Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Mei <strong>2017</strong> / Nummer 8<br />
<strong>UITGELICHT</strong><br />
06<br />
Altijd<br />
bij elkaar geweest | Er is<br />
maar weinig over ze bekend, maar<br />
tijdens hun restauratie gaven de<br />
aard- en hemelglobe enkele van<br />
hun geheimen prijs.<br />
16<br />
Alles kan en niets is te gek | Een<br />
unieke inkijk in de Haarlemse kermis<br />
van de negentiende eeuw. Met een<br />
vlooiencircus, het levende wonderkalf<br />
en een wandelend geraamte.
Mei <strong>2017</strong> / Nummer 8<br />
Colofon<br />
inhoud<br />
Eindredactie:<br />
Christine Tinssen, Petra Ferwerda,<br />
m.m.v. Wim de Wagt<br />
Aan dit <strong>nummer</strong> werkten mee:<br />
de beeldmarketeers/Marc Vreuls<br />
Alexander de Bruin<br />
Francien van Daalen<br />
Natascha Libbert<br />
Helen van der Eem<br />
Marian de Haan<br />
Lise Koning<br />
Paul Maessen<br />
Mart van de Wiel<br />
Wim de Wagt<br />
Lieuwe Zoodsma<br />
Vormgeving:<br />
Michael Kolf, bno - PICADIA<br />
Druk:<br />
Lenoirschuring - Amstelveen<br />
Oplage:<br />
750<br />
ISSN:<br />
2352-0671<br />
Voorzijde omslag:<br />
Afbeelding ‘Heliophoben’ uit de verzameling<br />
van Gaspard Philippe Charles van Breugel,<br />
1830-1879.<br />
5<br />
16<br />
30<br />
Uitgelicht<br />
Een woord vooraf van directeur Lieuwe Zoodsma.<br />
14<br />
Prikbord<br />
Interessant nieuws.<br />
Men hield het<br />
voor een sprookje<br />
Bij toeval werden vier bijzondere<br />
boekjes (her)ontdekt in de collectie<br />
van het Noord-Hollands Archief. Ze<br />
geven een fascinerende indruk van<br />
de negentiende-eeuwse Haarlemse<br />
kermis en vormen de aanleiding<br />
voor de zomertentoonstelling <strong>2017</strong><br />
van het <strong>NHA</strong>.<br />
Topstuk<br />
Natascha Libbert maakte<br />
voor de Provinciale Atlas<br />
een fotodocumentaire<br />
van de nieuwe zeesluis<br />
in IJmuiden, die op<br />
dit moment wordt<br />
aangelegd. Haar<br />
topstuk koos ze uit de<br />
fotocollectie van de<br />
Provinciale Atlas.<br />
6<br />
34<br />
22<br />
Mooi<br />
geweest<br />
Terugblik op<br />
activiteiten.<br />
Het rijke<br />
kloosterleven<br />
van Haarlem<br />
Onlangs is de herinventarisatie<br />
van de archieven van<br />
de Haarlemse kloosters<br />
gereedgekomen. Wat<br />
is er allemaal bewaard<br />
gebleven en wat weten we<br />
over de kloosters en hun<br />
kloosterlingen?<br />
24<br />
Levinus Tollenaar,<br />
veelzijdig en<br />
inspirerend<br />
Ongelooflijk fascinerend zijn de ontwerpen<br />
en figuraties van deze Haarlemse kunstenaar.<br />
Tollenaar maakte grote muurschilderingen,<br />
steenmozaïeken en glas-in-loodontwerpen<br />
voor diverse gebouwen en instellingen in de<br />
regio Kennemerland en daarbuiten.<br />
40<br />
Hemel en aarde<br />
bewogen<br />
Een interview met restaurator<br />
Francien van Daalen, die de aard- en<br />
hemelglobe uit de collectie van de<br />
Provinciale Atlas maandenlang onder<br />
handen nam. Nu de beide globes<br />
weer in goede staat zijn, verwacht<br />
het <strong>NHA</strong> ze met trots te kunnen<br />
tonen aan het publiek.<br />
Nieuwe archieven<br />
en collecties<br />
Aandacht voor diverse nieuwe<br />
archieven die de afgelopen maanden<br />
bij het Noord-Hollands Archief zijn<br />
binnengekomen.<br />
3
Uitgelicht ...<br />
Het unieke<br />
karakter van<br />
de globes<br />
Het Noord-Hollands Archief beheert verschillende beeldcollecties. Een<br />
daarvan is de Provinciale Atlas Noord-Holland, een meer dan prachtige<br />
collectie die uit circa 82.000 objecten bestaat (kaarten, plattegronden,<br />
prenten, tekeningen, portretten en foto’s). De collectie is eigendom van<br />
de provincie Noord-Holland en sinds 1923 in beheer bij het Noord-<br />
Hollands Archief en zijn rechtsvoorgangers.<br />
Tot de collectie van de Provinciale Atlas behoren ook twee zeer bijzondere<br />
globes die toe waren aan een grondige restauratie. Dankzij de<br />
financiële steun van de provincie Noord-Holland werd het afgelopen<br />
jaar mogelijk om de restauratie van deze globes op te pakken. Hiervoor<br />
hebben we de hulp ingeroepen van een gespecialiseerde restaurator,<br />
Francien van Daalen, die met haar atelier gevestigd is in de<br />
Haarlemse Waarderpolder. In deze uitgave vindt u een interview<br />
met Francien waarin zij uitgebreid ingaat op het unieke<br />
karakter van de globes en verslag doet van de restauratiewerkzaamheden<br />
die zij aan deze bijzondere objecten heeft<br />
verricht.<br />
Overigens zullen de gerestaureerde globes voor het eerst<br />
aan het publiek worden getoond tijdens een mini-expositie<br />
in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam in het Hemelvaartweekend<br />
van 25 tot en met 28 <strong>mei</strong> <strong>2017</strong>.<br />
Verder wordt in dit gevarieerde <strong>nummer</strong> onder meer aandacht besteed<br />
aan de (her)ontdekking van vier bijzondere boekjes in de collecties van<br />
het <strong>NHA</strong> over de kermis in Haarlem in de 19e eeuw. Deze (her)ontdekking<br />
vormde de directe aanleiding voor onze tentoonstellingscommissie<br />
om de zomertentoonstelling te wijden aan dit onderwerp.<br />
In deze Uitgelicht ook aandacht voor een aantal bijzondere aanwinsten<br />
bij het <strong>NHA</strong>, waaronder die van de collectie met ontwerpen en figuraties<br />
van de Haarlemse kunstenaar Levinus Tollenaar. Ten slotte koos fotograaf<br />
Natascha Libbert als haar topstuk een van de foto’s uit de collectie van<br />
de Provinciale Atlas, waarvoor ze de jaarlijkse foto-opdracht voor de<br />
provincie Noord-Holland uitvoerde.<br />
Ik wens u veel leesplezier bij dit nieuwe <strong>nummer</strong> van Uitgelicht.<br />
Visverkoper op het strand van Bloemendaal<br />
aan Zee, 1951, fotograaf onbekend.<br />
Lieuwe Zoodsma,<br />
directeur Noord-Hollands Archief<br />
5
# 8 | Hemel en aarde bewogen<br />
Tekst: Wim de Wagt / beeld: de beeldmarketeers (portret) en Francien van Daalen<br />
Hemel en aarde bewogen<br />
Behalve foto’s, tekeningen, prenten en dergelijke bevat de Provinciale Atlas twee<br />
bijzondere driedimensionale objecten, namelijk een aard- en een hemelglobe uit de<br />
achttiende eeuw. Onlangs werden deze gerestaureerd door het Haarlemse papierrestauratieatelier<br />
van Francien van Daalen. Tijdens de restauratie gaven de globes,<br />
waarover helaas maar heel weinig bekend is, enkele van hun geheimen prijs.<br />
Als je hem op<br />
Amerika zet,<br />
draait hij niet<br />
terug<br />
Rechts Papierrestaurator Francien van<br />
Daalen.<br />
Ooit waren globes zowel pronkstukken<br />
als praktische hulpmiddelen.<br />
In patriciërshuizen toonden<br />
ze dat de eigenaar een man van de<br />
wereld was, en op schepen hielpen<br />
ze de zeelieden bij de navigatie.<br />
Globes zijn in allerlei soorten en<br />
maten gemaakt, van enorme bollen<br />
met een diameter van wel bijna<br />
70 cm tot handzame ‘zakglobes’<br />
ter grootte van een tennisbal. Vanwege<br />
de bedrevenheid in de cartografie<br />
bestond in de Republiek een<br />
bloeiende globeproductie. Bekende<br />
namen hierin waren Willem Blaeu,<br />
Jodocus Hondius en Gerard en Leonard<br />
Valk. Van vader en zoon Valk,<br />
die een uitgeverij in Amsterdam<br />
dreven, zijn de twee globes in de<br />
collectie van de Provinciale Atlas.<br />
Altijd een stel<br />
Francien van Daalen heeft in de<br />
loop van de tijd meer dan vijftig<br />
globes onder handen gehad.<br />
Voor het Scheepvaartmuseum in<br />
Amsterdam, dat zeer veel globes<br />
bezit, voltooide zij de restauratie<br />
van twee groot formaat globes van<br />
Blaeu uit circa 1650.<br />
Vergelijkbare globes behandelde<br />
zij onder andere voor de Erfgoedbibliotheek<br />
Hendrik Conscience in<br />
Antwerpen en Museum Het Valkhof<br />
in Nijmegen. ‘Waarschijnlijk heeft<br />
niemand acht exemplaren van<br />
deze grote Blaeu-globes in handen<br />
gehad,’ zegt ze zonder een zweem<br />
van opschepperij. ‘Zo bouwde ik<br />
heel veel kennis op.’<br />
6 7
# 8 | Hemel en aarde bewogen<br />
Bijschrift ....<br />
Boven De aardglobe (links) en de aardglobe<br />
met afgebroken pen.<br />
Onder De hemelglobe (links) en de horizonring<br />
van de aardglobe.<br />
De aard- en hemelbol van de<br />
Provinciale Atlas bevinden zich al<br />
heel lang in het Noord-Hollands<br />
Archief, maar over hun herkomst is<br />
niets bekend. Ze worden op 1750<br />
gedateerd, wat betekent dat ze zijn<br />
gemaakt na de dood van Gerard<br />
en Leonard Valk, die respectievelijk<br />
in 1726 en 1746 stierven. Gerards<br />
weduwe zette na de dood van Leonard<br />
de zaak nog enige tijd voort.<br />
‘Vader en zoon Valk waren de<br />
belangrijkste globeproducenten na<br />
Willem Blaeu,’ aldus Alexander de<br />
Bruin, conservator beeldcollecties<br />
van het <strong>NHA</strong>. ‘Dergelijke globes<br />
werden volgens de laatste wetenschappelijke<br />
inzichten gemaakt. Er<br />
staan sterrenbeelden op die recent<br />
waren ontdekt en ook op cartografisch<br />
gebied waren ze het nieuwste<br />
van het nieuwste. Wat wist men<br />
