13.12.2012 Views

Directeur Relatiebeheer Renate Litjens - ProRail

Directeur Relatiebeheer Renate Litjens - ProRail

Directeur Relatiebeheer Renate Litjens - ProRail

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>ProRail</strong> Magazine, jaargang 7, nr 1, maart 2010<br />

<strong>ProRail</strong> nr01<br />

<strong>Relatiebeheer</strong>: regelmatig<br />

bijpraten met gemeenten<br />

Ontwikkeling van de spoorzone<br />

in Sittard en Nijmegen<br />

Ongelukken op overwegen:<br />

de rol van ongeduld<br />

Bouw Hanzelijn op schema<br />

Het eerste<br />

bovenleidingblok


2<br />

Met het plaatsen van de eerste van<br />

ongeveer 150.000 dwarsliggers gaf<br />

minister Eurlings op 3 maart in Lelystad<br />

het startschot voor de bovenbouw van de<br />

Hanzelijn. De afwerking van de onderbouw<br />

– zandbaan en viaducten – is vrijwel<br />

voltooid. Daardoor kan HanzaRailTeam,<br />

waarin de aannemers VolkerRail, Strukton<br />

Rail, Arcadis en Alstom verenigd zijn, nu<br />

aan de slag met de bovenbouw. Naast de<br />

dwarsliggers bestaat die uit ongeveer<br />

2000 masten met 400 kilometer elektriciteitsdraad<br />

voor de bovenleiding. Waar<br />

woningen dicht langs het spoor staan,<br />

komen geluidsschermen, bij elkaar<br />

opgeteld zo’n 22 kilometer.<br />

De Hanzelijn telt in totaal zo’n 50 kilometer<br />

spoor en loopt van Lelystad naar<br />

Zwolle. De aanleg van de bovenbouw zal<br />

twee jaar in beslag nemen en kost 164<br />

miljoen euro. De aanleg van de hele<br />

spoorlijn duurt zes jaar en kost 1 miljard<br />

euro. De bouw ligt nog steeds op schema,<br />

zowel in tijd als in geld. Als de Hanzelijn<br />

eind 2012 gereed is, verloopt de treinreis<br />

tussen Amsterdam en Zwolle een kwartier<br />

sneller dan nu het geval is. Bovendien<br />

hebben de bewoners van Kampen en<br />

Dronten er een nieuw station bij.<br />

Op zaterdag 8 mei organiseert <strong>ProRail</strong><br />

een hardloopwedstrijd van negen kilometer<br />

op een deel van het tracé van de<br />

Hanzelijn tussen Kampen en Dronten.<br />

Een uniek evenement, ‘tussen de bouwbedrijven<br />

door’, op een ondergrond van<br />

ingeklonken zand en beton. De start is bij<br />

station Kampen Zuid (in aanbouw) en het<br />

parcours voert de deelnemers heen en<br />

terug door de Drontermeertunnel naar<br />

de finish, ook bij station Kampen Zuid.<br />

Meer informatie op www.prorailrun.nl<br />

F O T O B E N V U L K E R S<br />

Hanzelijn<br />

op schema<br />

inhoud<br />

4<br />

Elektrisch vervoer voor en na:<br />

een groene vervoersketen<br />

6<br />

De spoorzone als ontwikkelings -<br />

kans voor Sittard en Nijmegen<br />

14<br />

<strong>Directeur</strong> <strong>Relatiebeheer</strong> <strong>Renate</strong><br />

