19.10.2016 Views

Kansrijk

CPB-PBL-Boek-23-Kansrijk-mobiliteitsbeleid_0

CPB-PBL-Boek-23-Kansrijk-mobiliteitsbeleid_0

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<br />

2.2.5 Waardering van externe effecten op de leefbaarheid<br />

Eerder in dit hoofdstuk stonden we stil bij de zogenoemde externe effecten van mobiliteit.<br />

Het gaat daarbij vooral om de uitstoot van CO 2 , stikstofoxiden en fijnstof, de verkeersveiligheid<br />

en de effecten op het landschap en de natuur. De mate waarin maatregelen deze<br />

vormen van schade of hinder beperken, draagt bij aan de maatschappelijke welvaart. Als<br />

een maatregel bijvoorbeeld de uitstoot van fijnstof beperkt, leidt dat tot welvaartswinst.<br />

De waarde wordt bepaald door het effect op de uitgestoten hoeveelheid fijnstof, en die<br />

hoeveelheid vervolgens te waarderen met een bedrag in euro’s per ton fijnstof. Een maatregel<br />

kan uiteraard ook negatieve externe effecten met zich brengen; die worden op eenzelfde<br />

wijze meegenomen.<br />

Bij directe schadewaardering worden de schaduwprijzen gebaseerd op de kosten van de te<br />

verwachten effecten van de luchtvervuilende emissies. Vanuit economisch oogpunt verdienen<br />

die schaduwprijzen de voorkeur die zijn gebaseerd op de daadwerkelijk schadelijke<br />

effecten van luchtvervuilende emissies. De waardering van fijnstof is gebaseerd op de<br />

gezondheidsschade die daaraan is gerelateerd. Die gezondheidsschade is in geld uitgedrukt<br />

op basis van een waardering vanuit de wetenschappelijke literatuur. Ook de<br />

waardering van stikstofoxiden is gebaseerd op de schade die de uitstoot ervan met<br />

zich brengt.<br />

De waardering voor CO 2 is meestal gebaseerd op de kosten van alternatieve maatregelen<br />

om eenzelfde winst voor het milieu te bewerkstelligen, dat wil zeggen eenzelfde hoeveelheid<br />

emissies te besparen. Die schaduwprijzen hangen af van de hoeveelheid te besparen<br />

emissies. Immers, met stringentere doelstellingen komen steeds duurdere opties in<br />

beeld. De schaduwprijzen stijgen daarmee waarschijnlijk in de toekomst. MKBA’s houden<br />

hier rekening mee en als er grote onzekerheden zijn, kan hiermee in gevoeligheidsanalyses<br />

worden gevarieerd.<br />

47<br />

Effecten op de verkeersveiligheid worden gewaardeerd op basis van de zogeheten Value of a<br />

Statistical Life (VOSL). De VOSL volgt uit onderzoek naar de betalingsbereidheid onder<br />

Nederlanders voor een statistisch mensenleven; die toevoeging ‘statistisch’ is belangrijk,<br />

het gaat met nadruk níet om de waarde van een mensenleven. Op het terrein van verkeersveiligheid<br />

is het gebruikelijk om voor de VOSL een waarde van 2,8 miljoen euro te<br />

hanteren. Met de kosten van verkeersgewonden wordt afzonderlijk rekening gehouden.<br />

Jaarlijks zijn er circa 600 doden en bijna 20.000 ernstige verkeersslachtoffers te betreuren.<br />

De overheid voert actief beleid om de verkeersveiligheid te verhogen: het aantal verkeersdoden<br />

is in de tijd substantieel gedaald. Dat beleid kost geld. De kosten van dit beleid<br />

worden afgewogen tegen andere bestedingsrichtingen.<br />

De effecten op het landschap en de natuur worden meestal niet in geld uitgedrukt. Dat wil<br />

niet zeggen dat deze effecten daarmee minder belangrijk zijn. Er wordt zoveel mogelijk<br />

informatie gegeven over deze effecten in de MKBA, en deze worden apart gepresenteerd<br />

naast het monetaire saldo (zie voor een uitgebreider toelichting paragraaf 3.2.2).<br />

2 Het belang van mobiliteitsbeleid: analysekader

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!