in die tijd van de wereld? Deze<br />
globes vertellen het.’<br />
Francien van Daalen meent dat de<br />
‘Haarlemse’ aard- en hemelglobe<br />
altijd een stel hebben gevormd.<br />
‘Dergelijke globes werden vaak<br />
als een paar gemaakt, maar soms<br />
werden ze van elkaar gescheiden.<br />
Aan de reparaties kun je zien dat<br />
deze altijd bij elkaar zijn geweest.’<br />
Nu de beide globes weer in goede<br />
staat zijn, verwacht het Noord-<br />
Hollands Archief ze met trots te<br />
kunnen tonen aan het publiek.<br />
8<br />
Loodzakje<br />
De fabricage van globes was een<br />
apart ambacht, dat heel in de<br />
verte nog te vergelijken is met het<br />
moderne productieproces van wereldbollen.<br />
Beide historische globes<br />
hebben een diameter van 31 cm en<br />
zijn bevestigd in een houten stoel<br />
waarin ze kunnen ronddraaien.<br />
De stoel is opgebouwd uit een<br />
eikenhouten kruis met een ronde<br />
grondplaat die, via vier kolommen<br />
van gedraaid hout, de eikenhouten<br />
horizonring steunt. Op deze ring<br />
is in gravure een papieren horizon<br />
geplakt. De bol valt bij de noorden<br />
zuidpool draaibaar in een zogeheten<br />
‘meridiaanring’, gemaakt van<br />
messing.<br />
In het binnenste, holle deel van<br />
de globe bevindt zich een centrale<br />
houten as, die loopt van pool<br />
tot pool. In de houten as zijn bij<br />
de polen twee messing pennen<br />
gezet, waaraan de meridiaanring<br />
draait. De bol is in twee helften<br />
vervaardigd van papier-maché op<br />
een houten mal. De twee helften<br />
werden vervolgens gemonteerd<br />
tot een bol. Over het papiermaché<br />
werd eerst een krijtlaag<br />
aangebracht, vervolgens werden<br />
hierop - in dit geval - vierentwintig<br />
segmenten in gravure geplakt. De<br />
gravures werden ingekleurd en het<br />
geheel afgewerkt met een vernis-<br />
9
# 8 | Hemel en aarde bewogen<br />
De hemelglobe voor (links) en tijdens<br />
de behandeling.<br />
laag. De vernis beschermde de globes<br />
tegen vuil. ‘Binnenin werd vaak<br />
een loodzakje gehangen, zodat de<br />
globe in balans blijft. Als je hem<br />
bijvoorbeeld op Amerika zet, draait<br />
hij niet terug,’ verklaart Francien<br />
van Daalen.<br />
Meubelwas<br />
Francien van Daalen vertelt dat het<br />
verminderen van de vervuiling en<br />
verkleuring en het repareren van<br />
het papier het leeuwendeel van de<br />
werkzaamheden behelsde. ‘Er zat<br />
nog maar heel weinig van de vernis<br />
op het papier, waardoor er veel<br />
vervuiling in het papier zat, inclusief<br />
het papier van de horizonring.<br />
Er zaten ook veel resten meubelwas<br />
op het papier. Dat komt op het<br />
papier als de stoel in de was wordt<br />
gezet en is moeilijk geheel uit het<br />
papier te verwijderen.’<br />
Opmerkelijk was dat er slijtlijnen<br />
liepen over het papier van de bol.<br />
‘Waarschijnlijk heeft een schoonmaker<br />
(of eigenaar) jarenlang de<br />
metalen meridiaanring met een<br />
stofdoek afgestoft, waardoor het<br />
papier links en rechts van de messing<br />
ring langzamerhand totaal<br />
wegsleet. Dat is een heel typische<br />
en treurige schade. Waarschijnlijk<br />
hebben de globes heel lang ergens<br />
te pronk gestaan, daar is deze<br />
schade ontstaan.’<br />
Het behandelen van het bedrukte<br />
papier is een uiterst secuur werk,<br />
legt ze uit. ‘Een deel van het vuil<br />
kun je droog verwijderen. Maar de<br />
oude, gecraqueleerde afwerklaag<br />
heb ik verwijderd met een combinatie<br />
van oplosmiddelen in een<br />
gel. Omdat het papier is opgeplakt<br />
op een krijtlaag, werk ik graag<br />
met gels. Het verminderen van de<br />
vervuiling in het papier heb ik met<br />
een combinatie van vloeistoffen<br />
in gels uitgevoerd. Omdat globes<br />
met de hand zijn ingekleurd zou je<br />
met puur water de kleur aantasten.<br />
De sterren van de hemelglobe zijn<br />
bijvoorbeeld van bladgoud, dat<br />
zou gemakkelijk kunnen beschadigen.<br />
Ik vind het een uitdaging,<br />
dergelijke vochtgevoelige objecten<br />
behandelen waarbij je niet<br />
té vochtig kunt werken, want het<br />
papier of de pigmenten mogen niet<br />
worden aangetast. Dat is echt mijn<br />
specialisatie.’<br />
Engelse postzakken<br />
Waar delen papier op de bollen<br />
ontbraken, heeft Francien van<br />
Daalen deze aangevuld met speciaal<br />
restauratiepapier, gemaakt van<br />
het linnen van Engelse postzakken.<br />
Het originele papier was trouwens<br />
van een goede kwaliteit lompen<br />
papier. Beschadigde of onderbroken<br />
gravure op het originele papier<br />
heeft ze niet geretoucheerd. ‘Je<br />
kunt in principe een heel sterrenbeeld<br />
bijtekenen, maar zoiets doe<br />
je niet. Je werkt als restaurator<br />
volgens een ethische code. Als ergens<br />
een meridiaan wordt onderbroken<br />
omdat er papier ontbreekt,<br />
trek ik die meridiaanlijn wel door<br />
Op het originele<br />
papier doe je<br />
nooit aanvullingen.<br />
Weg is weg.<br />
op het ‘nieuwe’ reparatiepapier. Als<br />
je er op een afstandje naar kijkt<br />
geeft dat een rustiger beeld. Maar<br />
op het originele papier doe je nooit<br />
aanvullingen. Weg is weg. Op een<br />
Antwerpse hemelglobe ontbrak<br />
de bek van Cetus, het zeemonster.<br />
Die heb ik op hun verzoek op het<br />
nieuwe reparatiepapier geretoucheerd.<br />
Op de Haarlemse globes<br />
kun je nu alleen van dichtbij zien<br />
dat er iets gerepareerd is.’<br />
Francien van Daalen heeft dergelijke<br />
globes maandenlang in haar<br />
atelier. Wie haar in films bezig ziet,<br />
met haar neus dicht op de bol, met<br />
een penseeltje millimeter voor millimeter<br />
en uiterst voorzichtig het<br />
Gerard en Leonard Valk<br />
De uitgeverij van Gerard en<br />
Leonard Valk was de enige<br />
uitgever van globes in Nederland<br />
in de achttiende eeuw. Met<br />
hun globes luidden vader en<br />
zoon Valk een ware revival van<br />
de globeproductie in. Gerard,<br />
die was opgeleid als graveur,<br />
vestigde met zijn zwager, Petrus<br />
Schenk, de uitgeverij omstreeks<br />
1680 in Amsterdam. Gerard gaf<br />
eerst alleen kaarten en atlassen<br />
uit, later ook globes, in samenwerking<br />
met zijn zoon Leonard.<br />
De Valk-globes volgden de<br />
indertijd geijkte verschijningsvorm.<br />
Ze zijn tamelijk eenvoudig,<br />
zonder al te veel versiering,<br />
en lijken vooral bedoeld te zijn<br />
geweest voor wetenschappelijke<br />
doeleinden. Gerard Valk gebruikte<br />
zelfgemaakte kopergravureplaten<br />
en in de eerste helft<br />
van de achttiende eeuw golden<br />
de Valk-globes in Nederland als<br />
‘state of the art’ op het gebied<br />
van geografische en sterrenkundige<br />
kennis. Na de dood van<br />
Leonard in 1746 zette de weduwe<br />
van Schenk, Maria Schenk,<br />
de zaak voort. Na haar dood in<br />
1770 kwam de zaak eerst in<br />
handen van Petrus Schenk jr. en<br />
ten slotte werd Cornelis Ovens<br />
(1764-1825) de eigenaar.<br />
Bron o.a.: Edward Dahl en Jean<br />
Francois Gauvin, Sphaerae Mundi.<br />
Early Globes at the Stewart Museum,<br />
Montreal, 2000.<br />
10<br />
11
# 8 | Hemel en aarde bewogen<br />
De hemelglobe na behandeling.<br />
12<br />
oppervlak behandelend, denkt dat<br />
hier engelengeduld voor nodig is.<br />
‘Soms,’ antwoordt ze nuchter. ‘Maar<br />
veelal moet je ook in een bepaald<br />
tempo doorwerken, omdat het<br />
papier bijvoorbeeld niet te vochtig<br />
mag worden of om het risico uit te<br />
sluiten dat je te veel de vezels van<br />
het papier beroert, en het daarmee<br />
beschadigt.’<br />
Houtworm<br />
Voor de reparatie van de houten<br />
stoel en de messing ring werd<br />
samengewerkt met twee restauratoren<br />
van een andere discipline,<br />
namelijk Jurjen Cremer voor het<br />
hout en Daan Brouwer voor de<br />
metalen onderdelen. Het bleek dat<br />
de grondplaat en horizonring uit<br />
hetzelfde stuk eikenhout waren<br />
gemaakt. ‘Dat zie je doordat de<br />
houtnerf doorloopt,’ zegt Francien<br />
van Daalen. ‘Heel waardevol als je<br />
dat soort dingen van de fabricage<br />
opmerkt.’ Verder was er een opvallend<br />
kleurverschil zichtbaar in de<br />
kolommen van beide stoelen en<br />
wemelde het van de wormgaatjes.<br />
‘De kolommen werden oorspronkelijk<br />
met een pen en gat-verbinding<br />
bevestigd aan de houten horizonring.<br />
Een pen van een van de<br />
poten was totaal opgegeten door<br />
houtworm,’ aldus Francien. ‘In het<br />
verleden heeft men geprobeerd dat<br />
pootje met een spijker weer vast<br />
te zetten. Jurjen moest hiervoor<br />
een nieuwe houten pen maken.’<br />
Van de aardglobestoel bleken twee<br />
kolommen ooit vervangen te zijn,<br />
waarschijnlijk omdat ze helemaal<br />
waren opgegeten door houtworm.<br />
Het wemelde van<br />
de wormgaatjes<br />
Voorrecht<br />
Een ander manco was dat de<br />
bollen niet meer veilig konden<br />
draaien. ‘Het komt vaak voor dat<br />
een horizonring krimpt of breekt<br />
en dan gaat de bol aanlopen. Dat is<br />
eigenlijk niet te verhelpen, omdat<br />
je de bol niet kleiner kunt maken<br />