<strong>Litjens</strong>: ‘We moeten ons beter<br />

in elkaar verdiepen’<br />

18<br />

Bij ongelukken op overwegen<br />

speelt ongeduld vaak een rol<br />

En verder...<br />

10 Nieuws<br />

12 Hoger op de ladder<br />

16 Plek in het rek<br />

20 Utrecht Centraal in de steigers<br />

22 Bermwaarden<br />

24 Amsterdam Science Park<br />

F O T O B E N V U L K E R S<br />

zorgt<br />

voor het spoor en maakt<br />

treinverkeer mogelijk,<br />

passend bij de wensen<br />

van de samenleving.<br />

www.prorail.nl<br />

6<br />

Spoorzone<br />

CO2-prestatieladder<br />

Utrecht Centraal<br />

20<br />

12 16<br />

Fietsenstalling<br />

24<br />

Science Park<br />

PRORAIL MAGAZINE IS EEN DRIEMAANDELIJKSE UITGAVE VAN PRORAIL VOOR RELATIES.<br />

REDACTIEADRES: PRORAIL, AFDELING COMMUNICATIE, POSTBUS 2038, 3500 GA UTRECHT.<br />

CONCEPT EN REALISATIE: VDBJ_ BLOEMENDAAL.<br />

NA TOESTEMMING VAN DE UITGEVER MAG ALLES, MET BRONVERMELDING, WORDEN<br />

OVERGENOMEN EN/OF VERVEELVOUDIGD.<br />

<strong>ProRail</strong> maart 2010 3


4<br />

Elektrische mobiliteit<br />

Reizen per trein is uiteraard een prima<br />

methode om de CO2- uitstoot, een belangrijke<br />

oorzaak van het broeikaseffect, drastisch<br />

te beperken. Als bovendien het zogenoemde<br />

voor- en natransport van de<br />

reiziger óók nog eens elektrisch plaatsvindt,<br />

is er zelfs sprake van een groene<br />

transportketen. Om tot zo’n keten te<br />

kunnen komen, verkent, stimuleert en faciliteert<br />

<strong>ProRail</strong> elektrisch vervoer zo veel<br />

mogelijk in zijn zogeheten ‘proeftuinen’ in<br />

de nabijheid van een aantal stations. In die<br />

proeftuinen verzorgt <strong>ProRail</strong> de laadfaciliteit<br />

waar allerlei elektrische vervoermiddelen<br />

hun batterij kunnen ‘vullen’: auto’s<br />

in particulier bezit, fietsen-met-hulpmotor,<br />

scooters, leenauto's, taxi’s en bussen.<br />

Op dit moment wordt er met verschillende<br />

partners overlegd om te kijken hoe deze<br />

groene plannen zo goed mogelijk vormgegeven<br />

kunnen worden en waar <strong>ProRail</strong> een<br />

rol kan spelen. Zo is er contact met de<br />

OV-fiets – die in ’s-Hertogenbosch al elektrische<br />

scooters heeft rijden – over oplaadmogelijkheden.<br />

Ook busvervoerder<br />

Connexxion en verscheidene taxicentrales<br />

zijn druk bezig de mogelijkheden van een<br />

groene en gemakkelijke reis in kaart te<br />

brengen.<br />

Naast dit alles wordt ook nagedacht over<br />

het zogenoemde handsfree opladen,<br />

waarbij een auto gebruikmaakt van<br />

inductie, een methode die in andere<br />

landen al succesvol wordt toegepast.<br />

Inmiddels heeft <strong>ProRail</strong> voor haar proeftuinen<br />

een subsidieaanvraag ingediend bij<br />

SenterNovem, het innovatiecentrum van<br />

de overheid.<br />

In 2012 wil <strong>ProRail</strong> zo veel kennis op het<br />

gebied van groen en gemakkelijk voor- en<br />

natransport hebben opgedaan, dat ze<br />

op verzoek van derden op grote schaal<br />

laad faciliteiten kan aanleggen en onderhouden.<br />

F O T O P R O R A I L<br />

Groen<br />

voor<br />

groen<br />

na<br />

<strong>ProRail</strong> maart 2010<br />

5


6<br />

Kansen in Nijmegen en Sittard<br />

De spoorzone als<br />

verbindingsschakel<br />

‘Elk nadeel heeft z’n voordeel.’ Spoorzones zijn er een mooi voorbeeld van. Steden die hun spoorse<br />

doorsnijdingen veelal als barrières hebben ervaren, ontdekken in toenemende mate de geweldige<br />

mogelijkheden van locaties langs het spoor. Twee wethouders vertellen over spoorzone -<br />

ontwikkelingen in hun stad: Paul Depla over Nijmegen en Ruud Guyt over Sittard-Geleen.<br />

Door Dolf Dukker<br />

Wat is de bestaande situatie in Nijmegen?<br />

Paul Depla: ‘Het stationsgebied is een entree van de stad.<br />

Veel mensen komen via het station de stad binnen. Evenals in<br />

tal van andere steden lag het station oorspronkelijk aan de<br />

rand van de stad. Terwijl in de meeste steden de stad naar<br />

het station toe is gegroeid, is de afstand in Nijmegen vrij<br />

groot gebleven: ongeveer een kilometer. Dat heeft ook te<br />

maken met het feit dat het gebied rond het station in 1944<br />

bij een vergissingsbombardement van de Amerikanen zwaar<br />

is getroffen. Na de oorlog is deze zone een onderdeel geworden<br />

van de wederopbouw. Volgens de inzichten van die tijd<br />

is toen een vrij anoniem gebied ontstaan, met veel infrastructuur<br />

en relatief grote kantoren die huisvesting boden aan de<br />

belastingdienst en het arbeidsbureau. Eigenlijk was er alleen<br />

leven tussen negen en vijf. Daar komt bij: “Nijmegen” is een<br />

van de weinige stations die geen officiële achteringang en -<br />

uitgang hebben. De entree is aan de oostzijde. Er is wel een<br />

exit aan de westzijde, maar dat is meer een nooduitgang.<br />

Ook in sociaal opzicht krijg je aan de westzijde het gevoel<br />

aan de achterkant van het station te staan.’<br />

Welke problemen doen zich voor?<br />

‘Je zou kunnen zeggen: er zijn drie problemen, of liever<br />

gezegd drie opgaven waar we voor staan. De eerste is: hoe<br />

verbinden we het station met het echte centrum van de<br />

stad? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het een onderdeel<br />

