Klachten tegen niet‐vervolging (artikel 12 Sv‐procedure)
2daH8iG
2daH8iG
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
HOOFDSTUK 1: ACHTERGROND EN DOEL VAN HET ONDERZOEK<br />
1.1 Korte duiding van <strong>artikel</strong> <strong>12</strong> Sv<br />
In <strong>artikel</strong> <strong>12</strong> Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) is geregeld dat een rechtstreeks<br />
belanghebbende schriftelijk beklag kan doen bij het gerechtshof <strong>tegen</strong> (het achterwege laten<br />
van) een beslissing tot <strong>niet‐vervolging</strong>, niet verder vervolgen of <strong>tegen</strong> het vervolgen door<br />
een strafbeschikking. De rechtstreeks belanghebbende kan zo bereiken dat de strafzaak<br />
alsnog aan de strafrechter wordt voorgelegd. Deze beklagregeling is, in de woorden van oudminister<br />
Hirsch Ballin ‘de keerzijde van de ruime discretionaire bevoegdheid van het<br />
Openbaar Ministerie in Nederland bij de vervolging van strafbare feiten’. 1 Het (institutionele)<br />
belang van deze beklagprocedure kan moeilijk worden overschat. Het Openbaar Ministerie<br />
(hierna: OM) heeft het vervolgingsmonopolie (<strong>artikel</strong> <strong>12</strong>4 Wet RO): burgers noch andere<br />
instanties kunnen een strafvervolging in gang zetten. Het opportuniteitsbeginsel betekent<br />
voorts dat het OM kan beslissen geen vervolging in te stellen, een ingestelde vervolging niet<br />
voort te zetten en/of een zaak op een andere wijze af te doen dan door een zaak bij de<br />
strafrechter aan te brengen.<br />
De <strong>artikel</strong> <strong>12</strong> <strong>Sv‐procedure</strong> is het enige mechanisme van controle op en eventuele<br />
correctie van de beslissing van het OM om individuele strafzaken niet voor de strafrechter te<br />
brengen. Dit belang van de <strong>artikel</strong> <strong>12</strong> <strong>Sv‐procedure</strong> is sinds haar invoering alleen maar<br />
toegenomen; de mogelijkheden voor het OM om strafzaken buiten de strafrechter om af te<br />
doen zijn enorm uitgebreid, met als hoogtepunt de invoering van de OM‐afdoening in 2008.<br />
De toegenomen druk te handhaven en de afdoening door politie en parketsecretarissen<br />
(onder formele verantwoordelijkheid van het OM) zet de kwaliteit van de afdoeningsbeslissingen<br />
volgens sommigen onder druk. 2 In het licht van de legitimiteit van de<br />
strafrechtspleging die de afgelopen decennia sterk in de belangstelling staat, moet thans<br />
mede als belangrijke functie van deze procedure worden genoemd dat zij de burger die<br />
belanghebbende is, enige invloed geeft op de beslissing of de zaak op een openbare<br />
strafzitting wordt behandeld. Door het instellen van beklag <strong>tegen</strong> niet (verdere) vervolging,<br />
kan de burger zelf langs juridische weg iets aan de afhandeling van zijn zaak bijdragen en zijn<br />
behoefte aan genoegdoening vormgeven. 3 De beklagprocedure moet daarmee tevens<br />
worden gezien als een belangrijk onderdeel van de (toegenomen) modaliteiten die<br />
vormgeven aan de belangen van slachtoffers (die per definitie voldoen aan het criterium<br />
‘belanghebbende’ en de grootste groep klagers vormen) in het strafproces. 4<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
Kamerstukken II 2009/10, 32<strong>12</strong>3 VI, 15, p. 1.<br />
M.J.A. Duker, ‘De toetsingsruimte van het hof in beklagzaken ex <strong>artikel</strong> <strong>12</strong> Sv’, Delikt en Delinkwent 2009, afl. 5/32, p.<br />
451.<br />
C.P.M. Cleiren, ‘De procedure van het beklag <strong>tegen</strong> <strong>niet‐vervolging</strong> op de schop’, Strafblad 2008, afl. 5, p. 534.<br />
J.B.J. van der Leij, ‘Het slachtoffer in de beklagprocedure van <strong>artikel</strong> <strong>12</strong> Sv’, Strafblad 2009, afl. 5, p. 464.<br />
24