en de horizonring niet groter. Dat<br />
was ook bij deze globes het geval.<br />
Dat kun je soms verhelpen door<br />
de centrale voet iets omhoog te<br />
zetten, maar dan verander je de<br />
constructie. In onderling overleg<br />
hebben we besloten om het te<br />
accepteren en zo te laten. Er is nu<br />
één stand waarbij de globes niet<br />
aanlopen.’<br />
Francien van Daalen vindt het<br />
telkens weer een voorrecht om<br />
aan dergelijke unieke objecten te<br />
mogen werken, zegt ze. ‘Het conserveren<br />
en restaureren blijft mij<br />
fascineren en inspireren. Ook na<br />
al die jaren. Elk object vertelt een<br />
eigen verhaal.’<br />
Tentoonstelling<br />
De gerestaureerde globes zijn<br />
voor het publiek te zien op een<br />
tentoonstelling in het Scheepvaartmuseum<br />
tijdens het Hemelvaartweekend<br />
(25-28 <strong>mei</strong>). Vanaf<br />
23 september zijn de globes opnieuw<br />
te zien op de tentoonstelling<br />
‘A Global Table’ in het Frans<br />
Halsmuseum en De Hallen in<br />
Haarlem. Van het restauratieproces<br />
zijn korte films gemaakt, die<br />
te bekijken zijn via de website<br />
van het Noord-Hollands Archief,<br />
www.noord-hollandsarchief.nl.<br />
13
Prikbord<br />
Agenda<br />
•29 <strong>mei</strong>: Historisch Café<br />
•11 juni: Bierwandeling met<br />
proeverij<br />
•1 juli t/m 10 sept: Zomertentoonstelling<br />
‘Komt dat zien!’ –<br />
Kermis in de 19e eeuw<br />
•9 en 10 sept: Open Monumentendagen<br />
•21 sept: Tentoonstelling kunstenaarsboeken<br />
van o.a. Alicja<br />
Werbachowska i.s.m. Bibliotheek<br />
Zuid-Kennemerland<br />
•25 sept: Historisch Café<br />
Meer nieuws van het Noord-<br />
Hollands Archief ontvangen?<br />
We houden u graag op de hoogte van onze<br />
activiteiten met onze maandelijkse, gratis<br />
nieuwsbrief. U kunt zich aanmelden via<br />
www.noord-hollandsarchief.nl.<br />
Kijk voor alle activiteiten van het<br />
Noord-Hollands Archief op:<br />
www.noord-hollandsarchief.nl.<br />
Films online beschikbaar<br />
<strong>NHA</strong>rchief (@<strong>NHA</strong>rchief<br />
Apr 13)<br />
Mijlpaal in #VeleHandenproject<br />
#FotoburoDe-<br />
Boer. De gegevens van<br />
de 9000 onderwerpskaarten<br />
(‘45-’90) zijn<br />
ingevoerd!<br />
13 april <strong>2017</strong> 18.47 uur<br />
Het lezen waard!<br />
In de serie Geschiedenis en Archieven is een nieuwe publicatie<br />
van de Stichting Vrienden van het Noord-Hollands Archief<br />
verschenen. Bedrijvigheid in Velsen in de lange twintigste eeuw<br />
heeft als kernthema de stormachtige ontwikkeling van Velsen-<br />
IJmuiden, van een klein vissersdorpje naar de vestigingsplaats<br />
van een moderne staalindustrie. De artikelen in deze bundel van<br />
ruim honderd pagina’s gaan onder andere over de expansie van<br />
de visserij en het ontstaan van het Hoogovensmuseum. Ook is<br />
een interview met Conny Braam over de sociale aspecten van<br />
het graafwerk voor het Noordzeekanaal opgenomen. Een inspirerende<br />
literatuur- en bronnenlijst sluit deze bundel af. De bundel<br />
staat onder redactie van Frans Willem Lantink en Boudien de<br />
Vries en is voor 15 euro verkrijgbaar in de boekhandel.<br />
De audiovisuele collectie van het Noord-Hollands<br />
Archief is geheel geherstructureerd, voorzien<br />
van metadata en geconverteerd. Sinds kort zijn<br />
de eerste films van Ad Spoor (een Haarlemse<br />
amateurfilmer) online via de eigen website van<br />
het <strong>NHA</strong> beschikbaar. De films waren al eerder<br />
via YouTube te zien, maar zijn nu te bekijken in<br />
combinatie met de bijbehorende archieven. De<br />
komende tijd zullen steeds meer films via de<br />
website van het <strong>NHA</strong> beschikbaar zijn.<br />
De watertrappers (@DWTHaarlem Mar<br />
28)<br />
Een leuke film uit het Noord Hollands<br />
archief die opgenomen is op 22 september<br />
1940 in het Sportfondsenbad<br />
in Haarlem.<br />
28 maart <strong>2017</strong> 19.49 uur<br />
Buitenplaatsen in<br />
Noord-Holland<br />
Onder de titel ‘Binnenstebuiten’ heeft<br />
het Noord-Hollands Archief in 2016 met<br />
beeldmateriaal uit de Provinciale Atlas<br />
Noord-Holland een tentoonstelling gemaakt<br />
over de tuinen van buitenplaatsen in Noord-<br />
Holland. Deze tentoonstelling was opgesteld<br />
in de tuin van Paviljoen Welgelegen, het<br />
provinciehuis van Noord-Holland. In <strong>2017</strong><br />
reist deze tentoonstelling rond langs diverse<br />
buitenplaatsen in de provincie. Tot augustus<br />
<strong>2017</strong> is ‘Binnenstebuiten’ te zien op Landgoed<br />
Leyduin in Vogelenzang.<br />
Foto: Synergique<br />
14<br />
15
# 8 | Men hield het voor een sprookje<br />
Boven Fragment van het ‘Groot Engelsch<br />
Circus’ van George Sander.<br />
Rechts De vrouw zonder armen.<br />
Linksonder De handtekening van Mej. Marie.<br />
Tekst: Lise Koning / beeld: Noord-Hollands Archief<br />
Men hield het voor<br />
een sprookje<br />
Enkele jaren geleden werden bij toeval vier bijzondere boekjes (her)ontdekt in de collectie<br />
van het Noord-Hollands Archief. De boekjes bevatten een verzameling van ingeplakt drukwerk<br />
betreffende de Haarlemse kermis. De boekjes zijn tussen 1830 en 1879 samengesteld<br />
door Gaspard Philippe Charles van Breugel en geven een unieke inkijk in de negentiendeeeuwse<br />
Haarlemse kermis. Voldoende inspiratie voor het <strong>NHA</strong> om hiermee de jaarlijkse<br />
zomertentoonstelling in de Janskerk samen te stellen.<br />
Naar eigen zeggen keek Van<br />
Breugel met de grootst mogelijke<br />
verbazing toe hoe Mej. Marie<br />
zonder armen met haar mond een<br />
knoop in een draad wist te leggen.<br />
Niet alleen kon Marie zonder<br />
armen borduren, tekenen, haken<br />
en schrijven, ook knippen met een<br />
schaar was geen probleem. Toen<br />
ze een handtekening - weliswaar<br />
zonder hand - voor Van Breugel op<br />
een vel papier plaatste, schreef ze<br />
er in het Frans bij: ‘Met wilskracht<br />
en volharding kan men alles bereiken.<br />
Geschreven met mijn mond.<br />
Marie’.<br />
Deze gedachte - dat alles kan en<br />
niets te gek is - tekent de kermis<br />
van de negentiende eeuw. Uit<br />
zijn ooggetuigenverslagen blijkt<br />
dat zelfs voor de avonturier Van<br />
Breugel de Haarlemse kermis een<br />
onuitputtelijke bron van verwondering<br />
was. Ondanks de nodige<br />
Zonder armen,<br />
met haar mond<br />
een knoop in een<br />
draad leggen<br />
16<br />
17
# 8 | Men hield het voor een sprookje<br />
Affiche van de voorstelling met ‘Een haarloos<br />
paard’ op de Botermarkt in Haarlem.<br />
ervaringen die Van Breugel heeft<br />
opgedaan tijdens onder andere<br />
zijn deelname aan de Belgische<br />
veldtocht in 1830-1831 en reizen<br />
naar Suriname, schreef hij vol<br />
verbazing over een vlooiencircus,<br />
het levende wonderkalf en het<br />
wandelende geraamte.<br />
De scherpzinnige vlo<br />
Van Breugel was in juli 1841 zo<br />
erg onder de indruk van de vlooien<br />
gepresenteerd ‘in een zeer nette<br />
kermistent te Haarlem’, dat Van<br />
Breugel de exploitant in zijn woning<br />
aan de Jansweg uitnodigde<br />
om nogmaals zijn bewonderingswaardige<br />
industrie te vertonen. De<br />
heer S. Bertolotto uit Genua had<br />
van zijn vader in het geheim geleerd<br />
hoe hij een goed ras vlooien<br />
kon fokken. Het is meer dan begrijpelijk<br />
dat men, volgens Van Breugel,<br />
in 1824 in Suriname dacht dat<br />
Een scherpzinnige vlo van Bertolotto<br />
(boven) en de aankondiging van de<br />
‘bezigtiging’ van een levend wonderkalf.<br />
Bertolotto’s scherpzinnige vlooien<br />
tot een sprookje behoorden. Zo<br />
beschrijft Van Breugel hoe een vlo<br />
een minuscule kanon voorttrekt,<br />
die af en toe met buskruit wordt<br />
geladen en wordt afgeschoten.<br />
De vlo schrok hier niet van, aldus<br />
Van Breugel. De vlo werd bewaard<br />
in een fluwelen doosje en werd gevoed<br />
door haar een klein tijdje op<br />
je arm bloed te laten zuigen. Zodra<br />
de tijd er rijp voor was werd de vlo<br />
vervolgens met kwikzilverzwavel<br />
om het leven gebracht.<br />
Bijzonder en abnormaal<br />
De vlooien zijn niet de enige<br />
bijzondere dieren die Van Breugels<br />
aandacht trokken. Onderaan een<br />
affiche over een haarloos paard<br />
met een menselijke huid schreef<br />
Van Breugel de woorden ‘zeer interessant’.<br />
Uit dit affiche blijkt ook<br />
dat niet iedere tentoonstelling of<br />
attractie geschikt werd geacht voor<br />
vrouwen, aangezien Van Breugel<br />
er ‘ook voor dames’ aan toevoegde.<br />
Verder vond Van Breugel het ‘levend<br />
wonderkalf’ zo ‘buitengewoon<br />
interessant’ dat hij alvast 1500<br />
gulden op het stoffelijk overschot<br />
van het nog springlevende dier had<br />
geboden. Ook het hondje Norma,<br />
die alle rekenkundige opgaven<br />
van haar bezoekers met gemak<br />
kon oplossen, vond Van Breugel<br />
‘zeer aardig’. Mensen die op dieren<br />
leken, zoals ‘de hond-mensch’<br />
Adriaan Jeftichjew uit Rusland,<br />
vond Van Breugel eveneens<br />
een bezoek waard. Jeftichjew’s<br />
voorhoofd, wangen, borst en rug<br />
waren bedekt met lange haren,<br />
