INHOUDSOPGAVE
Energievademecum-2015-web
Energievademecum-2015-web
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
de temperaturen in het distributienet circa 4 °C lager dan met een warmtewisselaar. Dus minder verliezen<br />
en een hoger rendement van de opwekker. Het nadeel is dat bij lekkage in één woning het<br />
hele systeem leeg kan lopen, tenzij hiertegen een beveiligingsklep wordt gemonteerd.<br />
In het Bouwbesluit art. 6.10 lid 3 staat omschreven wanneer aansluiting op een warmtenet verplicht<br />
is. In de toelichting op het Bouwbesluit is bij dit artikel vermeld dat uiteraard een beroep op gelijkwaardigheid<br />
kan worden gedaan om gebruik te maken van een andere warmtevoorziening.<br />
Warmtapwater<br />
In woningen met een collectief verwarmingssysteem wordt meestal ook het tapwater collectief verwarmd.<br />
Er zijn verschillende systemen zie paragraaf 9.3.4.<br />
Afb. 7.35 Individuele afleverset voor stadsverwarming met tapwaterverwarming via een platenwisselaar<br />
en warmtemeter. Let op de perfecte isolatie. Een compact apparaat heeft de voorkeur (Bron: NIBE Energietechniek)<br />
Warmte-opwekking<br />
Schaal van de systemen<br />
Het belangrijkste verschil tussen blokverwarming en warmtelevering is te vinden in de schaal van de<br />
beide systemen voor warmtedistributie. Bij blokverwarming gaat het om een collectief systeem in<br />
een of enkele bouwblokken en is dus klein van omvang. Bij warmtelevering (voorheen 'stadsverwarming')<br />
gaat het om een systeem voor duizenden woningen. Systemen die qua grootte tussen beide<br />
invallen, zijn ook mogelijk. Er wordt dan meestal gesproken over wijkverwarming. Afhankelijk van de<br />
grootte van dit systeem lijkt het op een blokverwarming of op warmtelevering. Voor warmtelevering<br />
en dergelijke systemen van 1000 of meer woningen wordt vrijwel altijd gebruik gemaakt van: warmtekrachtkoppeling,<br />
industriële restwarmte of aardwarmte. De hoofdopwekker levert 75 tot 90% van<br />
de jaarlijkse benodigde hoeveelheid warmte. De overige warmte wordt door hulpketels geleverd die<br />
soms in onderstations staan opgesteld om een betere benutting van het distributienet mogelijk te<br />
maken. Om het totaal rendement op peil te houden is het noodzakelijk dat hiervoor HR-ketels worden<br />
ingezet. Daarop wordt nog wel eens bezuinigd.<br />
178 EnergieVademecum