wordt van het centrumgebied? De tweede opgave vloeit<br />

voort uit de ligging van het station op de grens tussen<br />

Nijmegen-West en Nijmegen-Oost. Aan de oostzijde ligt<br />

het oude Nijmegen. De westkant vormt het nieuwere<br />

Nijmegen. Een extra probleem daarbij is het hoogteverschil<br />

tussen oost en west. Nijmegen-Oost ligt hoger. Wie van<br />

west naar oost wil, moet niet alleen onder het spoor door,<br />

maar moet daarna ook nog eens een keer het hoogteverschil<br />

overwinnen. Daardoor is die tunnel redelijk lang. Dat<br />

is een extra barrière, ook in psychische zin. De derde opgave<br />

is het gebied zó aantrekkelijk te maken dat er vastgoedontwikkeling<br />

gaat plaatsvinden. In het verleden is heel<br />

sterk ingezet op louter en alleen kantoorontwikkeling,<br />

maar uiteindelijk moeten we vaststellen dat de ontwikkelaars<br />

van kantoorlocaties hun heil liever elders zochten.<br />

Hoe voorkomen we dat het opnieuw een anonieme plek<br />

wordt? Hoe zorgen we ervoor dat er ook ’s avonds voldoende<br />

te beleven valt?’<br />

Welke wensen zijn er op het gebied van mobiliteit?<br />

‘De vraag is: hoe brengen we de infrastructuur bij elkaar? Hoe<br />

zorgen we voor hoogwaardig openbaar vervoer? Voor een<br />

goede bereikbaarheid van het station? Als we er niet in slagen<br />

de enorme belasting van de infrastructuur op te lossen, zal<br />

iedere ruimtelijke ontwikkeling verrekte moeilijk worden.’<br />

Zijn er andere wensen?<br />

‘Zorgen dat het station de echte entree van de stad wordt.<br />

Dat het niet langer de scheidslijn is, maar een verbindingsschakel<br />

tussen Nijmegen-Oost en Nijmegen-West.’<br />

Welke kansen biedt de spoorzoneontwikkeling?<br />

‘De kans deed zich voor om aan de grote ruimtevraag van<br />

het ROC Nijmegen te kunnen voldoen. En er was behoefte<br />

om ons poppodium Doornroosje een nieuwe huisvesting te<br />

geven. Deze eerste twee door de overheid gedomineerde<br />

investeringen gaan hopelijk als vliegwiel functioneren voor<br />

investeringen in de rest van het gebied.’<br />

Welke stappen zijn er inmiddels gezet?<br />

‘We hebben een zogeheten Spoorboekje Nijmegen gemaakt.<br />

Dat is een schetsboek voor een nieuw masterplan Spoor -<br />

zone. De Woningbouwstichting is bezig met het ontwikkelen<br />

van plannen voor het oude belastingkantoor. We zijn zelf<br />

bezig met het poppodium in combinatie met studentenhuisvesting.<br />

Het Stationsplein is al heringericht. Er is een nieuw<br />

politiebureau gerealiseerd. Er is een park aangelegd. Het<br />

ROC heeft zich er gevestigd. Corporaties hebben er vastgoed<br />

verworven. Nog dit jaar zal er een parkeergarage worden<br />

geopend. Er gebeurt van alles.’<br />

Wat was tot nog toe het moeilijkst?<br />

‘De grootste hobbel is de complexiteit van het gebied en ook<br />

de vele partijen met wie we rond de tafel zitten. De wisselen-<br />

Paul Depla:<br />

‘We kunnen Oosten<br />

West-Nijmegen<br />

bij elkaar brengen’<br />

F OTO’ S G EMEENTE N IJMEGEN<br />

de gedaantes waarin de partijen rond het station opereren,<br />

maken het niet eenvoudiger. Is het nou NS Spoor, is het<br />

<strong>ProRail</strong> of is het Strukton? We moeten oppassen niet in een<br />

Poolse landdag te verzanden.’<br />

Wat zijn uw ervaringen met <strong>ProRail</strong>?<br />

‘In de afgelopen acht, negen jaar had Nijmegen voor <strong>ProRail</strong><br />

niet de grootste prioriteit. Gelukkig is het tij gekeerd. <strong>ProRail</strong><br />

