13.07.2015 Views

Download pdf - Architectuur Lokaal

Download pdf - Architectuur Lokaal

Download pdf - Architectuur Lokaal

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Bouwen opAmbitie <strong>Lokaal</strong> opdrachtgeverschap in Nederland 2010 - 2014 Herfst 2010 #76


Bouwen op Ambitie pagina 2 3


Wat je belangrijk vindtBouwen op Ambitie 14 oktober 2010ColofonBouwen op Ambitie is een specialeuitgave van het kwartaal tijdschriftvan <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong> en geefteen impressie van de gelijknamigemanifestatie die <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong>organiseerde op 14 oktober 2010 mettientallen excursies in heel Nederlanden een afsluitend landelijk debat in DeRijtuigenloods in Amersfoort.ARCHITECTUUR LOKAALverschijnt 4x per jaarTussen de Bogen 181013 JB Amsterdam020 530 40 00info@arch-lokaal.nlwww.arch-lokaal.nlSamenstelling, redactie en productie<strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong>TekstenDirk Bergvelt (DB), Indira van ’t Klooster(IK), Cilly Jansen (CJ), Michel Geertse(MG), Bram Talman (BT), <strong>Architectuur</strong><strong>Lokaal</strong>, tenzij anders vermeldFotografiePortretten en debat: Maarten van SchaikFoto’s wethouders: Apeldoorn: ImreCsany, Bergeijk: Paul Gerrits, Best:Michiel Wasmus, Drechterland:Jara Hof, Haarlemmerliede enSpaarnwoude: Pauline de Ruiter,Spider Graphics, Kampen: StudioWoning, Leiden: Hielco Kuipers,Leidschendam-Voorburg: N. Waalboer,Meerssen: Bert Ramakers, Geulle,Mijdam: N. Waalboer, Valkenswaard:Heidi Wils, Wassenaar: Michel Porro,Weert: Maarten Dings, Zaltbommel:Bas Moerman, Zundert: SandraMutsters / SandragrafieOverige foto’s wethouders: betreffendegemeentenFoto cover: Loek BlonkOverige fotografie: zie artikelenVormgevingAutobahn, UtrechtVormgeving pag. 33Joseph plateau Amsterdam(uit: <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong> #73, pag. 22)DrukDie Keure, BruggeUitgave<strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong> 2010Oplage7000ISSN1385-0482AbonnementEen abonnement op het tijdschrift<strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong> is kosteloosverkrijgbaar op aanvraag.Bouwen op Ambitie is mede mogelijkgemaakt door * Ministerie van OCW /DCE / Laboratorium ParticulierOpdrachtgeverschap * Ministerie OCW /Nationaal ProgrammaHerbestemming * Ministerie VROM /Atelier Rijksbouwmeester * MinisterieVROM / Mooi NederlandDe Rijtuigenloods in Amersfoort was dit jaar delocatie voor de vierjaarlijkse landelijke manifestatiedie <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong> telkens in het jaar vande gemeenteraadsverkiezingen organiseert. De nieuwecolleges en raden van alle Nederlandse gemeenten kunnener kennismaken met het opdrachtgeverschap en iedereendie daarbij betrokken is. Dit jaar is 70% van de wethoudersnieuw op de ruimtelijke portefeuille. Hun voorgangers lietenons weten, welke opgaven volgens hen het belangrijkstezijn. En dus besloten we dit jaar om, in tientallen gemeententegelijk, voorbeelden daarvan te bekijken. We bezochtenuiteenlopende steden, dorpen, wijken en gebouwen metbestuurders en ontwerpers uit het hele land en kwamenvervolgens met bussen en busjes aan in Amersfoort. Daarzetten we de discussies over het gemeentelijk opdrachtgeverschapin een groot gezelschap voort.De stelling dat cultuur zich zou vervreemden van desamenleving viel moeilijk vol te houden als het over architectuurgaat, zoveel was wel duidelijk. De Amersfoortselocatie bleek een lichtbeeld bij de lezing. Joke Sickmann,een actieve buurtbewoonster op hoge leeftijd, nam er hetinitiatief om de oude spoorweggebouwen nieuw leven inte blazen. Samen met bewoners, bedrijven, ontwerpersen bestuurders is dat deels gelukt, maar er moet nog veelgebeuren. Sickmann blijft doorgaan: ‘Je moet altijd blijvengeloven in wat je belangrijk vindt.’ Wethouder Barendregtvan Amersfoort hield dan ook een vurig pleidooi voorkleinschalige initiatieven en het samenwerken met zoveelmogelijk partijen. Ze werd bijgevallen door de wethoudersAdriaansen van Roosendaal en Dritty van Landgraaf.De laatste kijkt daarbij over de grens, zijn krimpendegemeente biedt als landschappelijke tegenpool ruimte aanDuitse stedelingen uit Aken.De wethouders die dit jaar zijn aangetreden kregen directte maken met ontwerpopdrachten die na de gunning alsnogworden ingetrokken, bouwprojecten die worden afgeblazen,architectenbureaus en corporaties die het niet kunnenvolhouden, ontwikkelingsbedrijven die in de etalage wordengezet. In dat licht was de toon van het debat opvallendoptimistisch. Je zou in de toekomst niet in de stad moetenkunnen aflezen wanneer de omslag is geweest, was deteneur, ofwel: wie nu te goedkoop bouwt krijgt daar laterspijt van. ‘Dat minder geld te besteden is, hoeft niet tebetekenen dat de kwaliteit van de projecten daalt’, vondwethouder Straat van Zaanstad.Toch moeten er fundamentele keuzes worden gemaakt,de druk op de economische ketel maakt gedegenher oriëntaties noodzakelijk. Bouwen in weilanden spreektniet meer vanzelf, de grond wordt afgewaardeerd en deregie van marktpartijen over de woningmarkt is verzwakt.Maar zij vinden niet dat alle heil van eenmalige initiatiefnemersvan collectieve projecten kan worden verwacht.Bouwen in het landschap zou zorgvuldiger kunnen, vondprojectontwikkelaar De Zeeuw, en voorzitter Staal vanVestia pleitte voor maatschappelijke opgaven in de steden:‘Je moet de sterkste scholen in de zwakste wijken bouwen’.Het gaat dus ook bij economische tegenspoed nietalleen om kwantiteit, bouwproductie en budgetten, maarvooral ook om leefbaarheid en ontwikkelingskansen. Datvraagt om bestuurders die maatschappelijke opgavenkunnen omzetten in weloverwogen opdrachten en die bijde uitvoering daarvan de regie kunnen voeren, professioneelen creatief. Het is aan de gemeenten om eeneigen ruimtelijk beleid te voeren, en daar wordt dan ooknaarstig naar gezocht. Rotterdam stelde alvast een nieuwearchitectuurnota vast. Daarin geeft de gemeente aan watze belangrijk vindt: dat Rotterdammers zich binden aan destad, vanuit een visie op architectuur en economie, vitaliteiten integratie.Het besef van een collectief belang van ruimtelijke kwaliteitvraagt om een visie op alle overheidsniveaus: van het rijkop de relevante beleidsterreinen, van de provincies en degemeenten op de opgaven. Het is dus belangrijk dat decentralisatiegoed georganiseerd en ondersteund wordt doorhet rijk. Dat decentralisatie een gegeven is in de Nederlandsepolitiek ontslaat het rijk niet van de verantwoordelijkheidvoor een klimaat waarin die ruimtelijke kwaliteit kanontstaan. Het stimuleren van goed gemeentelijk opdrachtgeverschapwas een belangrijk onderdeel van nationaalarchitectuurbeleid. Immers, geen architectuur zonderopdrachtgevers, en geen kwaliteit zonder góede opdrachtgevers,die zich bewust zijn van de culturele betekenis vanhun werk. De noodzaak gemeenten de helpende hand tebieden zal alleen maar urgenter worden. Cilly Jansen, directeur <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong>Bouwen op Ambitie pagina 4 5


453 wethoudersruimtelijke ordeningin 2010-20141112131415Het opdrachtgeverschap van de 430 Nederlandse gemeenten is in handen van453 wethouders en portefeuillehouders ruimtelijke ordening. Maar wie zijn dat,voor de jaren 2010-2014? Op de volgende pagina’s stellen we ze aan u voor;de namenlijst is te vinden op pagina 24.1617181920De wethouders ruimtelijke ordening noemen zichzelf in steeds meer gemeentenliever wethouder ‘ruimtelijke ontwikkeling’. Eigenlijk gaat het om 432wethouders - in 2 gemeenten wordt de portefeuille door 2 bestuurders gedeeld- plus 21 portefeuillehouders in even zo vele stadsdelen en deelgemeentenin Amsterdam (7) en Rotterdam (14). Van de 453 bestuurders traden er na deverkiezingen 321 nieuw aan (71%); 132 van hen zetten hun bestuurswerk op dezeportefeuille voor een nieuwe periode voort.Inmiddels is een kwart van de bestuurders lid van een lokale politieke partij(124), dat is een toename van 8% ten opzichte van de verkiezingen van 2006.De overige bestuurders zijn afkomstig van CDA (105), VVD (96), PvdA (74),D66 (21), SGP (19), ChristenUnie (14), GroenLinks (12) en SP (1). 21 bestuurdersvertegenwoordigen een gecombineerde lijst van 2 tot 4 partijen.Er zijn 4 vacatures (stand van zaken 14 oktober 2010).212223242526272829301234531a31b3233 3467891035 363738 39


40414243 44707172737445464748 49757677787950515253 54808182838455565758 5985868788896061 62 63 64 90919293 946566 67 68 69 95969798 99


100101102103 104130131132133134105106107108 109135136137138139110111112113 114140141142143144115116117118 119145146147148149120121 122 123 124 150151152153 154125126 127 128 129 155156157158 159


220221222223 224250251252253254225226227228 229255256257258259230231232233 234260261262263264a235236237238 239264b 265 266 267 268240241242243244269270271272273245246247248249274 275276277278


279 280281282283309310311312313284 285286287288314315316317318289 290291292293319320321322323294295 296 297 298324325326327328299300301 302 303 329330331332333304305306 307 308 334335336337338


339 340341342343369370371372373344 345346347348374375376377378349 350351352353379380381382383354 355356357358384385386387388359360361 362 363 389390391392393364365366 367 368 394395396397398


399 400401402403429430431432433404 405406407408434435436437438409 410411412413439440441442443414 415416417418444445446447448419420421 422 423449450451424425426427428


Wie is Wie?1 Aa en Hunze J. Wiersum Combinatie Gemeentebelangen 2 Aalburg L. Lijmbach CDA 3 Aalsmeer G. van der Hoeven Algemene Belangen4 Aalten T. Kok CDA 5 Abcoude D. Kok SVAB 6 Achtkarspelen J. Lammers CDA 7 Alblasserdam S. Veerman CDA 8 Albrandswaard R. vanPraag PvdA 9 Alkmaar N. Alsemgeest D66 10 Almelo T. Schouten PvdA 11 Almere A. Duivesteijn PvdA 12 Alphen aan den Rijn T. Hoekstra VVD13 Alphen-Chaam T. Braspenning CDA 14 Ameland N. Oud CDA 15 Amersfoort M. Barendregt D66 16 Amstelveen J. Levie BBA 17 AmsterdamM. van Poelgeest GroenLinks 18 Amsterdam Centrum B. van Oranje D66 19 Amsterdam Nieuw-West E. Verdonk PvdA 20 Amsterdam NoordK. Diepeveen GroenLinks 21 Amsterdam Oost vacature 22 Amsterdam West G. Lambriex PvdA 23 Amsterdam Zuid E. de Vries PvdA24 Amsterdam Zuidoost E. Jaensch VVD 25 Andijk N. Harteveld VVD 26 Anna Paulowna F. van der Laan PvdA 27 Apeldoorn R. Metz VVD28 Appingedam A. Usmany Gemeentebelangen 29 Arnhem M. van Gastel VVD 30 Assen J. Kuin PvdA 31A. Asten T. Martens CDA 31B. J. HuijsmansLeefbaar Asten 32 Baarle-Nassau J. van Tilburg Keerpunt ’98 33 Baarn P. Laseur VVD 34 Barendrecht S. ter Borg VVD 35 Barneveld A. de KruijfSGP 36 Bedum H. te Velde CDA 37 Beek M. Wierikx Burger Belangen Beek/Nieuwe Democraten Beek 38 Beemster G. Hefting Beemster PolderPartij 39 Beesel J. Smolenaars VLP 40 Bellingwedde W. ’t Mannetje VVD 41 Bergambacht D. Blok Gemeentebelang 42 Bergeijk M. Kuijken CDA43 Bergen-L F. Pekema VVD 44 Bergen-NH A. Hietbrink GroenLinks 45 Bergen op Zoom A. van der Wegen PvdA 46 Berkelland L. ScharenborgCDA 47 Bernheze J. van der Pas Progressief Bernheze 48 Bernisse J. Riet LOB 49 Best P. Gondrie CDA 50 Beuningen P. de Klein BN&M51 Beverwijk F. Koster VVD 52 Binnenmaas H. van Etten CDA 53 Bladel A. van der Hout PvdA 54 Blaricum J. de Joode HvB 55 BloemendaalT. Kokke VVD 56 Boarnsterhim F. van Beek VVD 57 Bodegraven J. Bouwens PvdA 58 Boekel T. van de Loo DOP 59 Bolsward J. Brouwer CDA60 Borger-Odoorn J. Bruintjes PvdA 61 Borne H. Mulder CDA 62 Borsele M. Vermue CDA 63 Boskoop G. Dazler VVD 64 Boxmeer J. de GraafCDA 65 Boxtel W. van der Zanden BALANS 66 Breda A. Arbouw VVD 67 Breukelen K. Wiersema VVD 68 Brielle K. Schipper VVD69 Bronckhorst A. Baars CDA 70 Brummen L. van Wensveen IPV 71 Brunssum E. Geurts PvdA 72 Bunnik H. Walburgh Schmidt P2173 Bunschoten M. Nagel CDA 74 Buren G. van Ingen VVD 75 Bussum A. Gouka VVD 76 Capelle aan den IJssel J. van Winden SGP/ChristenUnie77 Castricum C. Portegies VVD 78 Coevorden R. Wilting CDA 79 Cranendonck P. Beerten ELAN 80 Cromstrijen I. Korbijn Cromstrijen ‘9881 Cuijk E. Baudet D66 82 Culemborg W. Stegeman D66 83 Dalfsen K. Agricola Gemeentebelangen 84 Dantumadiel R. Bos CDA 85 De BiltA. Ditewig VVD 86 De Marne K. Berghuis CDA 87 De Ronde Venen A. Rosendaal VVD 88 De Wolden J. ten Kate Gemeentebelangen 89 DelftP. Guldemond STIP 90 Delfzijl M. Kaptan CDA 91 Den Haag M. Norder PvdA 92 Den Helder P. Bruin D66 93 Deurne H. Kerkers CDA94 Deventer M. Swart VVD 95 Diemen A. Scholten PvdA 96 Dinkelland P. Koegler VVD 97 Dirksland P. Koningswoud SGP 98 DoesburgF. Hofman D66 99 Doetinchem P. Drenth CDA 100 Dongen J. Velthoven CDA 101 Dongeradeel A. van der Ploeg CDA 102 Dordrecht P. SleekingBeter voor Dordt 103 Drechterland L. Wagenaar GBD 104 Drimmelen J. van Meggelen CAB 105 Dronten J. Engelvaart CDA 106 Druten G. vanElk Dorpslijst Puiflijk/Druten-Zuid 107 Duiven P. Verhoef VVD 108 Echt-Susteren R. Geraads Lijst Samenwerking 109 Edam-Volendam M. KesVolendam ‘80 110 Ede S. van de Pol PvdA 111 Eemnes E. van IJken Dorpsbelang 112 Eemsmond J. Dobma PvdA 113 Eersel R. van Hooff CDA114 Eijsden K. Wolff GBBL 115 Eindhoven M. Fiers PvdA 116 Elburg J. Polinder SGP 117 Emmen T. Sleeking PvdA 118 Enkhuizen H. BolandVVD/D66 119 Enschede J. Hatenboer VVD 120 Epe J. van Nuijs PvdA 121 Ermelo J. van den Bosch CDA 122 Etten-Leur A. Schouw APB123 Ferwerderadiel H. Talsma CDA 124 Franekeradeel J. Bekkema Gemeentebelang Franekeradeel 125 Gaasterlân-Sleat B. Bonnema FNP126 Geertruidenberg W. Quirijnen Partij Samenwerking 127 Geldermalsen C. Buurman VVD 128 Geldrop-Mierlo W. Vissers PvdA/GroenLinks129 Gemert-Bakel R. Hoppezak Lokale Realisten 130 Gennep A. Jansen D66 131 Giessenlanden J. de Groot VVD 132 Gilze en Rijen L. LavooijPvdA 133 Goedereede F. Tollenaar SGP 134 Goes J. de Bat CDA 135 Goirle J. Verhoeven LRG 136 Gorinchem A. Rijsdijk GroenLinks137 Gouda M. Kastelein CDA 138 Graafstroom D. Heijkoop CDA 139 Graft-De Rijp P. Zwitselaar PvdA 140 Grave H. Daandels CDA141 Groesbeek J. Thijssen Groesbeekse Volkspartij 142 Groningen F. de Vries PvdA 143 Grootegast S. Smedes CDA 144 Gulpen-WittemJ. Bormans CDA 145 Haaksbergen M. Diepenmaat CDA 146 Haaren J. van den Brand Samenwerking ‘95 147 Haarlem E. Cassee D66148 Haarlemmerliede en Spaarnwoude H. Bruijn PvdA 149 Haarlemmermeer M. Bezuijen VVD 150 Halderberge J. Akkermans WOS151 Hardenberg D. Prinsse CDA 152 Harderwijk P. Teeninga ChristenUnie 153 Hardinxveld-Giessendam C. de Jong ChristenUnie 154 HarenG. Pek D66 155 Harenkarspel R. Treur PvdA 156 Harlingen J. de Boer GroenLinks 157 Hattem L. Teuben ChristenUnie 158 Heemskerk E. vanTongeren VVD 159 Heemstede P. van de Stadt VVD 160 Heerde A. Westerkamp CDA 161 Heerenveen S. Siebenga VVD 162 Heerhugowaard J. deBoer PvdA 163 Heerlen L. Smeets PvdA 164 Heeze-Leende W. van der Rijt CDA 165 Heiloo J. Ouderkerken PvdA 166 Hellendoorn T. ten HaveBurgerBelang 167 Hellevoetsluis P. Hofman VVD 168 Helmond F. Stienen CDA 169 Hendrik-Ido-Ambacht F. van de Velde PvdA 170 HengeloJ. Bron PvdA 171 Het Bildt N. Haarsma CDA 172 Heumen H. van den Berg PvdA/GroenLinks 173 Heusden M. Buijs Heusden Eén 174 HillegomJ. van Griensven VVD 175 Hilvarenbeek J. Dierckx HOI 176 Hilversum L. Jooren VVD 177 Hof van Twente B. Sijbom VVD 178 HoogeveenA. Hiemstra CDA 179 Hoogezand-Sappemeer F. Luijckx <strong>Lokaal</strong> Centraal 180 Hoorn R. Louwman VVD 181 Horst aan de Maas L. Litjens CDA182 Houten H. Geerdes VVD 183 Huizen P. van Hartskamp VVD 184 Hulst D. van Damme PvdA 185 IJsselstein F. Cremer VVD 186 Kaag enBraassem A. Kea CDA 187 Kampen E. Boerman ChristenUnie 188 Kapelle E. Damen CDA 189 Katwijk D. Binnendijk CDA 190 Kerkrade P. ThomasCDA 191 Koggenland J. Wijnker VVD 192 Kollumerland c.a. H. Visser CDA 193 Korendijk J. van Driel CDA 194 Krimpen aan den IJsselJ. Blankenberg PvdA 195 Laarbeek F. van Zeeland Algemeen Belang Laarbeek 196 Landerd H. van Dongen CDA 197 Landgraaf A. Dritty GBBL/LN198 Landsmeer F. Monteban VVD 199 Langedijk J. Beers Dorpsbelang Langedijk 200 Lansingerland H. de Paepe Leefbaar 3B 201 Laren E. deJong VVD 202 Leek T. Haseloop VVD 203 Leerdam W. van der Leij PvdA 204 Leeuwarden H. Deinum PvdA 205 Leeuwarderadeel J. Keizer FNP206 Leiden P. van Woensel VVD 207 Leiderdorp C. Wassenaar VVD 208 Leidschendam-Voorburg W. Mijdam VVD 209 Lelystad R. LuchtenveldVVD 210 Lemsterland J. Wesselius CDA 211 Leudal J. Minses Ronduit Open 212 Leusden A. Oskam CDA 213 Liesveld T. van Gelder SGP214 Lingewaal E. van Sambeek CDA 215 Lingewaard F. Schut B06/L2000 216 Lisse B. Brekelmans VVD 217 Lith P. Verkuijlen ProgressiefPlatform ’93 218 Littenseradiel F. Hernandt PvdA 219 Lochem J. Kottelenberg CDA 220 Loenen M. Rehbock Streekbelangen Nigtevecht Plus/D66221 Loon op Zand R. van Eijkeren Pro3 222 Lopik G. Spelt CDA 223 Loppersum P. Prins CDA 224 Losser J. Schuddeboom VVD 225 MaarssenW. van Vossen Onafhankelijk 226 Maasdonk J. Moon Partij Maasdonk 227 Maasdriel A. Verachtert SSM 228 Maasgouw A. Forschelen <strong>Lokaal</strong> Belang229 Maassluis A. Keijzer PvdA 230 Maastricht vacature 231 Margraten J. Custers CDA 232 Marum J. Vos PvdA 233 Medemblik K. Gutter CDA234 Meerssen J. Dejong Partij Jo Dejong 235 Menaldumadeel L. Pen Gemeentebelangen 236 Menterwolde vacature 237 Meppel A. Dohle VVD238 Middelburg J. Aalberts CDA 239 Middelharnis P. van den Berg Vooruitstrevend Dorpsbelang ’78 240 Midden-Delfland C. van der Kamp CDA241 Midden-Drenthe E. Dolfing PvdA 242 Mill en St. Hubert J. van den Boogaart Algemeen Belang ‘90 243 Millingen aan de Rijn P. Wassink PvdA244 Moerdijk C. Punt Onafhankelijk Moerdijk 245 Montferland F. Wissink CDA 246 Montfoort C. Jonkers Onafhankelijke Senaatsfractie 247 Mooken Middelaar G. Wienhoven DGP 248 Muiden F. Winnubst PvdA 249 Naarden W. Metz VVD 250 Neder-Betuwe J. Keuken SGP 251 NederlekR. Blom VVD 252 Nederweert M. Jacobs CDA 253 Neerijnen S. van den Heuvel Gemeentebelangen Neerijnen 254 Niedorp Y. Bijlstra VVD255 Nieuwegein B. Lubbinge PvdA 256 Nieuwkoop G. Veninga CDA 257 Nieuw-Lekkerland A. Hoogendoorn ChristenUnie 258 NijefurdJ. Rodenhuis PvdA 259 Nijkerk R. Windhouwer CDA 260 Nijmegen J. van der Meer GroenLinks 261 Noord-Beveland A. van der Maas SGP262 Noordenveld J. Dam Gemeentebelangen 263 Noordoostpolder W. Schutte CDA 264A. Noordwijk L. van Ast Puur Noordwijk 264B L. de Lange VVD/JES 265 Noordwijkerhout A. Morssink VVD 266 Nuenen M. Jansen W’70 267 Nunspeet E. van der Geest Gemeentebelang 268 Nuth L. van denHeuvel Leefbaar Nuth 269 Oegstgeest W. Tönjann VVD 270 Oirschot P. Machielsen CDA 271 Oisterwijk K. Rijnen PGB 272 Oldambt B. ZwiersPvdA 273 Oldebroek N. Hoorn CDA 274 Oldenzaal F. Rorink CDA 275 Olst-Wijhe C. van den Berg CDA 276 Ommen I. Lagas VVD277 Onderbanken C. Nijkerken VVD 278 Oost Gelre V. van Uem OOG 279 Oosterhout M. Willemsen CDA 280 Oostflakkee W. Heintjes VLO281 Ooststellingwerf S. de Boer Ooststellingswerfsbelang 282 Oostzaan C. Stevens CDA 283 Opmeer H. Stoker VVD 284 Opsterland K. de BoerOpsterlandsbelang 285 Oss J. Iding SP 286 Oud-Beijerland J. van Buuren SGP 287 Oude IJsselstreek J. Haverdil PvdA 288 Ouder-Amstel C. denBlanken CDA 289 Ouderkerk M. Boere VVD 290 Oudewater J. van Wijngaarden CDA 291 Overbetuwe J. van Baal CDA 292 PapendrechtC. Koppenol CDA 293 Peel en Maas G. Segers VVD 294 Pekela J. van Mannekes Samen Voor Pekela 295 Pijnacker-Nootdorp J. van Staalduine D66296 Purmerend H. Krieger VVD 297 Putten N. Gerritsen SGP 298 Raalte W. Wagenmans Gemeentebelangen 299 Reeuwijk H. van der Smit SGP/ChristenUnie 300 Reimerswaal J. Sinke SGP 301 Renkum H. Weeda PvdA 302 Renswoude D. Vlastuin SGP 303 Reusel-De Mierden C. van der VenCDA 304 Rheden R. König D66 305 Rhenen H. van den Berg VVD 306 Ridderkerk A. Los Leefbaar Ridderkerk 307 Rijnwaarden J. Lamers CDA308 Rijnwoude H. Haarman D66 309 Rijssen-Holten A. Stegeman CDA 310 Rijswijk R. van Hemert VVD 311 Roerdalen C. Wolfhagen CDA312 Roermond J. van Rey VVD 313 Roosendaal J. Adriaansen Roosendaalse Lijst 314 Rotterdam H. Karakus PvdA 315 Rotterdam CharloisA. Erdal CDA 316 Rotterdam Centrum S. Kasmi D66 317 Rotterdam Delfshaven K. Bebelaar GroenLinks 318 Rotterdam Feijenoord T. Yazir CDA319 Rotterdam Hillegersberg-Schiebroek A. Pleizier CDA 320 Rotterdam Hoek van Holland vacature 321 Rotterdam Hoogvliet Y. Bekker PvdA322 Rotterdam IJsselmonde W. Boonzaaijer ChristenUnie/SGP 323 Rotterdam Kralingen-Crooswijk L. de Boer PvdA 324 Rotterdam NoordN. Berndsen D66 325 Rotterdam Overschie C. van der Meer CDA 326 Rotterdam Pernis C. van der Kemp CDA 327 Rotterdam Prins AlexanderP. Meijer Leefbaar Rotterdam 328 Rotterdam Rozenburg M. de Sutter IPR 329 Rozendaal F. Hoving Belangengemeenschap Rozendaal 330 RucphenM. de Bruijn Rucphense Volkspartij 331 Schagen J. Bouwes VVD 332 Schermer W. van Enter Schermer Belang 333 Scherpenzeel H. de Ridder VVD334 Schiedam M. Groene PvdA 335 Schiermonnikoog E. Korendijk Ons Belang 336 Schijndel B. Claassen CDA 337 Schinnen J. UbachsVernieuwingsgroep 338 Schoonhoven P. Matheij VVD 339 Schouwen-Duiveland A. Verseput VVD 340 ’s-Hertogenbosch A. van Bussel RosmalensBelang 341 Simpelveld R. Ridderbeek Burgerbelangen 342 Sint Anthonis J. Willems CDA 343 Sint-Michielsgestel H. van Roosmalen CDA344 Sint-Oedenrode H. van den Berk CDA 345 Sittard-Geleen P. Geenen CDA 346 Skarsterlân J. Benedictus FNP 347 Sliedrecht J. Lavooi PvdA348 Slochteren J. Boersma ChristenUnie 349 Sluis P. Ploegaert CDA 350 Smallingerland N. Ketelaar PvdA 351 Sneek H. van den Broek PvdA352 Soest H. Witte Gemeentebelangen Groen Soest 353 Someren G. Schoolmeesters Gemeenschapslijst Someren-Eind/Sluis XII 354 Son enBreugel R. Visser Dorpsbelang Son en Breugel 355 Spijkenisse C. Mourik VVD 356 Stadskanaal J. Bessembinders CDA 357 Staphorst J. TalenGemeentebelangen 358 Stede Broec W. Broek PvdA/GroenLinks 359 Steenbergen A. van Kesteren Steenbergen Anders 360 SteenwijkerlandL. Greven PvdA 361 Stein J. Ie PvdA 362 Strijen W. van Tilborg VVD 363 Ten Boer L. Stoel PvdA 364 Terneuzen F. van Hulle TOP/GB365 Terschelling J. Spanjer Plaatselijk Belang 366 Texel E. Kooiman Texel 2010 367 Teylingen J. Stuurman D66 368 Tholen P. Hoek SGP369 Tiel C. van Rhee PvdA 370 Tytjerksteradiel G. Schippers FNP 371 Tilburg J. Möller VVD 372 Tubbergen J. Harmelink PvdA373 Twenterand J. Oordt CDA 374 Tynaarlo H. Kosmeijer PvdA 375 Ubbergen M. Barber Combinatie 90 376 Uden R. Peerenboom VVD377 Uitgeest P. Linnartz VVD 378 Uithoorn J. Verheijen VVD 379 Urk G. Post jr. Hart voor Urk 380 Utrecht H. Bosch PvdA 381 UtrechtseHeuvelrug T. Verhoef GroenLinks/PvdA 382 Vaals J. Verbeek PvdA 383 Valkenburg aan de Geul C. van Melsen Algemeen Belang 384 ValkenswaardE. Buiter PvdA 385 Veendam H. Schmaal Gemeentebelangen 386 Veenendaal J. Hollander VVD 387 Veere J. Melse SGP/ChristenUnie 388 VeghelJ. van Burgsteden Democratisch Dorpsbelang 389 Veldhoven J. Tops VSA 390 Velsen A. Verkaik VVD 391 Venlo A. Beurskens VVD 392 VenrayP. van der Broeck CDA 393 Vianen M. Stolk <strong>Lokaal</strong> Alert Vianen 394 Vlaardingen J. Versluijs PvdA 395 Vlagtwedde S. Lok CDA 396 VlielandT. van Mourik VVD 397 Vlissingen P. Polderman PvdA 398 Vlist A. van Dorp Vrije Kiesvereniging/Gemeentebelangen 399 Voerendaal J. Pleijers CDA400 Voorschoten F. Blommers ONS 401 Voorst J. van Muyden PvdA/D66/GroenLinks 402 Vught P. Pennings Gemeentebelangen 403 WaalreA. Bonouvrié VVD 404 Waalwijk M. van Dongen CDA 405 Waddinxveen C. Kroes VVD 406 Wageningen M. Uitdehaag D66 407 WassenaarH. de Greef VVD 408 Waterland P. Kools VVD 409 Weert A. Kirkels VVD 410 Weesp K. Booij WSP 411 Werkendam J. Luteijn SGP412 Wervershoof P. Mosch Algemene Belangen Combinatie 413 West Maas en Waal J. van Gruijthuijsen VVD 414 Westerveld K. Smidt VVD415 Westervoort A. Boone VVD 416 Westland A. Meijer Gemeente Belang Westland 417 Weststellingwerf C. Trompetter PvdA 418 WestvoorneC. van Lith Gemeentebelangen Westvoorne 419 Wierden R. Broeze CDA 420 Wieringen J. Koorn VVD 421 Wieringermeer K. List VVD422 Wijchen M. Thijsen Kernachtig Wijchen 423 Wijdemeren G. Abrahamse VVD 424 Wijk bij Duurstede R. Peek CDA 425 Winsum J. HoeksemaGemeentebelangen Winsum 426 Winterswijk H. Gommers Winterswijks Belang 427 Woensdrecht A. van der Wijst CDA 428 Woerden M. SchreursVVD 429 Wormerland R. Hendriks Vereniging Liberaal Wormerveer 430 Woudenberg E. Zandbergen ChristenUnie 431 Woudrichem R. BergsmaCDA 432 Wûnseradiel R. Boersma CDA 433 Wymbritseradiel D. Attema CDA 434 Zaanstad D. Straat VVD 435 Zaltbommel A. Bragt ChristenUnie436 Zandvoort W. Tates VVD 437 Zederik G. Bos CDA 438 Zeevang F. de Ruijter GBZ 439 Zeewolde W. Prins Leefbaar Zeewolde 440 ZeistJ. Verbeek VVD 441 Zevenaar J. van Norel <strong>Lokaal</strong> Belang 442 Zijpe P. Morsch Burger Kies Verening 443 Zoetermeer B. Emmens VVD444 Zoeterwoude M. Ates CDA 445 Zuidhorn J. Oomkes PvdA 446 Zuidplas R. Bosman ChristenUnie/SGP 447 Zundert J. de Beer Dorpsbelangen448 Zutphen R. de Lange PvdA 449 Zwartewaterland W. Meyer PvdA 450 Zwijndrecht A. Kamsteeg ChristenUnie/SGP 451 Zwolle G. Piek PvdADe namen van die van de wethouders die ook in de periode 2006 -2010 de portefeuille ruimtelijke ordening beheerden zijn gecursiveerd.Bouwen op Ambitie pagina 24 25


