Geriatrie verpleegkunde - V&VN Geriatrie
Geriatrie verpleegkunde - V&VN Geriatrie
Geriatrie verpleegkunde - V&VN Geriatrie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In naam der Wet!<br />
door: Mieke Bil<br />
Vandaag sta ik op kamer 9. Op kamer 9 liggen drie heren. Als ik de kamer binnen treed, kijken ze<br />
nieuwsgierig op van hun ontbijt op bed. “Goedemorgen, heren”, klinkt mijn groet. “Goedemorgen,<br />
dame”, klinkt het in koor. Even geen zuster maar dame, wie hoort dat nou niet graag op de vroege<br />
morgen.<br />
Eén voor één begroet ik de heren persoonlijk. Meneer B., bed 1, jachtbouwer geweest van beroep,<br />
bezat nooit zelf een schip, opgenomen vanwege algehele achteruitgang. Hij geeft mij een ferme<br />
hand. Ik voel het werk dat verzet is in zijn werkzame leven en concludeer uit de kracht dat hij aan de<br />
betere hand moet zijn. “Aangenaam”.<br />
Meneer A., bed 2, gepensioneerd politieagent, altijd werkzaam geweest in de regio, opgenomen<br />
vanwege complicaties ten gevolge van Morbus Parkinson. Tijdens de kennismaking kijkt hij mij<br />
indringend aan en begroet mij beleefd.<br />
Meneer V. , bed 3, timmerman in ruste, versleten door gebrek aan Arbo-wet tijdens zijn carrière.<br />
Onderzoekend kijkt hij mij aan en verontschuldigt zich voor het niet opstaan.<br />
Allemaal hebben zij een andere voorgeschiedenis om nu een gezamenlijk probleem te delen. Dit<br />
probleem begon sluipend en werd door de omgeving lang niet opgemerkt totdat er dingen mis<br />
gingen. De post werd niet meer geopend, afspraken werden vergeten, maaltijden werden<br />
overgeslagen, de neerwaartse spiraal van cognitief verval trok hen mee omlaag. Het besef van dit<br />
proces kwam niet van henzelf maar van de omgeving en zo kwam het dat zij allen belandden op<br />
kamer 9.<br />
Ik heb het druk die ochtend met “mijn mannen”. Allen behoeven ze veel zorg en begeleiding bij de<br />
ADL en die krijgen ze. Meneer A. ondergaat de hulp stilzwijgend maar de andere heren lijken<br />
verheugd over zoveel aandacht en zorg. Tussen hen bemerk ik een vorm van rivaliteit waarbij ze hun<br />
best doen om te strijden om mijn aandacht. Het feit dat zij zo afhankelijk zijn, lijkt hen niet te storen.<br />
Al hun charmes worden dan ook in de strijd gegooid en zo ontstaat een zomerkampachtige sfeer. Ik<br />
laat het maar gaan maar bewaak tegelijkertijd de grenzen terwijl ik glimlach om deze mannen, die<br />
nog altijd jongens zijn gebleven.<br />
Na de nodige zorg breng ik de heren naar de huiskamer en wens hen een prettige koffie. Koffietijd<br />
voor hen betekent koffietijd voor mij. Even ontspannen met collega‟s en de ochtend doornemen.<br />
De rest van die ochtend vult zich vanzelf met werkzaamheden. Om twaalf uur is het tijd voor het<br />
middageten. Er wordt warm gegeten in een heuse eetkamer. Aardappels, vlees en groente blijft<br />
favoriet. Terwijl mijn collega‟s en ik de bladen met eten uitdelen, voel ik de priemende ogen van<br />
meneer A. Ik breng hem zijn eten en wil hem een smakelijke maaltijd toe wensen. Net voordat ik dat<br />
kan doen, spreek hij tot mij: “Jij komt mij bekend voor en dat is meestal geen goed teken want ik ben<br />
politieman”.<br />
Mieke Bil, 31-05-2009.<br />
Nieuwsbrief V&<strong>VN</strong> <strong>Geriatrie</strong> <strong>verpleegkunde</strong> (voorheen VVVG)-<br />
Juni 2009 - pag. 11