ZOOGDIER 2002 13 (2)loopt dan de dolfijnen bij Frankdjk. DeRoyal Society for the Prevention ofCruelty to Animals (RSPCA) in GrootBrittannië en <strong>het</strong> WWF Duits1and hebbenonlangs met klem gewezen op deernst van de situatie en actieplannenvoorgesteld (Mclachlan, 2000; Vesper &von Dorrien, 2001). Langzaam beginnende regeringen toe te geven, dat er ietsmoet gebeuren. Groot-Brittannië heefteen "strategy" voor de bescher.ming vande bruinvis ontwikkeld (Anonymus,2000) en in maart hè bb en de regeringsvertegenwoordigersvan de Noordzeelanden,tijdens de Noordzeeconferentiein Bergen (Noorwegen), uitgesprokendat er een reddingsplan voor de bruinvismoet komen. Dit moet in eerste instantieleiden tot een reductie van de bijvangstenmet 75%, te volgen door verdergaandemaatregelen. Tot nu toeheeft de Nederlandse overheid zichopvallend stil gehouden; erger: er wordennog steeds vergunningen voorstaand want verleend, zelfs aan sportvissers.Voor de Noordzeelanden geldt <strong>het</strong>zelfdeals voor Frankrijk: dit kan zo nietdoorgaan.BesluitTenslotte één lichtpuntje. Tot voor kortwerden gevangen dolfijnen openlijk opde vismarkt verhandeld; nu durft eenvisser haast niet meer toe te geven, dathîj bijvangsten heeft. Ook gestrandedolfijnen werden vroeger afgeslacht, instukken gehakt en verkocht. Nu proberehde mensen, vaak hevig geëmotioneerd,de dieren weer naar zee te brengen.Hoe men ook over die reddingsactiesmoge denken, <strong>het</strong> tekent de radicaalveranderde houding van <strong>het</strong> publiektegenover walvissen en dolfijnen. Watbetreft de visserij: bekendheid met desituatie en druk van de publieke opiniezij n waarschijnlijk de doeltreffendstemiddelen om overheid en visserijwereldte dwingen <strong>het</strong> bijvangstprobleem aante pakken. In Nederland en Frankrijkgeldt: "frappez toUjouIS!" -1fMet dank aan:Marjan Addink, Naturalis, Leiden; BramCouperus, Rijksinstituut voor VisserijOnderzoek (RIVO-DLO), IJmuiden;Graeme Creswell, Norwich; ErwinKompanje, Natuurmuseum Rotterdam/Naturalis, Leiden; Olivier Van Canneyt& Jéróme Spitz, Centre de RechercheSUf les Marnmiferes Marins (CRMM),La Rochelle; vertrouwelijke Engelsebron.LiteratuurAnomymus, 2000. A UK strategy for the harbourporpoise (Phocoena phocoena). -Department for tbe Environment,Transport and the Regions, London: 16 pp.Duguy, R., 1987. Un écbouage en masse deDelphinus delphis à I'He d'Oleron(Charenle-Marjtime). - Annales de laSociété des Sciences naturelles de laCharente-Maritime 7: 615-616.Fertl, O. & S. Leatherwood, ]997. Cetaceaninteractions witb trawls: a preliminaryreview. - Journalof Northwest AtlanticFisheries Science 22: 219-248.Garcia Hartmann, M., A.S. Couperus & M.l.Addink, 1996. Tbe diagnosis of by-catch:preliminary results of research in theNetherlands. - European Cetacean SocietyNewsleLter 26: 16-23.Kock, K.