waardoor hij gelijkenis vertoonde<br />
met een hond. Naast Jeftichjew<br />
bezocht Van Breugel de tentoongestelde<br />
‘boschmenschen’ ook<br />
wel ‘de wilden van Afrika’ en de<br />
lichtschuwe ‘abnormaal menschensoort’<br />
Heliophoben uit Madagascar.<br />
Enkele vreemde verschijningen<br />
18<br />
19
# 8 | Men hield het voor een sprookje<br />
Het ‘Groot Engelsch Circus’ van George<br />
Sanger (boven) en een afbeelding van het<br />
Levende Geraamte.<br />
Aankondiging van optocht en voorstellingen<br />
van het ‘Groot Engelsch Circus’.<br />
had Van Breugel al eerder gezien.<br />
Onderaan een affiche betreffende<br />
twee Franse albino’s merkte hij op:<br />
‘In 1823 zag ik op twee plantaadjes<br />
twee witte negers die beiden<br />
blaauwe oogen hadden doch ook<br />
doofdstom waren! (In de kolonie<br />
Suriname)’.<br />
Levend skelet<br />
Dat Van Breugels verzamelwoede<br />
ook in zijn eigen tijd van pas<br />
kwam, blijkt uit zijn ontmoeting<br />
met het ‘levend skelet’ in 1858. De<br />
Franse Legée werd omschreven als<br />
de ‘man zonder slaap’. Volgens Van<br />
Een haarloos<br />
paard met een<br />
menselijke huid<br />
Breugel was Legée verrast hem te<br />
ontmoeten. Van Breugel had twee<br />
jaar eerder bij Legée’s ouders in<br />
een herberg in Frankrijk gelogeerd.<br />
Volgens Van Breugel geloofde<br />
Legée niet dat er al eerder ‘een<br />
dusdanig geraamte’ op de Haarlemse<br />
kermis te bezichtigen was.<br />
Tot ieders geluk had Van Breugel<br />
een kopie van een beschrijving<br />
over het desbetreffende levend<br />
geraamte bewaard – op 28 juni<br />
1830 had Van Breugel het Franse<br />
levende geraamte genaamd Claude<br />
Ambroise Seurat namelijk al bezocht.<br />
Seurat is Van Breugel waarschijnlijk<br />
altijd bijgebleven. ‘Het<br />
levend skelet is niet meer!’, schreef<br />
Komt dat zien!<br />
De zomertentoonstelling ‘Komt<br />
dat zien! Kermis in de negentiende<br />
eeuw’ belooft een bijzonder<br />
interessante aangelegenheid<br />
te worden. Ook voor dames.<br />
Laat je verwonderen door de<br />
kermis van vroeger en ‘komt dat<br />
zien’! Van zaterdag 1 juli tot<br />
en met zondag 10 september<br />
in de Janskerk, Jansstraat 40 in<br />
Haarlem. Gratis entree.<br />
Van Breugel verontwaardigd toen<br />
het bericht in de krant stond dat<br />
Seurat in 1834 was overleden in<br />
Vermont. Seurats dood leverde<br />
volgens Van Breugel echter wel<br />
een antwoord op het toentertijd<br />
medische mysterie omtrent zijn<br />
lichte gewicht: er werd een 16 voet<br />
(5 meter!) lange lintworm in zijn<br />
lichaam aangetroffen.<br />
20<br />
21
MOOI<br />
GEWEEST<br />
# 8 | Mooi geweest<br />
Olga Govers (@Olga Govers)<br />
Morgen overbrenging aan Noord-Hollands<br />
Archief het bouwarchief 1905-1987<br />
Bloemendaal en 1900-2008 Bennebroek.<br />
Happening!<br />
8 februari <strong>2017</strong> 18.48 uur<br />
College in het depot<br />
Enkele keren per jaar geeft Annabella Meddens,<br />
senior medewerker educatie van het Noord-Hollands<br />
Archief, een workshop Wetenschapsgeschiedenis.<br />
In deze workshop leren studenten welke archieven<br />
er zijn en hoe zij hier de gewenste informatie in<br />
kunnen vinden. In januari was het de beurt aan<br />
(internationale) studenten van de Universiteit van<br />
Utrecht. Na een presentatie van Huib Zuidervaart over<br />
zijn onderzoeken in archieven en een rondleiding<br />
door het depot van het <strong>NHA</strong> aan de Kleine Houtweg<br />
in Haarlem, gingen de studenten zelf aan de slag<br />
met een opdracht. Bij het zien van archiefmateriaal<br />
over en van de filosoof Wittgenstein was een van de<br />
studenten ‘So happy!’.<br />
Richard Kruijswijk (@Rich_Kruijswijk)<br />
Bouwarchieven #Bloemendaal en .#Bennebroek<br />
naar <strong>NHA</strong> – Noord-Hollands Archief<br />
(prachtig archief; bezoek waard)<br />
14 februari <strong>2017</strong><br />
Collectie Bert van<br />
Voorden in de Beeldbank<br />
Van de Haarlemse amateurfotograaf Bert van<br />
Voorden (1918-2007) zijn nu 284 foto’s in de<br />
Beeldbank van het Noord-Hollands Archief te<br />
bekijken. Ze maken deel uit van een collectie die<br />
het <strong>NHA</strong> in 2005 verwierf. Enkele foto’s heeft u<br />
eerder al op de achterzijde van Uitgelicht kunnen<br />
zien.<br />
De foto’s zijn voornamelijk in en rond Haarlem<br />
gemaakt en geven een goed tijdsbeeld van een<br />
halve eeuw. Het was Jaap Pop, oud-burgemeester<br />
van Haarlem en zelf een verwoed amateurfotograaf,<br />
die Van Voorden destijds over de streep trok zijn<br />
foto’s aan het archief af te staan. ‘De burgemeester<br />
belde me op en zei: “Je wordt een dagje ouder en<br />
ik vind dat je foto’s bewaard moeten blijven”’, zo<br />
vertelde Van Voorden. Een uitgebreid interview<br />
dat Maarten Brock, hoofd Bedrijfsvoering bij het<br />
<strong>NHA</strong>, met Bert van Voorden had, is nu te lezen in<br />
Uitgelicht Extra, op de website van het <strong>NHA</strong>.<br />
De Haarlemse<br />
Bloemen<strong>mei</strong>sjes<br />
De Haarlemse Bloemen<strong>mei</strong>sjes oftewel ‘De<br />
dames met de Haarlemse lach’ vertegenwoordigen<br />
de stad al ruim 60 jaar in binnenen<br />
buitenland. Op de website van het <strong>NHA</strong> vindt<br />
u een speciale webexpositie, die met foto’s en<br />
persoonlijke verhalen een prachtige kijk op de<br />
periode 1955 - <strong>2017</strong> geeft.<br />
Mooi compliment<br />
Soms valt ons oog op een bijzondere passage<br />
of zin over het Noord-Hollands Archief. Dit keer<br />
lazen we onderstaand compliment in het boek<br />
van Sonja Barend, Je ziet mij nooit meer terug.<br />
VeleHanden bijeen<br />
Vrijdag 3 maart zijn de deelnemers aan onze<br />
VeleHanden-projecten rond Fotoburo De Boer in<br />
het zonnetje gezet. De hulp van deze ‘vele handen’<br />
is onmisbaar om onze (gezamenlijke) ambitie<br />
te verwezenlijken en de meer dan 2.000.000<br />
(!) negatieven van het fotopersbureau online<br />
doorzoekbaar te maken. De speciale bijeenkomst in<br />
de Janskerk was een prima gelegenheid om elkaar<br />
eens te ontmoeten en vragen te stellen aan speciale<br />
gast Marisa Beretta, fotografe en oud-medewerker<br />
van Fotoburo De Boer. We kijken terug op een zeer<br />
geslaagde bijeenkomst!<br />
Meer informatie over onze VeleHanden-projecten en<br />
over hoe u kunt helpen, vindt u op de website van het<br />
Noord-Hollands Archief, www.noord-hollandsarchief.nl.<br />
22 23
# 8 | Levinus Tollenaar, veelzijdig en inspirerend<br />
Tekst: Mart van de Wiel / beeld: Noord-Hollands Archief<br />
Levinus Tollenaar, veelzijdig<br />
en inspirerend<br />
Op 3 april jl. is het archief van de monumentaal kunstenaar Levinus Tollenaar (1918-1970)<br />
overgedragen aan het Noord-Hollands Archief 1 . In het jaar hiervoor is hard gewerkt om het<br />
archief goed te bergen en te inventariseren. Tijdens het inventariseren en verwerken van<br />
het archief viel op hoe ongelooflijk fascinerend de ontwerpen en figuraties van Tollenaar<br />
zijn. Deze tot voor kort vergeten Haarlemse kunstenaar maakte vanaf 1945 tot zijn overlijden<br />
diverse grote muurschilderingen, steenmozaïeken, glas-in-loodontwerpen en dergelijke<br />
voor diverse gebouwen en instellingen in de regio Kennemerland en daarbuiten.<br />
Tollenaar: de kunstenaar<br />
Levinus Tollenaar wordt in 1918 in<br />
Haarlem geboren. Na zijn eindexamen<br />
hbs in 1937 gaat hij in<br />
militaire dienst; een opleiding tot<br />
leraar of beeldend kunstenaar is te<br />
prijzig. Al tijdens zijn dienstperiode<br />
verdient hij wat bij door zijn ‘tekenvaardigheid<br />
te benutten 2 ’ en<br />
doet hij zijn best om zijn kunsthistorische<br />
kennis op te vijzelen. Na<br />
de oorlog leert hij op een productie-atelier<br />
voor winkelreclame te<br />
werken met diverse materialen<br />
en methoden en langzaam maar<br />
zeker krijgt hij steeds meer klussen<br />
aangereikt.<br />
In Haarlem zet Tollenaar zich al<br />
vroeg actief in voor het culturele<br />
leven in de stad. Zo is hij een van<br />
de grondleggers van de kunstenaarskring<br />
‘De Groep’, staat hij<br />
aan de wieg van de Vishal als<br />
expositieruimte, en recenseert<br />
hij voor Haarlems Dagblad, iets<br />
Tollenaar aan het werk met de <strong>mei</strong>sjes van<br />
de Sint Lucia Muloschool, Haarlem, 1964.<br />
Links Uitvoering van ‘Het Kwetternest’ voor<br />
de gelijknamige kleuterschool in Pijnacker.<br />
24 25
# 8 | Levinus Tollenaar, veelzijdig en inspirerend<br />
Het Lam Gods, ontwerp voor de Sacramentskerk<br />
in Bloemendaal, 1945.<br />
Ontwerp voor ‘Het Kwetternest’ voor de<br />
gelijknamige kleuterschool in Pijnacker,<br />
1967.<br />
waar hij postuum door een collega<br />
recensent voor wordt gelauwerd:<br />
‘Hij heeft zich schor gepraat en<br />
moe geschreven over alles, wat<br />
de ontplooiingsmogelijkheden van<br />
de Haarlemse kunstenaars kon<br />
bevorderen.’ 3<br />
Zijn kunstwerken<br />
groeien mee met<br />
zijn kunnen<br />
Toch blijft het maken van kunst,<br />
naast doceren op een lokale kleuterleidsteropleiding<br />
en recenseren<br />