Af en toeopschuddenkan geen kwaadInterview Arno Brok burgemeester DordrechtArno Brok begonzijn politieke loopbaanals VVD raadsliden wethouder inLeeuwarden. Sinds hijburgemeester werd,eerst in Sneek en nuin Dordrecht, staat departijpolitiek minderop de voorgrond, maarBrok geldt inmiddelsals een prominent VVDbestuurder. Naast tal vanandere bestuurlijke enmaatschappelijke functiesis Brok actief in deVNG, waar het cultuurbeleideen van zijnaandachtsvelden is.In 2010 begint een nieuwebestuursperiode, in degemeenten en ook landelijk.Erg veel aandacht gaat naarbezuinigingen. De kunsten begrotinglijkt een makkelijk doelwit. Beginteen zwarte bladzijde voor decultuur in Nederland?Om te weten waar het om gaat moetje beseffen dat gemeenten eenveelvoud uitgeven van wat er op debegroting staat van het ministerie vanOCW. Alle overheden moeten bezuinigen.Het zal nog wel verschillenper sector, waarschijnlijk wordthet cultureel erfgoed minder hardgetroffen dan de kunsten. Inderdaadkan je ervan uitgaan dat het allemaalminder wordt de komende tijd.De vraag is alleen of je dit als eenabsolute ramp moet beschouwen. Erzijn begrotingsposten waar het vanmij best minder mag. De publiekeomroep is gedateerd, daar kan jebeter in snijden dan in de belangrijkeculturele instellingen. Verderis Nederland nu wel erg vol metallerlei instituten. Een deel daarvandoet nuttig werk, maar af en toeopschudden kan geen kwaad.Kunnen overheden maar beterafstand nemen van kunst en cultuur?Ik geloof in stimuleren. Onlangs ishet BTW tarief op arbeid verlaagd omde bouwsector een impuls te geven.Zo kan je ook fiscale maatregelennemen om de aankoop van kunst tebevorderen. Waar ik ook in geloof isdat gemeenten als opdrachtgeverhet goede voorbeeld kunnen geven.Tijdens mijn periode in Sneek heeftde gemeente de nek uitgestokenmet de ontwikkeling van een cultureelkwartier en de bouw van eennieuw theater. Dergelijke initiatievenzijn belangrijk om een stad op dekaart te zetten. Dordrecht heeft eensoortgelijke lijn gevolgd. Ook hier isstevig in cultuur geïnvesteerd,vooralin de verbouwing van het DordrechtsMuseum. Daarmee zet een gemeentezich in de kijker.U noemt voorbeelden die laten ziendat gemeenten cultuur gebruiken omzich te profileren. Dat kost geld, enwat brengt het op?Culturele instellingen leverenimpulsen voor de gemeentelijkeeconomie. In Sneek wilden we voorhet theater ook een zomerprogrammeringmet het oog op de gasten dietijdens in het zeilseizoen in de stadzijn. Ook het Dordrechts MuseumBouwen op Ambitie pagina 26 27


73.qxd 16-11-2010 09:42 Pagina 22Praktijkis een belangrijke attractie. Maarcultuur is er niet alleen voor bezoekersvan buiten. Theaters en museazijn er net zo goed voor de eigenbevolking, ze horen bij een goedleefklimaat en ze helpen om burgersmet hun woonplaats te verbinden. Datmoeten we blijven beseffen in tijdenvan bezuiniging.De betekenis van cultuur voor deeigen bevolking is het duidelijkst alser een link is met de lokale identiteiten met cultuurhistorie. Verwachtu daarom dat de erfgoed sectorminder getroffen zal worden door debezuinigingen?Het is inderdaad te verwachten datvooral hiervoor steun te mobiliserenis. Maar ik denk niet dat bestuurderszich uitsluitend op het verledenzullen richten. Door de tijden heenblijft de behoefte om iets na te latenaan komende generaties. En in demoderne economie is het belangrijkdat een gebied zich op een aantrekkelijkemanier presenteert. Daarom benik optimistisch over de kansen voorde architectuur, ook al begint er nueen periode van soberheid. Wanneerveel opdrachtgevers gas terugnemen,biedt dat voor anderen ruimte om zichte onderscheiden. Het zit trouwensniet alleen in grote bouwprojecten.Als gemeente kan je ook met kleinereinitiatieven een stimulerende‘Ik ben optimistischover de kansen voorde architectuur, ook albegint er nu een periodevan soberheid.’rol spelen. Hier in Dordrecht is eenmooie traditie ontstaan waarbij jongekunstenaars om de beurt de gelegenheidkrijgen om de kamer vande cultuurwethouder in te richten.Daarmee laat het gemeentebestuurzien ook nieuwe kunst belangrijkte vinden en het geeft kunstenaarseen unieke expositieruimte in hetstadhuis. Ik hoop dat we die traditiekunnen voortzetten, want vooral dejongeren hebben de komende tijdhulp nodig.Het lijkt erop, dat kiezers vooralgeïnteresseerd zijn in wat er gebeurtin hun eigen achtertuin. Tegelijk zieje dat kleine gemeenten opgaan ingrotere eenheden. Maakt dat hetlastiger om voor de bevolking begrijpelijkte maken waar de gemeentemee bezig is?Deze streek kent een heel goed functionerenderegionale samenwerkingtussen gemeenten. Vooral als hetgaat om economie en arbeidsmarkt issamenwerking essentieel als je ietswilt bereiken. En we bereiken veel.Niet voor niets lukt het om Europeesgeld binnen te halen. Volgens mijheeft de burger geen moeite metdeze schaalvergroting. Die hecht aangoede dienstverlening en vindt hetniet belangrijk hoe je dat als overheidorganiseert. Tegelijk blijf jelokaal doen wat wel lokaal kan. Wantde kleinere schaal is belangrijk voorherkenbaarheid en identiteit. Datzijn culturele kwesties die ook in detoekomst op de gemeentelijke agendastaan. Daar moeten we als gemeenteniets mee. Binnen het bestuur van deVNG houd ik me onder meer bezigmet cultuur en dus met architectuur.Als vereniging hebben we daar weinigover te beslissen, maar stimulerenis wel mogelijk. Ook nu de bouwproductielager is hebben gemeentenop allerlei manieren te maken metarchitectuur. Kwaliteit is misschiennog belangrijker dan vroeger. Daaromgaat de VNG meer aandacht gaanbesteden aan architectuur. Er iscapaciteit voor vrijgemaakt binnen deorganisatie en op de website van VNGwordt architectuur een vast onderwerp.We verwachten hierbij goed tekunnen samenwerken met <strong>Architectuur</strong><strong>Lokaal</strong>. (DB) WethoudersgeënquêteerdKnooppunt Kethelplein met zicht op hoogbouw SchiedamEnquete > Tekst: Dirk Bergvelt > Beeld: Siebe SwartDe raadsperiode 2006-2010 is alweer voltooid verleden tijd. In sommigegemeenten brengt het nieuwe college continuïteit, maar veranderingoverheerst. Toch blijven de ervaringen van de vorige lichting bestuurdersactueel, want op hun werk moet worden voortgebouwd. <strong>Architectuur</strong><strong>Lokaal</strong> enquêteerde hen in de eerste weken van 2010. De uitkomsten zijnte lezen op www.arch-lokaal.nl/enquete. Hieronder enkele hoofdpunten.Wethouders vinden het leuk werk om bezig te zijnmet ruimtelijke ordening. Ook kijken vaak zij metplezier terug op het ontwikkelen en uitvoeren vandiverse plannen, maar het enthousiasme over projectontwikkelingen planuitvoering is afgenomen.In 2006 noemde 38% van de wethouders dit alsleukste onderdeel van de portefeuille, in 2010 washet nog 25%. Dat kan te maken hebben met eenverschuiving in het werk van gemeentebestuurders.Zij zijn de afgelopen vier jaar minder direct betrokkenbij de uitvoering van ruimtelijke projecten,hun aandacht ging meer naar coalitievorming endraagvlak. Daarbij moeten wethouders tegen eenstootje kunnen. Zoals een van hen opmerkte: ‘Jestaat bij voortduring in de vuurlinie van steedsmondiger en grover wordende burgers die niet meerin staat lijken verder te kijken dan hun eigenbelang.Leuk kan ik dat niet altijd noemen, interessant wel.’Draagvlak voor het gemeentelijk architectuurbeleidwordt hoofdzakelijk gecreëerd via de gemeenteraaden in iets mindere mate via het college van B&W.Bijna de helft van de wethouders wijst op het belangvan organisaties van belanghebbenden en bewoners.Voorlichting speelt een belangrijke rol bij het werkenaan draagvlak: driekwart van de gemeenten doetdit via hun website, bij tweederde wordt gebruikgemaakt van discussiebijeenkomsten en informatiebijeenkomsten.Als belangrijkste opgaven voor de toekomstnoemen wethouders begin 2010 allereerst woningbouw,gevolgd door openbare ruimte, centrumvernieuwingen buitengebied. In 2006 stond het buitengebiednog op de eerste plaats. De toegenomenaandacht voor woningbouw is waarschijnlijk teverklaren uit het stilvallen van de woningmarktwaardoor ook de woningproductie stagneert.Daarvan hebben de ontwikkelaars last, maar degemeenten ook. Met als mogelijk gevolg, datgemeenten in de komende tijd ook op projectniveauweer actiever gaan worden.De raadsperiode 2006-2010 was een periodewaarin gemeenten hun beleid vorm moesten gevenin een context van veranderende wet- en regelgeving.Dergelijke veranderingen zijn inmiddels een constantein de gemeentelijke praktijk. In de voorgaanderaadsperiode werden gemeenten geconfronteerdmet een herziening van de Woningwet (2003),met onder meer gevolgen voor het welstandsbeleid.De Nota Ruimte (2004) introduceerde een nieuwerolverdeling tussen het Rijk en gemeenten en in 2005werd het Europees aanbesteden met de inwerkintredingvan het Besluit AanbestedingsregelsOverheidsaanbestedingen op de kaart gezet. Dezeveranderingen werkten door in de afgelopengemeenteraadsperiode. Daarbovenop kwamen eennieuwe rijksarchitectuurnota, Een cultuur vanontwerpen (2008) en de herziening van de Wet opde ruimtelijke ordening (2008).Ondanks de dynamiek in het beleidsveld stemmende uitkomsten van de enquête vaak overeen met dieuit 2006. <strong>Architectuur</strong>beleid valt in de meestegevallen onder de portefeuille Ruimtelijke Ordening.Een architectuurnota hebben de meeste gemeentenniet. Meestal wordt architectuurbeleid verankerdin verschillende beleidsstukken – meestal in eenwelstandsnota of een beeldkwaliteitplan.Een meerderheid kan zich vinden in het motto‘decentraal wat kan, centraal wat moet’. Terwijlveel wethouders in 2006 nog afwachtend waren,spreken zij zich nu veel duidelijker uit. Driemaalzoveel als in 2006 is men van mening dat degemeente weet wat het beste is; een derde vindt datdecentralisatie het beleid dichter bij de burgersbrengt. Een meerderheid onderschrijft het belangvan het tegengaan van ‘verrommeling’ van Nederland.Wel plaatsen wethouders kanttekeningen bijhet delegeren van verantwoordelijkheden zonderdat het Rijk daarbij extra financiële middelen beschikbaarstelt. Soms blijkt rijksbeleid ook effectiefwanneer een subsidieregeling tijdelijk wordtbeëindigd. Twee derde van de gemeenten zet hetlandschapsontwikkelingsplan nog steeds in; eenderde ziet het als een van de drie belangrijksteinstrumenten voor kwaliteitsbevordering.Om de in het architectuurbeleid geformuleerdeambities te kunnen realiseren moet de gemeenteover instrumenten beschikken om kwaliteit testimuleren of af te dwingen. Het oordeel van dewethouders over welstand is opvallend positieverdan in 2006. Destijds was nog maar weinig ervaringmet de vernieuwing van het welstandsbeleid.Inmiddels is de mening wijd verbreid dat de gekozenaanpak voor alle betrokkenen de transparantievergroot en leidt tot betere bouwaanvragen. Demeeste wethouders beschouwen welstandsbeleid alséén van de belangrijkste pijlers van het gemeentelijkarchitectuurbeleid. In een derde van de gemeentenheeft het welstandstoezicht uitsluitend betrekkingop de beoordeling van bouwaanvragen. Anderegemeenten raadplegen de welstandscommissieook over beeldkwaliteit of de ontwikkeling vanstedenbouwkundige randvoorwaarden bij de planontwikkeling.Wanneer de gemeente zelf als opdrachtgeveroptreedt, zeggen de wethouders vooral te strevennaar kwaliteit. In de praktijk blijkt dit vooral definancieel economische aspecten van de opgave tebetreffen en niet de ontwerpkwaliteit. Bij de meestegemeenten worden procedures voor de selectie vanarchitecten en ontwikkelaars opgesteld door ambtenarenof externe adviseurs zonder dat de wethouderer aan te pas komt. Ook de beoordeling van offertesgeschiedt hoofdzakelijk door ambtenaren ofadviseurs. Toch is het opdrachtgeverschap van degemeenten bij uitvoering van concrete projecteneen belangrijke pijler van het architectuurbeleid.Zoals gezegd, zijn er aanwijzingen dat gemeentenmomenteel weer actiever worden op projectniveau.Dat zou voor bestuurders aanleiding kunnen zijnom een meer actieve rol te nemen bij de kwaliteitsbewaking.Of dit gebeurt, wordt een vraagpunt bijde volgende enquête in 2014.InformatieHet rapport Beleid en uitvoering van lokaalopdrachtgeverschap 2006-2010 is te downloadenvia: www.arch-lokaal.nl/publicatiesBouwen op Ambitie pagina 28 29


