cosi_nl

More documents

Recommendations

Info

8 Onvoorziene aanpassingen aan de planning of hoge tijdsdruk waardoor het stappenplan niet gevolgd kan worden, maken je zenuwachtig. Je krijgt ook stress van mensen die zich niet houden aan gemaakte afspraken of mensen die maar half werk afleveren. Dit kun je niet accepteren. Je krijgt stress van taken die te vaag geformuleerd zijn. Je wilt een duidelijk beeld hebben van wat je moet doen, waarom en tegen wanneer. Kernwoorden = bij vage opdrachten, willekeurig wijzigen van afspraken Waarden Je houdt vast aan goede gewoonten en gemaakte afspraken. Dat verwacht je ook van anderen. Zo bouw je een stabiele leef- en werkomgeving uit. Als ieder doet wat hij moet doen, kan er weinig mislopen. In die zin ben je veel minder een holistische denker dan de kenner; je focust in de eerste plaats op je eigen verantwoordelijkheden. Als planner ben je plichtsgetrouw. Het is jouw grote verdienste om gemaakte afspraken ook daadwerkelijk uit te voeren. Je hebt een groot verantwoordelijkheidsgevoel; met veel inzet kom je afspraken na. Als echte planner hou je niet van risico’s. Door je uitstekende voorbereiding tracht je elk risico te weren. Kernwoorden = plichtsgetrouw, verantwoordelijkheidszin, volharding, orde Emotionele intelligentie Je bouwt vertrouwen op bij anderen door je aan beloftes te houden. Mensen kunnen op je rekenen. Je laat een project niet snel in de steek. Je krijgt het echter lastig als de planning in het gedrang komt. Je durft dan wel eens het stipt volgen van het plan belangrijker vinden dan je flexibel aan te passen. Kernwoorden = betrouwbaar, voorspelbaar In relatie tot anderen Leiding geven / leiding krijgen Als baas bouw je een coherent werkkader uit. De werking van je afdeling kent een degelijke structuur. Je voelt je verantwoordelijk en zorgt voor duidelijke opvolging. Je focust op doelstellingen. Door goed op elkaar afgestemde acties behaal je je resultaten. Je zorgt er ook voor dat je medewerkers de deadlines niet uit het oog verliezen. Je geeft graag leiding aan mensen die over een zeker organisatietalent beschikken; dat maakt de samenwerking voor jou iets gemakkelijker. Als medewerker plan je graag. Je helpt anderen om op een systematische wijze hun ideeën om te zetten in concrete doelen en plannen. Kernwoorden = structuur, doelgericht, verantwoordelijkheden Communicatie en interactie Je bereidt als geen ander je communicatie voor. Je noteert de te bespreken punten en brengt de beschikbare informatie in kaart. Je afpuntlijsten zijn maar al te gekend door je collega’s. Je hanteert vlotjes de W-vragen: ‘wie, wanneer, waar, waarom?’ Je gebruikt structureringstechnieken zoals: “Volgende drie punten wil ik benadrukken.” en “Laten we nu overgaan naar het volgende punt.” Overleg moet gestructureerd verlopen en leiden tot een duidelijk actieplan. Alleen klare en duidelijke afspraken leiden volgens jou het werk in goede banen. Een vergadering waar de agenda minutieus gevolgd wordt, een presentatie waarbij de verschillende thema’s in logische volgorde aan bod komen, een functioneringsgesprek gebaseerd op een degelijk evaluatieformulier zijn voorbeelden van communicatie waar je je goed bij voelt. Jouw verslagen zijn heel overzichtelijk en geven een geordende weergave van het verloop van de discussie. Kernwoorden = gestructureerd verloop en resultaat