voor de krant niet alleen zijn<br />
passie, maar ook zijn brood. Zijn<br />
kunstwerken groeien mee met zijn<br />
kunnen, van kleine muurschilderingen<br />
en ontwerpen naar muurvullende<br />
mozaïeken en enorme<br />
glas-in-loodramen.<br />
Tollenaar: de stijl<br />
Tollenaar is een autodidact pur<br />
sang. Omdat de kunstacademie er<br />
niet in zat als oudste zoon in een<br />
arbeidersgezin, leerde hij zichzelf<br />
het vak van kunstenaar aan en de<br />
geschiedenis die eraan vastzat. 4<br />
Zijn vroege vrije werk blijft dan ook<br />
netjes binnen de traditionele paden<br />
van landschappen en portretstudies.<br />
Ook aan het begin van zijn<br />
carrière, als hij opdrachten krijgt<br />
van verschillende instellingen en<br />
personen, blijft hij redelijk figuratief<br />
en binnen de gangbare stijlen.<br />
Niet geheel verwonderlijk voor<br />
iemand die in opdracht werkte en<br />
waarvan het werk wel in de smaak<br />
moest vallen.<br />
Maar met zijn groeiende naamsbekendheid,<br />
niet in de laatste plaats<br />
omdat hij een steeds prominentere<br />
rol speelt in het culturele leven van<br />
Haarlem, nemen ook zijn opdrachten<br />
toe en lijkt hij meer artistieke<br />
vrijheid te krijgen. De eerdere<br />
commerciëlere opdrachten, zoals<br />
decoratieve muurschilderingen<br />
in een ijssalon of zijn werk voor<br />
‘Haarlem 700’, 5 maken steeds<br />
meer plaats voor grotere, monumentalere<br />
opdrachten, zoals muurreliëfs<br />
voor scholen en mozaïeken<br />
voor openbare gebouwen.<br />
Tollenaar ervaart hierbij de maatschappelijke<br />
impact die kunst<br />
in de openbare ruimte heeft. Dit<br />
is goed terug te zien in de vele<br />
schetsen die vooraf gingen aan de<br />
grote kunstwerken. Vaak staan in<br />
marges haast onleesbare aantekeningen<br />
over de betekenissen<br />
van de figuraties. Van vrij rechttoe,<br />
rechtaan tot abstracte concepten<br />
met betrekking tot de ontwikkeling<br />
van het kind en Griekse mythen.<br />
Ondanks het abstractieniveau van<br />
sommige werken is echter wel<br />
bijna altijd de betekenis terug te<br />
vinden. Dat hij werk maakte dat<br />
door iedereen gezien, en eigenlijk<br />
ook begrepen moest worden, wordt<br />
ook beaamd in een andere eulogie:<br />
“de kreet ‘kunst moet naar het volk’<br />
is voor Levinus geen theorie geweest.<br />
Hij heeft ook wat dat betreft<br />
gepraktiseerd.” 6<br />
26 27
# 8 | Levinus Tollenaar, veelzijdig en inspirerend<br />
Tollenaar: de waardering<br />
Door zijn ‘kunst-met-een-boodschap’<br />
concept, waarbij met sprekende<br />
afbeeldingen een zo groot<br />
mogelijk publiek bereikt moet worden,<br />
heeft het werk van Tollenaar<br />
een flinke aantrekkingskracht. De<br />
enorme, muurvullende kunstwerken<br />
zijn bijzonder charmerend en<br />
lopen uiteen van strakke ontwerpen<br />
met duidelijke kleurvlakken tot<br />
technisch ingewikkelde composities.<br />
Het maken van deze reliëfs en<br />
mozaïeken was dan ook vaak een<br />
echte puzzel, eentje waar hij niet<br />
zelden met veel (vak)mensen aan<br />
werkte. Dat Tollenaars werk zo tot<br />
de verbeelding spreekt is te begrijpen.<br />
Van ontwerp tot uitvoering zie<br />
je een vaardige kunstenaar die niet<br />
alleen mooie ideeën had, maar ze<br />
ook succesvol tot uitvoering kon<br />
brengen. Daarnaast inspireert het<br />
werk ook echt, en hiervoor zette<br />
hij zich ook actief in. Hij wilde niet<br />
alleen zijn werk, maar ook zijn<br />
visie delen met anderen. Vanaf<br />
1952 tot zijn dood gaf hij les op<br />
een HBS voor kleuterleidsters, iets<br />
waarover hij drie maanden voor<br />
zijn dood het volgende over zei:<br />
‘Het lesgeven heb ik, evenals het<br />
schrijven, steeds als een creatieve<br />
bezigheid naast mijn praktijk als<br />
monumentaal kunstenaar betracht<br />
door technisch kunnen en<br />
beeldende visie over te dragen<br />
op leerlingen die in hun beroep<br />
voortdurend een lenige creatieve<br />
mentaliteit moeten bezitten.’ 7 Op<br />
deze manier stond zijn creativiteit<br />
niet alleen ten dienste van hemzelf,<br />
maar juist ook voor anderen. Tollenaars<br />
werk en zijn opvattingen<br />
wekken enorm veel waardering op.<br />
Zijn stijl, de impact van zijn werk,<br />
zijn persoon en denken geven een<br />
aansprekend beeld van een man<br />
die oog had voor een groot publiek,<br />
maar die zich daarnaast ook zelf<br />
bleef ontwikkelen. Op deze manier<br />
kunnen hij en zijn oeuvre nog een<br />
voorbeeld zijn voor veel mensen!<br />
Linksonder Het baksteenreliëf voor de St.<br />
Petrus LTS aan de Prins Bernhardlaan te<br />
Haarlem, 1967.<br />
Boven Ontwerpschetsen van een kat, onbekend<br />
is of en waar dit is uitgevoerd.<br />
Noten<br />
1 Directe aanleiding tot schenking was<br />
door het artikel van Wim de Wagt<br />
(2016). Levinus Tollenaar en zijn<br />
grillige baksteenreliëfs aan de Glip.<br />
Heerlijkheden, 166, 8-13.<br />
2 Levensloop, L. Tollenaar, januari 1970,<br />
inv nr 4.<br />
3 Levinus Tollenaar overleden, Haarlems<br />
Dagblad 8 April 1970.<br />
4 Zo is er een schriftje met allerlei<br />
aantekeningen van boeken uit de<br />
openbare bibliotheek.<br />
5 Tijdens deze feestweek in 1946 werd<br />
het 700-jarig bestaan van Haarlem<br />
als stad gevierd.<br />
6 W. Helversteijn, Mens en kunstenaar<br />
één bij Levinus Tollenaar, Nieuwe<br />
Haarlemse Courant, 8 april 1970.<br />
7 Levensloop, L. Tollenaar, januari 1970,<br />
28 29<br />
inv nr 4.
# 8 | Topstuk<br />
Tekst: Wim de Wagt / beeld: de beeldmarketeers (portret),<br />
Natascha Libbert en Noord-Hollands Archief<br />
Topstuk<br />
Natascha Libbert maakte voor de Provinciale Atlas een fotodocumentaire<br />
van de nieuwe zeesluis in IJmuiden, die op dit<br />
moment wordt aangelegd. In een historische lithografie uit<br />
de Provinciale Atlas herkende zij veel van haar eigen manier<br />
van fotograferen. ‘Licht kan ervoor zorgen dat een foto een<br />
schilderij wordt.<br />
Licht is essentieel<br />
in de fotografie<br />
Rechts De aanleg van het Noordzeekanaal,<br />
ca. 1875: de bouw van de sluizen.<br />
De uit ongeveer 1875 daterende<br />
prent laat de bouw van de zeesluis<br />
tijdens de aanleg van het Noordzeekanaal<br />
zien. ‘Kijk, het oorspronkelijke<br />
duinlandschap van de<br />
Breesaap (verdwenen buurtschap<br />
bij Velsen; wdw) is nog heel goed<br />
zichtbaar,’ legt Natascha uit. ‘Wat<br />
me er enorm in aanspreekt zijn de<br />
lichte kleurtinten. Zelf heb ik de<br />
neiging mijn foto’s in lichte kleuren<br />
te maken. Daarom lijkt dit erg op<br />
wat ik zoek in de fotografie: diffuus<br />
licht, zonder sterke schaduwen,<br />
met dat grijzige duingroen op de<br />
achtergrond. Dat zouden mijn ideale<br />
lichtomstandigheden zijn.’<br />
‘Licht is essentieel in de fotografie<br />
omdat licht de oppervlakte van wat<br />
je ziet bepaalt,’ vervolgt ze. ‘De architectuur<br />
van deze zeesluis vormt<br />
als het ware een stilleven in het<br />
landschap. De structuur van wat<br />
we bouwen in het landschap vind<br />
ik heel mooi. Deze oudste sluis lijkt<br />
heel groot op de foto, maar als je<br />
hem in werkelijkheid ziet valt hij in<br />
het niet. En het is heel bijzonder<br />
dat hij door mensenhanden gemaakt<br />
is, als je bedenkt dat dat in<br />
de negentiende eeuw gebeurde.’<br />
Logboek<br />
De tijd die de Amsterdamse fotograaf<br />
in verband met haar documentaire<br />
in IJmuiden doorbracht –<br />
ze werkte van januari tot oktober<br />
2016 aan de opdracht – viel ze<br />
van de ene verbazing in de andere.<br />
Wanneer de nieuwe, 500 meter<br />
lange en 18 meter brede zeesluis<br />
in 2019 klaar is, zal hij de grootste<br />
ter wereld zijn. Naast haar foto’s<br />
hield ze een logboek bij van wat<br />
ze meemaakte, wat haar opviel en<br />
van de gesprekken die ze voerde.<br />
Ze woonde een tijdje in een atelier<br />
in de buurt van het sluizencomplex<br />
en ging mee met een vrachtschip<br />
naar Noorwegen.<br />
‘Alles is zo ongelooflijk stil in het<br />
gebied, terwijl er enorme krachten<br />
losbreken wanneer de sluisdeuren<br />
opengaan. Zout- en zoetwater<br />
mengen zich met elkaar, er<br />
ontstaan draaikolken. Dat vind ik<br />
zo fascinerend. Op de palen in het<br />
water hebben zich Japanse oesters<br />
afgezet. Het is een letterlijke plek,<br />
een technische plek. Toch prikkelt<br />
het mij alleen maar, omdat ik er<br />
mijn eigen verbeelding aan kan<br />
toevoegen.’<br />
‘Het hele gebied is onderhevig aan<br />
een continu proces van constructie-deconstructie.<br />
Een golf die zich<br />
vormt en uitrolt. Tijdelijke natuur.<br />
30<br />
31
# 8 | Topstuk<br />
Foto van Natascha Libbert, gemaakt in het<br />
kader van haar foto-opdracht.<br />
Kolenbergen die ergens een week<br />
staan, en ineens tot de helft zijn<br />
afgegraven. Nieuwe structuren<br />
worden gebouwd en weer afgebroken.<br />
Vergeten bunkers uit de<br />
oorlog worden herontdekt. Het<br />
enige constante is het schip. Alles<br />
in de haven staat in dienst van het<br />
schip.’<br />
Perspectief<br />
Natascha vertelt hoe ze haar eerste<br />