Eensamenhangendevisie op de stadInterview Hamit Karakus wethouder RotterdamRotterdam <strong>Architectuur</strong>stad.Wethouder Karakusneemt dat predikaatzeer serieus. In plaatsvan een bouwstop,zoekt de gemeente metsucces naar manierenom de bouweconomieop gang te houden. Erwordt gezocht naarnieuwe manieren vanaanbesteden nadat degemeente begin dit jaareen <strong>Architectuur</strong>notavaststelde.Welke ontwikkeling inRotterdam illustreert hetbeste wat u voor ogen staatmet de stad als architectuurstad?Op dit moment: Katendrecht. Vier jaargeleden was daar niks. Nu is het eenmooie wijk met buitenruimte, water,uitzicht. Het is een buurtje gewordenmet behoud van waardevolle panden.In de recente Rotterdamse <strong>Architectuur</strong>notawordt een relatie gelegdtussen architectuur en economie,vitaliteit en integratie. Kunt u dattoelichten?Het is niet echt meetbaar, maarRotterdam <strong>Architectuur</strong>stad genereertbehalve een bouweconomie,ook toerisme, horeca, een hotelcultuur.Als gemeente willen we daareen samenhangende visie op hebben.Zelf kom ik uit de makelaardij, ikkijk graag naar de stad als geheel.Individuele gebouwen vind ik minderbelangrijk.In tegenstelling tot Amsterdam gaat ujuist dóór met bouwen. Maar het geldis beperkt. Welke keuzes maakt u?Architecten hebben het moeilijk.We kunnen hen alleen aan het werkhouden door te blijven bouwen.Daarom hebben we verschillendefinanciële maatregelen genomen. Teneerste de invoering van de erfpacht[zie kader, pag. 33], ten tweede dekeuzes op de lange termijn scherpdefiniëren, ten derde het naar vorenhalen van investeringen die tochmoeten gebeuren, zoals onderhoudaan scholen. Zo kunnen we veelmensen aan het werk houden. Eénwoning levert 1,6 arbeidsplaatsen opvoor twee jaar. Dat is best veel. Eris een overaanbod aan plannen. Erzullen hoe dan ook keuzes gemaaktmoeten worden. Het gaat met nameom gebieden als Feijenoord, IJsselmondeen Hoek van Holland. VoorRotterdam staat het binden vanRotterdammers aan de stad voorop.We willen die woningen bouwen waarvraag naar is. In Rotterdam zijn datvooral eengezinswoningen. Per gebiedwillen we de komende periode samenmet marktpartijen een prioriteringmaken. Het gaat dan niet zozeer omhet volledig schrappen van projectenmaar veel eerder om om faseren. Einddit jaar hebben we een gedetailleerdbeeld per gebied.U gaat er dus van uit dat de marktwel weer aantrekt?Ik zou nu wel de stelling aandurvendat het die kant op gaat. Crisis zorgter ook voor dat je met elkaar heelreëel bent, dat je de dromen aande kant zet. Zo’n crisis leidt ook totverbroedering. Bouwpartijen komendichter bij elkaar. Een gedwongenhuwelijk wellicht, maar er is geencowboygedrag meer.En de architecten?In mijn vorige periode 2006-2010heb ik met diverse architectengesproken. Er viel me een aantaldingen op: het is een gesloten werelden architecten hebben geen netwerk.Ik heb veel energie gestoken in eenMarktplatform. Er zijn verschillendemarktpartijen actief, die niet alleenonderling contact hebben, maar ookmet de bewoners van Rotterdam ende gemeente. Zij hebben het over deontwikkeling van de stad, hoe zij destad zien, waar wij als gemeente opmoeten letten. Daar heb ik hele goedeervaringen mee. Nog steeds pratenBouwen op Ambitie pagina 30 31


Erfpacht inRotterdamDe gemeente Rotterdam stelt 200miljoen euro beschikbaar om grotebouwprojecten alsnog van de grondte tillen.Daardoor blijft de woningvoorraadkomende jaren nog enigszins op peil.Ook levert de bouw extra banen opvoor bouwvakkers, metselaars, timmermannen,aannemers, makelaarsen architecten.Het geld komt niet uit de gemeentelijkeschatkist, benadrukt wethouderLucas Bolsius (financiën). Degemeente leent de 200 miljoen eurovan banken, die vanwege de crisisniet of nauwelijks bereid zijn geld teverstrekken aan projectontwikkelaars.Met de overheid willen ze nog welzaken doen, omdat die nog altijd’kredietwaardig’ is.De gemeente wil met de miljoenengrond kopen van ontwikkelaars, diezodoende weer over geld beschikkenom met de bouw van start te kunnengaan. De ontwikkelaars betalen danerfpacht voor de grond. Ontwikkelaarsdie woningen bouwen in plaats vankantoren hebben een streepje voor.Hoeveel en welke projecten de gemeentemet de 200 miljoen euro wilvlottrekken, wil wethouder HamitKarakus (wonen) niet zeggen. “Er isnog geen verdeelsleutel.’’Rotterdam zegt de enige gemeente inNederland te zijn die op deze manierde bouwsector tegemoet komt.Dit artikel is verschenen in hetAD/RD va 14 februari 2009Sander Hazevoet, Vitibuckarchitects: ‘De Open Oproep vormteen positief alternatief voor deopenbare prijsvraag. Een portfolioaanleveren kost minder tijd en gelden als je geselecteerd wordt weetje dat je een vergoeding krijgt voorhet schetsontwerp. Door de lagereeisen krijgen ook kleinere bureauseen kans.’we vier keer per jaar, maar architectenzitten daar niet bij.Vanwege die gesloten wereld?Deels. Startende architecten hebbenhet dubbel moeilijk, zowel qua financiënals met betrekking tot Europeseaanbestedingen. Startende archi­tecten hebben veel kennis in huis,maar weinig ervaring. Juist als jekennis en ervaring aan elkaar koppelt,zie je dat meer ervaren architectenbest bereid zijn om de jongeren meete nemen. Dat moet je in deze staddus regelen.In een Architectenplatform?Dat heb ik dus ook gezegd tegen dearchitecten. Ik heb hen beloofd dat ikhen in contact zou brengen met hetMarktplatform. Maar ze moeten welzelf het initiatief nemen.En komt er zo’n Architectenplatform?Nee. Als je het alleen aan dearchitecten overlaat, gaat het nietgebeuren. Wij hebben hen gevraagdzo’n platform op te richten. Wij willendat stimuleren, de eerste bijeenkomstorganiseren, maar dan moet het welworden overgenomen. Ik wil best die‘Er zijn veelvoorbeelden vanaanbestedingen waarhet echt mis is gegaanhier in de gemeente’aarzeling helpen overbruggen, maarze moeten het zelf doen.Een andere discussie in de stad zijnde aanbestedingsprocedures.Er zijn veel voorbeelden van waarhet echt mis is gegaan hier in degemeente. Hoe krijg je dat alsgemeente nu onder controle? HetStadskantoor is op bijzondere manieraanbesteed, met een commissie,met een programma van eisen vooreen duurzaam gebouw, vernieuwend.Aan de andere kant wilden weRotterdammers mee laten doen indit vraagstuk. Maar het beoordelenvan vier ontwerpen op de criteria, deprijs, de kwaliteit en de duurzaamheid,dat is zo eenvoudig niet voorleken. Rotterdammers konden kiezenvoor een ontwerp, maar uiteindelijkis het de 2e en niet de 1e keus van debewoners geworden. Omdat de eersteniet voldeed aan de randvoorwaarden,met name met betrekking tot duurzaamheid.Daar hebben we burgers inhun verwachtingen teleurgesteld. Datmoeten we een volgende keer andersdoen.Heeft zich sindsdien een nieuwe kansvoorgedaan om het beter te doen?Een geslaagd voorbeeld is het projectin de Wijnhaven.Er waren vijf ontwerpen die voldedenaan de criteria, en dus voor opdrachtgeverallemaal acceptabel waren.Wat gebeurde er vervolgens?De jury had de plannen beoordeeld,getoetst op haalbaarheid, en daarnasamen met de bewoners samen deeindbeoordeling gedaan. Ter plekkebij elkaar.En al die tijd werd er ook gewerktaan de <strong>Architectuur</strong>nota?Ja, we hadden al een aantal zaken ingang gezet, waaronder een participatieaanpak.Samen bouwen aande stad. Dat protocol is ook vastgelegd.Zo gaat het vaak: mensen zijngoed geïnformeerd, maar ze zijn hetachteraf toch niet eens met de gangvan zaken. Of mensen verhuizen,en hoe informeer je dan de nieuwebewoners? Een bouwontwikkelingduurt gemiddeld zeven jaar. Dus hoeorganiseer je draagvlak? We werkensamen met bewoners en ook metmarktpartijen. Dat werkt heel goed enleidt tot minder procedures.Gaat de <strong>Architectuur</strong>nota ook in opaanbestedingsprocedures?Ja, als je de kaders goed formuleert,dan stimuleer je ontwikkelaars omgoede architecten te zoeken. Eenontwikkelaar heeft ook belang bijkwaliteit. Ik geloof niet dat je je alsgemeente moet bemoeien met dearchitectenkeuze, maar ik zie tweesoorten architecten. Zij die zeggen datdingen gebeuren zoals zij dat willen,en zij die kunnen meedenken met deprojectontwikkelaar. Die laatste heeftde meeste kans de komende tijd.Flexibiliteit is belangrijk.Hoe selecteer je op flexibiliteit?Ja, da’s lastig, maar uiteindelijk selecteerthet zichzelf, want de architectendie niet willen meebewegen reddenhet gewoon niet. De groep architectendie open is en met beide partijen kanmeedenken, wordt steeds talrijker.Heeft u tot slot nog een boodschapvoor andere wethouders?Je moet helder zijn in wat je wilt enwaarop je gaat beoordelen. Als je je erinhoudelijk teveel mee gaat bemoeien,loop je vast. Als bestuurder moet jezorgen dat het proces goed loopt en datje je einddoelen formuleert. (IK/CJ] De RotterdamseOpen OproepIn haar architectuurnota maakt de gemeente Rotterdam zich sterk voorarchitectenselecties, waarbij ook jonge architecten en kleine bureaus eenkans maken op een opdracht. Een van de instrumenten die de gemeentedaarbij gebruikt, is een eigen variant van de door architecten geprezen OpenOproep van de Vlaams Bouwmeester. Een Open Oproep is in feite een meervoudigeopdracht met ontwerpvergoeding, voorafgegaan door een openbarevoorselectie die slechts wordt gemaakt op basis van ingediende portfolio’s.Rotterdam heeft het eerste pilotproject afgerond. Dit voorjaar riep degemeente beginnende architecten met affiniteit met duurzaamheid op omeen portfolio in te dienen om in aanmerking te komen voor een ontwerpopdrachtvoor een toezichtloge in het Dakpark. Uit de zeventig aanmeldingenselecteerde een jury 3 jonge bureaus voor het opstellen van een schetsontwerp:Eklund_Terbeek, Flat architects en Vitibuck architects. De opdrachtwerd verstrekt aan Vitibuck architects.Deze zomer volgde een tweede pilot. De gemeente vroeg beginnendearchitecten om zich, samen met ontwerpers en anderen die werkzaamzijn in een andere ruimtelijke discipline, aan te melden voor de opdrachtom een ontwerp te maken voor de vervanging van circa 65 langzaamverkeersbruggen.Een commissie kiest hieruit de visie en het schetsontwerpdat uitgewerkt zal worden. De technische uitwerking zal plaatsvinden insamenwerking met het ingenieursbureau van Gemeentewerken Rotterdam.Voor de tweede Open Oproep zijn inmiddels vijf partijen geselecteerd: FXRAmet trendwatcher Pauline Terreehorst, Olaf Gipser met landschapsarchitectKlaas Jan Wardenaar, MONADNOCK met beeldend kunstenaar GabrielLester, BYTR met landschapsarchitecten PVLA en Sprikk met stedenbouwersPOSAD. De vijf duo’s met de meest inspirerende en overtuigendeportfolio’s worden uitgenodigd voor een meervoudig onderhandse procedurevoor het opstellen van een ontwerpvisie en een schetsontwerp. Het resultaatis nog niet bekend. [MG/BT] Beeld: Vitibuck architectsBouwen op Ambitie pagina 32 33


De kunst vanhet opdrachtgevenSteunpunt biedt hulpsteunpuntWie wethouder wordt, is niet vanzelfsprekend meteen eengoede regisseur in de bouw en een professioneel gesprekspartnervoor de marktpartijen. Bestuurders hebben behoefteaan voorbeelden, aan elders opgedane kennis en ervaringen aan instrumenten om ontwerpers te kunnen selecteren.Het kiezen van een architect, al dan niet samen met eenontwikkelaar of bouwbedrijf, is zo oud als het bouwen zelf.Maar wet- en regelgeving veranderen. Nederland kentgeen werkelijke wedstrijdcultuur zoals die in andere Europeselanden al eeuwenlang gangbaar is en waarop nieuwearchitectuuropdrachtenontwerpwedstrijdenwetgeving kan voortbouwen. De tijd dat een opdrachtgevereen architectenlijstje op zak had voor het geval er eennieuwe school of een brug gebouwd moest worden, is allangvoorbij. Naar die tijd zou ook niemand meer terug willen; nugaat het om een transparante bouwcultuur, waarin eerlijkeconcurrentie mogelijk is. En om grote opdrachten, voor vaakbeeldbepalende gebouwen die tientallen jaren deel van degemeente uitmaken. Hoe kun je de gewenste ambities voorgoede architectuur afstemmen met wetgeving waarbij gelijkekansen voor de opdrachtnemers centraal staan?Aanbesteden is een relatief nieuw fenomeen. Ruim dehelft van de Nederlandse gemeenten heeft nog nooit eenarchitectuuropdracht Europees aanbesteed; de meesteanderen deden dat nog maar een enkele keer. Daar komtverandering in. De navolging van de aanbestedingsplichtzet de laatste jaren explosief door. Maar kennis en ervaringschieten nog vaak tekort - ook bij externe adviseurs dieworden ingeschakeld.De eerste vraag die gesteld zou moeten worden, is devraag of een opdrachtgever een plan zoekt - en dan gaathet om een prijsvraag - of een geschikt architectenbureau,eventueel samen met een projectontwikkelaar ofaannemer - en dan gaat het om een aanbesteding. Daargaat het al vaak mis: deze vraag wordt niet zelden overgeslagen.Een verkeerde start of een juridisch dichtgetimmerdprogramma levert niet alleen frustraties op bij allepartijen, maar leidt ook tot rechtszaken en niet geringedesinvesteringen. Al vijf jaar lang wordt 10% van deaanbestedingsprocedures voor architectuuropdrachtentussentijds afgebroken, dat staat voor de verspilling vanvele miljoenen aan publieke middelen. Dat het probleemniet zit in de wetgeving, maar in de omgang daarmee, iswel een algemene opvatting. Maar veel opdrachtgeversen architecten ervaren enerzijds de vraag om een goedontwerp en anderzijds de wens om juridische zekerheidals tegenstrijdig en zoeken hun toevlucht dan vooral in diezekerheid. Daardoor worden architecten beperkt in zowelhun concurrentiekansen als ondernemer, als in de ruimtedie zij als ontwerper nodig hebben. Bovendien is er voorhen ook sprake van een cultuuromslag. Met nieuwe systematiek,en met de behoefte van opdrachtgevers om eenbreder draagvlak te bereiken, is het ook niet meer vanzelfsprekenddat ontwerpen door uitsluitend door vakgenotenworden beoordeeld.Toch kan ook worden geconstateerd dat er voorzichtigsprake is van verbeteringen. De afgelopen vijf jaar waseen periode van gewennen en experimenteren, zo blijkt uitonderzoek van het Steunpunt <strong>Architectuur</strong>opdrachten &Ontwerpwedstrijden van <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong>. Er zijn steedsmeer goede resultaten. Het onderzoek Vijf jaar aanbestedenvan architectuuropdrachten is een van de vele acties die hetSteunpunt de laatste jaren heeft ondernomen, in afstemmingmet de Regiegroep Aanbesteden van de Rijksbouwmeester.Daaraan nemen de VNG en brancheorganisatiesvan ontwerpers en professionele opdrachtgevers deel.Op initiatief van <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong> is KOMPAS lightgemaakt, een handleiding voor het aanbesteden vanarchitectendiensten, waarmee gemeenten in staat zijn ombesluiten te nemen wanneer zij afwegingen moeten makentussen de prijs en de kwaliteit van de voorstellen van architecten.Het verloop van alle procedures wordt bijgehoudenop de website, die een schat aan informatie biedt aan alleopdrachtgevers. Het Steunpunt staat alle opdrachtgeversook de komende jaren belangeloos bij om hen te helpen,het aanbesteden te professionaliseren en op die manier bijte dragen aan het bouwen met ambitie. [CJ] www.ontwerpwedstrijden.nlOpdrachtgevers kunnen met alle vragen over architectuuropdrachtenbij het Steunpunt terecht.KOMPAS lightGebruikers kunnen inloggen op de handleiding, alle gegevensvoor hun procedure invullen aan de hand van praktischeaanbevelingen vanuit de praktijk, met een volledigaanbestedingsdocument dat tevens voldoet aan de actuelewet- en regelgeving als resultaat.Database aanbestedingenAlle aanbestedingen en prijsvragen voor architectuuropdrachtenworden bijgehouden van de aankondiging tot enmet de gunning.Vijf jaar aanbesteden van architectuuropdrachtenDit onderzoek biedt een overzicht van alle aanbestedingenvoor architectendiensten en voor werken met een ontwerpcomponentvan 16 juli 2005 tot 1 augustus 2010, die aangekondigdwerden op de Aanbestedingskalender en/of TED.Bouwen op Ambitie pagina 34 35


In NederlandExcursies in beeldIn Nederland wordt op vele plaatsenmet ambitie gebouwd. Bij Bouwen opAmbitie toonden tientallen wethoudersin heel Nederland de resultaten vanhun opdrachtgeverschap aan lokalebestuurders en raadsleden uit anderegemeenten. Zij lichtten toe hoe zij,samen met hun ontwerpers, tot dezeresultaten gekomen waren. De excursiesvertrokken overal in Nederland,van Zaanstad tot Enschede en vanGroningen tot Breda. Op weg naar hetlandelijke debat in Amersfoort haaktensteeds meer bestuurders aan. Zijspraken met elkaar over verdichtingen krimp, transformatie en herbestemming,particulier opdrachtgeverschap *en centrumontwikkeling. Zo leverdede oogst van de afgelopen jaren stofvoor de discussie over het hoe het nuverder moet in de komende bestuursperiode.Op de volgende pagina’s: eenimpressie van de excursies door pasafgestudeerde fotografen van de AcademieSt. Joost in Breda.* zie ook pag. 86 94Bouwen op Ambitie pagina 36 37


Sabine SchreuderExcursie Groningen Noordenveld Meppel AmersfoortPeter de KromExcursie Leeuwarden Heerenveen Zwolle AmersfoortBouwen op Ambitie pagina 38 39


Robert VerspuiExcursie Noordoostpolder Lelystad Almere AmersfoortTessa DekkerExcursie Enschede Voorst Apeldoorn AmersfoortBouwen op Ambitie pagina 40 41


Geisje van der LindenExcursie Breda Dordrecht Maarssen AmersfoortLoek BlonkExcursie Eindhoven ’s-Hertogenbosch Culemborg AmersfoortBouwen op Ambitie pagina 42 43


Eva KasbergenExcursie Amsterdam Hilversum AmersfoortRosa KijneExcursie Zaandam Haarlem Loenen AmersfoortBouwen op Ambitie pagina 44 45


Opening: RijksbouwmeesterLiesbeth van der Pol‘Pessimismeis meer eenbedreiging dangebrek aangeld. Ook eenkleine daad kaneen belangrijksignaal zijn.’‘Als lokale bestuurder moet u bouwen opambitie – en met minder geld. Uw opgave gaatover schoonheid. Besef dat u het ook voorkomende generaties doet. En dat schoonheidgoed is voor de economie van ons land. Het isvoor internationale bedrijven een reden om zichhier te vestigen.’‘We zijn niet gewend om echt àlle maatschappelijkealle kosten van bouwen in de wei teberekenen. Daarom lijkt het dat binnenstedelijkbouwen duurder is. In feite moet Nederland hetde komende periode hebben van projecten dieworden gerealiseerd binnen uw stad of dorp.’‘In het nieuwe kabinet zal architectuur deeluitmaken van de portefeuille van drie ministers.De Minister van OCW, Van Bijsterveldt,blijft eerstverantwoordelijke bewindspersoon.Minister Schultz van Infrastructuur en Milieugaat evenzo over het architectuurbeleid; derelatie met de ruimtelijke ordening, de wet opde architectentitel en het College van Rijksadviseurs.Onder minister Donner vallen dearchitectenselecties, kunstbeleid, monumentenbeleiden de rijkshuisvesting.’‘Het College van Rijksadviseurs blijft het kabinetadviseren over de nationale bouwopgaven, overlandschap, infrastructuur en cultureel erfgoed.Dat doen we op rijksniveau, maar ongetwijfeldkrijgen we daarbij ook te maken met bestuurdersbij provincies en gemeenten.’‘Het Nederlandse landschap vraagt erom datgemeenten samenwerken. Als je over windturbinesvan geval tot geval beslist laat je kansenliggen. Bij een samenhangende aanpak kan eenveel beter resultaat ontstaan.’‘Gebruik Kompas Light bij uw aanbestedingen,het kan u helpen om een goed opdrachtgeverte zijn. Maak ook gebruik van provinciale bouwmeesters,lokale architectuurcentra, kwaliteitsteamsen welstandsadviseurs. Benoemeventueel een stadsarchitect, zoals sommigegemeenten al hebben gedaan. Mobiliseer talentvoor uw mooie gemeente en help zo ons land eenpositie te geven in de wereld.’ Bouwen op Ambitie pagina 46 47