-H. & H . Benke, 1996. On the bycatchofharbour porpoises (phocoena pho~coena) in German fisheries in the Battiean:d the North Sea. -22Archive of Fisheryand Marine Research 44: 95-114.Mclachlan, H., 2000. Haul of shame - thecontinuing threal to harbour porpoises. -RSPCA, Horsham: 17 pp.Morizur, Y., S.o. Berrow, N.l.C. Tregenza,A.s. Couperus & S. Pouvreau, 1999,Incidental catches of marine-mammals inpelagic trawl fisheries of the northeastAtlantic. - Fisheries Research 41: 297-307.Northridge, S.P. & P.S. Hammond, 1999 .Estimation of porpoise mortality in UKgill and tangle net fisberies in theNorth Sea and west of ScotIand. - InternationalWhaling Commission, documentSC/511SM42.Perrin, W.F., G.P. Oonovan & J. Barlow (eds),1994. Gillnets and cetaceans. Incorporatingthe proceedings of the symposium andworkshop on the mortality of cetaceaos inpassive fishing nets and traps. - Report ofthe International Whaling Commission,Special issue 15 : i-vi, 1-629.Smeenk, C. & M. Addink, 1990.WilsnuildoIJijoen in storm en branding."Massastraoding" op de Nederlandse kust.- Zoogdier 1 (1): 5-9.Van Canneyt, 0., L.·Davoust, W. Dabin & V.Ridoux, 2002. Population characteristics ofthe common dolphin, Delph.inus deJpbis,during multiple stranding evenLs in theNorth-East Atlantîc: evidence för by-catchaod potential demograpbic etfects. -Abstracts European Cetacean Sociely, 16thAnnual Conference, April 7-11, 2002,Liège, Belgium: p. 45.Vesper, H. & c. von Dorrien, 2001. FrischeFische - Tote Wale. Analvse zur Situationder Schweinswale in Nórd- und Ostseeund ihreT Bedrohung durch ho heBeifangraten in der FischereL - WWFDeutschland, Frankfurt am Main: 26 pp.Vînther, M., 1999. Bycatches of harbour porpoises(Phocoena phocoena L.) in Danishset-net fisheries. - Journalof CetaceanManagement and Research 1: 123-135.Chris Smeenk, Naturalis.,Postbus 9517.2300 RA leiden
ZOOGDIER 2002 I 3 (2) 23ONTlEEDJasja Dekker; Maja Roodbergen & Raymond KlaassenDoor hun vaak verborgen leefwijze zijn roofdieren een lastigediergroep om te onderzoeken. Vaak moeten er nachtkijkers,kleine zendertjes of moleculaire technieken aan te pas komenom meer over een soort te weten te komen. Het kan echter ookanders: door op de verkeersslachtoffers 'dissectie' te plegen,ontleding in goed Nederlands.Al jaren worden bij onderzoeksinstituut Alterra (en daarvoorbij <strong>het</strong> IBN) dode marterachtigen verzameld, waarbij de nadrukligt op <strong>het</strong> verkrijgen van dode boommarters. Deze wordenvolgens een vast protocol onderzocht (zie Broekhuizen enMüskens, 2000, voor een deel van de resultaten van <strong>het</strong> onderzoekaan boommarters). Als 'bijvangst' komen ook vaak bunzingenbinnen. Hoewel de bunzing in bijna heel Nederlandvoorkomt (Jenster, 1992) is er nog maar weinig onderzoek aandeze soort gedaan. Een goede reden om ons op deze djersoortte storten. lnntiddels zijn 23 mannelijke en 7 vrouwelijke bunzingenonder <strong>het</strong> mes geweest.Hoe gaat ontleden in zijn werk?Het ontleden begint met <strong>het</strong> bepalenvan <strong>het</strong> gewicht en de lichaamsmaten en<strong>het</strong> vastleggen van uiterlijke kenmerkenzoals de vorm van <strong>het</strong> gezichtsmasker.Door hun verborgen leefwijze is onderzoek naarbunzingen moeilijk. Veel gegevens worden verzamelddoor verkeersslachtoffers te ontleden.Foto: Rol/in Ver/indeVervolgens snijden we de bunzing open,bekijken de inhoud van de maag, wegende organen en schatten de conditie aande hand van de hoeveelheid vet. Tot slotwordt de voortplantingsstatus bepaald.Allemaal zaken waarover wat deNederlandse dieren betreft nog veelonduidelijk is .