ziet het belang van het station Nijmegen en van het stationsgebied.<br />

Nijmegen is een echte OV-stad. Heel veel mensen<br />

maken gebruik van het spoor. Het centraal station van<br />

Nijmegen is een van de drukst bezochte stations van<br />

Nederland. Na de fase van het genereren van impulsen en<br />

het zoeken naar oplossingen zijn we nu klaar voor een gezamenlijke<br />

aanpak. Samen met <strong>ProRail</strong>. Dat doen we volgens<br />

mij op een zeer goede manier. Voor ons is het een uniek project.<br />

Voor <strong>ProRail</strong> is het een kunststuk dat ze vaker hebben<br />

uitgevoerd. Wij moeten gebruikmaken van die ervaring. Het<br />

zal zich in de toekomst moeten bewijzen.’<br />

><br />

<strong>ProRail</strong> maart 2010<br />

7


8<br />

><br />

De spoorzone als verbindingsschakel<br />

Wat is de bestaande situatie in Sittard?<br />

Ruud Guyt: ‘De situatie was en is dat de spoorlijn<br />

Eindhoven-Maastricht van noord naar zuid dwars door de<br />

dubbelstad Sittard-Geleen loopt. Behalve dat hij twee stedelijke<br />

centra doorsnijdt, loopt de lijn langs het bedrijven- en<br />

kantorenterrein Fortuna, de toekomstige sportzone en<br />

woonwijken. Daarmee heb ik de kern van het probleem<br />

genoemd: de spoorlijn vormt een barrière in de stad.<br />

Bijzondere complicatie is het goederenvervoer naar de<br />

Chemelot Site, de tegenwoordige naam van het voormalige<br />

DSM-bedrijventerrein Geleen. Er gaan veel goederen – waaronder<br />

gevaarlijke stoffen – over dat traject.’<br />

Welk gebied komt in aanmerking voor<br />

spoorzoneontwikkeling?<br />

‘Onderwerp van verandering zijn het bedrijventerrein<br />

Fortuna aan de westzijde van het spoor en de grote woonwijk<br />

die oostelijk eraan grenst, het zogeheten TASs-gebied –<br />

de afkorting van Thienbunder Achtbunder Sanderbout en de<br />

slachthuislocatie. Dat is een herstructureringsgebied met een<br />

sociaal en een ruimtelijk programma.’<br />

Welke problemen doen zich voor?<br />

‘Voor zover het vervoer van gevaarlijke stoffen de oriënterende<br />

waarde van groepsrisico’s overschrijdt, kom je onmiddellijk<br />

op het vraagstuk van de externe veiligheid. Als lokale<br />

overheid moeten wij bij ruimtelijke ontwikkelingen verantwoorden<br />

waarom risico’s wel of niet acceptabel zijn. We denken<br />

er al geruime tijd over na hoe we die externe veiligheid<br />

zo groot mogelijk kunnen laten zijn. Wetende dat uit economisch<br />

belang goederentransport noodzakelijk is. We gaan<br />

ook niet over het basisnet. Op enig moment zullen er x vervoersstromen<br />

over het spoor mogen plaatsvinden. Op basis<br />

Ruud Guyt:<br />

‘Mobiliteitsgroei<br />

compenseert<br />

bevolkingskrimp’<br />

daarvan worden zones bepaald waarin risico’s bestaan. Aan<br />

ons de taak om ook in de toekomst voor verantwoorde<br />

externe veiligheidssituaties te zorgen. Dat doen we door<br />

“verdunning” en “vergroening” van woongebieden. Bij de<br />

ontwikkeling van de bedrijvenstad Fortuna zal een grotere<br />

bebouwingsvrije zone in acht genomen worden dan in eerste<br />

instantie de bedoeling was. In de plannen wordt uitgegaan<br />

van 30 tot 50 meter.’<br />

Zijn er bijzondere wensen? Bijvoorbeeld op het gebied van<br />

mobiliteit, veiligheid, meer groen of juist meer wonen en<br />

werken?<br />

‘Drie componenten zijn van belang: externe veiligheid, het<br />

borgen van de economische activiteit en het verhogen van<br />

de ruimtelijke kwaliteit. We verkeren in de bijzondere<br />

omstandigheid dat we in de toekomst geconfronteerd zullen<br />

worden met demografische ontwikkelingen die gemakshalve<br />

met “krimp” worden aangeduid.’<br />

Vindt u dat geen goede aanduiding?<br />

‘Jawel, alleen associëren mensen krimp met “kleiner worden”.<br />

We worden weliswaar kleiner in aantal inwoners, maar<br />

krijgen meer ruimte.’<br />

Is er een relatie tussen krimp en mobiliteit?<br />

‘Nee, de mobiliteit zal blijven toenemen. In de praktijk blijkt dat<br />

mensen zich over het algemeen steeds meer willen verplaatsen.<br />

De mobiliteitsgroei compenseert de bevolkingskrimp.’<br />

Welke kansen biedt spoorzoneontwikkeling in Sittard-<br />

Geleen?<br />

‘Vooral de kans om de noodzakelijke economische activiteiten<br />

binnen de gemeente te kunnen faciliteren en tegelijkertijd<br />

de externe veiligheid maximaal te waarborgen. Waar er<br />

– terecht! – steeds meer aandacht is voor externe veiligheidsrisico’s,<br />

brengt dit tegelijkertijd het gevaar van een tunnelvisie<br />

met zich mee. Daardoor bestaat de kans dat je bredere<br />

mogelijkheden om meer veiligheid in te bouwen over<br />

het hoofd ziet.’<br />

Welke stappen zijn er inmiddels gezet?<br />

‘We zijn met het programma voor de optimalisering van<br />

bedrijvenstad Fortuna en de herstructurering van TASs in de<br />

uitwerkingsfase. Over de uitgangspunten en de doelstellingen<br />

zijn we het eens. De betrokken partijen hebben er budgetten<br />

voor vrijgemaakt. Het ministerie van Verkeer en<br />

Waterstaat heeft een bijdrage spoorse doorsnijding op tafel<br />

gelegd. Dat van VROM heeft een BIRK-bijdrage (BIRK =<br />

Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit - red.) gedaan.<br />

Uiteraard leggen ook gemeente en provincie bijdragen op<br />

tafel. In de loop van dit jaar moet de planvorming zijn uitgewerkt.<br />

Op onderdelen zal met de uitvoering worden gestart.’<br />

Zijn er dingen waarvan u meer had verwacht?<br />

‘Het tempo. Het kan sneller. Je merkt dat alle betrokken partijen<br />

hun eigen procedures hebben. Neem alleen al de<br />

besluitvorming over de verschillende subsidies. Waarom zijn<br />

we met alle kennis die we hebben en met alle goede wil niet<br />

in staat om een dergelijk proces in een “up-tempo” te laten<br />

verlopen. In 2005 heeft VROM een boek gepubliceerd over<br />

stationslocaties. Daarin staat al beschreven wat we wilden.’<br />

Wat was tot nog toe het grootste probleem?<br />

‘Het kernprobleem is en blijft hoe je alle wensen en eisen uiteindelijk<br />

verwerkt krijgt in het project dan wel in de gebiedsexploitaties.<br />

Die lopen verder dan de directe spoorse doorsnijding.<br />

Dat is de grootste opgave.’<br />

Wat zijn uw ervaringen met <strong>ProRail</strong>?<br />

‘Ik heb zelf geen bestuurlijke contacten met <strong>ProRail</strong> gehad.<br />