Goedearchitectuurkan elkeopdrachtgeververdragenInterview Francine Houben Mecanoo ArchitectenIn 2007 was er in Almereeen tentoonstellingover stadsbouwmeester te Delft, het als haarFrancine Houben. Bij taak om opdrachtgeverste prikkelen. Endie gelegenheid verteldeAdri Duivesteijn hoe hij nog steeds reikt haarvan haar had geleerd blikveld verder dandat ook sociale woningbouwkwaliteit kan ‘Er zijn nu veel kleinehaar eigen gebouwen.hebben. Nog steeds initiatieven, die zijnziet Francine Houben, misschien wel belangrijkerop dit moment danarchitect en directeurvan Mecanoo Architecten de grote projecten. Diegeven ruimte aan anderesamenwerkingsvormen,dat wordt de nieuwetijdgeest.’Francine Houben vertelt hoe datdestijds verliep met Duivesteijn.‘Ik was 25 en heel ergbezig met sociale woningbouwals serieuze ontwerpopgave. Ik moesteen lezing in Den Haag geven overhet Kruisplein in Rotterdam 1 . Ik zeiwaarschijnlijk dat ik de Haagse Schilderswijkniet mooi vond en toen riepiemand van achter uit de zaal: “Watis daar nou niet mooi aan?” Dat bleekAdri Duivesteijn te zijn, destijds bouwwethouder.De wijk was zijn projecten hij zag het resultaat als verdienste.Daarna zaten we in een café te pratenen besloten we dat ik hem zou latenzien wat goede sociale woningbouwis. Toen zijn we samen een dag op padgegaan. Voor hem is dat een belangrijkeeye-opener geweest voor zijn rolals opdrachtgever.’Niet dat Houben dat als een uniekegebeurtenis beschouwt. Als architectis het haar rol om nieuwe, mooiereoplossingen aan te dragen in debestaande omgeving. Om opgaven ‘opde agenda’ te zetten zijn opdrachtgeversvan groot belang. ‘Bouwen doe jeniet alleen. Als we al dingen teweeghebben gebracht, dan toch altijdsamen met de opdrachtgever. Petervan der Gugten is altijd belangrijkgeweest. Carel de Reus, John Wevers,Jan Doets.’ Maar wie neemt het overvan deze generatie vooruitstrevendeopdrachtgevers bij woningcorporaties,Bouwen op Ambitie pagina 48 49


ontwikkelaars en gemeenten? Eennieuwe lichting opdrachtgevers dientzich niet een, twee, drie aan.Met Mecanoo Architecten heeftHouben de inhoud van de opdrachtportefeuillezien veranderen. Dewoningbouwprojecten waarmee ze25 jaar geleden haar eigen bureaukon beginnen hebben plaats gemaaktvoor miljoenenprojecten in binnenenbuitenland. Van de bibliotheekin Birmingham (Engeland), via eentheater- en congrescentrum in LaLlotja (Spanje) tot een theatercomenwe zijn inmiddels aan de vijfdeminister toe. Het cultureel centrumdat we daar bouwen is een statementvoor de komende 25 jaar. Nu heeft dehavenstad Kaosiung agglomeratie van5 miljoen inwoners, straks wonen ernog veel meer mensen. Het theateren de opera worden op de toekomstgebouwd. De Aziatische landen zittenin een heel andere fase dan Europa.’De tijd van de grote projecten lijktin Nederland voorlopig voorbij. ‘Wehebben nu crisis, maar dat geeft ookruimte om te kunnen nadenken overwat echt van belang is. Niet alleenin Nederland, ook in Spanje barst dezeepbel van altijd weer bouwen. Erheerst een periode van rust, nadenkenen bezinning. Hoe gaan we om metduurzaamheid? Hoe kunnen we eenenergielandschap maken? Dan valt‘Wij zorgen ervoordat een plan gedragenwordt door alle politiekepartijen.’plex in Kaosiung (Taiwan). In elkland is de relatie met de opdrachtgeveranders. ‘In Birmingham hadde burgemeester een visie. Dat wede opdracht hebben gewonnen vanarchitecten als Foster en Rogerskomt doordat onze visie op bibliothekenhem het meeste aansprak. Deuiteindelijke opdracht kreeg vorm ingezamenlijk overleg. In Taiwan ginghet heel anders. Daar presenteren wevan tijd tot tijd de voortgang van onsproject aan de minister van Cultuurop dat de grote opdrachtgevers eenminder belangrijke rol spelen. Erworden natuurlijk nog steeds gigantischgrote projecten gebouwd, maarop dit moment zijn er veel kleineinitiatieven die even belangrijk.Projecten die veel meer over het levenop straat gaan. Zoals ondernemersin Rotterdam nu samenwerken aande herinrichting van het Deliplein.Nederland is een landschap meteen netwerk van steden. Die hoevenniet meer te worden uitgebreid,die moeten van binnenuit wordenverbeterd. Voor de transformatie vande bestaande stad is bottum up veelbelangrijker.’Daarin is alle ruimte voor opdrachtgevers.‘Ik vind dat in Nederlandeen unieke samenwerking bestaattussen publieke en private partijen.In Nederland kijken opdrachtgeversverder dan hun eigen grond. Menzegt altijd dat hier zoveel goedearchitecten zijn, maar dat komt ookdoordat er zoveel goede opdrachtgeverszijn. En in Nederland zijn bouwkostenen ontwerpkosten bovendienlager dan elders, dat maakt innovatiebeter mogelijk.’Maakt het dan uit dat wethoudersveel korter op hun plek zitten? Eengebrek aan continuïteit kan leidentot verbrokkeld opdrachtgeverschap,waarin de bestuurlijke aandachtverslapt of de architect op niet onprettige,maar wel onnatuurlijke wijze despil van het project wordt. Daarvanmerkt Houben niet veel in de praktijk.‘Nee hoor. Goede architectuurkan elke opdrachtgever verdragen.We weten dat we coalities hebbenin Nederland en dat er wisselingenzullen zijn. Dus zorgen wij ervoor dateen plan gedragen wordt door allepolitieke partijen.’ Ook in tijden vanfragiele coalities is dat niet problematisch.‘Over een periode van 50 jaar isdat verwaarloosbaar. Adri Duivesteijnheeft toch ook niet zelf zijn stadhuis inDen Haag afgemaakt? Is het gebouwdaar slechter van geworden? ‘Vanbelang voor mij is dat het gebouwgoed is, op zijn plek staat, goedgebruikt wordt. Uiteindelijk word ikgeassocieerd met het eindresultaat,niet de opdrachtgever. Dat is eengroot verschil tussen architecten enopdrachtgevers.’Na een korte stilte: ‘Ik vind ook dathet hoort bij de taken van een architect.We hadden hier vanmorgen hetgemeentebestuur van Delft op bezoekom het ontwerp van stadskantoor enstation te presenteren. Daar zit eenaantal nieuwe wethouders bij, henmoet je het plan zorgvuldig uitleggenen ik doe dat met veel plezier.’ (IK) 1Het prijswinnende ontwerp voor jongerenhuisvestingaan het RotterdamseKruisplein in 1985 leidde tot de oprichtingvan Mecanoo. TransformerenRijksadviseur voor het landschap Yttje FeddesLandschap verandert altijd, maar dat gebeurt niet overal inhetzelfde tempo. Mensen hebber er grote invloed op, maardat gaat niet altijd op dezelfde manier.In de 20e eeuw werden de IJsselmeerpolders drooggelegd.De rijksoverheid ontwierp het landschap en de bebouwingtot de kleinste details. Zo gaat het nu niet meer. Er wordt veelmeer beslist op regionaal en lokaal niveau. Het is een misverstandte denken dat lokaal bestuur zich niet hoeft bezig tehouden met de uitvoering van ruimtelijke plannen. In tegendeel,daar ligt een belangrijke taak voor de komende jaren.Nog steeds zijn er landschappelijke opgaven met een nationaalbelang. Denk aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie.Hier kan een prachtig landschapspark worden gemaaktaan de rand van de Randstad. Hoe gebeurt dat tegenwoordig?Het rijk laat een visie op hoofdlijnen ontwerpen.De uitvoering gebeurt in kleinere eenheden waarin bijvoorbeeldgemeenten en waterschappen aan zet zijn.Het nationale project Ruimte voor de Rivier is opgezet alspreventie tegen watersnood. Maar de gelegenheid wordtgebruikt om ook landschappelijke kwaliteit te versterken.De rijksoverheid formuleert de veiligheidseisen, lokalepartijen worden uitgenodigd om mee te denken over doeltreffendeen aantrekkelijke oplossingen.Samenwerking is ook de basis van regionale projectenzoals langs de kust van Zeeuws Vlaanderen. Slimmeallianties met recreatieondernemers helpen om verbeteringvan de kuststrook financieel haalbaar te maken. Hetregionale park Lingezegen tussen Arnhem en Nijmegenlaat zien hoe je in een periode dat er weinig geld is heelgoed een plan op hoofdlijnen kan maken, waarbij deoverheid het landschappelijk raamwerk voor zijn rekeningneemt (lanen, waterpartijen). Dan kan je andere partijenuitdagen om het plan verder in te vullen. Dat kan geleidelijken met een scala aan initiatieven. Het resultaat wordtzo waarschijnlijk veel interessanter dan wanneer je allesin één hand houdt.Voor gemeenten kan ook het landschapsontwikkelingsplaneen goed instrument zijn om de hoofdlijnen voor eenlangere periode te schetsen. Op die manier hoeft nietiedere wethouder bij nul te beginnen.De schaalvergroting in de landbouw, daar doe je alsgemeente niets aan. Maar een wethouder heeft welmogelijkheden om in te grijpen op de gevolgen van dieschaalvergroting. Want als een boer iets nieuws wil heeft hijgemeentelijke vergunningen nodig. Ook de vervanging vanin onbruik geraakte stallen en kassen biedt kansen. Je kunter dan voor zorgen dat nieuwe panden meer kwaliteit en eenbetere inpassing krijgen. Maar vraag je af of het altijd nodigis om iets nieuws neer te zetten. Het landschap knapt er ookvan op als af en toe bebouwing wordt opgeruimd. Bouwen op Ambitie pagina 50 51


HET TRANSFORMERENVAN GEBIEDENDebat Henk Deinum wethouder Leeuwarden, Andy Dritty wethouder Landgraaf, Eric Frijters FABRIC enTjerk Ruimschotel voorzitter BNSP o.l.v. Felix Rottenberg voorzitter <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong>Nederland is altijd in verbouwing. Stad en land veranderenvoortdurend. Maar niet langer zoals in de 20e eeuw. Werkenin het opgespoten zand maakt plaats voor aansluiten bijbestaande kwaliteit. Er is minder vanzelfsprekend, keuzenmoeten worden beargumenteerd. Hoe doe je dat alsbestuurder? Wat hebben ontwerpers te bieden?Bestaande gebouwen worden een probleem zodraleegstand leidt tot verloedering. Maar zelfs danhebben ze waarde. Al was het maar door de bijbehorendeverhalen en herinneringen. Maak optimaalgebruik van die waarden bij het zoeken van nieuwefuncties. Onderzoek de mogelijkheden met ontwerpers ensluit aan bij pioniers. Lokale initiatiefnemers zien kansenvaak eerder dan grote marktpartijen.Het gangbare beeld is, dat je bij een ontwerper moet zijnvoor een uitvoerbaar plan. Minstens zo nuttig is de inbrengvan ontwerpers in het voorbereidend onderzoek. Goedeoplossingen zijn pas mogelijk als opdrachtgevers enontwerpers de tijd hebben genomen voor het stellen vanvragen: wat is er aan de hand in de omgeving? Waar kanje bij aanhaken? Wat moet je vooral niet willen? Voor ereen definitief ontwerp komt is ontwerpend onderzoek eengoede manier om alternatieven af te tasten.Juist transformaties vragen om een grondige omgevingsanalyse.Bestuurders moeten over de grenzen van huneigen territorium heen kunnen kijken. Als de geschiedenisen het karakter van de streek in het geding is, levert eenregionale aanpak meer op dan een los initiatief. Probeerook dicht bij huis te blijven: wat betekent het plan voor deeigen bevolking?Het mooie van transformeren is, dat je kan voortbouwen opbestaande kwaliteit. Wie aansluit bij het bestaande heeftbovendien meer kans steun op te roepen in plaats vanweerstand. [DB] Bouwen op Ambitie pagina 52 53


Geen tijd voorde crisisInterview Egbert Stolk stedebouwkundige gemeente LansingerlandNa te hebben gewerkt bijeen particulier ontwerpbureau,twee provinciesen de TU Delft wordtEgbert Stolk in 2009 deeerste stedebouwkundige* bij de dan tweejaar jonge fusiegemeenteLansingerland. ‘Het waseen duik in het diepe’.Ruim anderhalf jaar laterkan hij terugkijken opeen drukke en vruchtbareperiode: ‘het is ééngrote reality check’.Om te beginnen: wat trof jeaan?Ik was de eerste stedebouwkundigein vastedienst en kwam te werken bij deafdeling Strategische Ontwikkeling.Na de fusie in 2007 werkten degemeenten vooral met huisadviseurs,externe ontwerpers die langere tijdmeeliepen. Veel gemeentebreedbeleid was nog in ontwikkeling, en datgold zeker ook voor stedebouw. Devacaturetekst sprak van een allroundstedebouwkundige. Ik werd dus eenmanusje van alles en schoof aan bijallerlei projecten. Inmiddels heb ikwel gemerkt dat er op veel plekken inhet gemeenteapparaat vraag is naarstedebouwkundige inbreng. Je kuntje niet beperken tot enkel stedebouwkundigeopgaven. Het scheppenvan de juiste kaders en beleid isbroodnodig om binnen planprocessenhouvast te hebben, anders voer je alsnel een achterhoedegevecht. Zo benik betrokken geraakt bij afdelingsoverstijgendbeleid.Wat merk je van de crisis in destedebouw? De laatste jaren is vaakgezegd, dat het vak is uitgeholden dat de band met de gemeenteverloren is gegaan.Hier in Lansingerland heb ik hetmeestal te druk om iets van een crisiste merken. De vraag naar stedebouwis groot maar ligt vaak niet direct aande oppervlakte, het kost tijd om dezevraag op tafel te krijgen. Het is danwel zaak dat het vakgebied voldoendevertegenwoordigd is in de organisatie.Dit is helaas niet voor iedereenvanzelfsprekend, in de ogen van velenzijn we verworden tot een ‘luxeartikel’.Ik vrees dat de nieuwe wet en regelgevingonder de WABO voor veel stedebouwkundigeneen koude douchegaat betekenen. Veel verondersteldestedebouwkundige kwaliteiten zijnsimpelweg niet houdbaar meer doorde mogelijkheden voor vergunningvrijbouwen. De impact van deze vorm vanniet stedebouwkundig gemotiveerdederegulering wordt vooralsnog nietbreed erkend als een van de grootste‘aanslagen’ op ons vakgebied.Als ik het goed begrijp ben je alsgemeentelijke stedebouwkundigeniet in de eerste plaats ontwerper.Maar wat ben je dan wel? Beleidsambtenaar?Je moet in ieder geval het ontwerpvakvan binnenuit kennen. Maar binnenLansingerland heb je geen eigenontwerpteam. Als de capaciteitbeperkt is, moet je kijken hoe je hetmeest kan bereiken. Hier betekentdat: werken als verbindende schakel,met het doel binnen projecten énde organisatie de meerwaarde vanstedebouw te laten zien. We hebbenspannende opgaven zoals hetnieuwe verkeersknooppunt Bleizoop de grens met Zoetermeer en deNoordas, het groene infralandschaptussen Lansingerland en Rotterdam.Door de beperkte capaciteit laat jejuist dergelijke projecten over aanexterne stedebouwers. De partnersmet wie je werkt betreuren dit vaakwel, nu is je rol beperkt tot op eenBouwen op Ambitie pagina 54 55


Mengenafstand meekijken. Supervisie bijgrote projecten binnen de gemeentelaat zich veelal beter uitbesteden.En je bent natuurlijk belangrijk alsopdrachtgever. Voor externe ontwerpersis het heel prettig om eenvakgenoot als gesprekspartner tehebben, en als gemeente houd je zode externen scherp. De interne rol vande gemeentelijke stedebouwer bij hetverbinden van beleidsterreinen is ietsanders. Dat moet je echt zelf doen.‘Beleidsambtenaar’ klinkt misschienwat stoffig, maar het opstellen vangoed beleid vraagt ook om eencreatieve benadering, dit wordt door‘visionaire’ ontwerpers wel eensvergeten. Uiteindelijk moeten visieslanden in bestemmingsplannen enflankerend beleid.gemeenten zo gaat. De afgelopentijd zijn we hier bezig geweest meteen ruimtelijke analyse van het helegebied, geen overbodige luxe voor eenfusiegemeente. Daarbij trekken we decultuurhistorie door tot het heden. Jemerkt dan, dat een heleboel gegevensover de ruimtelijke ontwikkelingenniet ter discussie staan. Als je datgoed opschrijft heb je een analysewaarop je allerlei onderdelen van hetgemeentelijk beleid kan baseren. Hetis hiermee een goede opmaat voor destructuurvisie Ruimtelijke Kwaliteiten ook kan de welstandsnota hierdoorbeknopter worden. De welstandsnotagaat dan over de waarderingen bij devastgestelde feiten. De noodzaak vooreen nieuwe welstandsnota hebben wezo aangegrepen om een breder doelte bereiken en voor te sorteren optoekomstig beleid.ment je die het beste kan borgen.Neem bijvoorbeeld het glastuinbouwlandschapin onze gemeente. Viawelstandsnota’s wordt vaak geprobeerdom kassen en bedrijfsgebouwenzoveel mogelijk in het landschap teverstoppen. Terwijl de sector zelf erjuist aan toe is zich beter te presenteren.En terecht, want wat zij doentrekt wereldwijd de aandacht, het iseen gebied waar Lansingerland trotsop is. Als gemeente moet je dat nietwillen verstoppen, het kan ook eenvisitekaartje zijn. Bovendien loop jealtijd achter de feiten aan. Je hebt hetover het bedrijventerrein van een zeerdynamische sector. Tegen de tijd dat jeiets hebt geregeld, is de markt alweertwee stappen verder.Hoogleraar vastgoedbeheer en -ontwikkeling TU DelftHans de Jonge‘Tegen de tijd dat jeiets hebt geregeld, isde markt alweer tweestappen verder.’Heb je een voorbeeld van beleidwaarbij je betrokken bent?Ik ben projectleider van de nieuwewelstandsnota die we samen met eenextern bureau aan het maken zijn.Tot dusver moesten we in Lansingerlandvoor ieder nieuw plan beginnenmet een aparte cultuurhistorischeverkenning. Ik denk dat het in veelAls je zo de nadruk legt op het belangvan juridische instrumenten voor destedebouw, misken je dan niet deroep om deregulering?Integendeel, door je te verdiepen indeze instrumenten kan je juist kritischkijken welke kwaliteit je met welkinstrument het beste kan regelen.Hierin selectief zijn is een vorm vandereguleren. Dit vraagt wel om eengoede samenhang in beleid. Bij dewelstandsnota is dit ook het uitgangspunt:zoek de dragende kwaliteitenen ordende principes van een gebieden kijk vervolgens met welk instru­Zelf ben je ook nogal dynamisch. Jegaat Lansingerland alweer verlatenvoor een promotieonderzoek vanuitde TU Delft in samenwerking met deprovincie Noord-Holland. Verdwijntdaarmee de functie van gemeentelijkstedebouwkundige?Nee, de functie blijft want er isduidelijk een grote behoefte aan deinbreng van een stedebouwkundigein de gemeente. Gelukkig heb ik datals pionier duidelijk kunnen maken.Maar er zijn nog vele stappen tezetten. 1 stedebouwkundige op 52.500inwoners zit een factor 4 à 5 onderhet gemiddelde. Gelukkig is men zichhier nu meer van bewust. En mijnvertrek naar de TU betekent niet datik uitgekeken ben op de gemeente.Mijn ervaring bij Lansingerland zalzeker een grote rol spelen in mijnonderzoek. En ik ben er zeker van datons vak juist op het lokale niveau eengrote rol te spelen heeft. We moetenals stedebouwkundigen niet te veelvluchten in de abstractie van grootsevisies. De ruimtelijke kwaliteit van hetland wordt in hoge mate bepaald dooreen optelsom van heel veel kleinebeslissingen. Daar moet je bij willenzijn. (DB) * Op verzoek van Egbert Stolk wordtstedebouw in dit artikel zonder tussen-ngeschreven.De brand die in 2008 het gebouw van de Bouwkundefaculteitin Delft verwoestte was een leerzame ervaring.Na drie dagen waren we weer aan het werk: in tenten enop andere faculteiten. Het blijkt dat je ontzettend veel kanin een korte tijd, ook als er weinig middelen zijn. Verderblijkt mengen met andere faculteiten inhoudelijk veel op televeren. We grijpen samen met de gemeente de gelegenheidaan om een eind te maken aan de scheiding tussenstad en TU-terrein.Bij de nieuwe start van de faculteit Bouwkunde speeltmengen een grote rol en niet voor niets. Het is een van deopgaven van deze tijd. Maar het vertrekpunt is een eeuwvan ontmengen, een principe dat ontstond in reactie op deindustriële revolutie. Nederland is de afgelopen 100 jaarvolgebouwd op basis van ontmenging en functiespecialisatie.In de 21e eeuw moeten we de zaak weer omdraaien.Dat moeten we doen binnen een grotendeels ontmengdland. De zeven miljoen m2 kantoorruimte die nu leegstaatis een voorbeeld van de erfenis waar we het mee moetendoen. Dat is complex en dat vraagt tijd.Bouwkundigen zijn gewend om 90% van de aandacht tegeven aan 1% van de stad: de nieuwbouw. Het antwoordop onze nieuwe behoeftes zullen we moeten vinden in degebouwen die er voor het overgrote deel nu al staan. Datkan, want het DNA van de stad zit niet in de fysieke structuur,maar in de gebruikspatronen. We weten daar nogweinig van, maar Saskia Sassen doet interessant onderzoekop dit gebied.Er is momenteel geen geld voor grote ingrepen. Bovendienis het huidige regeerakkoord omschreven als de wraakvan het platteland op de grote stad. Dat betekent tegen destroom in roeien, want bij mengen gaat het om stedelijkheidin hoge dichtheden. Daar wordt een mens sterker van.Samengevat: drie stellingen1 Mengen is vooral het gemengd gebruiken van eenontmengde voorraad2 Ontmenging die in een eeuw is ontstaan krijg je nietongedaan gemaakt in een decennium3 Menging wordt geholpen door:• Flexibele gedifferentieerde bottom-up benadering(vraag!)• Transformatie• Nieuwe formules met menging op gebiedsniveau• Meer generieke invulling op objectniveau Bouwen op Ambitie pagina 56 57


