
daarin dat op enige wijze de waarheid geweld aan wordt gedaan door de verhoorders.<br />
58 Staatscourant 16 maart 2010, nummer 4003.<br />
59 Stevens 2005, p. 66.<br />
60 Vergelijk ook Rechtbank Amsterdam 17 maart 2005, LJN AT0873.<br />
61 De vraag welke gevolgen daaraan moeten worden verbonden is een tweede. Zie HR 13 mei 1997, NJ<br />
1998, 152 en EHRM 14 maart 2000, apl. vo. 39195/98 (Jager tegen Nederland), waarin de Zaanse<br />
verhoormethode geen schending van art. 3 EVRM opleverde. Vgl. voorts EHRM 5 november 2002, appl.<br />
no. 48539/99 (Allan v UK), r.o. 43.