12.07.2015 Views

[PDF] Centraal Economisch Plan 2011

[PDF] Centraal Economisch Plan 2011

[PDF] Centraal Economisch Plan 2011

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Ontwikkeling netto huizenvermogen maakt gezinnen terughoudendDe prijs van bestaande koopwoningen daalde in 2009 en 2010 met in totaal ongeveer 5% en de totale hypotheekschuldvan huishoudens nam in die jaren met ongeveer 8% toe. In de raming wordt gerekend met een min of meer stabiele reëlehuizenprijs in <strong>2011</strong>. Het directe effect van het vermogensverlies in de afgelopen jaren - gezinnen zijn armer geworden enpassen hun consumptieve bestedingen daarom aan - drukt de consumptiegroei in beide ramingsjaren. Daarnaast leidende recente (prijs)ontwikkelingen op de huizenmarkt tot de nodige onzekerheid. Voor veel huishoudens is het huis hetgrootste financiële bezit en kleine waardestijgingen- of dalingen hebben dan ook grote invloed op hunvermogenspositie. Het is denkbaar dat huishoudens door de onzekerheid wat terughoudender zijn bij het doen vanconsumptieve uitgaven. 24 Voor komend jaar wordt overigens aangenomen dat de huizenprijs een kleine reële stijgingvertoont, maar dit beïnvloedt de consumptieraming voor 2012 nauwelijks.Het aandelenvermogen van huishoudens is het afgelopen jaar gegroeid. De stand van de AEX-index is sinds hetdieptepunt in maart 2009 bijna verdubbeld. Dat geeft de consumptie van huishoudens dit jaar een steuntje in de rug.Voor de ramingsperiode wordt wat betreft de aandelenkoersen een technische ramingsregel gehanteerd. 25Figuur 3.6 Mediane koopkrachtmutatie (links) en reëel netto huizenvermogen, in prijzen 2010(rechts)4%800mld euro3270016000-1500-2T-2 T-1 T T+1 T+2 T+32000-2005 2007-2012400T-2 T-1 T T+1 T+2 T+32000-2005 2007-2010Individuele spaarquote blijft min of meer vlakDe individuele spaarquote meet welk percentage van hun beschikbaar inkomen huishoudens sparen. De laatste jaren isde individuele spaarquote vaak negatief geweest, met andere woorden, gezinnen gaven meer uit dan ze aan beschikbaarinkomen ontvingen. Dat kan bijvoorbeeld door in te teren op financieel vermogen, zoals spaargeld of aandelen.Mogelijke motieven voor consumenten om meer te gaan sparen zijn onzekerheid, bijvoorbeeld over hun baan, envermogensverliezen. Vermoedelijk leefde om die redenen zowel in 2001 als in 2009 de consumptiegroei niet op, ondankseen forse koopkrachtverbetering. In 2001 verbeterde de koopkracht in doorsnee als gevolg van de lastenverlichting dievoortvloeide uit de belastingstelselherziening van dat jaar, in 2009 doordat olie- en grondstoffenprijzen tijdens de crisisonverwacht snel daalden, terwijl de lonen volgens eerdere afspraken nog stegen (figuur 3.6, links). In beide gevallenleidde de meevaller voor consumenten, die kwam op of vlak voor het moment dat het economische tij keerde, vooral totmeer besparingen (figuur 3.7, rechts). In zowel 2001 als in 2009 had de AEX-index namelijk een scherpe daling ingezet. Dewerkloosheid begon op te lopen of stond op het punt dat te gaan doen en ook de huizenprijsstijgingen werden kleiner ofzelfs negatief.24 De huizenprijs van bestaande woningen en het huizenvermogen kunnen langs diverse kanalen van invloed zijn op de particuliereconsumptie. Zie bijvoorbeeld W.H. Buiter, 2008, Housing wealth isn‟t wealth, NBER Working Paper 14204.25 De gebruikte technische ramingsregel luidt dat de gemiddelde groei van de aandelenkoersen overeenkomt met het niveau van de langerente vermeerderd met een risicopremie en verminderd met een gemiddeld dividendrendement.51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!