Landschapsarchitectenhebben de toekomstHET MENGEN VANFUNCTIESDebat Steven Adriaansen wethouder Roosendaal, Dennis Straat wethouder Zaanstad, Robert van Kats Blok Kats VanVeen en Friso de Zeeuw directeur nieuwe markten Bouwfonds / praktijkhoogleraar gebiedsontwikkeling TU Delfto.l.v. Felix Rottenberg voorzitter <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong>Industriële productie was gebaat bij afzonderlijke zonesvoor werken, wonen en recreëren. Ooit was de ruimtelijkeordening overzichtelijk. Maar de huidige kenniseconomiedraait juist goed in gemengde gebieden met verschillendesoorten activiteiten en woningen waar menseneventueel thuis kunnen werken. Het principe is duidelijk,de vraag blijft wat zich op welke schaal laat combineren.Het blijkt lastig om gemengde gebieden te realiseren.Want het is duur, de regelgeving werkt belemmerenden iedere koper en huurder wil een mengsel naar eigensmaak. Wat zijn de ingrediënten van de juiste mix?Op sommige plekken, zoals in de Zaanstreek, is mendicht bij het werk blijven wonen. Daar merk je, datde combinatie niet zonder problemen is, omdatbedrijvigheid ook hinder kan betekenen en omdat de wetbepaalt wat aanvaardbaar is, niet de betrokkenen zelf. Deregels die burgers moeten beschermen schieten inmiddelshun doel voorbij. De route naar meer gemengde gebiedenloopt via gevarieerde initiatieven van onderop. Met eenformeel instrument als het bestemmingsplan krijgt hetgemeentebestuur ontmenging niet op gang, daarmee kanBouwen op Ambitie pagina 58 59je hoogstens vastleggen wat niet de bedoeling is.Nergens worden zoveel plannen gemaakt als in Nederlanden nergens gaan er zoveel plannen niet door. Het voordeelvan magere jaren is dat er minder verleiding is om plannendoor een stapeling van eisen onuitvoerbaar te maken. Eris meer noodzaak om realistisch te zijn en te maken watverkoopt. Hoogwaardige woningbouw in het buitengebiedkan een verbetering brengen, maar dat is geen vrijbrief omhet resterende open landschap vol te bouwen. Combineerdit liever met het opruimen van overbodig geworden stallenen kassen.Daarnaast blijft de opgave om beter gebruik te maken vanlocaties binnen de bebouwde kom. Het is duidelijk dat erprocedurele en financiële belemmeringen zijn, maar ookontdekken gemeenten en marktpartijen dat de diversiteit vande stad veerkrachtiger is dan de monocultuur van tien jaarterug. Momenteel zijn de middelen voor grootschalige ingrepenbeperkt. Een goede aanleiding om ruimte te maken voorkleine initiatieven. Zo ontstaat een rijker palet aan opdrachtgeversdie samen een interessante stad maken. [DB] Veel vakgenoten in de ruimtelijke ordening voorzien eeningrijpende kentering in de bouwopgave. De tijd van groteuitleglocaties is voorbij, de focus komt te liggen op binnenstedelijkontwikkelen. Maar Friso de Zeeuw, praktijkhoogleraargebiedsontwikkeling TU Delft en directeur Nieuwe MarktenBouwfonds Ontwikkeling, waarschuwt voor een nieuwedogmatiek. “We moeten ons niet blindstaren op uitsluitendbinnenstedelijk ontwikkelen. Een deel van de opgave ligt nogsteeds buiten de rode contouren. Omdat dat goed vorm tegeven, hebben we vooral landschaps architecten nodig.”De Zeeuw deed die uitspraak tijdens de vijfde editie vanhet landelijke evenement dat <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong> organiseerdeaan het begin van elke nieuwe bestuursperiode in deNederlandse gemeenten. De bijeenkomst vond op 14 oktober2010 plaats in De Rijtuigenloods in Amersfoort en had alsthema Bouwen op Ambitie: wat komt er kijken bij bouwen opambitie en wie zijn daarvoor nodig? Naast wethouders warenonder meer architecten, stedenbouwkundigen, projectontwikkelaarsen consultants aanwezig.Discussie over binnenstedelijkVolgens de Zeeuw wordt er nog altijd te weinig geluisterdnaar de woonwensen van de eindgebruiker en heeft binnenstedelijkwonen lang niet bij iedereen de voorkeur. “Een testerke focus op binnenstedelijk is bovendien onbetaalbaar;laten we ons niet wentelen onhaalbare plannenmakerij.”Geld hebben overheid en markt komende jaren onvoldoende.Laten we in ieder geval de derde moeilijkheidsfactoraanpakken: het procedurele mijnenveld. Dat kunnen we welaanpakken. Zijn opvatting druist in tegen die van vakgenotenals Rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol, ook eenvan de spreeksters op de manifestatie. Van der Pol zet allekaarten op binnenstedelijk: “Binnenstedelijk bouwen is nodigom onze steden vitaal te houden, het landschap te sparen entegelijkertijd helpt het om onze ambities van duurzaamheidte verwezenlijken.” Het College van Rijksadviseurs brachthierover in januari nog een advies uit.Aantrekkelijk landschapDe Zeeuw denkt dat we met attractief bouwen buiten de rodecontouren, het landschap juist een kwaliteitsimpuls kunnengeven. “Niet elk open gebied is op dit moment even aantrekkelijk.Ik neem als voorbeeld de Duin- en Bollenstreek en stukkenvan het Groene Hart. Andere ‘donkergroene’ gebieden moet jejuist vrijwaren van verdere bebouwing.”Yttje Feddes, Rijksadviseur voor het landschap, gaf metvoorbeelden aan hoe nieuwe kleine buurtschappen kunnenworden ingepast in het bestaande landschapstructuur. Ook gafze voorbeelden van inpassing van megastallen. Volgens Frisode Zeeuw hebben we in het komende decennium de kennis enkunde van landschapsarchitecten waarschijnlijk harder nodigdan die van stedenbouwkundigen en architecten.Vastgoedinvesteringen minus 30%De economische crisis is volgens De Zeeuw een grote ontnuchteringvoor de Nederlandse planningsen ontwikkelpraktijk.“Jarenlang is er aan Sinterklaasplanologie gedaan, ambitieswerden voortdurend opgestapeld. Nergens ter wereld werdener zoveel plannen gemaakt als hier. Daar komt nu een eindeaan. Wij gaan naar een periode waarin het investeringsvolumein nieuw vastgoed naar mijn inschatting zo n 30%lager ligt dan wat gewend waren.”Verdere decentralisatie van de ruimtelijke ontwikkeling -zonder geld – staat helder genoteerd in het nieuwe regeerakkoord.De Zeeuw: “Gemeenten en provincies zijn samen metcorporatie s en commerciële marktpartijen meer dan voorheenop elkaar aan gewezen Hijgerig naar Den Haag kijken helptniet meer. Het komt vooral aan op de eigen bestuurskracht enhet eigen vakmanschap. Een goede zaak.”FunctiemengingMenging van functies was ook een thema dat tijdens demanifestatie aan de orde kwam. Het is bekend dat deindustriële productie gebaat was bij afzonderlijke zonesvoor werken, wonen en recreëren. Maar de huidige kenniseconomiedraait juist goed in gemengde gebieden metverschillende soorten activiteiten.Volgens Robert Kats van Blok Kats van Veen architectenzijn de meest geslaagde voorbeelden van functiemengingkleinschalig. “Het gaat om mensen die iets bijzonders willenrealiseren en zelf het initiatief hiervoor nemen. Mengingvan bovenaf opleggen heeft geen enkele zin.” Dennis Straat,wethouder in Zaanstad, vindt menging wel belangrijk maarwaarschuwt voor een maakbaarheidsideaal. Hij wijst opeen project in IJburg, toen Straat nog wethouder was vanStadsdeel Zeeburg in Amsterdam. “We wilden in alles in hetproject combineren: huur/koop, armer/welvarender, wonen/werken en de meest uiteenlopende leefstijlen. Maar achterafmoet ik concluderen dat het vooral een politieke keuze wasom deze menging door te voeren. De interactie tussen bewonersen bedrijven bleek minder sterk dan verwacht. Zodra zete grote contrasten in hun eigen achtertuin ervaren, krijg jegedonder.”Straat stelt wel dat we doorgeschoten zijn in de milieuregelgeving.“Ik weet zeker dat een bepaalde groep mensenbijvoorbeeld graag dicht in de buurt van een industriehavenwil wonen, vanwege het fascinerende uitzicht. Maar wonenwordt er door wettelijke geluidsnormen dan niet toegestaan.We moeten flexibeler met dit soort wetgeving om kunnengaan, om meer functiemenging mogelijk te maken.” Friso deZeeuw kon dit volledig onderschrijven. Verslag van Friso de Zeeuw opwww.gebiedsontwikkeling.nu/actualiteit/verslagen/landschapsarchitecten-hebben-de-toekomst


De goedkoopsteoplossing hoeft nietde beste te zijnInterview Marc Calon voorzitter AedesMarc Calon is sinds 2009 voorzitter van de verenigingvan woningcorporaties Aedes. Daarvoor was hijtien jaar lid van gedeputeerde staten in Groningenvoor de PvdA. Hij hoorde tot de initiatiefnemers vanBlauwe Stad en Meerstad, grote Groningse projectenvoor gebiedsontwikkeling op basis van samenwerkingtussen overheden en marktpartijen.Woningcorporatieshebben het niet makkelijk.De crisis heeft ookhen getroffen. Bovendienis er een roep om meer toezichten regulering. Wat betekent dat voorde rol van de corporaties de komendejaren en hun samenwerking metgemeenten?Niemand voorzag vijf jaar geledenwaar we nu zijn uitgekomen en ik zalje niet vertellen wat er straks gaatgebeuren. Maar ik weet wel wat ermoet gebeuren. Om dat toe te lichtenmoet ik iets over de achtergrondenvertellen. Nu hebben we een nieuwregeerakkoord, maar er liggen nogvoorstellen van de vorige ministerVan der Laan om de corporaties meerrichting overheid te laten opschuiven.Dat is het Haagse antwoord op incidentenin onze sector. De corporatieszelf vinden juist dat ze meer richtingmarkt moeten. Dat past ook beter bijhun oorsprong. Corporaties zijn nietdoor de staat opgericht, maar doorparticulieren. Na de Tweede Wereldoorlogwerd de overheidsinvloedgroot door de woningnood, maar inde jaren 80 en 90 werd duidelijk dathet subsidiesysteem niet houdbaarwas en koos de regering ervoor omcorporaties te verzelfstandigen. Datwas een goede beslissing. En hetwas een gigantische operatie. De 900corporaties waren op dat moment eensoort ambtelijke organisaties. Inmiddelsis het aantal gehalveerd en is deomslag gemaakt naar een bedrijfsmatigeaanpak. Dat daarbij dingenfout zijn gegaan is uitgebreid in hetnieuws geweest. Die fouten zijn nietgoed te praten en als corporatiesectorvinden we dat er streng toezicht moetkomen. Maar voor dat toezicht is hetniet nodig om de corporaties onderde overheid te brengen. Wij zijn ervan overtuigd dat we het best kunnenfunctioneren als private ondernemingenmet een maatschappelijkedoelstelling. Dat vraagt niet om reguleringdoor het rijk maar om prestatieafsprakenmet de gemeenten.Als corporaties private ondernemingenzijn, ontstaat de vraag wathet verschil is met commerciëleprojectontwikkelaars. De krantenlezerziet beide in de problemenkomen nu er minder vraag is naarkoopwoningen.Onze hoofddoelstelling blijft ommensen te huisvesten die de prijzenvan de vrije markt niet kunnenbetalen. Na het wegvallen van subsi­Bouwen op Ambitie pagina 60 61


Verbindendies konden corporaties een tijdlanggoedkope woningen aanbieden omdatde waarde van hun bezit steeg en zeverdienden aan de verkoop van anderewoningen. De crisis heeft laten ziendat dat kwetsbaar is. We staan nuvoor de opgave om veel goedkoperte werken. Onze kosten moeten metongeveer 20% omlaag. Dat vraagtook om goedkoper bouwen. Daarvoorbestaan reële mogelijkheden.In de bouw wordt jaarlijks ongeveer10% verspild door allerlei dommefouten. Het levert miljarden op als jedergelijke faalkosten weet te voorkomen.Daarnaast kunnen corporatieseen gunstiger prijs bedingen doormet bouwbedrijven afspraken temaken voor een langere termijn. Desamenwerking tussen corporatiesen bouwbedrijven leidt niet alleentot kostenvoordeel. Omdat je in eenvroeg stadium met elkaar nadenktover de beste oplossing wordt ook dekwaliteit beter.Vanuit Europa heeft men moeite omhet verschil te zien tussen corporatiesen commerciële aanbieders.Kennelijk is het voor de buitenwereldlastig om het Nederlandse systeemte snappen. Hebben de corporatiesdaar last van?De redenering in Brussel is datgezinnen die meer verdienen dan €33.000 per jaar niet armlastig zijn endus geen hulp nodig hebben bij hunhuisvesting. Daarom wordt geëistdat corporaties meer dan 90% vanhun woningen verhuren aan mensenbeneden die inkomensgrens. Intheorie is dat geen slechte redenering.Maar men vergeet dan de situatieop de Nederlandse woningmarkt:er is geen commercieel aanbod voormensen die net iets meer verdienen.Bovendien, als corporaties niet meermogen verhuren aan de politieagent‘Een van de successenvan ons systeem isdat Nederlandse wijkenveel gemengder zijndan die in andereEuropese landen.’of de verpleegster krijg je segregatie.Niet iedereen beseft het, maarNederlandse wijken zijn veel meergemengd dan die in andere Europeselanden. Dat is een van de successenvan ons systeem.De afgelopen jaren zijn corporatiesvoor gemeenten een aantrekkelijkepartner geweest, omdat zij bereidwaren te investeren in wijkvoorzieningenals brede scholen. Is dat nuverleden tijd?Kwaliteit blijft essentieel, ook als wegoedkoper moeten bouwen. Sinds debouwfraude is er erg veel aandachtvoor concurrentie op prijs, maar datwerkt korte termijn denken in dehand. Woningen staan er voor dertigjaar of langer. Als je het op die termijnbekijkt hoeft de goedkoopste oplossingniet de beste te zijn. In Groningenzeggen we “als het geld spreekt moethet geloof zwijgen”. Het gaat verkeerdals er door de focus op kosten enefficiënt werken geen aandacht meeris voor het maken van mooie dingen.Corporaties zijn er ook voor de leefomgevingen daarvoor is architectuurbelangrijk. Toch kunnen gemeentener niet van uitgaan dat corporatieswel zullen bijspringen. Dat is in hetverleden te makkelijk gegaan. Decorporatiedirecteuren van dit momentzijn een stuk zelfbewuster, die latenzich niet meer als geldschietergebruiken. Dat komt ook omdat zezelf veel meer onder druk staan. Jegaat vaker zien dat corporaties neeverkopen. Zoals bij de Campus vanSpaanse architect Calatrava in Maastricht.Een fantastisch mooi projecten de gemeente heeft graag dat hetdoorgaat. Maar voor de corporatie ishet niet te verantwoorden en die trektde stekker eruit. Dat is een gezondeontwikkeling want kwaliteit kan nietuitsluitend door de corporatie wordenbetaald. De komende tijd wordt wellastig omdat de gemeenten financieelin het nauw zitten terwijl decorporaties hun eigen bedrijfsmatigeproblemen moeten oplossen. Van diecombinatie word ik niet vrolijk. Positiefis wel, dat we met de gemeentengrotendeels op één lijn zitten als hetgaat om de aanpak van het woonbeleid.Dat moet je niet op rijksniveauwillen regelen maar per regio, wantde woningmarkt is regionaal.Een laatste opmerking. Ik baal ervandat de crisis de gebiedsontwikkelingeen knauw heeft gegeven. Ik vindde integrale aanpak die in de jarennegentig ontstond nog steeds erggoed. Voor het eerst keken we toennaar de combinatie van woningbouwmet natuur, water, werk, energie,recreatie, mobiliteit, het hele pakket...Je merkt nu dat iedereen zich weerterugtrekt op zijn specialisme. Datgaat ten koste van het resultaat voorde lange termijn. (DB) Gedeputeerde provincie Gelderland Co VerdaasInmiddels werk ik bijna tien jaar in het openbaar bestuur. Eerst als lid van de TweedeKamer en nu als gedeputeerde in Gelderland. In deze periode ben ik er van overtuigdgeraakt dat iedereen die de publieke zaak wil dienen in staat moet zijn om verbindingenaan te gaan. Die overtuiging is gebaseerd op gemiddeld één leerervaring perjaar. Ik hoop dat gemiddelde vol te houden.Door voorbeelden uit mijn eigen praktijk wordt dit een persoonlijk verhaal. Ik kanme alleen met anderen verbinden als ik ook iets van mezelf laat zien. Dat is lastig ensoms ook risicovol, maar ik kan en wil niet anders. Ik heb geen recepten. Sommigemensen worden daar chagrijnig van. Die blijven maar vragen om puntenlijstjes.Maar wie houvast zoekt buiten zichzelf, in lijstjes of recepten, die is waarschijnlijkslecht in verbinden. Dus wie na lezing chagrijnig achterblijft met het gevoel ‘nu weetik nog niet hoe het moet’, die weet nu hoe dat komt. Dit zijn mijn negen anekdotes:Bouwen op Ambitie pagina 62 63


1. Stel grenzenGeruime tijd geleden werd ik benaderd door een inwonervan Apeldoorn. Hij was boos en wilde dat ik als gedeputeerdeeen brief schreef aan minister Camiel Eurlings methet verzoek de vliegroutes van Schiphol te verleggen. Erwas te veel hinder. Ik heb het even op me in laten werken entoen een helder antwoord teruggeschreven: ik ben er vooralle Gelderlanders, ik moet mijn inzet goed prioriteren en degeluidhinder van Schiphol in Apeldoorn staat onderaan mijnlijstje. Het antwoord viel uiteraard niet in goede aarde, maarhet zette wel een punt. Tot hier en niet verder.De standaardreflex is om mensen te bedienen en zo’nbrief aan de minister wel te sturen. Wat kost nou immerseen brief? Nou, dat kan ik u vertellen. Zeer recent werdik uitgenodigd door het ministerie van Verkeer en Waterstaat.Ze wilden in Apeldoorn met een aantal bewonersnog een keer om de tafel om uit te leggen hoe de routesvan en naar Schiphol lopen. Ze zochten nog een onafhankelijkvoorzitter met gezag, of ik die rol wilde pakken.Uiteraard heb ik bedankt voor die eer en ze Felix Rottenbergaanbevolen. Verbinden is ook bepalen tot waar je jemet wie wilt verbinden.2. Neem verantwoordelijkheidOngeveer twee jaar terug stonden we op het punt eenoude asfaltcentrale nabij woningen in Wageningen teverplaatsen naar een industrieterrein te Arnhem. Voor deleefbaarheid in Gelderland een forse vooruitgang. Uiteraardmaakten de omwonenden in Arnhem zich zorgen, zijverwachtten een oude vieze stinkfabriek, geen hypermodernecentrale. Als provincie hadden wij vooral een bemiddelendeen subsidiërende rol.Op een bewonersavond kreeg ik als ‘gezicht’ van dezeoperatie de wind van voren. Door mij zouden de bewonersen hun kinderen kanker krijgen. Het ging er zeeremotioneel aan toe. Mijn antwoord, intuïtief en tegen alleadviezen in: ‘Dat klopt, ik ben 100% verantwoordelijk,maar mag ik nu iets vertellen?’ Kort legde ik uit dat ik ervoor alle Gelderlanders ben en dat een hypermodernecentrale op een industrieterrein in Arnhem te verkiezen isboven het laten voortduren van de situatie in Wageningen.En ja, een wereld zonder asfalt… (de meeste mensenwaren natuurlijk met de auto gekomen). Een van de bewonerszei daarop: ja, als u het zo stelt, dan kan ik daar welinkomen. Alle boze energie liep als lucht uit een ballon.Als ik het formeel juiste antwoord had gegeven, namelijkdat wij alleen geld bijdragen, dat de gemeente het bestemmingsplanmaakt, et cetera, dan weet ik zeker dat deavond anders was verlopen. Verbinden betekent hier dat ikde zaak een gezicht gaf, een persoon waartegen men zichkon afzetten. Pas dat maakte een verder gesprek mogelijk.3. Wat is de vraag achter de vraagOp een dag komt een wethouder uit de Achterhoek mijvragen of het lokale bedrijventerrein mag worden uitgebreid.Omdat we net bezig zijn met een visie op bedrijventerreinenen gebleken is dat er veel te veel terrein op voorraad is,ben ik snel klaar: neen, dat gaan we niet doen. Maar ik bengeen bestuurder geworden om ‘neen’ te verkopen. Ik wil dusweten waarom die vraag gesteld wordt. Ik krijg het volgendeantwoord: in een kleine kern is een monteur die voorzichzelf is begonnen zo goed bezig dat de garage te kleinwordt. Hij krijgt er mensen bij, moet materiaal opslaan, etc.Kortom, de ondernemer vraagt aan de wethouder of ie eenhal op een kaveltje mag zetten. Nou, zegt de wethouder,ik denk niet dat het van de provincie mag, maar ik zal heteens gaan vragen. Neen, zegt de gedeputeerde. Maar als ikvervolgens het verhaal achter de vraag hoor zeg ik natuurlijkdat deze succesvolle ondernemer recht heeft op eenmooie plek. Maar er staan in die kern toch ook wat winkelpandenleeg? Waarom trekt ie daar niet in? Scheelt weerwat groene ruimte en het verhoogt de leefbaarheid in dekern. Mag dat dan, zo luidt de tegenvraag. Van mij wel, zoluidt mijn antwoord. Iedereen tevreden, eind goed al goed,maar het houdt me nog lang bezig dat door onze focus opprocedures, gewoon nadenken niet vanzelfsprekend is. Zorgaltijd dat je verbonden bent met de eigenlijke vraag. Achterieder verzoek, achter iedere zorg zit een mens met angst,hoop en emotie.4. Neem stelling, vindt ietsToen ik net gedeputeerde was, kwam in mijn commissieRuimte een hele boze man inspreken. De provincie bakteer niks van, werkte tegen, etc. Ik was verbaasd geïrriteerden vond het ook niet handig. Ik wist immers vanniks, waarom had hij niet eerst contact met mij gezocht?Gelukkig kwam ook bij me op, dat de nood wel heel hoogmoest zijn als iemand mij meteen tot vijand maakte. Dustoch maar even het dossier doorgenomen. Het ging om hetvolgende. Een agrariër wilde stoppen met zijn bedrijf, eenmooi landhuis bouwen en zijn gronden in een landgoedomzetten, toegankelijk voor eenieder. Maar ja, het betrofhier wel waardevol cultuurhistorisch landschap met rivierterpen.Er werden dus de nodige eisen aan inpassing enontwerp gesteld. De overheid bleef maar vragen stellen ensuggesties doen en nooit was het goed genoeg. Toen ik datwist werd de boze onhandige man iemand waar ik sympathievoor kreeg. Ik heb de betreffende ambtenaar gevraagddiens ideale ontwerp op papier te zetten. In mijn ogenkonden er dan twee dingen gebeuren: ofwel de agrariërzou zeggen, prima, doe ik het zo. Ofwel je raakt in dialoog.En dan gebeuren er soms ook mooie dingen. Tja, dat wastoch wel lastig, want dan namen we ook verantwoordelijkheidvoor het eindresultaat.Natuurlijk speelde op de achtergrond mee dat een anderedeskundige helemaal niet wilde dat er een nieuw landhuiskwam. Een nieuwe terp was not done. Ik zit daar rekkelijkerin. Als men 500 jaar geleden een terp maakte om drogevoeten te houden, waarom zou dat nu niet meer kunnen? Ikben poolshoogte gaan nemen en heb ter plekke de knoopdoorgehakt. Niet helemaal mijn stijl, maar ik voelde ik megesteund door het feit dat de agrariër in kwestie jaren daarvooral de helft van zijn bedrijf had ingeleverd voor natuurontwikkeling.Je mag als samenleving niet overvragen.Hier ligt het verbinden dus in het vermogen iets te vinden.Durf je te verbinden aan het resultaat in plaats van alsvragensteller langs de kant te blijven staan.5. Op tijd opschalenIk ben heel erg voor dialoog en gesprek, maar slechtsweinigen beheersen de kunst van het op tijd stoppen - ofje nu als raadslid, ambtenaar, ondernemer, betrokkenburger, wethouder of wat dan ook in dialoog zit over eenproject, een plan, of wat dan ook. Schaal op tijd op en stopop tijd. Als je er na een jaar open planproces nog niet uitbent, dan is de kans dat het na drie jaar wel is gelukt nietheel erg groot. Op een kleiner schaalniveau: als je het nadrie gesprekken nog niet met elkaar eens bent, ben jedat waarschijnlijk na tien gesprekken ook niet. Herken enerken dat het zo is. Breng de beslissing met alle nuancesdan ook naar het podium waar ie uiteindelijk genomenmoet worden.Verbinden is dus niet blijven praten tot iedereengefrustreerd is. Op tijd stoppen met het goede gesprekverbindt ook.6. Soms is kiezen belangrijker dan dekeuze zelfAl meer dan tien jaar werd in een kleine kern gediscussieerdover de nieuwe rondweg. Links of rechts om hetdorp heen. Het dorp was zwaar verdeeld, logisch. Iedereenwilde van de weg door het dorp af, maar de nieuwe routehet liefst zo ver mogelijk van de eigen woning. De tribunevan de Statenzaal was gevuld met vertegenwoordigers vanbeide kampen. In een debat dreigde de Staten wederomom nieuw onderzoek te vragen, met als logisch gevolg,weer uitstel, nog meer frustratie en een schisma in eenooit zo hechte dorpsgemeenschap. Mijn appèl op deStaten was dat nog meer onderzoek het antwoord nietdichterbij zou brengen. Wilde het dorp verder kunnen,dan was inmiddels elke keuze een goede. Natuurlijk hadhet College een voorkeur, maar elke keuze zou hoe danook beter zijn dan nog meer uitstel. Het is een utopie, tedenken dat je het iedereen naar de zin kan maken. Juistvoor deze conflicten is de politiek uitgevonden. Gelukkigwerd er gestemd en kwam er een variant uit. Ik zag deopluchting op de tribune, ook bij diegenen die liever deandere route hadden gezien. Het dorp wist waar het aantoe was en kon eindelijk weer als gemeenschap gaanopereren.Hier is het verbinden erkennen dat niet alles met elkaarin een ideaal verbonden kan worden. Mensen hebbenrecht op helderheid. Zorgvuldigheid met als achterliggendmotief de keuze uitstellen is destructief.7. Zoek de zwijgende meerderheid opOok ik heb de neiging de mensen die met hun vragenen zorgen vooraan staan het meeste aandacht te geven.Maar vergeet nooit de zwijgende meerderheid. Zoeknaar manieren om die te activeren en ze te wijzen op hunbelang. Mijn anekdote hierbij zet ik omwille van de gevoeligheidniet zwart op wit.Maar verbind je ook met de anonieme zwijgende meerderheid.Waarom zou hun opvatting minder waard zijn dan dievan de mensen die zich wel roeren?8. Spreek mensen aan op hunburgerschapOoit ben ik als ambtenaar helemaal uit mijn rol gevallen.Het ging over een straat waar meer verkeer doorheen zoumoeten. Daarvoor zouden ook parkeerplaatsen wijken. Hetwas een welgestelde buurt, veel tweeverdieners met vaakook twee auto’s. De hele straat, zo leek het, was tegen hetplan van de gemeente. Op de gebruikelijke inspraakavondkon ik mijn emoties uiteindelijk niet meer de baas. Ik vondhet irritante verwende klootzakken. Er mocht geen enkeleauto extra door hun straat rijden en ze wilden allemaalvoor de eigen deur kunnen parkeren. Wat dachten ze welniet. Dus riep ik tegen de zaal: ‘En waar rijden jullie danmet jullie auto’s? Wonen daar geen mensen?’ En nog eenpaar dingen die ik liever niet herhaal. Als ambtenaar viel ikuit mijn rol, maar de wethouder steunde me, de zaal piktehet en de meeste mensen bleken uiteindelijk toch welverantwoordelijkheid te willen nemen, nu ze er zo direct opaangesproken werden. En, het luchtte lekker op.Hier is verbinden gelegen in elkaar serieus nemen. Als jemensen als verantwoordelijke burgers benadert scheid jede zeikerds van de mensen die verder kijken dan hun eigenparkeerplaats.9. Goed opdrachtgeverschapWe hebben onszelfovergeorganiseerden geprotocolleerd.Daarom kunnenmeeste opdrachtenalleen de eindstreephalen als heel veelenergie is gestopt inhet doorlopen vande juiste procedures.Maar ontwerpen iseen vak, sommigenzijn daar beter indan anderen. Eengoede opdrachtgeveris essentieelvoor wie mooiezaken wil creëren.Zo heb ik thuis eenhandgemaakte kast voor mijn tv en stereo, waarbij ikmeubelmaker Marko de Kok de vrije hand heb gegeven,simpelweg omdat ik hem vertrouw en weet dat ie mooiemeubels maakt, die passen bij de persoon en zijn interieur.De kunst van het creëren vraagt om vertrouwen enruimte en ja, dat betekent ook enig risico lopen.Durf je te verbinden met mensen die iets beter kunnendan jijzelf. Dat geldt eigenlijk voor iedereen. Je geeftmeer weg, maar er wordt je ook meer gegund. Ik vind datde mooiste manier van verbinden, trots mogen zijn op eenresultaat omdat je een ander vertrouwen hebt gegund enruimte hebt gelaten. Een mooier cadeau is in ons werknauwelijks denkbaar. Bouwen op Ambitie pagina 64 65