kennismaking met het gebied<br />
verliep. Hekken sloten een groot<br />
deel van het sluizenterrein af. Behalve<br />
dat dit haar belemmerde, is<br />
het ook een lelijk gezicht. Om zich<br />
er toch toegang te verschaffen,<br />
maakte ze afspraken met Rijkswaterstaat,<br />
ecologen, de havendienst,<br />
vletters, enzovoort. Ze kreeg een<br />
helm en een oranje hesje en mocht<br />
dan een halfuur met een aannemer<br />
mee. Maar ineens dacht ze, terwijl<br />
ze op een ladder stond om overzicht<br />
te krijgen: ‘Ik wil een schip<br />
op.’ Ze regelde dat ze met de passerende<br />
schepen een stukje mee<br />
de havens in kon varen. ‘Vanuit<br />
Alles is zo<br />
ongelooflijk<br />
stil in het<br />
gebied<br />
de schepen heb je een heel ander<br />
perspectief op de sluizen. Als je<br />
toch ziet hoe iedereen in de haven<br />
met elkaar samenwerkt.’<br />
Haar opdrachtgever opperde om<br />
ook de bewoners van het sluiseiland<br />
te fotograferen. Maar dat<br />
wilde ze niet. ‘Het was een vrije<br />
opdracht en zo’n onderwerp ligt<br />
me niet,’ zegt ze. Hoe is ze dan<br />
toch aan deze wens tegemoetgekomen?<br />
Natascha: ‘Uiteindelijk<br />
door te laten zien dat de mens<br />
hier praktisch onzichtbaar, maar<br />
onontbeerlijk is. Negentig procent<br />
van alles wat we om ons heen<br />
hebben in de wereld is aangevoerd<br />
door schepen. De zeelieden zorgen<br />
daarvoor. Maar wie weet dat?<br />
Ik ben meegegaan op een schip<br />
met ruim dertig bemanningsleden<br />
naar Noorwegen, om stenen voor<br />
onze wegen op te halen. Dat is de<br />
sociale component.’<br />
Een drijvende gevangenis<br />
‘Door acht dagen mee te varen op<br />
dat schip kreeg ik meer grip op het<br />
onderwerp. Zo’n schip is een drijvende<br />
gevangenis hoor. Hoewel er<br />
ook mensen zijn die er enorm van<br />
houden, die zeggen “another day<br />
in paradise”. Alles blijft er hetzelfde<br />
en verloopt toch steeds anders.<br />
Je hebt als fotograaf mensen nodig<br />
die je iets gunnen. Je moet mensen<br />
respecteren en aandacht geven,<br />
oprechte betrokkenheid tonen en<br />
waarde geven aan wat zij doen. Als<br />
je dat doet, krijg je ‘extra meters’<br />
van ze.’<br />
Ja, ze heeft het gevoel dat ze alles<br />
uit de foto-opdracht gehaald<br />
heeft. ‘Ik heb me er helemaal aan<br />
overgegeven. Soms was mijn werk<br />
gewoon er te zijn. Ik werd iedere<br />
dag heel gelukkig wakker.’ Uiteindelijk<br />
maakte ze 13.000 foto’s.<br />
Daarvan zijn er 31 in het <strong>NHA</strong><br />
terechtgekomen in overleg met de<br />
begeleidingscommissie. Die keuze<br />
was ‘best wel ingewikkeld’, zegt ze.<br />
Want anders dan de lithografie van<br />
de Noorderzeesluis, en ondanks<br />
de overeenkomsten die zij in deze<br />
prent ziet met haar eigen werk,<br />
is haar manier van fotograferen<br />
‘behoorlijk abstract’, zegt ze. ‘De<br />
selectie is een compromis.’<br />
Een deel van haar werk wil ze<br />
publiceren in een boek, waarvoor<br />
ze het concept inmiddels klaar<br />
heeft liggen. ‘Van de selectie voor<br />
het archief is eigenlijk geen tentoonstelling<br />
te maken, omdat de<br />
Fotograaf Natascha Libbert<br />
diversiteit zo groot is. In een boek<br />
kan ik er wel eenheid, ritme en poëzie<br />
in aanbrengen. Het is niet een<br />
documentair, lineair verhaal.<br />
Ik zoek de grenzen op, er zit veel<br />
van mezelf in.’<br />
32 33
# 8 | Het rijke kloosterleven van Haarlem<br />
Tekst: Marian de Haan / beeld: Noord-Hollands Archief<br />
Het rijke kloosterleven<br />
van Haarlem<br />
Onlangs is de herinventarisatie van de archieven van de Haarlemse kloosters gereedgekomen.<br />
De Haarlemse kloosterarchieven waren in de jaren zestig van de vorige eeuw<br />
geïnventariseerd door Dr. C. van de Haar. Daarna zijn veel stukken uit het archief verplaatst<br />
naar het Haarlemse stadsarchief in een poging om een oude ordening (de ‘Loketkast’)<br />
daarin te herstellen. Bij de recente herinventarisatie van het stads-archief zijn deze stukken<br />
weer afgezonderd.<br />
Het besluit tot de herinventarisatie<br />
van de archieven van de Haarlemse<br />
kloosters werd genomen omdat<br />
niet van alle stukken hun vroegere<br />
plaats in de inventaris herleid kon<br />
worden, en die inventaris niet aan<br />
de huidige eisen voldeed.<br />
Behalve de inventaris werd ook<br />
de daarbij behorende regestenlijst<br />
(chronologische opsomming van de<br />
korte inhoud van de middeleeuwse<br />
akten) gereviseerd en waar nodig<br />
aangevuld en verbeterd.<br />
Predikheren<br />
Haarlem kende een rijk kloosterleven.<br />
Reeds in 1249, vier jaar na de<br />
stadsrechtverlening, werd hier het<br />
eerste mannenklooster gesticht,<br />
dat van de orde van de Broeders<br />
van Onze Lieve Vrouw van de berg<br />
Karmel (Karmelieten of Vrouwenbroeders).<br />
Rond 1261 verrees het<br />
Begijnhof, een congregatie van<br />
vrouwen die zich aangetrokken<br />
voelden tot een vroom leven, maar<br />
Een blik in het<br />
leven van de<br />
kloosterlingen<br />
zich niet aan kloostergeloften wilden<br />
onderwerpen. Tegen het einde<br />
van de eeuw vestigden zich de<br />
Dominicanen, ook Predikheren genoemd,<br />
met een klooster in Haarlem.<br />
In 1310 werd de Commanderij<br />
van Sint Jan in de stad gevestigd,<br />
welk klooster zou uitgroeien tot<br />
het rijkste van de stad.<br />
Conflicten<br />
De vijftiende eeuw zag een nieuwe<br />
golf van kloosterstichtingen in<br />
Haarlem (zie kader). Een aparte<br />
vermelding verdient het Witte Herenklooster<br />
van de Premonstratenzers,<br />
ook Sint Anthonisboomgaard<br />
genoemd. Het was gesticht rond<br />
1446 als klooster van de Derde<br />
Orde van Sint Franciscus maar ging<br />
in 1479 over naar de regel van<br />
de reguliere kanunniken van Sint<br />
Augustinus. Sommige broeders<br />
waren het hier niet mee eens en<br />
dit was het begin van een reeks<br />
van conflicten, waardoor het klooster<br />
tijdens de rest van zijn bestaan<br />
geplaagd zou worden. De onrust<br />
laaide zo hoog op dat het stadsbestuur<br />
zich in 1484 genoodzaakt<br />
voelde om in te grijpen en het<br />
klooster weer een andere, namelijk<br />
de orde van Norbertus op te leggen<br />
en het te plaatsen als priorij<br />
onder de abt van het premonstratenzer<br />
klooster van Mariënweerd in<br />
Gelderland.<br />
Bij de vrouwenkloosters is het<br />
oudste dat van de ‘susteren der<br />
Heilige Maria bij den Zijl’, oftewel<br />
het Zijlklooster, dat dateert van<br />
vóór 1372. Er zijn twee Claris-<br />
Kaart van de stad Haarlem, waarop de kerken,<br />
kloosters, stadspoorten en invalswegen<br />
staan aangegeven, door Jacobus van<br />
Deventer, ca. 1565.<br />
34 35
# 8 | Het rijke kloosterleven van Haarlem<br />
senkloosters geweest, die beide<br />
slechts weinig sporen in de Haarlemse<br />
geschiedenis hebben nagelaten<br />
en in de vroegere literatuur<br />
vaak met elkaar verward worden.<br />
Niet alle kloosters waren rijk. Uit<br />
1546 dateert een verklaring van<br />
het Haarlemse stadsbestuur dat<br />
de zusters van het Maria Magdalenaklooster,<br />
evenals die van het<br />
Barrevoetenklooster, zeer arm zijn.<br />
Reformatie<br />
De reformatie maakte een einde<br />
aan het Haarlemse kloosterleven.<br />
In 1581 werden de kloosters opgeheven<br />
en hun bezittingen door de<br />
stad in bezit genomen. De waarde<br />
was zo groot dat er een aparte<br />
rentmeester voor het beheer werd<br />
aangesteld. Uitzondering hierop<br />
was de commanderij van Sint<br />
Jan. De grootmeester van deze<br />
Bladzijde uit het getijdenboek van Beatrijs<br />
van Assendelft, non in het Zijlklooster.<br />
invloedrijke orde wist een overeenkomst<br />
met de stad te sluiten.<br />
De kerk werd onteigend en voor de<br />
protestantse dienst ingericht, maar<br />
het klooster mocht blijven bestaan.<br />
Er mochten echter geen nieuwe<br />
broeders worden opgenomen en<br />
na de dood van de laatste broeder<br />
zou de stad de bezittingen van het<br />
klooster alsnog in bezit mogen<br />
nemen.<br />
Van het Jansklooster (de Commanderij)<br />
zijn verschillende stukken<br />
bewaard gebleven betreffende de<br />
Goederen die<br />
ze op hun vlucht<br />
hadden meegenomen<br />
stichting van kapelanieën. Kapelanieën<br />
zijn giften door rijke burgers<br />
aan de kerk of een klooster in geld<br />
of goederen voor het doen lezen<br />
van zielenmissen voor hun overleden<br />
familieleden. Deze missen<br />
moesten plaatsvinden in een bepaalde<br />
kapel of voor een bepaald<br />
altaar in de kerk door een speciaal<br />
daarvoor ingehuurde priester. Het<br />
eeuwigdurende karakter van deze<br />
kapelanieën werd door de reformatie<br />
tenietgedaan.<br />
Het bed van de pastoor<br />
Vóór de officiële onteigening van<br />
het kloosterbezit in 1581, waren<br />
veel kloosterlingen al verdreven.<br />
Tijdens het Beleg van Haarlem<br />
(1572-1573) waren veel kloosters<br />
in puin geschoten, andere<br />
werden geplunderd. Sommige<br />
kloosterlingen vonden onderdak<br />
bij familieleden, anderen vluchtten<br />
