11.07.2015 Views

1. Inleiding 2. Onkruidbestrijding

1. Inleiding 2. Onkruidbestrijding

1. Inleiding 2. Onkruidbestrijding

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De Bietplanter - Speciaal Nummer - Februari 2005 - p. 8-10.zijn. Deze behandeling is inderdaad overbodig in de velden zonder speciale problemen (kleefkruid,hondspeterselie, gevlekte scheerling, kamille) en op voorwaarde dat de bietenteler de onkruidfloravan zijn percelen kent en beschikbaar is om de eerste naopkomstbehandelingen vanaf de opkomstvan het onkruid uit te voeren. In de meeste velden die dit toelaten stellen we vast dat het weglatenvan deze dure preventieve behandeling geen enkele weerslag heeft op het eindresultaat van deonkruidbestrijding.100%Grafiek 1: Gewasbescherming in de Belgische suikerbietenteelt 2000-2003ONKRUIDBESTRIJDINGSSYSTEMENBron: KBIVB & Landbouwkundige Diensten van de suikerfabrieken90%80%Areaal70%60%50%40%30%Enkel VOVZ+NOVZ+VO+NOEnkel NOVO+NOVZ = Voorzaai / VO = Vooropkomst / NO = Naopkomst20%10%0%2000 2002 2003<strong>2.</strong><strong>2.</strong> Aantal naopkomstbehandelingen (grafiek 2)In functie van de jaren wordt:- 1,5 tot 2,5 % van de velden slechts één maal na de opkomst behandeld,- 10 tot 20 % twee maal,- de meerderheid, hetzij 40 tot 60 %, drie maal,- 15 tot 30 % vier maal,- en 3 tot 4 % meer dan vier maal, met een maximum van zes.Sinds de ontwikkeling van het FAR-systeem is het aantal behandelingen na de opkomst zekertoegenomen, doch iedereen weet dat dit gefractionneerd spuitsysteem toegelaten heeft om de totaleherbicidendosis sterk te verminderen.Deze enquête wijst niet echt op een toename van het aantal behandelingen in de laatste vier jaar. Ditzou echter wel het geval kunnen zijn in de bedrijven waar problemen van onkruiden met gespreideopkomst optreden, bv. bingelkruid, melganzenvoet of zwarte nachtschade.2


De Bietplanter - Speciaal Nummer - Februari 2005 - p. 8-10.Sommigen zouden het aantal behandelingen willen beperken door het interval tussen debehandelingen te verlengen, zelfs als dit gepaard moet gaan met een verhoging van de dosis. Dit iseen mogelijkheid, die echter een groot risico kan inhouden bij aanhoudende slechteweersomstandigheden. De ontwikkeling van het onkruid zal in dat geval een hoge kost in product, enook in arbeid vereisen.In geen geval mag de eerste behandeling na de opkomst doelbewust uitgesteld worden. Deze moetvanaf de opkomst van het onkruid en van de bieten uitgevoerd worden. Dit advies wordt op 90 %van de velden gevolgd, maar ongeveer 10 % wordt pas vanaf het 2-4-bladstadium van de bietenbehandeld.70%60%50%Grafiek 2: Gewasbescherming in de Belgische suikerbietenteelt 2000-2003ONKRUIDBESTRIJDING: Aantal behandelingen na de opkomstBron: KBIVB & Landbouwkundige Diensten van de suikerfabrieken1 doorgang2 doorgangen3 doorgangen4 doorgangenmeer dan 4Areaal40%30%20%10%0%2000 2002 2003<strong>2.</strong>3. Mechanische onkruidbestrijdingTussen 15 en 20 % van de velden wordt geschoffeld en minder dan 2 % wordt twee maalgeschoffeld. Het schoffelen gebeurt echter niet altijd om het onkruid te bestrijden, maar eerder omde bodem te verluchten. De combinatie schoffelen-rijenspuiten of het vollevelds wiedeggen wordtzeer zelden toegepast.3. Bescherming tegen plagen3.<strong>1.</strong> Gebruik van insecticiden bij het zaaien (grafiek 3)Sinds 1993 bestaat de toepassing van insecticiden bij het zaaien vooral uit zaadbehandelingen opbasis van Gaucho (imidacloprid 90 g/éénheid). Het gebruik van dit systemisch werkend product,toegepast aan een lage dosis, biedt tot nu toe een goede bescherming tegen de meeste plagen(bietenkevers, aardvlooien, bietenvliegen, virusoverdragende groene bladluizen en zwarte bladluizen),3