HET VERBINDENVAN MENSENEN GROEPENIN DE SAMENLEVINGDebat Arno Brok burgemeester Dordrecht, Mirjam Barendrecht wethouder Amersfoort, Bjarne Mastenbroekvoorzitter BNA, Marco van Zandwijk Nederland wordt Anders en Erik Staal voorzitter Raad van Bestuur Vestiao.l.v. Felix Rottenberg voorzitter <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong>De verkiezingen stonden in het teken van het ongenoegen.Er zijn tegenstellingen te over: tussen bestuuren bevolking, tussen deskundigen en ‘gewone’ mensen,tussen de grachtengordel en de rest, tussen cultuur endagelijks leven. De kloof leek groot. Nu is het de opgaveom tot verbindingen te komen. Ruimtelijke projectenvragen om partners die met elkaar en met de bevolkingiets goeds willen maken. De markt en de overheidhebben elkaar nodig en samen kunnen ze niet zonderontwerpers. Producenten moeten bereid zijn te lerenvan consumenten, professionals van culturele vernieuwers.De nodige verbindingen ontstaan niet vanzelf, delokale politiek moet de ambitie hebben om de noodzakelijkeschakel te vormen.In Amersfoort bestaat nu al de helft van de beroepsbevolkinguit zelfstandigen zonder personeel. Datmaakt het mengen van wonen en werken vanzelfsprekenderdan in industriële gebieden. DiezelfdeZZP’ers hebben ook behoefte aan trefpunten buitenshuis,waar nieuwe netwerken ontstaan. De gemeentekan dat stimuleren door plekken die later een definitievebestemming krijgen vrij te geven voor tijdelijk gebruik.De dragers van de kenniseconomie zijn vaak individualisten,maar ze vormen een groep die je als bestuurderkan uitdagen om bij te dragen aan de discussie over detoekomst van de stad.Bij bouwprojecten komt de keerzijde naar voren vanwerken met een groot aantal kleine zelfstandigen: hetoverzicht dreigt verloren te gaan als architecten geen deverbindende schakel kunnen zijn.Brede scholen kunnen de buurt bij elkaar brengen, maarze zijn lastig te bouwen vragen om professioneel opdrachtgeverschap.Tot dusver zijn schoolbesturen en gemeentennog te vaak bezig om het wiel opnieuw uit te vinden.Professionaliteit is nodig, maar ook aansluiting bij omwonenden.Mobiliseer hen in een vroeg stadium. Stimuleerdat zij actief meedenken over de toekomst van de wijk.Geef hen de kans opdrachtgever te worden voor huneigen woning.Er is geen behoefte aan wethouders die denken in proceduresen risico’s willen vermijden. Verbinden vraagt ombesturen, creatief naar oplossingen zoeken.Bestuurders hebben te maken met klagers, maar er zijnook mensen die iets willen. Door ontwerpers in te schakelenkan de politiek helpen die ambities vorm te geven.Het is niet langer mogelijk resultaten tot in detail teplannen. Het moet flexibeler, met meer ruimte voor informeleen tijdelijke initiatieven. Maar het is geen kwestie vandoen wat de mensen willen. Kwaliteit ontstaat ook niet uitspontaniteit alleen. De bestuurder moet de ambitie hebbeneen visie op het geheel te formuleren. [DB] Bouwen op Ambitie pagina 66 67


De tijd van grotenieuwbouwwijkenis voorbijInterview Mirjam Barendregt wethouder AmersfoortMirjam Barendregtis sinds mei 2010wethouder in Amersfoortmet de portefeuilleRuimtelijke Ontwikkelingen Projecten,Cultureel klimaat enStadshart. Daarvoor waszij twaalf jaar lid van degemeente raad en vierjaar afdelings voorzittervan D66 Amersfoort.Aan het einde van de vorigegemeenteraadsperiode,begin 2010, hield <strong>Architectuur</strong><strong>Lokaal</strong> een enquêteonder de toenmalige wethoudersruimtelijke ordening. Als belangrijkeverandering in de afgelopen periodenoemden zij het groeiend belangvan contact met de bevolking overallerlei projecten in de stad. U bentdaarna begonnen als wethouder inAmersfoort. Hoe belangrijk is ditrechtstreekse contact voor u?Het sluit naadloos aan bij mijn werkals raadslid de afgelopen 12 jaar. Ikheb steeds geprobeerd om initiatievenuit de bevolking verder te helpen.Als raadslid kan je vaak een nuttigesteun in de rug zijn. Dat speeldebijvoorbeeld toen in Vathorst eenkunstenaar en een dominee met hetplan kwamen voor ‘De Kamers’, eenhuis voor cultuur en ontmoeting. Datvond ik een erg goed idee, zoiets vindje niet in iedere Vinexwijk. Bovendienfantastisch dat het niet doorde gemeente was bedacht, maardoor een paar betrokken bewoners.Toen de initiatiefnemers mij vroegenom hun adviseur te worden ben ikdaar ingedoken en is het gelukteen startsubsidie te organiseren.Het project is er nog gekomen ook,in 2007 werd De Kamers geopenddoor prinses Máxima. Een andervoorbeeld van een plan dat wordtontwikkeld met actieve inbreng vanbewoners is de toekomstige herontwikkelingvan terrein van ziekenhuisDe Lichtenberg. Daar hebben wevia een motie in de gemeenteraadgestimuleerd dat buurtbewonersmet een eigen stedenbouwkundigezelf plannen voor het gebied ontwikkelen.En de Wagenwerkplaats waarhet debat ‘Bouwen op Ambitie’ werdgehouden kon behouden blijven dooreen burgerinitiatief. BuurtbewoonsterJoke Sickmann maakte zich zorgenover verwaarlozing van het industrieelerfgoed toen de Wagenwerkplaatsleeg kwam te staan. Sinds zij zich hierdruk over ging maken is er weer volopontwikkeling op deze plek. Zij wistwat ze wilde, maar had behoefte aanadvies over de aanpak. Ik ben blij datik haar heb kunnen helpen. Ook in ditgeval was steun vanuit de gemeenteraadweer belangrijk.Wat ook de kracht van burgerinitiatievenis, voor financiële middelenmoet je ergens anders zijn. Hoe gaatdat de komende tijd in Amersfoort?Marktpartijen zijn terughoudendgeworden en de gemeente zelf moetbezuinigen. Komt er straks nog weliets van de grond?Deze gemeente heeft gelukkig nogmogelijkheden om plannen te realiseren.Wij kunnen profiteren van onzeBouwen op Ambitie pagina 68 69


centrale ligging in een mooi gebied.Amersfoort blijft een stad waar veelmensen graag wonen en werken. Dathet minder snel gaat dan een paarjaar terug heeft ook voordelen, dankrijg je een meer organische ontwikkeling.Maar denk niet dat alles stilligt. Hier vlak in de buurt van hetgemeentehuis gaat binnenkort deschop de grond in voor een uitbreidingvan ons Stadshart op het Eempleinmet een bioscoop, winkels, woningen,parkeerruimte en culturele functies:bibliotheek, scholen in de kunst enpoppodium. Dat plein moet ook eenlevendige openbare ruimte worden.Een paar weken terug werd de laatstestand van de plannen voor dit gebiedbesproken in het <strong>Architectuur</strong>café. Jemerkt dan dat er erg veel belangstellingis, zowel van architecten als vanstadsbewoners.De gevolgen van de crisis lijken hierdus mee te vallen. Betekent dat doorgaanop de automatische piloot bij deontwikkeling van nieuwe plannen?Het wordt wel degelijk anders. Detijd van de grote nieuwbouwwijkenis voorbij. Niet alleen omdat Amersfoortzijn grenzen heeft bereikt, wezijn ook meer waarde gaan hechtenaan groen en open ruimte. Dus zalje een veel beter gebruik moetenmaken van de bestaande stad. Er zijnbijvoorbeeld kansen bij bedrijventerreinKop van Isselt. Dat is nu eengebied zonder veel allure, maar hetheeft wel een prachtige ligging aan deEem. Daarvan kan je gebruik makenom het gebied een meer gemengdkarakter te geven. Zo voeg je echt ietstoe aan de stad. Dat kan de gemeenteniet alleen. Op een bedrijventerreinmoet je zien de ondernemers meete krijgen. Door een begin te makenwaar we zelf eigenaar zijn kunnen weook andere initiatieven stimuleren.Deze gemeente heeft de ambitie omwonen en werken beter met elkaarte verbinden. In Amersfoort is debehoefte daaraan erg groot, wantde helft van onze beroepsbevolkingbestaat uit ZZP-ers.‘In Amersfoort bestaatde helft van de beroepsbevolkinguit ZZP-ers.’Amersfoort heeft in 2008 in depersoon van Noud de Vreeze eenexterne stadsarchitect aangesteld.Hoe staat het met kennis vanstedenbouw en architectuur bij degemeente zelf?Amersfoort heeft geen traditie van eenuitgebreid ambtenarenapparaat metveel eigen ontwerpcapaciteit. Ik vindhet voordeel van een externe stadsarchitectdat hij in de positie is om onsde spiegel voor houden. Overigens isdeze stad gewend om ontwerpers metzorg te selecteren. Het masterplanvoor onze laatste uitbreidingswijkVathorst werd gemaakt door AshokBhalotra en Adriaan Geuze. Eerderhad Bhalotra ook aan de wieg gestaanvan Kattenbroek. Daaruit spreekt datgoed ontwerp hier belangrijk wordtgevonden.Hoe verloopt in Amersfoort dediscussie over de toekomst van destad? In grote delen van het landspeelt ruimtelijke ordening nauwelijkseen rol in de aanloop naarde gemeenteraadsverkiezingen.Kennelijk valt er bij kiezers niet echtte scoren met dit thema.Reken maar dat er spannende discussiesontstaan als we meer binnen destad gaan bouwen. De kwaliteit vanstad wordt niet alleen bepaald door degebouwen die er staan. Naarmate jeeen gebied intensiever gebruikt, groeithet belang van de openbare ruimte.De meningen daarover zullen verdeeldzijn. Veel mensen denken bij eenprettige openbare ruimte aan groen,maar in een stedelijke omgeving zijner waarschijnlijk ook andere mogelijkheden.Ik heb aan onze stadsarchitectNoud de Vreeze gevraagd om speciaalaandacht te besteden aan dit onderwerpin de voorbereiding op de structuurvisie2030. Daarbij wil ik ook graagweten wat je in de ontwerpfase moetdoen om later in het beheer geen averijop te lopen. Met die StructuurvisieAmersfoort 2030 zijn we net begonnen.We hebben besloten een ‘3D kansenkaart’op te stellen om te onderzoekenwat de mogelijkheden zijn voor hoogbouwen ondergronds bouwen. Wantde vraag is, hoe alles wat we willenop het gebied van wonen, werken envrije tijd onder te brengen is binnen debeperkte beschikbare ruimte van destad. Waarschijnlijk wordt het nodigom de grond dubbel of driedubbelte gebruiken. In welke zones is datmogelijk? En welke gebieden willen wejuist groen houden en daarin verstevigen?Voor het gesprek daarovernodigen we maatschappelijke organisatiesuit, maar ook mensen die zichpersoonlijk betrokken voelen. Ik vinddat de gemeente open moet staan voorinitiatieven van onderop en omgekeerdmoeten mensen beseffen dat niet allesvan de overheid kan komen. Wie in eenleuke stad wil wonen, moet er ook zelfiets aan doen. (DB) Bouwen op Ambitie pagina 70 71


Bouwen op Ambitie pagina 72 73


Bouwen op Ambitie pagina 74 75


Werken aanMooi Nederlandvoor nu en laterU maakt hetverschil!Nederland is mooi. Denk aan oude en nieuwe steden, Hollandse vergezichten, polderland, bos en heide. Dat mooieNederland staat onder druk. Wonen, werken, natuur, recreatie en mobiliteit concurreren om schaarse ruimte. Zondereen goede planning verliest het landschap zijn glans. Er verdwijnt nog altijd nodeloos veel groen en open ruimte en erkomt te vaak lelijkheid voor terug. Het open landschap verrommelt: her en der verschijnen bedrijventerreinen, terwijlelders bedrijfspanden en kantoren leegstaan. Hoe mooi is Nederland morgen nog?Verrommeling ontstaat in het landschap wanneerveel verschillende partijen een kortetermijnbelangnastreven. Dan verschijnen losse ‘bedrijfsdozen’,campings, windmolens, autosloperijen inhet open landschap. Tussen 1990 en 2000 verdween 31.000hectare zeer open gebied door uitbreiding van bebouwing.Dit komt neer op een afname van 3,5%. Verrommeling istegen te gaan, door voor gebieden een doordacht ruimtelijkplan te maken. Hierin moeten alle overheden, bedrijven enparticulieren samenwerken.Bij het realiseren van ruimtelijke kwaliteit maakt dewethouder het verschil. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de velevoorbeeldprojecten bij gemeenten van het innovatieprogrammaMooi Nederland over de herstructureringen verhoging van de ruimtelijke kwaliteit van bedrijventerreinen;regionale samenwerking;Wilt u actief meedoen of meer informatie over devoorbeeld projecten? Kijk dan op:www.kennispleinmooinederland.nlNieuw: matchmaking opKennisplein Mooi NederlandHet Kennisplein Mooi Nederland is geheel vernieuwden een stuk interactiever geworden. Nieuw isbijvoorbeeld matchmaking. Wilt u een dag meelopenmet een andere ROprofessional of een keer in deschoenen staan van een ander om zo inspiratie op tedoen en van elkaar te leren? Dat kan! Iedereen kanmeedoen. Van politici, bestuurders, beleidsmedewerkers,tot onderzoekers, docenten, studenten enarchitecten. Zo ontstaat een breed scala van ruimtelijkeordening professionals dieaan elkaar gekoppeld kunnen worden. Op basis vanuw eigen belangstelling en expertise kunt u binnende database zelf zoeken naar een geschikte match ofde matchmaker voor u laten zoeken.Bouwen op Ambitie pagina 76 77


Mooi NederlandVoorbeeldprojecten 2010Bouwen op Ambitie pagina 78 79


Mooi NederlandMasterplan Regiopark Hoeksche WaardFotografie: Monne TuinhoutMooi NederlandLandschaps park De Danenberg als Groen Prikkeldraad,OverbetuweFotografie: Miriam DonkersDe ontwikkeling van een innovatief recreatiegebied moethelpen om de nu nog weinig samenhangende noordrandvan de Hoeksche Waard een eigen identiteit te geven meteen ’sterk merk’. De plannen voor het Regiopark zijn gesitueerdrondom het voormalig terrein van de Suikerunie. DeCommissie Hoeksche Waard, een samenwerkingsverbandvan de gemeenten in de Hoeksche Waard, wil hiervan eenculturele hotspot maken zoals ook gebeurde met verpauperdeindustriegebieden langs de Duitse Ruhr. De plannenberusten op een nauwe samenwerking tussen de vijfbetrokken gemeenten. Dat er draagvlak is bij de bevolkingblijkt uit het feit dat het initiatief dankzij stemmen uit deregio de publieksprijs won die is verbonden met het innovatieprogrammaMooi Nederland.In de gemeente Overbetuwe worden plannen voor eenbedrijventerrein gekoppeld aan de ontwikkeling vaneen nieuw park in het aangrenzende gebied. Door beidegebieden als een geheel te ontwikkelen kan de overgangvan bedrijvenpark naar landschapspark zo worden ingevuld,dat toekomstige verrommeling wordt voorkomen.Het landschapspark vervult een rol als ’groen prikkeldraad’,omdat het verder oprukken van de bebouwingtegenhoudt. Ook financieel is er een verbinding tussenbeide projecten: de afweging van de verschillendeopbrengsten en kosten vindt plaats via een landschapsfonds.Er is een intensieve samenwerking tussenmarktpartijen, overheid en milieuorganisaties, terwijl ookomwonenden en andere direct belanghebbenden een rolkrijgen bij het uitwerken van de plannen.Bouwen op Ambitie pagina 80 81