Dat was ook niet nodig, want de contacten van mijn<br />

gemeenteambtenaren – over vervoersprognoses en berekeningen<br />

van plaatsgebonden risico en groepsrisico – zijn naar<br />

tevredenheid verlopen. Ik heb geen signalen ontvangen om<br />

bestuurlijk te interveniëren.’<br />

F O T O ’ S G E M E E N T E S I T T A R D<br />

<strong>ProRail</strong> maart 2010 9


10<br />

nieuws<br />

Spoorzone Delft<br />

In Delft maakt <strong>ProRail</strong> een eind aan de<br />

overlast die 350 treinen dagelijks in de<br />

binnenstad veroorzaken: door een treintunnel<br />

te bouwen waarmee die overlast<br />

letterlijk onder de grond verdwijnt. Het<br />

treinviaduct kan worden gesloopt en<br />

daar komt een park voor terug. De gracht<br />

in de Spoorsingel wordt in ere hersteld en<br />

er komt een groot ondergronds station.<br />

Door de komst van de tunnel kunnen<br />

bovendien veel kavels rond het spoor<br />

bebouwd gaan worden. Eind 2013 rijden<br />

de treinen door de 2,5 km lange spoortunnel.<br />

Met de verhuizing van het busstation<br />

van de voorkant naar de achterkant<br />

van het station is de eerste stap gezet in<br />

de realisatie van het project Spoorzone<br />

Delft. Het terrein aan de voorzijde van het<br />

station wordt bouwterrein, om de tunnel<br />

en het ondergrondse station te kunnen<br />

bouwen. Op de eveneens verhuisde fietsenstalling<br />

komt een gedicht te staan<br />

waarvoor onder de inwoners van Delft<br />

een prijsvraag is uitgeschreven.<br />

Flexbrug<br />

<strong>ProRail</strong> is momenteel bezig met het verbouwen<br />

van station Venlo. Er komen<br />

onder andere twee nieuwe liften, waardoor<br />

het station beter toegankelijk wordt<br />

voor mindervalide reizigers. Tijdens de<br />

werkzaamheden zijn de perrons bereikbaar<br />

via een flexibel inzetbare loopbrug.<br />

Flexibel, omdat hij op diverse locaties in<br />

Nederland ingezet kan worden bij de verbouwing<br />

van een station. De brug is het<br />

prijswinnende ontwerp van de wedstrijd<br />

die <strong>ProRail</strong> vorig jaar heeft uitgeschreven<br />

onder technische universiteiten in Neder -<br />

land. Het concept doet denken aan dat<br />

van de fameuze Bailey-brug, die tijdens<br />

de Tweede Wereldoorlog door de geallieerden<br />

werd ingezet om de Grote<br />

Rivieren over te kunnen steken. In Venlo<br />

zullen de treinreizigers tot juni gebruikmaken<br />

van de loopbrug.<br />

F O T O ’ S P R O R A I L<br />

Central Post<br />

Sinds kort houdt <strong>ProRail</strong> Regio Randstad Zuid kantoor in een jong (want nog maar<br />

net vijftig jaar oud) Rotterdams monument: Central Post. Lange tijd deed dit veertien<br />

verdiepingen hoge gebouw dienst als stationspostkantoor van de gemeente<br />

Rotterdam. <strong>ProRail</strong> bezet er nu de achtste en negende verdieping. Op de begane<br />

grond komen winkels, horeca gelegenheden en sportfaciliteiten. Central Post vormt<br />

een belangrijk onderdeel in de herinrichting van het ‘Rotterdam Central District’ rond<br />

het station. Behalve buzzing with business is het gebouw ook nog eens bijzonder<br />

energiezuinig: het is uitgeroepen tot ‘meest duurzame monument van Nederland’.<br />

Iets wat natuurlijk perfect bij <strong>ProRail</strong> past.<br />

Together again<br />

Ruim tien jaar na de ‘grote knip’ heeft er een aardverschuiving plaatsgevonden in<br />

de spoorsector: beheerder <strong>ProRail</strong> en vervoerders zijn operationeel onder één dak<br />

gaan samenwerken. Dat gebeurt sinds 1 februari in het Operationeel Controle<br />

Centrum Rail (OCCR). Het gemeenschappelijke doel: landelijke regie op het<br />

Nederlandse spoor. Dit najaar betrekt het controlecentrum in Utrecht een eigen<br />

kantoor van 1200 vierkante meter, met zo’n tachtig 24-uurswerkplekken. Tot die<br />

tijd werkt het OCCR vanuit drie andere (eveneens Utrechtse) locaties. In het<br />

OCCR zitten ook de landelijke verkeersleiders. Samen met hun decentrale collega’s<br />

op de twaalf verkeersleidingsposten zorgen zij voor de besturing en de<br />

bijsturing van de treinenloop bij kleine en grote verstoringen. De bundeling van<br />

krachten in het OCCR moet ertoe leiden dat verstoringen op het spoor slagvaardiger<br />

worden opgelost, en waar mogelijk voorkómen.<br />

Poort van Brabant<br />

De gemeente Cranendonck (in 1997 ontstaan<br />

na de samenvoeging van Budel en<br />

Maarheeze), het SRE (Samenwerkings -<br />

verband Regio Eindhoven), de provincie<br />

Noord-Brabant, NS en <strong>ProRail</strong> hebben<br />

gezamenlijk het startschot gegeven voor<br />

de bouw van het nieuwe station<br />

Maarheeze. Nieuw in meer dan één betekenis,<br />

want van 1913 tot 1938 had het<br />

dorp er ook al een.<br />

Vanaf 13 juni 2010 kunnen reizigers weer<br />

– tweemaal per uur – de trein nemen in<br />

de richting van Eindhoven of die van<br />

Weert. <strong>ProRail</strong> bouwt momenteel twee<br />

perrons met een lengte van elk 205<br />

meter. Ook komen er fietsenstallingen<br />

voor 160 fietsen, 24 fietskluizen en 4 ovfietskluizen.<br />

De gemeente legt 75 autoparkeerplaatsen<br />

aan en er komen bushaltes.<br />

Met dat alles komt de ‘Poort van<br />

Brabant’ nog weer wat verder open te<br />

staan, ook voor de regio zelf.<br />

2009 was het Jaar van de Os, een trekdier<br />

dat symbool staat voor ‘vervoer’. Vandaar<br />

dat het toekomstige stationsgebied van<br />

boze geesten gezuiverd werd met een<br />

traditionele Nieuwjaarsleeuwendans.<br />

F O T O F’ OS T O P ’ RSO RP AR IOL R A I L<br />

Voelbaar en hoorbaar<br />

Eurlings in Barneveld<br />

nieuws<br />

Openbaar vervoer is er ook voor mensen met een visuele beperking. Vandaar dat de<br />

spoorsector allerlei maatregelen neemt voor een treinreis zonder obstakels. Zo brengt<br />

<strong>ProRail</strong> brailleplaatjes aan op trapleuningen in stations, zodat reizigers met een visuele<br />

beperking daar beter hun weg kunnen vinden. Deze bewegwijzering is te vinden op de<br />

zogeheten ‘hoofdloopstroomroute’: de route van de hoofdingang van een station naar<br />

de perrons, daar waar geleidelijnen liggen en waar trapleuningen zijn. Ook NS laat zich<br />

niet onbetuigd. Op dit moment zijn van meer dan vijftig stations de geleidelijnen in tekst<br />

