10.07.2015 Views

PBL_2014_Kiezen én delen_1358

PBL_2014_Kiezen én delen_1358

PBL_2014_Kiezen én delen_1358

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

bleem met veel P+R-terreinen met een bestemmingsfunctie is de lage bezettingsgraad(CROW 2008), meestal door te veel concurrerende parkeer gelegenheden dieaantrekkelijker zijn. Soms is dat een naastgelegen winkel (P+R Westraven bij Utrecht),maar meestal komt de lage bezettingsgraad doordat het parkeerprobleem bij debestemming niet nijpend genoeg is om de rompslomp van de extra overstap terechtvaardigen. Sommige steden realiseren zelfs gelijktijdig extra parkeerplekken in debinnenstad en P+R-terreinen aan de stadsrand, terwijl juist minder of duurderebinnenstedelijke parkeerplaatsen tot een beter gebruik van de P+R-terreinen en debijkomende voor<strong>delen</strong> voor de steden zouden leiden.P+R-terreinen met een herkomstfunctie zijn juist bedoeld om reizigers al eerder naareen andere vervoerswijze te laten overschakelen. Hieronder vallen vooral terreinen bijNS-stations. Deze beogen de trein voor meer mensen een aantrekkelijk alternatief telaten zijn, onder andere door de catchment area van het station te vergroten. Daarmeespelen ze een rol in het vergroten van het draagvlak voor en de rentabiliteit van ov.Onderzoek naar P+R-terreinen in verschillende Europese landen heeft uitgewezen datterreinen met een herkomstfunctie daadwerkelijk bijdragen aan een reductie van deautomobiliteit (Zijlstra et al. 2013).De reiziger centraal = de keten centraalAls de reiziger uitgangspunt is voor beleid, dan zal de keten centraal moeten staan. Inde praktijk is de keten echter van niemand en spelen er veel verschillende belangen bijde betrokken actoren. Een goed voorbeeld van hoe een dergelijk complex krachtenspelkan leiden tot suboptimale oplossingen voor reizigers is de Rabobrug bij station UtrechtCentraal. Deze brug moet een verbinding vormen over het spoor voor voetgangersen fietsers in Utrecht en tevens reizigers een nieuwe snelle toegang tot de perronsgaan bieden. Vrijwel niemand twijfelt aan het nut van deze brug. Toch is de realisatiein gevaar door het juridisch zwaarwegende commerciële belang van é<strong>én</strong> speler in hetgebied. De functie van de brug voor de bereikbaarheid van de plek vanuit de stad (maarook de bereikbaarheid van de rest van de regio en andere <strong>delen</strong> van Nederland) lijktmomenteel ondergeschikt aan dat belang. Uiteraard hebben alle spelers in een ketenvaak begrijpelijke en legitieme redenen om de positie in te nemen die ze innemen.Zo moeten ze voldoen aan verschillende soorten regulering en spelen er (grote)financiële belangen. Het ontbreekt veelal aan een business case om samen te werken, ofin ieder geval aan zicht op deze business case. Om deze belemmeringen te overwinnenmoeten de wederzijdse voor<strong>delen</strong> van betere ketens voor het voetlicht wordengebracht. Hiervoor zijn diverse mogelijkheden beschikbaar. Op kleine schaal wordt algeëxperimenteerd met zogenaamde stationsschouwen en in Groot-Brittannië wordtgewerkt met Station Travel Plans.Ketens beter maken en de reiziger centraal stellen vraagt dus samenwerking incomplexe situaties waarin diverse overheden, vervoerders en private partijen elkaarnodig hebben en elkaar moeten zien te vinden. Het beleidsmotto van de afgelopenjaren ‘je gaat erover of je gaat er niet over’ heeft deze samenwerking niet gestimuleerd.Het lijkt daarom verstandig om definitief afscheid te nemen van dit adagium, de communicatietussen actoren beter op gang te laten komen en de verantwoordelijkheidBevindingen | 33

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!