Mooi NederlandNog steedseen waanzinnigmooi landInterview Edward Stigter en Henk Ovink directeuren ministerie Infrastructuur en MilieuHet vorige kabinet sloegalarm over het aanzienvan Nederland. Verrommelingwerd een agendapunt.Er kwam eennationaal programmaMooi Nederland. Wat is destand op dit moment? Watmoet er de komende tijdgebeuren? <strong>Architectuur</strong><strong>Lokaal</strong> vroeg het tweeenthousiaste mannen metgoed zicht op de ruimtelijkeontwikkelingenin Nederland. EdwardStigter (links op de foto)en Henk Ovink (rechts).Stigter was directeur MooiNederland op het ministerievan VROM, nu hetministerie van Infrastructuuren Milieu; Ovink,zijn overbuurman op hetministerie, is directeurNationale RuimtelijkeOrdening.Stigter: ‘Het vorige kabinetheeft met het programmaMooi Nederland de aanpak vanverrommeling en zuinig ruimtegebruikop de agenda gezet. Er isveel bereikt door visievorming, kaderstellingen voorbeeldprojecten overde herstructurering en verhoging vanruimtelijke kwaliteit van bedrijventerreinen,regionale samenwerking,en de stadsrand als succesvol recreatiegebied.De agendering dit jaar vande kantorenleegstand kan ook op hetconto van Mooi Nederland wordengeschreven. Op initiatief van ministerHuizinga van VROM is tussen overheiden marktpartijen een actieprogrammatot stand gekomen. Na het opstellenvan de agenda start de gezamenlijkeuitvoering waaraan iedere partij zijndeel zal moeten leveren. Leegstandleidt terecht tot irritatie en bovendienvermindert het grote aanbod de drukom te investeren in het opknappenvan verouderde panden. Bij dit werkkomen we dezelfde problemen tegenals lokale bestuurders.Overal heb je last van het idee datkwaliteit duur is en lastig. Je ziethetzelfde in de discussie over bouwenbinnen de bestaande stad. Niemandzal ontkennen, dat Nederland zuinigmoet zijn op ruimte, maar sinds decrisis hoor je weer vaker zeggen datbouwen in de wei de voorkeur heeftomdat het goedkoper zou zijn. Ikgeloof dat niet, maar de kosten enBouwen op Ambitie pagina 82 83


aten hiervan slaan vaak bij verschillendepartijen neer. Ook bij afzonderlijkegebouwen is het niet eenvoudigom zichtbaar te maken dat meerkwaliteit bijdraagt aan duurzaamheid.Toch moet een overheid een zocompleet mogelijk beeld hebben vankosten en opbrengsten. Alleen metdeskundige ondersteuning kan eenwethouder de feiten op een rij krijgen.Vervolgens moet je proberen om departijen bij elkaar brengen waar dekosten en opbrengsten terecht komen.Dan kan je beslissingen nemen dieook op termijn goed uitpakken.Er ligt nu dus een grote verantwoordelijkheidbij de provincies en degemeenten om samen met anderepartijen te werken aan de ruimtelijkekwaliteit van ons land. Het rijk zaldaarbij behulpzaam zijn waar het kan.Zo wordt er nu gewerkt aan vereenvoudigingvan de regelgeving voorde groene ruimte. Daarnaast wordtuitwisseling van ervaringen en kennistussen gemeenten en andere partijennog steeds gefaciliteerd met hetkennisplein (zie ook pag. 77). Met hetuitwisselen van ervaringen tussen delokale partijen krijgt men handvattenaangereikt hoe te komen tot optimalewaardecreatie, een goede samenwerkingen innovatieve financieringsconstructies.Gemeenten waren gewend hun ruimtelijkeambities te financieren metontwikkeling van nieuwe bouwlocaties.Het inzakken van de marktmaakt duidelijk hoe kwetsbaar ditverdienmodel is. Het heeft zijn tijdgehad en deze generatie wethoudersstaat voor de uitdaging omalternatieven te zoeken. Gemeentennemen veel beslissingen zelf, het rijkkan ervoor zorgen dat er eerst eenzorgvuldige afweging plaatsvindt. Zowordt het wellicht dit jaar al verplichtom de SER ladder voor bedrijventerreinente gebruiken. Hiermee kunnenburgers hun overheid aanspreken opvragen als “Is dat nieuwe terrein welnodig?”, “Is serieus naar alternatievengezocht?”’‘We komen dezelfdeproblemen tegen alslokale bestuurders.’Bouwen op Ambitie pagina 84 85Ovink: ‘Door verrommeling aan deorde te stellen willen we niet desuggestie wekken dat de Nederlandseruimtelijke ordening failliet is. Integendeel.Als je dit land binnenrijdt, zieje dat de standaard nog steeds hoogligt. Vanuit snelwegpanorama’s is eruitzicht op een waanzinnig mooi land.Maar het is wel kwetsbaar. Nederlandkan het zich niet veroorlovenslordig met ruimte om te springen.Ik ga er van uit dat we met de nieuwegemeentebestuurders professioneelpubliek opdrachtgeverschap eensterke impuls kunnen geven. Professioneelopdrachtgeverschap om tekunnen sturen op de realisatie vankwaliteit en gericht op de ontwikkelingenvoor de lange termijn. Datvraagt om een zeer deskundig ambtelijkapparaat. Veel overheden hebbeninhoudelijke kennis verwaarloosdin de jaren ’80, toen procesdenkende overhand kreeg. De vergrotecomplexiteit zorgde tevens voor meerad hoc sturing door deze waan vande dag. Dat pure procesdenken enprocessturen is een verkeerde keus,daar komen we gelukkig langzaamaanop terug. Het gaat om inhoud enproces gelijktijdig in positie. Bestuurdersmoeten de ambitie hebben omeen werkelijk voorbeeldig en professioneelopdrachtgever te zijn. Daarvoormoet de gemeentelijke organisatievolop investeren in deskundigheid enprofessionaliteit. En dat staat los vanbezuinigingen. Ook een afgeslankteoverheid kan inhoudelijk goed onderbouwdebeslissingen nemen. Er isgeen behoefte aan meer ambtenaren,maar aan mensen met de juiste kwalificaties,aan een verantwoordelijketop en verantwoordelijk opdrachtgeverschapmet lef en vertrouwen.De praktijk van het Europees aanbestedenbewijst dat we met vluchtenin het proces de kwaliteit uit het oogverliezen, de bureaus afschrikkenen onnodig op kosten jagen en demaatschappij niet krijgt wat zeverdient voor een veel te hoge prijs.Een professioneel ambtelijk apparaatmoet een eigen opvatting hebbenover het gewenste resultaat. Daaris geen uitgebreide staf voor nodig.Als ze klein en slagvaardig blijvengaan overheden vanzelf op zoek naarkrachtige allianties met maatschappelijkeorganisaties en bedrijven. Datmaakt ze slimmer en sterker. Daarheeft iedereen baat bij, natuurlijk ookde rijksoverheid.’ (DB) Nationaal ProgrammaHerbestemmingNederland is leger dan menigeen weet.De leegstand in kantoren bedraagt bijna 7miljoen vierkante meter. In winkelstratenstaan zo’n 40.000 verdiepingen boven winkelsleeg. Dagelijks groeit de leegstand met één extraboerderij, wekelijks met twee kerken en maandelijksmet één klooster. Ook fabrieken, scholen,gemeentehuizen, kazernes en andere beeldbepalendegebouwen komen vrij. Te midden van al dieleegte staan ook meer dan duizend monumentalegebouwen te wachten op een nieuwe toekomst.Leegstand gaat echter over meer dan alleenaantallen en vierkante meters. Het gaat omgebouwen die al een leven geleefd hebben en eenverhaal te vertellen hebben. Dat blijkt ook telkensweer als deze gebouwen worden herbestemd.De gebouwen hebben een grote uitstraling diepartijen aanzet tot investeren. Herbestemmenbevordert de economie van een wijk en geeftsoms zelfs een impuls aan een hele stad. Herbestemdegebouwen vormen als icoon vaak eenbelangrijk kristallisatiepunt voor gebiedsontwikkeling.Herbestemmen leidt bovendien tot hetbehoud van identiteitsdragers en is daarmee ookeen culturele daad. Ook zijn er meer en meermilieu- en duurzaamheidsargumenten die pleitenvoor renovatie en herbestemming in plaats vansloop en nieuwbouw.Vanuit het rijk wordt zowel in het architectuurbeleidals in de monumentenzorg aandacht gegevenaan dit vraagstuk. Herbestemming is tot eenvan de pijlers van dat beleid benoemd. In dezecontext heeft de Rijksdienst voor het CultureelErfgoed een nationaal programma in het levengeroepen om herbestemming te bevorderen. DeRCE doet dat samen met andere overheden encorporaties, ontwikkelaars en bouwers, ontwerpersen cultuurhistorici, eigenaren en gebruikers.De komende vier jaar werken die partijen aande agenda die de praktijk van herbestemmingbevordert, innovatie stimuleert en het belang vanherbestemming agendeert. Een agenda kortomvoor iedereen die op leegstand wil sturen en metherbestemming aan de slag wil. Een agenda voor u.Kijk op www.herbestemming.nu voor informatieover subsidiemogelijkheden, kennis over herbestemmingen een netwerk aan partijen. Werkateliers voor wethoudersHet Nationaal Programma Herbestemmingen <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong>starten in 2011 met werkateliersspeciaal voor wethouders. Eenatelier bestaat uit drie bijeenkomstenop relevante, inspirerendelocaties in Nederland. Aan dehand van praktijkvoorbeelden uiteigen gemeente, door bezoek aanprojecten, en samen met deskundigenuit diverse disciplines komenuiteenlopende aspecten tusseneerste gedachte en opleveringaan bod. Vooraf geformuleerdepersoonlijke leerdoelen en eenresultaatgerichte aanpak staangarant voor het vergroten van strategischinzicht en praktische kennis.De werkateliers vinden plaats op 2februari, 15 april en 22 juni 2011.Meer weten? Mail naarindira.vantklooster@arch-lokaal.nl.Dr. Schaepmanstichting/basisschool St. Plechelmus en de gemeente Hengelo transformeerden met Leijh Kappelhoff Seckel van den Dobbelsteenarchitecten een voormalige kerk tot basisschool. De opdrachtgevers zijn genomineerd voor de Gouden Piramide 2010, Rijksprijs voor inspirerendopdrachtgeverschap in de architectuur. Fotografie: <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong>.


Laboratorium ParticulierOpdrachtgeverschapLaboratorium Particulier OpdrachtgeverschapDanninge Erve Zuidin NijeveenIn de 20e eeuw raakten gemeenteneraan gewend om nieuwe wijkente maken met corporaties enontwikkelaars. Serieproductie washet uitgangspunt bij het stedenbouwkundigontwerp en bij dekwaliteitsbewaking. Nu burgers meerzelf hun woningen maken, vraagt datom een ander wijkontwerp en anderespelregels. Er is behoefte aan kennisover stedenbouw die bij de veranderendeverhoudingen past. Hoe vind jede balans tussen individuele wensenen het collectieve belang van eenkwalitatief hoogwaardig geheel? Welkeingrediënten moet het ontwerp danhebben? Welke planopzet en welkeregels voor de afzonderlijke kavelshebben het gewenste effect? Hoeworden individuele opdrachtgeversgestimuleerd om zich ook in te zettenvoor het gebied buiten het eigen pand?Zijn zij zich ervan bewust dat zij methun bouwproject, ook meebouwen aaneen stedelijk gebied? Hoe ontstaat eenvruchtbare relatie tussen gemeentelijkeplanvorming en planontwikkelingdoor particuliere opdrachtgevers?Het Laboratorium Particulier Opdrachtgeverschapvan het ministerie vanOCW wordt uitgevoerd door <strong>Architectuur</strong><strong>Lokaal</strong>. Het is gericht opprojecten van individueel en collectiefopdrachtgeverschap in uiteenlopendeprijsklassen. Excursies met projectbezoekenvormen een belangrijkonderdeel van het laboratorium, maarook de films op YouTube waarin bewonersvertellen over hun ervaringen.Want: zien is geloven en: niet iedereenhoeft zelf het wiel uit te vinden. Hetlaboratorium werkt ook aan nieuweoplossingen. Er wordt ontwerpendonderzoek verricht met stedenbouwkundigen,op concrete locaties inverschillende gemeenten.Meer weten?www.arch-lokaal.nl/laboratoriumDanninge Erve is een dorpsuitbreiding in Nijeveen(gemeente Meppel). Op verzoek van de gemeenteraadis plandeel Danninge Erve Zuid ontwikkeldin samenspraak met de bewoners. De gemeente starthet experiment om ervaring op te doen met het realiserenvan duurzaam gebouwde, sociaal samenhangendebuurten met een architectuur die past bij het karaktervan bebouwing en landschap. Ruim de helft van de 62woningen in Danninge Erve Zuid wordt gebouwd doorparticuliere opdrachtgevers. Met het oog op hun vrijheidzijn er geen welstandseisen, de kwaliteit van de bebouwingwordt geregeld door het stedenbouwkundige plan dat eenco-productie is van B+O Architecten, DAAD Architectenen Schuurman Kuipers Architecten in combinatie metOKRA landschapsarchitecten en de gemeente Meppel.Het was de bedoeling om te komen tot een gevarieerdebebouwing en om bewoners samen te laten nadenkenover een aantrekkelijke openbare ruimte zonder Gammaschuttingen.De resultaten zijn voor Meppel aanleiding omverder te gaan op de ingeslagen weg.Locatie Weidelint, Nijeveen / Opdrachtgever Gemeente Meppel / Ontwerp OKRA landschapsarchitecten, Utrecht (openbareruimte) / Andere betrokken partijen Gemeente Meppel, B+O Architecten, DAAD Architecten, Schuurman, KuipersArchitecten / Programma 50 woningen / Omvang ca. 1,2 ha / Start bouw 2003 / Oplevering 2008 / Bouwsom € 1,3 miljoen(excl. woningen) / Beeldverantwoording Gemeente MeppelBouwen op Ambitie pagina 86 87


Laboratorium Particulier OpdrachtgeverschapZuiderburenin LeeuwardenLaboratorium Particulier OpdrachtgeverschapHomeruskwartierin AlmereAl tien jaar geleden was er landelijke discussie overde vraag of woningbouw voldoende aansluit bijwensen van bewoners. In verband hiermee werddoor Staatssecretaris Remkes bepleit om in de Vinexwijkenmeer ruimte te bieden voor vrije kavels. Daarvoor warenvaak weinig mogelijkheden, bijvoorbeeld als gevolg vangrondposities van projectontwikkelaars. Zuiderburen waseen gunstige uitzondering, deze wijk hoorde tot de top drievan meest consumentgerichte Vinexlocaties, met een voordie tijd ongekend hoog percentage van 30% vrije kavels,die bovendien welstandsvrij konden worden bebouwd ineen stedenbouwkundig plan van bureau Hosper. De wijkis nu grotendeels klaar, zodat te zien is waartoe particulieropdrachtgeverschap kan leiden. Op het niveau vanafzonderlijke woningen zijn spraakmakende resultatenbereikt. Zo won villa Maarsingh van de familie Maarsinghuit Leeuwarden, naar ontwerp van Onix architecten, deVredeman de Vries prijs voor <strong>Architectuur</strong> 2006 van deprovincie Fryslân en de gemeentelijke architectuurprijs vanLeeuwarden in 2010. Verder is Zuiderburen een onderdeelvan de zuidelijke stadsrand van Leeuwarden dat aansluitop de verdere acties van de gemeente om in dit gebied deovergangen tussen stad en land te verbeteren.Homeruskwartier, een wijk voor 3000 woningen,wordt in verschillende vormen van opdrachtgeverschapvolledig door de toekomstige bewonersgebouwd. Het stedenbouwkundig ontwerp is gebaseerdop cirkelvormige singels die de verschillende buurten metelkaar verbinden. Het wordt een afwisselende wijk. Er isruimte voor grachtenhuizen, woonwerkvilla’s, bungalows,tuinhuizen en woontorens. Wonen gecombineerd met werkis op veel plekken mogelijk en er zijn ook kavels waarwinkeliers hun eigen winkel kunnen bouwen. Dwars doorde wijk slingert het park ‘De Green’, waar ondergrondsarcheologische vondsten liggen. Het centrumgebiedkrijgt een hogere dichtheid met meer woningen bovenelkaar. Hier gaan mensen in kleine groepen samenbouwen. Dat heeft niet te maken met groepswonen.Bouwgroepen zijn vooral praktisch gericht, ze vormende voorloper van de latere verenigingen van eigenaren.Op de begane grond onder de woningen komen winkelsof werkruimten. De opzet voor het centrum is ontleendaan de Duitse stad Tübingen, waar de bewoners de wijkook zelf gebouwd hebben.Locatie Hempens-Teerns, Leeuwarden / Opdrachtgever Gemeente Leeuwarden / Stedenbouwkundig ontwerp Hosperlandschapsarchitectuur en stedebouw, Haarlem / Andere betrokken partijen Onix Architecten, Groningen en anderearchitecten / Programma 1900 woningen / Omvang 400 ha / Start bouw 2000 / Oplevering 2009 / Bouwsom onbekend /Beeldverantwoording Hosper landschapsarchitectuur en stedebouw, HaarlemLocatie Almere Poort / Opdrachtgever Gemeente Almere / Stedenbouwkundig ontwerp OMA, Rotterdam / Anderebetrokken partijen diverse particulier opdrachtgevers en architecten / Programma o.a. woningen, winkels en werkruimten/ Omvang 100 ha, 3000 woningen (ca. 1.000 in cpo en 2.000 in mede-opdrachtgeverschap) / Start bouw november2008 / Oplevering doorlopend proces / Bouwsom divers / Beeldverantwoording Celine VerweijBouwen op Ambitie pagina 88 89


Laboratorium Particulier OpdrachtgeverschapRoombeekin EnschedeLaboratorium Particulier OpdrachtgeverschapEcowijk EVA Lanxmeerin CulemborgNa de vuurwerkramp van mei 2000 heeft Enschedesamen met honderden bewoners een nieuw begingemaakt. En met succes. Roombeek staat erinmiddels bij als een expositie over stadsontwikkeling metparticuliere opdrachtgevers. Het stedenbouwkundige planvan architect Pi de Bruijn, dat de structuur en de spelregelsvoor de herbouw geeft, is uitdrukkelijk gebaseerdop menging van functies. In delen van Roombeek ligt hetaccent op wonen. Daar kwamen kavels die ruim genoegzijn voor woon-werk panden. In het noorden van de wijkligt de verhouding omgekeerd: een accent op ruimte voorbedrijven aangevuld met de mogelijkheid om woningente bouwen. Dat sluit aan bij de oude situatie. Er stondenforse fabriekshallen. Aan sommige is nog te zien hoe zijde explosie opvingen. Roombeek is alles behalve een zeevan eengezinswoningen. De stedenbouwkundige structuurblijft gedifferentieerd met op centrale plekken grote bouwmassa’s.De nieuwe opbloei van de wijk is te danken aanhet samenspel van de professionele opdrachtgevers, degemeente, de ontwerpers en de talrijke particulieren diehun eigen pand bouwen.Het project EVA Lanxmeer in Culemborg ontstondals een particulier initiatief gericht op ontwikkelingvan een milieubewuste samenleving. De gemeenteCulemborg en Stichting EVA ontwikkelden samen een wijkop basis van duurzame stedenbouwkundige principes.Daarbij ging het om versterken van bestaande kwaliteiten,het sluiten van kringlopen, het verbinden van landschap enarchitectuur en om participatie van bewoners bij ontwerpen beheer van de wijk. De inbreng van bewoners kreegmede gestalte via particulier opdrachtgeverschap. Eengroep senioren die in verschillende delen van het land hadgezocht naar een geschikte locatie koos voor EVA Lanxmeerom Het Kwarteel te bouwen, een gemeenschappelijkwoonproject in de koopsector met 24 appartementen. Ookverrees een bijzonder voorbeeld van collectief particulieropdrachtgeverschap in de vorm van zes ‘kaswoningen’die werden ontworpen door KWSA Architecten. De zeswoningen staan in een kas met aan drie zijden van het huisoverdekte tuinen en terrassen. Onder meer door de situeringin de kas ligt het energieverbruik van de woningenaanzienlijk onder het landelijke gemiddelde.Locatie Enschede Noord / Opdrachtgever Gemeente Enschede / Stedenbouwkundig ontwerp de Architekten Cie.,Amsterdam (stedenbouwkundig ontwerper ontwikkelingsplan Roombeek, supervisor stedenbouw en buitenruimte) /Andere betrokken partijen diverse ontwerpers, ca. 50 aannemers, ca. 20 organisaties / Programma 1500 woningen (500vrije kavels), 9 ha bedrijven, 4500 – 8.000 m2 detailhandel, zorg-, voorzieningenen cultuurcluster, 6 ha park / Omvangca. 62,6 ha / Start bouw 2000 / Oplevering 2010 (realisatie programma) / Bouwsom onbekend / Beeldverantwoording JanSchartman FotografieLocatie Anna Blamanweg 36, Culemborg / Opdrachtgever Gemeente Culemborg / Ontwerp Copijn landschapsarchitecten,Utrecht, Joachim Eble Architekten, Tübingen / Andere betrokken partijen o.a. Stichting EVA, Hyco Verhaagen, EVALanxmeer, Wbv Kleurrijk Wonen, Woongroep Het Kwarteel / Programma ca. 250 woningen, ca. 40.000 m2 bedrijfsruimte,scholen, stadsboerderij / Omvang 33 ha / Start bouw 1999 / Oplevering gefaseerd sinds 2001 / Bouwsom ca. € 12 miljoen(bouwrijp maken en inrichting openbaar gebied) / Beeldverantwoording CopijnBouwen op Ambitie pagina 90 91


Laboratorium Particulier OpdrachtgeverschapNieuw Leydenin LeidenLaboratorium Particulier OpdrachtgeverschapSteigereilandin AmsterdamHet Slachthuisterrein, een industrieterrein aan denoordrand van de Leidse binnenstad, had doorverwaarlozing en leegstand jarenlang een negatieveinvloed op de aangrenzende wijk. Om dit te stoppen,plande de gemeente in het gebied een nieuwe woonbuurtmet een ongekend grote inbreng van particuliereopdrachtgevers: zij bouwen meer dan de helft van de 400laagbouwwoningen in het plan. Dat heeft twee voordelen.Toekomstige bewoners raken in een vroeg stadiumbetrokken bij de buurt en mensen met hogere inkomensvertrekken niet langer of vestigen zich juist in het gebied.MVRDV maakte voor de nieuwe wijk het stedenbouwkundigplan. Kenmerkend zijn de bouwblokken met 18 kavelsrond een gemeenschappelijke garage. De straten tussende bouwblokken zijn smal, maar omdat daar geen auto’skomen is er toch vrij veel ruimte die door de bewonerszelf kan worden ingericht en beheerd. Door het collectievekarakter van deze openbare ruimte en de gemeenschappelijkegarage spreken sommigen van collectief particulieropdrachtgeverschap. De bewoners kunnen echter iederafzonderlijk hun woning laten ontwerpen en bouwen.De nieuwe wijk IJburg is een co-productie van degemeente Amsterdam en consortia van professioneleopdrachtgevers. Toch is er ook veel ruimtevoor mensen die hun eigen woning bouwen. Zelf bouwenwas in Amsterdam gedurende de hele 20e eeuw ongebruikelijk.Pas aan het einde van de jaren negentig stimuleerdede gemeente dat bewoners zelf een straat maakten bij deherontwikkeling van het Oostelijk Havengebied. In IJburgbesloot de gemeente om in een stap verder te zetten. Daarkwamen vanaf 2003 honderden kavels beschikbaar voorbebouwing door bewoners, te beginnen met 246 kavels inde Zuidbuurt van Steigereiland. Na 2001 was er wereldwijdeen teruggang op de financiële markten door de dotcomcrisis. De economische onzekerheid uit deze jaren hadnegatieve invloed op de kavelverkoop in IJburg. Bij deaarzelende start van de verkoop speelde verder mee datIJburg zelf nog nieuw was. Later bleek dat de aanloopproblemenvan tijdelijke aard waren. De vraag naar kavelswerd groter dan het aanbod.Locatie Leiden Noord / Opdrachtgever Gemeente Leiden en Portaal, Veenendaal / Stedenbouwkundig ontwerp MVRDV,Rotterdam / Andere betrokken partijen particulier opdrachtgevers, 200 verschillende architecten / Programma ca. 800woningen, 2500 m2 commerciële ruimtes / Omvang 16 ha, 670 woningen (waarvan de helft particulier opdrachtgeverschap)/ Start bouw 2005 / Oplevering in uitvoering / Bouwsom onbekend / Beeldverantwoording MVRDVLocatie Steigereiland e.o., Amsterdam / Opdrachtgever particulier opdrachtgevers / Stedenbouwkundig ontwerp o.a.Planteam IJburg/Zeeburgereiland van DRO, Amsterdam / Andere betrokken partijen diverse architecten / Programmaca. 2000 woningen (waarvan 400 vrije kavels), basisschool, kantoren en bedrijven / Omvang onbekend / Start bouw 2002 /Oplevering 2004 / Bouwsom divers / Beeldverantwoording <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong>Bouwen op Ambitie pagina 92 93