(contrast en grote letter) en voorleesfunctie beschikbaar op www.ns.nl/geleidelijnen.<br />

Blinde en slechtziende reizigers kunnen zich daarmee vooraf oriënteren. Bovendien zijn<br />

de looproutes te downloaden als mp3-bestand, zodat ze ook tijdens de reis beschikbaar<br />

zijn. Eind 2010 zullen meer dan 10.000 routes op ruim 250 stations digitaal beschikbaar<br />

zijn. De bewegwijzering en de looproutes zijn ontwikkeld in nauwe samenwerking met<br />

Viziris (organisatie voor mensen met een visuele beperking) en gefinancierd door het<br />

ministerie van Verkeer en Waterstaat.<br />

Minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat liet zich op 25 januari in Barneveld uitgebreid<br />

informeren over de ontwikkelingen op en rond het station Barneveld-Noord.<br />

Samen met de gemeente, de provincie Gelderland, vervoerder Connexxion en NS<br />

Poort gaat <strong>ProRail</strong> dat station vormgeven volgens de beginselen van het succesvolle<br />

concept van Prettig Wachten: met comfortabele wachtplekken, dito toiletten, sfeerverlichting<br />

en groenvoorzieningen. De start van de uitvoering van de ontwerpen<br />

staat gepland voor september 2010.<br />

<strong>ProRail</strong> maart 2010<br />

11


12<br />

De CO2-prestatieladder<br />

Sinds 1 december 2009 beloont <strong>ProRail</strong><br />

bedrijven die klimaatbewust produceren<br />

door ze bij aanbestedingen een streepje<br />

voor te geven. <strong>ProRail</strong> heeft een ambitieus<br />

milieubeleid met een concreet CO2-reductieprogramma,<br />

dat gericht is op duurzaamheid.<br />

Als onderdeel van dit reductieprogramma<br />

wil <strong>ProRail</strong> ook zijn leveranciers<br />

stimuleren om duurzame producten te<br />

leveren en een navenante bedrijfsvoering<br />

van de grond te tillen. In dit kader heeft<br />

<strong>ProRail</strong> de ‘CO2-prestatieladder’ ontwikkeld.<br />

Dat is gedaan om de bedrijven die<br />

deelnemen aan onze aanbestedingen uit<br />

te dagen en te stimuleren hun eigen CO2productie<br />

te meten en te verminderen.<br />

Concreet geldt: hoe meer een bedrijf zich<br />

inspant om zijn CO2-uitstoot te reduceren,<br />

des te meer kans op gunning.<br />

Inmiddels heeft <strong>ProRail</strong> al tien bedrijven<br />

gecertificeerd. Begin dit jaar werden de<br />

allereerste twee aanmelders, Strukton Rail<br />

en BAM Rail, uitgenodigd voor een feestje<br />

waarbij het zogenoemde ‘CO2-bewustcertificaat’<br />

overhandigd zou worden. Zo<br />

makkelijk ging dat echter niet, want de<br />

certificaten bleken ingevroren te zitten in<br />

kolommen ijs. De respectieve directeuren<br />

van de bedrijven, te weten Hans Smits<br />

(Strukton Rail) en Sebalt van Rooijen (BAM<br />

Rail), moesten aan de gang met hamer en<br />

beitel om het zo gewilde certificaat te<br />

bemachtigen.<br />

<strong>ProRail</strong> is blij dat zijn toeleveranciers zich<br />

inspannen te voldoen aan de CO2prestatie<br />

ladder. Zoals het zich nu laat<br />

aanzien, zullen er op korte termijn meer<br />

bedrijven gecertificeerd worden.<br />

De speciale trein die de toenmalige<br />

minister Cramer van VROM in december<br />

naar de Klimaattop in Kopenhagen bracht.<br />

F O T O R O N A L D T I L L E M A N & P R O R A I L<br />

Een<br />

streepje<br />

voor<br />

<strong>ProRail</strong> maart 2010<br />

13


14<br />

<strong>Directeur</strong> <strong>Relatiebeheer</strong> <strong>Renate</strong> <strong>Litjens</strong>:<br />

‘We moeten ons beter<br />

De infrastructuur van het Nederlandse spoor brengt op allerlei<br />

bestuurlijke niveaus complexe vraagstukken met zich mee. <strong>ProRail</strong> is<br />

bij het oplossen daarvan altijd nauw betrokken, maar bestuurders<br />

weten vaak niet tot wie ze zich nou precies moeten wenden. De<br />

nieuwe sectie <strong>Relatiebeheer</strong> van <strong>ProRail</strong> maakt aan die onduidelijk -<br />

heid een einde. <strong>Directeur</strong> <strong>Renate</strong> <strong>Litjens</strong> legt uit hoe.<br />

Door Gert Hage<br />

EEen paar dingen waren <strong>Renate</strong> <strong>Litjens</strong> na haar aanstelling per<br />

1 december jl. als directeur <strong>Relatiebeheer</strong> bij <strong>ProRail</strong> direct<br />

opgevallen. ‘Dit is een aards bedrijf, de 6500 km spoor die er<br />

ligt, moet het doen en wat er nog niet ligt, moet worden<br />

gebouwd. Dat klinkt simpel, maar we opereren in een wereld<br />

waarin de belangen groot zijn en soms ook tegengesteld.’ Ze<br />

geeft het voorbeeld van een gemeente die een gelijkvloerse<br />

kruising wil, omdat dat beter aansluit bij hun verkeerscirculatieplan.<br />

Maar vanuit veiligheidsoogpunt geeft <strong>ProRail</strong> de voorkeur<br />

aan een onderdoorgang. ‘Daarover ga je dan in gesprek<br />

met elkaar en je zoekt samen naar de beste oplossing. Met<br />

vrijwel alles wat we doen, hebben we bovendien te maken<br />

met een groot aantal partijen: van wethouders tot de<br />

Fietsersbond en van betrokken burgers tot de centrale overheid.<br />

Vrijwel alles wat we doen, is ingrijpend en zichtbaar. De<br />

complexiteit maakt het ingewikkeld, maar tegelijkertijd ook<br />

buitengewoon fascinerend.’<br />

Nederland telt een paar honderd ‘spoorse’ gemeenten, vervolgt<br />

<strong>Litjens</strong>, die de taal van het spoor al aardig onder de knie blijkt te<br />