De planner in interactie, enige nuancering • Je bent eerder leidend? Onder jouw leiding verloopt het overleg systematisch. Je geeft een overzicht van de agendapunten en behandelt ze nadien ook een voor een. Je kadert het probleem, spreekt objectieven af, verdeelt de taken, coördineert alles en zorgt voor tastbare resultaten. • Je bent eerder meegaand? Binnen een gestructureerde omgeving werk je graag mee. Je ziet het doel en kent de werkwijze, dus ga je er voluit voor. In een meer onvoorspelbare omgeving voel je je wel eens machteloos. Wat moet nu eerst gebeuren? Je verwacht dan dat de baas duidelijkheid brengt. • Je bent eerder kritisch? Taken, regels en afspraken moeten duidelijk zijn, zoniet blijf je doorvragen tot alles voldoende uitgeklaard is. Alles moet doordacht zijn. methode waarbij een probleem stapsgewijs aangepakt wordt. Er kan volgens jou niet gezondigd worden tegen gemaakte afspraken en wettelijke overeenkomsten. Je legt veel nadruk op de implementatiewaarde van de overeenkomst. Kernwoorden = fair, haalbaar, stapsgewijs Teamwerk Een goed team bereikt de vooropgezette doelen! Dat kan alleen als iedereen doet wat van hem verwacht wordt. Je verwacht dat iedereen zich even gedisciplineerd gedraagt als jij. Enkel indien er goed gefundeerde redenen zijn en een alternatief geboden wordt, wijk je van de planning af. Binnen een team vertaal je de oplossingen in concreet uitvoerbare stappen. Wanneer andere teamleden zich minder gedisciplineerd gedragen, heb je het moeilijk omdat je dan afhankelijk wordt van hun onvoorspelbaarheid. Zoals gezegd: je streeft naar regels die fair zijn en voor iedereen gelden. Kernwoorden = doelen taakgericht samenwerken, zelfdiscipline • Je bent eerder eisend? Je zorgt ervoor dat regels en afspraken opgevolgd worden, ook in moeilijke omstandigheden. Als je overtuigd bent van je gelijk, sta je minder open voor een compromis. Je medewerkers hebben zeker ook verbeteringen voor ogen! Hou de context voldoende in het oog, zo krijgt het ‘systeem’ een menselijk trekje. Omgaan met conflicten Je benadert conflictsituaties meer op een rationele dan op een emotionele manier. Je houdt ervan om op een beheerste en overzichtelijke manier het conflict te bespreken. Je zoekt een Werkomgeving Je werkt graag in een goed gestructureerde omgeving. Je houdt van duidelijk omschreven taken. Je bent een meester in de voorbereiding van taken en projecten, de uitwerking van een plan en de opvolging ervan. Je houdt de afgesproken doelen steeds voor ogen. Zo bereid je vergaderingen nauwkeurig voor, bewaak je of het project binnen het vooropgestelde budget blijft en volg je het tijdschema op. Je creëert een ordelijke werkomgeving rondom jou. Je organiseert graag en veel! Kernwoorden = gestructureerde, doelgerichte omgeving 9
Page 1 and 2: People & Organisation Cognitieve St
Page 3 and 4: Kenner Je stijl kenmerkt zich door
Page 5 and 6: Omgaan met conflicten Wanneer het c
Page 7: Planner Als planner ga je voor een
Page 11 and 12: Bedenker Je gaat spontaan voor een
Page 13 and 14: Omgaan met conflicten Conflicten dr
Page 15 and 16: Samenwerker Als samenwerker werk je
Page 17 and 18: De samenwerker in interactie, enige
Page 19 and 20: Expert Combinatie van kennen en pla
Page 21 and 22: Ontbreekt het de anderen aan compet
Page 23 and 24: Uitvinder Combinatie van kennen en
Page 25 and 26: De uitvinder in interactie, enige n
Page 27 and 28: Raadgever Combinatie van kennen en
Page 29 and 30: Gezag louter gebaseerd op hiërarch
Page 31 and 32: Doordrijver Combinatie van plannen
Page 33 and 34: De doordrijver in interactie, enige
Page 35 and 36: Realisator Combinatie van plannen e
Page 37 and 38: De realisator in interactie, enige
Page 39 and 40: Gangmaker Combinatie van bedenken e
Page 41 and 42: In relatie tot anderen Leiding geve
Page 43 and 44: Meerkamper Heb je een evenwaardige
Page 45 and 46: Omgaan met ... Kenners Kenners zijn
Page 47 and 48: Samengevat KENNEN (K) PLANNEN (P) B
Page 49 and 50: DOORDRIJVER (PB) Competitieve reali
Page 51 and 52: Tools ontwikkeld door People & Orga

cosi_nl

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?