De Bietplanter - Speciaal Nummer - Februari 2005 - p. 8-10.zodat tijdens het groeiseizoen geen bespuiting meer nodig is. In 2004 werd de Gaucho-behandelingvervangen door twee nieuwe zaadbehandelingen: Gaucho Primo (imidacloprid aan 90 g/E mettoevoeging van tefluthrin aan 4 g/E) en de combinatie Cruiser&Force (combinatie van een nieuwewerkzame stof, thiamethoxam, aan 60 g/E, met tefluthrin aan 6 g/E). Deze nieuwe behandelingenwerden respectievelijk op 75 en op 5 % van het bietenareaal toegepast. Zoals aangetoond werd in45 proeven van het KBIVB sinds 1997, was hun selectiviteit t.o.v. de biet en hun werking tegenplagen onderling zeer vergelijkbaar.Sinds het einde van de jaren ‘90 wordt een zekere daling van het gebruik van zaadbehandelingenvastgesteld (ongeveer 5 %), ten gunste van het gebruik van microgranulaatinsecticiden op basis vancarbofuran (type 'Curater') of carbosulfan (Marshal). Deze microgranulaten worden toegepast op ±10 % van de velden, een percentage dat zich sinds 2003 lijkt te stabiliseren.Het microgranulaat-alternatief kost ongeveer de helft van de zaadbehandelingen en ongeveerhetzelfde indien een bespuiting moet uitgevoerd worden tijdens het groeiseizoen. Omopbrengstverliezen te vermijden, met name door vergelingsziekte, moet dit goedkoper alternatiefgepaard gaan met de volgende vier voorwaarden: (1) beschikken over een goed afgesteldemicrogranulaatstrooier die in goede staat is, (2) de behandelingsadviezen stipt opvolgen, (3) debladluissituatie in zijn percelen kunnen inschatten om de tendens van de waarschuwingen te kunnenbevestigen en (4) op elk moment klaar staan om te spuiten. Alhoewel de bladluisdruk de laatstejaren veel lager is dan in de vorige decennia, bestaat het risico op vergelingziekte nog altijd. De lichteheropleving van de groene bladluizen in 2004 is hiervan het bewijs.Ongeveer 8% van het areaal wordt behandeld met Regent Plus (aldicarb+fipronil). Dit product istoegelaten tot in 2007 en mag sinds 2003 enkel punktueel toegepast worden. Het gebruik van ditdure middel (30 % duurder dan een zaadbehandeling) zou moeten beperkt blijven totaaltjesbesmette velden of velden met risico op aantastingen door ritnaalden of emelten (gescheurdeweiden).Lindaan werd tot in 2002 in voorzaai toegepast op ongeveer 4.5 % van de velden. In 2003 werd hetvervangen door Vasco (fipronil), een product dat, ondanks zijn hoge kostprijs, nog toegepast wordtop 4 % van het areaal. Vasco moet voorbehouden worden voor gescheurde weiden of anderevelden met hoog risico op schade door ritnaalden of emelten.Een tot 2 % van de bieten gezaaid wordt zonder insecticidenbehandeling, wat wel riskant is.4


De Bietplanter - Speciaal Nummer - Februari 2005 - p. 8-10.100%Grafiek 3: Gewasbescherming in de Belgische suikerbietenteelt 2000-2004INSECTICIDEN BIJ DE ZAAIBron: KBIVB & Landbouwkundige Diensten van de suikerfabrieken90%80%70%Areaal60%50%40%30%20%10%0%geenVZ LINDAAN-VASCO (*3)MG 'CURATER'(*2) & MARSHALMG REGENT PLUSZB CRUISER&FORCEZB GAUCHO (FORCE) (*1)VZ = Voorzaai/ ZB = ZaadbehandelingMG = Microgranulaat(*1) Gaucho Force sinds 2004(*2) producten op basis van carbofuran of carbosulfan(*3) lindaan tot 2002 / Vasco in 2003&20042001 2003 20043.<strong>2.</strong> Insecticidenbehandelingen tijdens de groeiPrecieze gegevens over de bespuitingen met insecticiden zijn moeilijk te bekomen. Men kan echterschatten dat:- minder dan 10 % van de velden één enkele keer behandeld wordt, meestal tegen bovengrondsebietenkevers en/of tegen bladluizen,- minder dan 1 % van de velden 2 keer behandeld wordt,- ongeveer 1% specifiek tegen rupsen van nachtvlinders behandeld wordt.Deze bespuitingen zijn soms verantwoord indien geen doeltreffende behandeling toegepast werd bijhet zaaien, t.t.z. geen insecticide of een behandeling met Marshal of met een product van het type'Curater'. Spijtig genoeg worden deze bespuitingen soms ook uitgevoerd op bieten die al behandeldzijn met Gaucho of met Cruiser, wat in de meeste gevallen overbodig is.4. Bescherming tegen de schimmelziekten4.<strong>1.</strong> Fungicidenbehandeling van het zaadAlle zaadpartijen zijn beschermd door een standaard behandeling (thiram 6 g & hymexazol 14 g/E).Een zeer klein aantal partijen wordt behandeld met een dosis hymexazol van 27 g.4.<strong>2.</strong> Bescherming tegen bladschimmelziekten (grafiek 4)Sinds 2000 varieert het aantal velden behandeld met een bladfungicide tussen 60 en 80 %. Dezebehandeling kan zeer rendabel zijn bij een vroegtijdige en sterke ontwikkeling van cercospora,5