naar kloosters in de nog katholieke<br />
gebieden. Allen namen aan<br />
roerende goederen mee wat ze<br />
konden, waaronder archiefstukken.<br />
Dit verklaart waarom er hier in<br />
Haarlem weinig archieven van de<br />
kloosters bewaard zijn gebleven.<br />
Van sommige kloosters, zoals dat<br />
van de Cellebroeders, Sint Catharina<br />
en de tertiarissen van Sint Clara,<br />
is hier zelfs geen enkel archiefstuk<br />
aanwezig. Daarentegen kwam in<br />
1625, met de verwerving van de<br />
bezittingen van de commanderij<br />
van Sint Jan, ook het archief van<br />
deze orde vrijwel geheel in de<br />
handen van de stad.<br />
Interessant is de blik die de archieven<br />
ons gunnen in het leven van<br />
de kloosterlingen, speciaal in de<br />
tijd van vervolging en opheffing.<br />
Meerdere stukken zijn bewaard<br />
gebleven over het in bewaring<br />
geven door kloosterlingen van<br />
goederen die ze op hun vlucht<br />
meegenomen hadden. Zoals het<br />
bed van de pastoor van Hazerswoude,<br />
Dirck Gerritsz. de Vrije,<br />
dat hij in Amsterdam in bewaring<br />
gegeven had. De kerk van Hazerswoude<br />
werd namelijk bediend door<br />
de Haarlemse Jansheren.<br />
Verklaring van de ‘burgermeesteren der stede van Haerlem’, dat de zusters van het Maria<br />
Magdalenaconvent, evenals die van het Barrevoetenconvent, zeer arm zijn, 1546.<br />
Het zilverwerk van genoemde<br />
kerk was te Utrecht in bewaring<br />
gegeven, en werd daar in 1595<br />
verkocht.<br />
Jansheren<br />
Van de Jansheren is bekend dat<br />
zij, na de verwoesting van hun<br />
klooster tijdens het Beleg, op<br />
verschillende plaatsen binnen en<br />
buiten de stad gewoond hebben,<br />
waaronder enige tijd in een huis<br />
in de Smedestraat. Het duurde tot<br />
1595 voordat zij in hun summier<br />
herbouwde klooster konden terugkeren.<br />
Hoewel er toen nog maar<br />
vier Jansheren over waren, zou het<br />
nog dertig jaar duren voordat de<br />
laatste van hen de geest gaf. Pas<br />
in 1625, na de dood van commandeur<br />
Andries Pietersz. van Souwen,<br />
kon de stad de goederen van het<br />
klooster in bezit nemen.<br />
Met het gereedkomen van deze<br />
inventaris is opnieuw een rijke<br />
bron voor de bestudering van de<br />
Haarlemse geschiedenis beschikbaar<br />
gekomen.<br />
Overzicht Haarlemse kloosters<br />
en stichtingsdatum<br />
Mannenkloosters<br />
1249 Karmelietenklooster<br />
(Vrouwenbroeders)<br />
ca. 1290 Dominicanen (Predikheren,<br />
Jacobijnen)<br />
1310 Commanderij van Sint Jan<br />
vóór 1406 Regulierenklooster [gelegen<br />
buiten de stadsmuren]<br />
1414 Witte Herenklooster (Sint<br />
Anthonisboomgaard)<br />
1453 Minderbroedersklooster<br />
(‘Heilig Land’)<br />
1490 Heremieten van Sint Augustinus<br />
1496 Cellebroeders<br />
Vrouwenkloosters/-gemeenschappen<br />
ca. 1261 Begijnhof<br />
vóór 1372 Zijlklooster<br />
ca. 1395 Sint Catharinaklooster<br />
vóór 1400 Sint Ceciliaklooster<br />
vóór 1415 Sint Michielsklooster<br />
vóór 1445 Sint Ursulaklooster<br />
ca. 1446 Sint Margarethaklooster<br />
(Margrietenconvent)<br />
1465 Karmelietessen (Barrevoetenzusteren)<br />
? tertiarissen van Sint Clara<br />
1469 Clarissenklooster<br />
1475 Sint Maria Magdalenaklooster<br />
vóór 1485 Sint Annaklooster<br />
36<br />
37
# 8 | Aanwinsten<br />
Tekst: Helen van der Eem / beeld: Noord-Hollands Archief<br />
Nieuwe archieven<br />
en collecties<br />
Bij het Noord-Hollands Archief zijn de afgelopen maanden diverse nieuwe archieven<br />
binnengekomen. In deze rubriek aandacht voor enkele van die archieven, die ondertussen<br />
te raadplegen zijn in de studiezaal.<br />
Voorblad prospectus van het Rijksinstituut<br />
tot opleiding van Teekenleeraren in Amsterdam,<br />
1914-1937.<br />
Instellingen in de<br />
provincie<br />
Aanvullingen op de collectie<br />
van Losse Aanwinsten<br />
(verkregen vanaf 1984) van<br />
het Noord-Hollands Archief,<br />
1580-2006, inv. nrs. 158-<br />
198: 0,65 m<br />
Inv. nr. 162: Sinterklaasboek van<br />
de Bonaventuraschool in Haarlem<br />
(Wouwermanstraat in de Kleverparkbuurt),<br />
1953-1972. Met los<br />
inliggende briefjes, gedichten,<br />
tekeningen enz.<br />
Inv. nr. 163: Manuscript van Harry<br />
Prenen voor de Jaarzang 1959 van<br />
de Sociëteit Trou Moet Blycken in<br />
Haarlem, 1959. Harry (Henricus<br />
Lucas) Prenen (1915-1992) was<br />
auteur, aquarellist, dichter, etser,<br />
historicus, illustrator, kunstcriticus,<br />
pastellist, pentekenaar en politiektekenaar.<br />
Hij was werkzaam als leraar<br />
geschiedenis aan het Mendelcollege<br />
in Haarlem. Het manuscript<br />
is geschreven op proefwerkbladen<br />
van die school.<br />
Inv. nrs. 165-178: Stukken betreffende<br />
de familie Van Hilten in Bennebroek,<br />
(1663) 1740-1828.<br />
Inv. nr. 179: Stukken betreffende<br />
de NV Maatschappij tot voortzetting<br />
van de Drijfriemenfabriek<br />
voorheen firma A. Drost en Zoon in<br />
Haarlem, 1904, 1909-1910, 1915,<br />
1926, 1929, z.j. De NV Maatschappij<br />
tot voortzetting van de<br />
Drijfriemenfabriek voorheen firma<br />
A. Drost en Zoon werd in 1801<br />
opgericht door Adriaan Drost als<br />
leerlooierij A. Drost en Zoon. Door<br />
de toenemende industrialisatie<br />
ging het bedrijf in 1900 over op de<br />
productie van leren aandrijfriemen<br />
voor machines. Het bedrijf was<br />
gevestigd aan de Harmenjansweg<br />
in Haarlem.<br />
Inv. nr. 180: Brief van Jacques Hartog<br />
in Amsterdam aan de redacteur<br />
van de Oprechte Haarlemsche<br />
Courant in Haarlem over meerdere<br />
onjuistheden over zijn opleiding en<br />
ontmoetingen met componisten en<br />
artiesten in een aan hem gewijd<br />
artikel (verschenen in het <strong>nummer</strong><br />
van 12 oktober 1912), 17 oktober<br />
1912. Jacques Hartog (Zaltbommel<br />
24 oktober 1837-Amsterdam<br />
3 oktober 1917) was muziekpedagoog<br />
en musicoloog. Hij was actief<br />
in de Maatschappij tot Bevordering<br />
der Toonkunst. Daarnaast was hij<br />
vanaf 1903 privaatdocent aan de<br />
Universiteit van Amsterdam en<br />
van 1886-1913 leraar muziekgeschiedenis<br />
aan het Amsterdamse<br />
Conservatorium. In 1910 werd hij<br />
benoemd tot Ridder in de Orde van<br />
Oranje-Nassau. Hij schreef monografieën<br />
over onder andere Mozart<br />
(1904), Beethoven (1904), Haydn<br />
(1905), Mendelssohn (1908), Schumann<br />
(1910) en Bach (1911).<br />
Rijksinstituut tot Opleiding<br />
van Teekenleeraren in Amsterdam,<br />
1914-1937: 0,50 m<br />
De Rijksnormaalschool voor<br />
Teekenonderwijzers is opgericht in<br />
1881 en was ondergebracht op de<br />
bovenste verdieping van het Rijksmuseum.<br />
De vierjarige dagopleiding<br />
leidde op tot docent tekenen<br />
in het voortgezet onderwijs. In<br />
juli 1923 veranderde de naam in<br />
Rijksinstituut tot Opleiding van<br />
38 39
# 8 | Aanwinsten<br />
Teekenleeraren. De school was tot<br />
1938 gehuisvest in het Rijksmuseum.<br />
Vervolgens werden opleiding<br />
en personeel ondergebracht bij het<br />
Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs,<br />
kortweg Kunstnijverheidsschool,<br />
sinds 1968 Gerrit Rietveld<br />
Academie.<br />
Kapteyn, H.J., te Haarlem,<br />
1926-1964: 0,25 m<br />
Huibert Jan Kapteyn, ook wel<br />
Kapteijn, (Oterleek 30 maart<br />
1899-Zaanstad 6 februari 1987),<br />
was vanaf 1921 werkzaam bij de<br />
Noord-Zuid-Hollandsche Vervoer<br />
Maatschappij NV (NZH). Na het<br />
volgen van verschillende opleidingen<br />
werd hij aangesteld als<br />
technisch ambtenaar. Kort voor<br />
de Tweede Wereldoorlog werd hij<br />
benoemd tot inspecteur van het<br />
materieel en in 1944 tot hoofdinspecteur.<br />
In 1949 werd hij chef<br />
Technische Dienst en op 3 <strong>mei</strong><br />
1957 volgde zijn benoeming tot<br />
adjunct-directeur. De functie van<br />
chef Technische Dienst bleef hij<br />
daarnaast ook vervullen. In 1964<br />
ging hij met pensioen.<br />
Aangesloten<br />
gemeenten<br />
AALSMEER<br />
GEMEENTEBESTUUR VAN<br />
AALSMEER, (1950) 1986-<br />
1995 (2001): 47,75 M<br />
Het archief bevat onder andere<br />
stukken betreffende de Stichting<br />
Korenmolen De Leeuw, 1989-1995<br />
(1996), en de Stichting Historische<br />
Tuin Aalsmeer, (1975) 1978-1995.<br />
BEVERWIJK<br />
Van Tongeren Kennemer BV<br />
(VTK) te Beverwijk, 1908-<br />
1981: 5,75 m<br />
Van Tongeren Kennemer BV vindt<br />
zijn oorsprong in 1893, toen Martinus<br />
Witkamp in eerste instantie<br />
begon met het vervaardigen van<br />
fietsen, later gevolgd door auto’s<br />
en motorfietsen, onder de naam M.<br />
Witkamp, rijwielfabrikant De Kennemer.<br />
In de jaren twintig van de<br />
twintigste eeuw specialiseerde het<br />
bedrijf zich in de productie van industriële<br />
stofvangers. De uitvinder<br />
van de cycloon of stofvanger, een<br />
apparaat waarmee het mogelijk<br />
werd om stofdeeltjes uit de lucht<br />
NZH-bus, uit de collectie van H.J. Kapteyn,<br />
1926-1964.<br />
te filteren, was ir. Herman van<br />
Tongeren (1899-1944), in 1928<br />
afgestudeerd aan de Technische<br />
Hogeschool in Delft in werktuigbouwkunde<br />