hebben, en allemaal willen of moeten ze vroeg of laat iets met<br />

hun spoor. Soms gaat het om een groot project waarbij een binnenstad<br />

ingrijpend op de schop wordt genomen, een andere<br />

keer om het plaatsen van een hek of het bouwen van een fietsenstalling.<br />

‘Bij elk project, groot of klein, hebben we te maken<br />

met gemeentebestuurders. Voor hen moeten we een betrouwbare<br />

en goed aanspreekbare partner zijn. <strong>Relatiebeheer</strong> is opgericht<br />

om de contacten tussen <strong>ProRail</strong> en decentrale bestuurders<br />

beter te stroomlijnen’, zegt <strong>Litjens</strong>, die vroeger onder meer<br />

directeur Sociale Werkvoorziening was in Den Bosch.<br />

Per regio<br />

De contacten tussen <strong>ProRail</strong> en bestuurlijk Nederland verlopen<br />

in eerste instantie via de vier regiodirecteuren die onderdeel<br />

zijn van <strong>Relatiebeheer</strong>. Zij zijn het best op de hoogte van de<br />

in elkaar verdiepen’<br />

De vier regiodirecteuren van <strong>ProRail</strong>, van links naar rechts Eric Gurke (Randstad Zuid), Hans Lodder (Randstad Noord), Cees de Vries<br />

(Noord Oost) en Ine Frings (Zuid)<br />

lokale situatie en kennen de betrokken bestuurders bovendien<br />

vaak persoonlijk. Dat blijft zo, met dit verschil dat de vier regiodirecteuren<br />

nu fulltime beschikbaar zijn voor het relatiebeheer,<br />

terwijl zij voorheen ook nog operationele taken vervulden.<br />

<strong>Relatiebeheer</strong>, de nieuwe club van <strong>Litjens</strong>, neemt de vragen<br />

van de regiodirecteuren over, zodat die zich weer op nieuwe<br />

vragen kunnen concentreren. <strong>Renate</strong> <strong>Litjens</strong>: ‘Wij zijn de<br />

trechter waar alle wensen en vragen van bestuurders in worden<br />

gegoten.’ <strong>Relatiebeheer</strong> gaat binnen <strong>ProRail</strong> op zoek naar<br />

de specialisten die na een uitvoerige studie met een advies<br />

komen voor de gemeente. ‘Bestuurders hoeven dus niet langer<br />

zelf op zoek naar de juiste mensen, dat doen wij voor ze’,<br />

aldus <strong>Litjens</strong>. ‘Bij vrijwel alles wat we doen, is een groot aantal<br />

disciplines betrokken. Je hebt juristen nodig als er bijvoorbeeld<br />

een stuk grond onteigend dient te worden, technisch specialisten<br />

bekijken of een bepaalde oplossing technisch haalbaar is<br />

en weer anderen zijn betrokken bij de uitvoering. Voor een<br />

overheid is het lastig om zelf al die mensen te benaderen, vandaar<br />

dat wij voortaan alle benodigde informatie binnen ons<br />

bedrijf ophalen. De uitkomsten van ons onderzoek leggen wij<br />

vervolgens neer bij de betrokken bestuurders. Wij zijn, met<br />

voorop de regiodirecteuren, hét aanspreekpunt voor bestuurlijk<br />

Nederland.’<br />

Helder en overtuigend<br />

Niet altijd lopen de belangen van <strong>ProRail</strong> en die van bestuurders<br />

of belangengroeperingen parallel. Soms schuurt en wrikt<br />

het. Een gemeente is bijvoorbeeld boos omdat door werkzaamheden<br />

enkele overwegen worden afgesloten, bewoners<br />

protesteren tegen geluidsoverlast, een wethouder is ontevreden<br />

over de dienstregeling of de Fietsersbond klaagt over een<br />

fietstunnel. Bij al dit soort kwesties, hoe uiteenlopend ook, is<br />

<strong>Relatiebeheer</strong> betrokken. ‘Na grondig onderzoek komen we<br />

met het ons inziens best denkbare advies. Vaak is dat geen<br />

punt van discussie: iets is technisch haalbaar of is dat niet.<br />

Maar soms levert ons advies de nodige discussie op, zoals met<br />

die gemeente die een voorkeur had voor een gelijkvloerse<br />

kruising. Aan ons de taak om zo helder en overtuigend mogelijk<br />

uit te leggen waarom we voor een bepaalde oplossing<br />

hebben gekozen en dat we bij die keuze bepaald niet over één<br />

nacht ijs zijn gegaan.’ Het is belangrijk, benadrukt <strong>Renate</strong><br />