De Bietplanter - Speciaal Nummer - Februari 2005 - p. 8-10.ramularia, witziekte en/of roest, maar wordt spijtig genoeg te dikwijls systematisch uitgevoerd. Zemoet inderdaad beredeneerd worden in functie van de verschijning van de ziekten. Dit wordt gemelddoor de Waarschuwingsdienst van het KBIVB (in samenwerking met de Ministeries van hetVlaamse en Waalse Gewest), maar eigen waarnemingen zijn ook zeer nuttig om de toestand per veldte bepalen.3 à 4 % van de velden zou 2 keer behandeld worden, wat enkel zou mogen gebeuren bij zeer sterkeaantastingen door cercospora of ramularia.100%90%80%Grafiek 4: Gewasbescherming in de Belgische suikerbietenteelt 2000-2003BEHANDELINGEN MET BLADFUNGICIDENBron: KBIVB & Landbouwkundige Diensten van de suikerfabrieken1 behandeling2 behandelingen70%Areaal60%50%40%30%20%10%0%2000 2002 20035. Gebruik van specifieke rassen (grafiek 5)Het gebruik van bepaalde typen van tolerante of resistente rassen kent een belangrijke ontwikkeling.Zo neemt het gebruik van rhizomanietolerante rassen sinds 2000 exponentieel toe, tot een niveauvan 26,7 % van het bietenareaal in 2004 (tegen 13 % in 2003, 4,7 % in 2002 en 1,5 % in 2001).Door de uitbreiding van rhizomanie zou dit percentage in 2005 nog moeten verdubbelen.Ook het gebruik van rhizoctoniaresistente rassen (tegen Rhizoctonia solani) neemt toe. In 2004werden deze gezaaid op 2,9 % van het areaal (tegen 1,5 % in 2003 en 0,5 % in 2002).Daarentegen blijft het gebruik van aaltjesresistente rassen (tegen Heterodera schachtii) marginaal.Sinds 2000 worden deze gezaaid op slechts 0,3 % van het areaal. Het beperkt gebruik van dezerassen is uiteraard betreurenswaardig en is te wijten aan hun lager opbrengstpotentieel bij een geringebesmettingsgraad. Het lokeffect van deze rassen laat echter toe om een aaltjesprobleem in één enkelteeltjaar op te lossen, wat volgens ons veel belangrijker is dan een opbrengstverlies van enkele6


De Bietplanter - Speciaal Nummer - Februari 2005 - p. 8-10.tonnen gedurende één jaar. Dit opbrengstverlies kan trouwens gecompenseerd worden door hetbietenareaal tijdelijk te verhogen.Een nieuwe generatie rassen is in ontwikkeling, met een andere resistentiebron tegen H. schachtii.Deze zou in de nabije toekomst de nadelen van de huidige generatie rassen kunnen beperken.25%Grafiek 5: Gewasbescherming in de Belgische suikerbietenteelt 2000-2003GEBRUIK VAN SPECIFIEKE RASSENBron: KBIVB & Landbouwkundige Diensten van de suikerfabrieken20%RhizomanietolerantieAreaal15%RhizoctoniaresistentieAaltjesresistentie10%5%0%2000 2001 2002 2003 20046. BesluitNa enkele revoluties in de gewasbescherming in de bietenteelt, zoals het FAR-systeem sinds 1988,de toepassing van insecticiden als zaadbehandeling (sinds 1988 met Force en 1993 met Gaucho) ofdoor punktuele toediening, hebben de chemische gewasbeschermingstechnieken sinds het begin vandit millennium slechts beperkte 'facelifts' gekend.Het staat vast dat de gewasbescherming in de toekomst meer en meer op de genetica zal berusten.Sinds enkele jaren wordt de rasselectie inderdaad onontbeerlijk om het hoofd te bieden aan deuitbreiding van rhizomanie, rhizoctonia, aaltjes en bladschimmelziekten. En laat ons voor de toekomstook de transgene bieten niet vergeten (met een herbicidenresistentie of andere …).7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!