29.09.2016 Views

Klachten tegen niet‐vervolging (artikel 12 Sv‐procedure)

2daH8iG

2daH8iG

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

de vervolgingsbeslissing: waar deze oorspronkelijk een uitvloeisel was van de rechterlijke<br />

verantwoordelijkheid voor de strafvervolging, was de gedachte in 1926 dat de burger de<br />

mogelijkheid moest worden geboden van beroep op een onafhankelijke instantie. Latere<br />

ontwikkelingen waarmee de verdere accentverschuiving volgens Van der Leij samenhangt,<br />

zijn de toegenomen aandacht voor de positie van het slachtoffer in het strafproces en het<br />

feit dat steeds meer gebruik wordt gemaakt van het opportuniteitsbeginsel en mogelijkheden<br />

tot buitengerechtelijke afdoening. 94 De toegenomen aandacht voor het slachtoffer<br />

heeft volgens Van der Leij tot gevolg dat de beklagprocedure ‘extra gewicht’ heeft<br />

gekregen. 95 Hij ziet de mogelijkheid voor slachtoffers om te klagen over niet (verder)<br />

vervolgen <strong>tegen</strong>woordig als een belangrijke bestaansreden voor de beklagregeling, al<br />

benadrukt hij dat ‘[d]e achterliggende gedachte van de regeling niet alleen [is] om<br />

slachtoffers een stem te geven, maar ook om misslagen van het Openbaar Ministerie te<br />

corrigeren.’ 96 Tot slot beschrijft hij waar de accentverschuiving zich in uit, namelijk (onder<br />

andere) in het feit dat de positie van de klager steeds uitgebreider is geregeld 97 en dat zijn<br />

beklagmogelijkheden over het niet verder vervolgen zijn vergroot. 98<br />

Ook Cleiren constateert een accentverschuiving in de doelstelling van de beklagprocedure.<br />

Niet alleen is volgens haar het individuele karakter van de beklagregeling in de<br />

loop der tijd gegroeid; ook staat dit individuele karakter <strong>tegen</strong>woordig meer op de<br />

voorgrond dan het publieke karakter. ‘Vroeger stond het algemeen belang van voorkomen<br />

van lichtvaardige of zelfs “partijdige” vervolgingen door het Openbaar Ministerie centraal in<br />

de rechterlijke toetsing. Inmiddels is de toetsende rol van de rechter meer toegespitst op het<br />

individuele belang van een benadeelde burger. Het individuele karakter van de beoordeling<br />

in een beklagprocedure is derhalve gegroeid.’ 99 Net als Van der Leij beschrijft Cleiren dat er<br />

<strong>tegen</strong>woordig steeds meer aandacht is voor slachtoffers van strafbare feiten en dat deze<br />

toegenomen aandacht is verwerkt in de regeling van de beklagprocedure. Bovendien<br />

benadrukt ook zij dat deze ontwikkeling nog niet ten einde is. 100 Volgens Cleiren is het<br />

individuele karakter van de beklagregeling niet alleen gegroeid ten opzichte van het<br />

verleden, maar ook ten opzichte van het publieke karakter van de beklagregeling: ‘Het hof<br />

94<br />

Van der Leij, in: Melai/Groenhuijsen 2008b, aant. 3. Ook Duker beschrijft de invloed die de toegenomen aandacht voor<br />

slachtofferrechten heeft gehad op het karakter van de beklagregeling: doordat in de tweede helft van de twintigste<br />

eeuw steeds meer aandacht ontstond voor rechten van slachtoffers, is de beklagprocedure steeds meer met<br />

waarborgen omgeven en is het karakter van de beklagprocedure steeds meer veranderd in een vorm van individuele<br />

rechtsbescherming <strong>tegen</strong> de overheid. Zie Duker, DD 2009, p. 438.<br />

95<br />

Van der Leij, Strafblad 2009, p. 464. Dit wordt bevestigd door Cleiren en De Lange; zie A. de Lange & C.P.M. Cleiren,<br />

‘Redactioneel’, Strafblad 2009, afl. 5, p. 451.<br />

96<br />

Van der Leij, Strafblad 2009, p. 464.<br />

97<br />

In dit verband is met name de wetswijziging van 1985 (Wet van 8 november 1984 tot herziening van de bepalingen van<br />

het Wetboek van Strafvordering omtrent het beklag over het niet of niet verder vervolgen van stafbare feiten, Stb.<br />

1984, 551, i.w.tr. 1 januari 1985) van belang. Een van de wijzigingen hield bijvoorbeeld in dat de klager voortaan het<br />

recht had om door het hof te worden gehoord; zie Knigge, DD 1980, p. 191.<br />

98<br />

In dit verband is met name de wetswijziging van 2002 (Wet van 1 november 2001 tot wijziging van de regelingen<br />

betreffende de waarborgen rond de vervolging, Stb. 2001, 531, i.w.tr. 1 mei 2002) van belang.<br />

99<br />

Cleiren, Strafblad 2008, p. 540‐541.<br />

100 Cleiren, Strafblad 2008, p. 539.<br />

48

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!