met als specialisatie<br />
aerodynamica.<br />
Vanaf de jaren veertig ging men<br />
nauw samenwerken met Kennemer<br />
Luchtbehandeling BV te Beverwijk<br />
en in 1991 fuseerden ze tot Van<br />
Tongeren Kennemer BV.<br />
Bouwvergunningendossiers<br />
van de gemeente Beverwijk,<br />
(2003) 2004-2010 (2013):<br />
34,40 m<br />
Zie toelichting onder Bloemendaal.<br />
BLOEMENDAAL<br />
Bouwvergunningendossiers<br />
van de gemeente Bloemendaal,<br />
(1884) 1900-1988<br />
(1999): 54,90 m<br />
Bouwvergunningendossiers<br />
van de gemeente Bennebroek,<br />
1905-2008: 21,75 m<br />
De totstandkoming van de Woningwet<br />
van 1901 betekende het<br />
begin van geregelde overheidszorg<br />
met betrekking tot het bouwen.<br />
Het doel van de Woningwet was<br />
om bewoning van slechte en<br />
ongezonde woningen onmogelijk<br />
te maken en de bouw van goede<br />
woningen te bevorderen. In Nederland<br />
bepaalt de Woningwet voor<br />
welke bouwwerken een vergunning<br />
vereist is. De vergunning wordt<br />
afgegeven door de gemeente. De<br />
bouwvergunning is met ingang van<br />
1 oktober 2010, met de inwerkingtreding<br />
van de Wet algemene bepalingen<br />
omgevingsrecht (Wabo),<br />
vervangen door de omgevingsvergunning.<br />
HAARLEM<br />
Nederlandse Protestanten<br />
Bond (NPB), afdeling Haarlem,<br />
1884-1976: 0,10 m<br />
De NPB, afdeling Haarlem werd in<br />
1884 opgericht en in 1976 opgeheven.<br />
De afdeling had een eigen<br />
leesbibliotheek die openstond voor<br />
iedere belangstellende persoon.<br />
Verder gaf zij godsdienstonderwijs<br />
in vrijzinnige geest aan personen<br />
boven de 12 jaar. Ook had de afdeling<br />
een zondagsschool.<br />
Vereniging van Vrijzinnige<br />
Protestanten, afdeling<br />
Haarlem-Noord, (1867)<br />
1926-1979 (1980): 1,10 m<br />
De Vereniging van Vrijzinnige<br />
Protestanten, afdeling Haarlem-<br />
Noord werd op 10 februari 1927<br />
opgericht. De afdeling wilde de<br />
vrije ontwikkeling van het godsdienstig<br />
leven bevorderen door<br />
liturgische diensten, catechetisch-<br />
en zondagsschoolonderwijs,<br />
lezingen, propaganda-avonden en<br />
verspreiding van godsdienstige<br />
literatuur. Op 1 juli 1979 ging de<br />
afdeling Haarlem-Noord op in de<br />
landelijke vereniging (Vrijzinnige<br />
Geloofsgemeenschap Nederlandse<br />
Protestanten Bond (NPB)). De<br />
landelijke vereniging bestaat nog<br />
Café ‘Het Ronde Huis’ aan het einde van<br />
de Zeeweg. Het werd ontworpen door de<br />
Bloemendaalse architect H.W. van Kempen<br />
en in februari 1932 in gebruik genomen. Op<br />
22 april 1944 is het om militaire redenen<br />
afgebroken.<br />
steeds, maar de naam wijzigde een<br />
aantal keer.<br />
Stichting Restauratiefonds<br />
Grote of Sint Bavokerk te<br />
Haarlem, 1978-2011: 0,10 m<br />
De Stichting Restauratiefonds<br />
Grote- of Sint Bavokerk is opgericht<br />
op 7 december 1966. Het doel<br />
was om gelden in te zamelen voor<br />
ondersteuning van de restauratie<br />
waarmee de kosten van de<br />
kerkvoogdij en de rentekosten van<br />
de voorfinanciering betaald zouden<br />
kunnen worden. Het duurde tot<br />
1980 voor de financiering door de<br />
40 41
# 8 | Aanwinsten<br />
overheid was geregeld. In 1985<br />
werd de restauratie voltooid.<br />
Het Restauratiefonds is nadien<br />
met een verkleind bestuur blijven<br />
bestaan en ontvangt nog steeds<br />
bijdragen voor toekomstig onderhoud<br />
van de kerk.<br />
HAARLEMMERLIEDE EN<br />
SPAARNWOUDE<br />
Bouwvergunningendossiers<br />
van de gemeente Haarlemmerliede<br />
en Spaarnwoude,<br />
(1945) 1946-2010 (2012):<br />
18,25 m<br />
Zie toelichting onder Bloemendaal.<br />
Een overzicht van grootschalige<br />
bouwplannen, 1965-1980, en een<br />
lijst van bijzondere gebouwen en<br />
monumenten zijn opgenomen in<br />
de inventaris.<br />
HAARLEMMERMEER<br />
Aanvulling op de collectie<br />
Handschriften van het Historisch<br />
Archief Haarlemmermeer,<br />
1829-1936 (1963), inv.<br />
nr. 31: 0,05 m<br />
Inv. nr. 31: Begrafenisboek van de<br />
Algemene Begraafplaats in Nieuw-<br />
Vennep, 1867-1936. Het boek is<br />
vanwege slechte materiële staat<br />
alleen digitaal raadpleegbaar.<br />
UITGEEST<br />
Aanvulling op het archief van<br />
de NV Hollandsche Melksuikerfabriek<br />
(HMS) in Uitgeest,<br />
1897-2003, onge<strong>nummer</strong>d:<br />
1,00 m<br />
In 1897 werd een firma opgericht<br />
door drie scheikundigen in Amsterdam<br />
(de heren Boldingh, Van der<br />
Heide en Proost), met het doel in<br />
Uitgeest een bedrijf voor de verwerking<br />
van wei, een restproduct<br />
van de kaasindustrie, te vestigen.<br />
Op 2 april 1900 werd de firma<br />
omgezet in de NV Hollandsche<br />
Melksuikerfabriek, afgekort HMS.<br />
Tot na de Tweede Wereldoorlog<br />
was de HMS de enige melksuikerfabriek<br />
in Nederland.<br />
Het werd gaandeweg steeds<br />
duidelijker dat de weileveranciers<br />
de weiverwerking in eigen<br />
hand wensten te nemen. De HMS<br />
kreeg steeds meer te maken met<br />
concurrentie, terwijl de financieringscapaciteit<br />
gering was. Door<br />
de overname van de aandelen zou<br />
de zaak betere mogelijkheden<br />
krijgen en sterker komen te staan.<br />
Het veiligstellen van de levering<br />
van grondstoffen betekende de<br />
continuïteit van de HMS. In 1971<br />
werden de aandelen van de HMS<br />
voor gelijke delen overgenomen<br />
door de Coöperatie Noord-Holland<br />
in Opmeer en de Coöperatie<br />
Domo-Bedum in Beilen, twee grote<br />
grondstofleveranciers. Door fusies<br />
in latere jaren werd de HMS uiteindelijk<br />
een onderdeel van Campina<br />
Melkunie met het hoofdkantoor<br />
in Veghel. In 2002 werd de HMS<br />
gesloten.<br />
Bouwvergunningendossiers<br />
van de gemeente Uitgeest,<br />
1902-1980: 23,90 m<br />
Zie toelichting onder Bloemendaal.<br />
Dienst Gemeentewerken in<br />
Uitgeest, 1920-1990 (1994):<br />
7,60 m<br />
In 1991 veranderde de naam van<br />
de Dienst Gemeentewerken in<br />
Afdeling Grondgebiedzaken van de<br />
gemeente Uitgeest.<br />
VELSEN<br />
Toneelvereniging Advendo in<br />
IJmuiden, (1937) 1958-2012<br />
(2015): 0,75 m<br />
Een conflict vormde op 28 oktober<br />
1937 de aanleiding voor leden van<br />
de toneelclub van de toenmalige<br />
Sint Nicolaasvereniging Ons Belang<br />
om een zelfstandige amateurtoneelvereniging<br />
op te richten met<br />
Fragment uit ‘Overspelen’ van Toneelgroep<br />
Advendo.<br />
Links Ko van der Wel als Bolderman in ‘Duizend<br />
Weken’ van Toneelgroep Advendo.<br />
de naam ‘Alleen de Vriendschap<br />
en Nederigheid Doen Overwinnen’,<br />
ofwel kortweg ‘Advendo’. De eerste<br />
voorstelling, de klucht Amor en<br />
bananen, werd op 5 februari 1938<br />
opgevoerd. De voorlopig laatste<br />
voorstellingen vonden plaats op<br />
4 en 5 <strong>mei</strong> 1941, omdat Advendo<br />
weigerde zich te onderwerpen<br />
aan de bepalingen van de door<br />
de Duitse bezetter ingestelde<br />
Nederlandsche Kultuurkamer. Het<br />
kasgeld werd op de bank gezet<br />
en het optreden in het openbaar<br />
werd gestaakt. Kort na de Tweede<br />
Wereldoorlog kwamen het bestuur<br />
en de leden weer bijeen en werden<br />
de activiteiten hervat. De vereniging<br />
werd uiteindelijk opgeheven<br />
in 2015.<br />
Stichting Rijnmond Noordzeekanaal<br />
in IJmuiden,<br />
(1961) 1962-1967: 0,40 m<br />
De Stichting Rijnmond Noordzeekanaal<br />
is opgericht op 15 augustus<br />
1962 met als doelstelling volgens<br />
de statuten: ‘bekendheid geven<br />
aan de omvangrijke werken ter<br />
verbetering van de havenmond<br />
van IJmuiden en de huidige en<br />
toekomstige belangen in het licht<br />
te stellen, welke voor het gehele<br />
gebied van het Noordzeekanaal<br />
aan de totstandkoming van deze<br />
werken zijn verbonden.’ In het<br />
bestuur van de stichting hadden<br />
onder anderen burgemeesters<br />
van Amsterdam, Haarlem, Velsen<br />
en Zaandam zitting. Zo werden<br />
de belangen van vier gemeenten<br />
gebundeld. Op 15 juni 1967 werd<br />
de havenmond van IJmuiden officieel<br />
geopend door H.M. Koningin<br />
Juliana.<br />
Vóór de formele oprichting van de<br />
Stichting Rijnmond Noordzeekanaal<br />
functioneerde sinds november<br />
1961 een voorbereidingscommissie,<br />
die zich behalve met problemen<br />
betreffende de oprichting van<br />
de stichting, in het bijzonder ook<br />
bezig hield met de voorbereiding<br />
van de praktische werkzaamheden,<br />
zoals het overwegen van de te<br />
voeren publiciteit en de daarbij te<br />
gebruiken media. De naam Stichting<br />
Havenmond IJmuiden werd<br />
wel gebruikt voorafgaand aan de<br />
officiële oprichting.<br />
Zicht op de havenmond en de semafoor.<br />
Gemeente Velsen, 1960.<br />
42 43
Spelen met speelgoedvliegtuigjes,<br />
foto: Bert van Voorden, Haarlem (1960-1970),<br />
collectie Noord-Hollands Archief.<br />
Noord-Hollands Archief<br />
Postbus 3006<br />
2001 DA Haarlem<br />
(023) 5172700<br />
www.noord-hollandsarchief.nl<br />
info@noord-hollandsarchief.nl<br />
www.facebook.com/nharchief<br />
www.twitter.com/nharchief