Laboratorium Particulier OpdrachtgeverschapNieuw Cronenburghin Loenen aan de VechtGelegen aan de Vecht, grenzend aan wijken uit dejaren ’50 en ’70, ligt de wijk Nieuwe Cronenburgh.Proper-Stok en Synchroon ontwikkelden 200woningen met diverse architecten, 72 woningen zijn opexpliciete uitgangspunten van de gemeente Loenen aan deVecht uitgegeven op vrije kavels. Om tegelijkertijd samenhangen differentiatie te kunnen creëren ontwierp West8 een landschapsplan op basis van zichtlijnen op de kerken de witte theekoepel aan de overzijde van de Vecht. Eenkavelatlas bepaalde per kavel de randvoorwaarden zoalshoogte, breedte, kaprichting, nokhoogte en plaatsing vande woning. Zo worden de woningen telkens anders vormgegevenvolgens kenmerken van het typische ‘Hollandsehuis’. In een serie bijeenkomsten kon elke particuliereopdrachtgever een maquette in een schaalmodel vande wijk plaatsen om zo het stedenbouwkundige effectop het geheel te kunnen ervaren. Op 19 speciale kavelskon iets bijzonders tot stand komen. Architect/bewonerJules Zwijsen heeft zo zijn eigen torenwoning gebouwd,maar elders staan bijvoorbeeld een ‘knikwoning’ en een‘longhousewoning’.Locatie Roghmanlaan, Loenen aan de Vecht / Opdrachtgever Gemeente Loenen aan de Vecht / Stedenbouwkundigontwerp / West 8 urban design & landscape architecture, Rotterdam / Andere betrokken partijen Synchroon,Proper-Stok, Kennemerland Beheer, Jo Crépain, Humblé Architecten, AWG architecten, Grosfeld vander VeldeArchitecten / Programma 200 woningen / Omvang 9 ha / Start bouw 2001 / Oplevering 2009 / Bouwsom onbekend /Beeldverantwoording Jeroen Musch PhotographyBouwen op Ambitie pagina 94 95


Nederland wordt andersAlles behalvepessimistisch Rutger Oolbekkink en Guido Wallagh fotografie Eran OppenheimerDe architectuur is zwaar getroffendoor de crisis en jonge ontwerperszijn daarvan als eerste de dupe.Sinds begin 2009 worden tijdelijkecontracten niet meer verlengd,vinden pas afgestudeerden moeilijk ofgeen regulier werk en worden vastecontracten ontbonden. Van een crisisstemmingonder jonge ontwerpers isechter nauwelijks sprake. Eerder issprake van een nieuw elan onder denieuwe generatie, zo maken Oolbekkinken Wallagh op uit gesprekkenmet jonge ontwerpers.Toen de BNA begin 2009 metde dramatische voorspellingkwam dat een derde vanalle architecten, ofwel zo’n5.000 hoogopgeleide professionals,op korte termijn werkloos zou raken,zijn er initiatieven genomen om jongeontwerpers voor het vak te behouden.Een verloren generatie, zoals in dejaren ’80, moest koste wat het kostvoorkomen worden.De voorspellingen zijn inmiddelsuitgekomen. En de verwachting is datten gevolge van aanstaande bezuinigingenbij de overheid en de corporatiesectorbinnenkort de crisis ooklandschaparchitecten en stedenbouwkundigentreft. Des te opmerkelijkeris het beeld dat jonge ontwerpers onsgeven. Zij bevestigen het massaleontslag en de moeite om een nieuwebaan te vinden. Maar daar tegenoverschetsen zij een nieuwe, optimistischerwerkelijkheid. Zij stromen nietuit naar sectoren zoals het onderwijsof de ict, zoals in de jaren ‘80. Maarzij freelancen meer dan ooit tevoren,starten eigen bureaus, nemen deelaan verschillende (tijdelijke) samenwerkingsverbandentegelijkertijd, zijninternationaal georiënteerd en creërenhun eigen werk. De tijd van een vastcontract bij één werkgever is voorbij;tijdelijk en misschien wel definitief.Hiervoor in de plaats is een florerendenetwerkeconomie in opkomst.Bevrijd van de ‘starchitectuur’Eén van de initiatieven om jongeontwerpers door de crisis te loodsenwas het Onderzoekslab in het kadervan Nederland wordt anders. Opinitiatief van het College van Rijksadviseursen al snel verbreed met deministeries van VROM, OCW en LNV,de vier grote gemeenten, de koepelsvan projectontwikkelaars (Neprom),woningcorporaties (Aedes) en architecten(BNA) en kennisinstellingen(TU Delft en TU Eindhoven) hebbenruim 150 deelnemers, waarondervele jonge ontwerpers, zich gebogenover actuele opgaven. Aan hen werdgevraagd niet direct te vervallen in hetbieden van oplossingen, maar juist viaontwerpend onderzoek de vraag achterde vraag te verkennen. Het Onderzoekslabwilde weer ruimte biedenaan een fundamentele probleemanalyse,omdat dit de afgelopen jaren erzo bij ingeschoten was. Vele jongeontwerpers hebben zich juist vanwegedeze mogelijkheid aangemeld bij hetOnderzoekslab.De crisis maakt jonge ontwerpers,zoals één van hen dit treffendverwoordde, alles behalve pessimistisch.Men voelt zich eerder bevrijdvan de periode van ‘gisteren af’ ende zogenoemde ‘starchitectuur’.Het is opvallend hoe geëngageerdde nieuwe generatie zich toont,hoe graag men zich wil verdiepenin de maatschappelijke context vanopgaven, hoe belangrijk men hetvindt om niet van achter de computermet een koptelefoon op het vak uit teoefenen maar juist in direct in contactte staan met de samenleving. Veelarchitecten ontdekken de waardevan het betrekken van de eindgebruikerbij het maken van plannen.Veel architecten zijn ongelukkig, insommige gevallen zelfs beschaamd,over de iconenarchitectuur en hetsterrengedrag van sommige van hunoudere vakgenoten. Meer aandachtper kubieke meter is nodig om maatschappelijkverantwoord bezig te zijn,aldus de jonge ontwerpers.Activistische benaderingJonge ontwerpers gaan een stil verzetaan ten opzichte van de periode vanvoor de crisis. In deze periode hebbenzij reflectie op de opgaven, het vaken zichzelf gemist. Hoewel zij zicher terdege van bewust zijn dat zij netkomen kijken, is de behoefte aan eigenverantwoordelijkheid groot. In plaatsvan het schaapachtig uitwerken vanSO’s, VO’s en DO’s hunkeren zij naarPO’s; de fase van het Pre-Ontwerpwaarin zij zelf ook vragen kunnenstellen om tot meer doordachte enbetere opdrachtformuleringen tekomen. Hierbij voelen zij zich niet ofnauwelijks beperkt in de uitoefeningvan hun vak; architectuur vraagtvolgens jonge ontwerpers om een opensource-aanpak en samenwerking metandere disciplines en de samenleving.Wat dit laatste betreft, voelt de nieuwegeneratie zich thuis bij een meeractivistische benadering. Het openenvan een eigen interactieve websitehoort hier inmiddels bijna standaardbij, maar men gaat nadrukkelijk verder.In het Onderzoekslab waarin dertienteams aan uiteenlopende opgaven alshet binnenstedelijk bouwen, groen inde stad, leegstand en het stimulerenvan particuliere initiatieven gewerkthebben, zijn tal van andere methodeningezet. In het lab Nagele woondenjonge ontwerpers wekenlang op locatie,gingen zij een dialoog aan met bewonersen ontwikkelden zij een alternatiefplan. In het lab Vrijstaat is zogenoemdemoderatieve stedenbouw bedreven: viadialoogtafels en ruimtelijke scenario’szijn particuliere ideeën en initiatievenvoor de oostelijke binnenstad vanAmsterdam opgehaald en in potentiëleprojecten omgezet. In het lab Gezondverstand is een vergeten doelgroepbij scholen(ver)bouw juist centraalgesteld: de gebruikers van scholen,ofwel docenten, kinderen en ouders. Inhet lab Krachtgroen, een ontwerpendonderzoek naar de rijkdom van groenfunctiesin Vogelaarwijken, zijn samenmet wetenschappers, omwonenden enandere gebruikers experimenten in enmet de groene ruimte aangegaan. Eneen dergelijke experimentele aanpakop locatie is ook toegepast in het labTussentijd, waar met de gemeente,instellingen als het onderwijs enkunstenaars gezocht is naar tijdelijkebestemmingen voor leegstaandekantoren en braakliggende terreinen inApeldoorn.Kritiek en twijfelDe toewijding van jonge ontwerpers inhet Onderzoekslab is hartverwarmenden inspirerend, de geboekte resultatenveelbelovend. Maar er was ook kritieken twijfel bij vakgenoten. Is de hangnaar ontwerpend onderzoek niet vooraleen tijdelijk fenomeen en wil ook dezenieuwe generatie niet gewoon eengebouw ontwerpen als de economiestraks is aangetrokken? Verliest denieuwe generatie zich niet teveel in zijnopen source-benadering, waardoor devertaalslag naar het ontwerp moeizaamof clichématig gemaakt wordt?Waarom verlagen jonge ontwerperszich tot het doen van ontwerpendonderzoek zonder honorarium? Laathet uitbundig freelancen niet vooralzien dat er te veel architecten zijn?Begeven jonge architecten zich methun kritiek op het falend economischfunctioneren zich niet op volstrektonbekend terrein? Is het commentaarop de ‘starchitectuur’ niet vooral eenjaloerse reactie op het feit dat ervarenvakgenoten wél grotere opdrachtenweten te verwerven? Zijn de experimentenmet bewoners en anderevormen van activisme niet vooral naïefen getuigen deze niet van een gebrekaan kennis hoe het opdrachtgeverschapwerkelijk verloopt? En gaat denieuwe generatie het ondernemerschapook echt waarmaken of blijft zijsteken in goed bedoelde initiatieven?Kenmerkend voor de nieuwe generatieis hun reactie de kritiek. Zij vindenhet opdoen van ervaring, het werkenmidden in de samenleving en hunzelfstandigheid op dit moment in huncarrière belangrijker dan de financiëlebeloning, status en een vaste betrekkingaan een gearriveerd bureau. Omvervolgens de bal terug te kaatsennaar de oudere generatie en (nieuwe)opdrachtgevers: gun ons deze opstarten biedt ons de kans onszelf en ons vakte ontwikkelen zoals wij denken dat ditgoed is. Het Onderzoekslab had de luxeom dergelijke vrijzinnige opdrachtgeversin het midden te hebben. Maar omde nieuwe generatie zijn gelijk te latenbewijzen zullen er nog vele moetenvolgen. Welke opdrachtgever volgt? Rutger Oolbekkink en Guido Wallagh(Inbo) maken, samen met Marcel vanHeck, Nicole Smeets, Edward Ernst(ministerie van VROM) en Else Wissinkonderdeel uit van het projectteam vanNederland wordt anders.Bouwen op Ambitie pagina 96 97


Bouwen opambitie werd eenmanifestatie van:GemeentenAlkmaar N. Alsemgeest wethouderC. Braak raadslid Almelo L. Boogerdlandschapsarchitect AlmereA. Duivesteijn wethouder H. Mulderdirecteur DSO S. Vink DSO E. van derSande stedenbouwkundigeM. Konings voorlichter AmersfoortM. Barendregt wethouder AmsterdamM. van Poelgeest wethouderM. Bosman projectmanagementbureauI. Roovers projectbureau IJburg enZeeburgereiland E. van der Kooijplanteamleider Metro(pool) P. RijnaartsAmsterdam Centrum F. Kramerportefeuillehouder Amsterdam Nieuw-West E. Verdonk portefeuillehouderJ. van den Broek directeur Amsterdam-Zuid R. Jutstra beleidsadviseurApeldoorn O. Prinssen wethouderS. Heddema hoofd stedebouw encultuurhistorie Arnhem A. Matthijsendirecteur DSO M. van der Maarelsr beleidsadviseur Assen W. Nautastadsarchitect Barendrecht H. Lievaartstedenbouwkundige BeemsterA. Segers raadslid Bergen op ZoomL. van Baalen stedenbouwkundigeBloemendaal T. Kokke wethouderJ. Rozema adviseur ruimtelijkeordening Breda A. Arbouw wethouderM. Mulders Breda J. Brok, D. vanGestel Bunnik Y. Hoogendijk wethouderCapelle aan den IJssel J. Jansonraadslid Culemborg M. Geertzen,W. Stegeman wethouders DalfsenN. Agricola wethouder De WoldenJ. ten Kate wethouder DordrechtA. Brok burgemeester P. Sleeking,W. van Steensel wethoudersDrechterland E. Molgemeentesecretaris Ede W. van Aalstassistent projectleider EindhovenM. Fiers wethouderM. Silverentand projectmanager ElburgJ. Polinder wethouder EnschedeT. Schaap stadsstedenbouwerR. Litjenhuis communicatie RoombeekGemert-Bakel N. Schlegel srbeleidsmedewerker ruimtelijkeordening J. Verleijsdonk GoudaJ. Quadvlieg bureau stedelijke planningGroningen T. Schroor wethouderHaarlem E. Cassee wethouder M. vanAerschot stadsarchitect HeerenveenS. Siebenga wethouder C. Visserbeleidsadviseur Hengelo P. Müllerstadsontwikkelingsbedrijf HilversumJ. Rensen wethouder J. Greven,J. Volkers ingenieursburo HoogeveenA. Hiemstra wethouder C. Hofsteeontwerper Hoorn J. Renckens raadslidHuizen E. de Wolf beleidsmedewerkerLandgraaf A. Dritty wethouder LarenE. de Jong wethouder LeeuwardenH. Deinum wethouder LelystadJ. Fackeldey, R. Luchtenveldwethouders N. Ruijterstedenbouwkundige LoenenM. Rehbock wethouder MaarssenM. van ’t Veld burgemeesterW. van Vossen wethouder MeppelA. Dohle wethouder MoerdijkC. Huijsson raadslid NoordenveldJ. Dam wethouder NoordoostpolderW. Ruifrok wethouder RoosendaalJ. Adriaansen wethouder RotterdamM. Miquel i Capdevila hoofdstedenbouw Rotterdam CentrumS. Kasmi portefeuillehouder RotterdamKralingen-Crooswijk M. Hindriksraadslid ’s-Hertogenbosch A. vanBussel wethouder H. van Ommerenraadslid Staphorst W. Talen wethouderUrk G. Post jr. wethouder UtrechtM. Mulder directeur programmastadsontwikkeling Venlo P. Pepelsstedenbouwkundige VNG J. Jawadbeleidsmedewerker Voorst J. vanMuyden wethouder G. Meijerinkplanontwikkelaar WestervoortA. Boone wethouder J. Derksen,P. Pennekamp, M. Schrage,B. Schulte raadsleden ZaanstadD. Straat wethouder D. Overheul,S. Meyer programmamanagers ZwolleG. Piek wethouderProvincies & regio’sGelderland C. Verdaas gedeputeerdeA. Teunissen sr beleidsmedewerkerstedelijke gebieden GroningenT. Hoek provinciaal bouwmeester RegioAchterhoek J. Wilschut secretarisdirecteurUtrecht D. Kilic statenlidRijkCollege van Rijksadviseurs L. vander Pol rijksbouwmeester Y. Feddesrijksadviseur voor het landschap AtelierRijksbouwmeester M. van Heck, A.Mol, G. van der Vlugt, E. WissinkNederland wordt anders M. Blauw,E. Boersma, N. Bouwhuis, V. vande Broek, M. Dekker, P. Dumans,G. Martens, J. Kummer, M. RoodMinisterie VROM E. van den EijndenMinisterie OCW Q. van der Hoeven,M. Thijssen Ministerie V&WH. Leeflang Mooi NederlandA. Geerse, M. Hoogbergen, C. de JonghNationaal Programma HerbestemmingF. Strolenberg Nieuwe HollandseWaterlinie A. Hierck Planbureau voorde Leefomgeving T. Dassen Raden voorde Leefomgeving en InfrastructuurA. Woestenburg RijksgebouwendienstR. van Ginderen StaatsbosbeheerA. van Veen, P. Bakker PIANOoW. StolwijkProjectontwikkeling,corporaties en bouwABC Planontwikkeling A. van VuurenAestate J. Reusen Amvest E. vanHolland Bouwfonds OntwikkelingR. Arends, D. Boekhout, F. de ZeeuwCON-C A. Bol De Alliantie EemvalleiE. Dekker, J. Koolstra EdwinOostmeijer ProjectontwikkelingE. Oostmeijer Heijmans VastgoedO. Higler Ontwikkelingsbedrijf VathorstF. Swildens Proper-Stok Groep R. vanKalmthout Rijswijk Wonen R. KosterRoos Stolker GebiedsontwikkelingR. Stolker Staedion M. VerwoestStavest W. van Veelen TCN PropertyProjects J. van de Kraats VestiaE. Borggreve, E. Staal WelbionsP. Pinkhaar WoningcorporatieAccolade S. KruisOntwerpamer Ruimtelijke OntwikkelingA. Schuurman ArchitectenbureauK. van Velsen K. van VelsenArchitectenCie P. de Bruijn,F. Segaar <strong>Architectuur</strong>studio HHC. Kruter b2 ontwerpstudio C. BosBakers Architecten J. Bakers BASTAurbanism B. Horsting BGSV Bureauvoor Stedebouw H. van Vliet Blok Katsvan Veen architecten R. van Kats BNAB. Mastenbroek BNSP O. Bieringa,B. Cosijn, M. Dijkshoorn L. KeldermanL. Kwee, T. Ruimschotel BROS. Hommerson Bureau ANLA. Lukmanto Bureau voor RuimtelijkOntwerp A. Algra Bureau OostJ. Nuyens Buro 5 MaastrichtR. Inia Buro Lubbers T. HendriksBVR G. Kooistra Copijn Tuin- enLandschapsarchitecten A. vanHelsdingen Daad ArchitectenR. Hendriks De Ruimtestudio R. ReijkeDe Zwarte Hond J. van der Meer,W. Schenk Eek & Ruijgrok P. EekELMA stedenbouw E. van Beek EnnoZuidema Stedenbouw E. ZuidemaFABRIC architecture-urbanismresearchE. Frijters G84 R. vanBaarsen H+N+S D. Sijmons, J. Raith,J. van der Salm Hans RuijssenaarsArchitecten H. Ruijssenaars HeblyTheunissen Architecten A. HeblyHet Noordzuiden R. van GerwenHendriks Schulten architectenG. van Hendriks, I. Mantingh HKBStedenbouwkundigen C. PeetersHosper LandschapsarchitectuurR. Bron, R. Donselaar HSRO F. HarbersHyco Verhaagen H. Verhaagen HzAstedebouw & landschap A. Wijnholds,G. Hellinga IAA Stedenbouw enLandschap J. Jansen Inbo A. Meijer,R. Oolbekkink, E. Schippers,P. van Wesemael K3 architectuuren stedenbouw P. Koelewijn Klous +Brandjes ArchitectenC. Brandjes KOW <strong>Architectuur</strong> enStedenbouw R. Veenstra Kragtenlandschapsarchitectuur M. vanKampen Kuiper CompagnonsA. Bhalotra Landlab B. BreedveldLEVS architecten J. van Stigt Luc BosStedebouwkundigen L. Bos MarchM. van Zandwijk Metropolis ArchitectenW. Janssen MTB Architecten J. van DijkMTD LandschapsarchitectenC. Denissen MUST stedebouwW. Veldhuis Neutelings RiedijkArchitecten F. Beelen NIG BussumP. Baalbergen OD 205 E. HofstedeOKRA landschapsarchitectenH. Oerlemans Oostzee StedenbouwR. Keesmaat Paul van BeekLandschappen P. van Beek PouderoyenH. Keus Rein Geurtsen & partnersJ. Verhees Rijnboutt Van der VossenRijnboutt B. van der Vossen, R. van derBijl Sage K. Holtrop vm StadsarchitectLeeuwarden H. Heijdeman StudioScale S. Heijnen, M. Peters SVP<strong>Architectuur</strong> en StedenbouwJ. Galjaard Vermehr-RhemrevStedebouw en landschap R. RhemrevVollmer & partners T. Bullens WAMArchitecten T. Huetink West 8 urbandesign & landscape architectureE. Bindels, M. van der Pluijm WolfArchitecten L. Vukanic wUrck G. WolfsZaanen Spanjers CS ArchitectenK. Spanjers Zeep Architecten J. PoolenOverige ontwerpers I. Akkermans,C. Braakensiek, V. Doelwijt, J. WiersAdvies, onderwijs &onderzoekA10 new European architectureH. Ibelings Academie van BouwkunstRotterdam M. Schuster AdviesbureauVan Aarle De Laat M. Visser AKROConsult P. Dijk Amvest B. van de VenAnna Vos Concepts for Urban ChangeA. Vos Arcadis J. van Biesen AvansHogeschool J. Overeem Aveco deBondt M. Müller bbn adviseursP. Wieman Beetjehulp.nl R. NoormanBrinkGroep P. TimmermansBügelHajema W. Douwsma C2ConceptV. Cerutti Commissie ruimtelijkekwaliteit Oss, Nijmegen en ApeldoornP. Zelissen CROW T. van ReeuwijkCroonen Adviseurs E. BrouwerC. van der Doelen, T. Seebregts,J. Stevens DC28Advies A. SchuuringDe Argumentenfabriek K. WeberDSO&A E. Diepenmaat FederatieWelstand F. ten Cate, G. ten CateGelders Genootschap J. Boros,W. van Oorschot GoudappelCoffeng E. de Groot GrontmijNederland B. Harmelink, J. VremanIngenieursbureau OranjewoudJ. van Tilburg Innovia H. BlomJong Professionals J. KoppertJournalistieke Producties AchterhoekP. Versluis Köhlen ConsultingW. Köhlen Landsaat Advies J. LandsaatHet Noordzuiden R. Gerwen HetOversticht D. Baalman, A. Geerdink,E. van Gent, J. Rühl HSRO F. HarbersLaan Consult J. Laan M&M Coaching& Research M. van GeldermalsenMovares A. Marcelis NLIngenieursV. van Egmond r3 raad in recht enruimte E. Croonen RBOI RotterdamF. Marcus RIGO G. Keers s@mstedebouw architectuurmanagementT. van Slooten ROC Midden-BrabantI. Op de Marcks Royal Haskoning B. vanden Berg RVDB Saxion P. Heynen SABStrategie en Ontwerp M. Dubbeling,W. van der Heijde, A. van der LaanSACON G. van der Werp StudentenE. Ackermans, S. Keddeman TUDK. Bijsterveld, H. de Jonge, L. Volker,J. Wiers, W. Zonneveld Twijnstra &Gudde M. de Jong Van Proosdij enKoster W. van Proosdij woord en plaatsJ. van Campen WUR S. KeddemanWZNB Noord-Brabant H. SpaansOverige adviseurs T. Dassen, A. Evers,P. van de Laar, K. SchipperInstellingenABC <strong>Architectuur</strong>centrum HaarlemG. Verheggen <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong>D. Bergvelt, M. van Beusekom,W. Dijkman, M. Geertse, M. de Jager,C. Jansen, I. van ’t Klooster, M. vanKrieken, T. Prins, F. Rottenberg, M. vanSchie L. Simons, B. Talman, M. van derTas Amersfoort Buurtcomité / Erfgoedin de Stad Amersfoort J. SickmannStichting <strong>Architectuur</strong> Landschap enStedebouw Lelystad R. van Adrichem<strong>Architectuur</strong>centrum Twente P. vanRoosmalen Beroepservaring S/L/AA. Fien Beek & KooimanCultuurhistorie M. Beek Casla A. vanBerkum Europan Nederland E. VosNIROV S. Engbers, J. Niemans NIROVS&RO A. LuijtenBouwen op Ambitie pagina 98 99

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!