<strong>Litjens</strong>, dat bestuurders in een zo vroeg mogelijk stadium hun<br />

wensen en verlangens bij <strong>ProRail</strong> kenbaar maken. ‘Het mooiste<br />

is als een wethouder zich bij ons meldt met de mededeling<br />

dat hij die ochtend een plannetje heeft bedacht waarover hij<br />

graag met ons van gedachten wil wisselen. Wij kunnen dan<br />

samen met hem of haar bekijken wat we voor de gemeente<br />

kunnen betekenen, op welke zaken ze moeten letten en<br />

welke technische obstakels er zouden kunnen zijn. Vervolgens<br />

kunnen we dan samen zoeken naar de best mogelijke oplossing.<br />

Dat voorkomt dat bestuurders zich plotseling geconfronteerd<br />

zien met het feit dat hun oorspronkelijke plan niet haalbaar<br />

is of aangepast moet worden. We moeten ons beter in<br />

elkaars verdiepen, meer begrip zien te kweken voor elkaar<br />

standpunten, dat voorkomt veel onnodig tijdsverlies en strubbelingen.’<br />

Goed luisteren<br />

De gemeenteraadsverkiezingen die in begin maart gehouden<br />

zijn, grijpt <strong>ProRail</strong> aan om de banden met bestuurlijk<br />

Nederland verder aan te halen. ‘De nieuw aangetreden wethouders<br />

voor Verkeer en Vervoer moeten weten bij wie ze<br />

terecht kunnen en wat we voor hen kunnen betekenen. We<br />

zullen goed naar ze luisteren en ze helpen bij hun plannen.<br />

Nog meer dan voorheen wil <strong>ProRail</strong> een betrouwbare, toegankelijke<br />

en deskundige partner zijn voor bestuurlijk Nederland.<br />

Ik heb er alle vertrouwen in dat we in die missie zullen slagen.’<br />

F O T O M I C H E L C A M P F E N S<br />

<strong>ProRail</strong> maart 2010 15


16<br />

T O E K O M S T I M P R E S S I E W U R C K A R C H I T E C T U U R<br />

Bovengronds en<br />

ondergronds<br />

Van de 1,2 miljoen dagelijkse treinreizigers<br />

fietst ongeveer 40 procent – op de<br />

heenweg – naar het station. Bij aankomst<br />

beschikt nog eens 15 procent (opnieuw)<br />

over een fiets om op de eindbestemming<br />

te komen. En op de terugweg is het uiteraard<br />

precies andersom. Er is daarom grote<br />

behoefte aan ‘fietsparkeerplaatsen’.<br />

Vanwege het ruimtebeslag op binnenstedelijke<br />

stationslocaties zoekt <strong>ProRail</strong> het<br />

bovengronds steeds vaker in fietsflats, en<br />

ondergronds in fietsenkelders.<br />

Sinds 1999 heeft <strong>ProRail</strong> met het<br />

programma Ruimte voor de Fiets 150.000<br />

onbewaakte en 30.000 bewaakte plaatsen<br />

en 13.000 fietskluizen gerealiseerd, met<br />

een budget van ruim 180 miljoen euro. De<br />

grootste fietsenstalling van Europa verrijst<br />

inmiddels in Haarlem, op drie locaties: het<br />

Fietssouterrain, de Fietsgevel en het<br />

Fietscarré. Deze combi van boven- en<br />

ondergronds bouwen levert in totaal 8000<br />

plaatsen op. Souterrain en carré, samen<br />

goed voor 5500 plaatsen, worden dit jaar<br />

afgebouwd.<br />

Voor 2010 heeft <strong>ProRail</strong> het voornemen om<br />

in heel Nederland 40.000 extra fietsparkeerplaatsen<br />

te realiseren. Met de<br />

versnelde bouw van nieuwe stallingen<br />

wordt doorgegaan tot in 2012. Ook<br />

worden 39 bestaande bewaakte stallingen<br />

kwalitatief verbeterd. <strong>ProRail</strong> verwacht<br />

bovendien veel van de pilot die dit jaar van<br />

start gaat in de nieuwe stalling in<br />

Groningen en in de gemeentelijke stalling<br />

op het Smakkelaarsveld in Utrecht. Daar<br />

zal worden geëxperimenteerd met een<br />

systeem dat de parkeerduur van een fiets<br />

kan bijhouden. Nu gebeurt het regelmatig<br />

dat een fiets geen eigenaar meer blijkt te<br />

hebben en gedurende lange tijd een stallingsplaats<br />

bezet houdt, waarmee het<br />

begrip ‘weesfiets’ is verklaard. Als de pilot<br />

slaagt, wordt het beheer van stallingen een<br />

stuk minder arbeidsintensief. Bovendien<br />

biedt een dergelijk systeem de mogelijkheid<br />

om vrije plekken aan te wijzen en de<br />

stallingscapaciteit te optimaliseren.<br />

Plek in<br />

het<br />

rek<br />

<strong>ProRail</strong> maart 2010 17


18<br />

Ongelukken op overwegen<br />

De schuld van<br />

Van gemiddeld vijftig dodelijke ongelukken per jaar op overwegen naar zestien. Dat is een<br />

aanzienlijke verbetering. Maar het blijft een cijfer waar ontstellend veel leed achter schuilgaat.<br />

Verontrustend is dat meer dan de helft van de slachtoffers bewust risico lijkt te hebben<br />

genomen. Wat kan <strong>ProRail</strong> doen om de kans op ongelukken verder terug te dringen?<br />

Een interview met manager Beveiligingssystemen Jeroen Nederlof van <strong>ProRail</strong>.<br />

Door Dolf Dukker<br />

‘Enkele jaren geleden kwamen er vijftig mensen per jaar om op<br />

een overweg. Zelfs een jaar bijna 70’, zegt Jeroen Nederlof.<br />

Grafieken laten een zaagtand zien; het aantal varieert. Over de<br />

afgelopen jaren ligt het gemiddelde nu op zestien dodelijke<br />

ongevallen. ‘Het aantal is sterk afgenomen, vooral door de vervanging<br />

van alle AKI’s, Automatische Knipper lichtinstallaties,<br />

door AHOB’s, Automatische Halve Overweg bomen. We hebben<br />

daarnaast meer maatregelen genomen: we hebben sommige<br />

overwegen opgeheven, andere opvallender gemaakt, en<br />

onbeveiligde exemplaren omgebouwd naar beveiligde.<br />

Daarnaast werkt <strong>ProRail</strong> ook op andere gebieden aan het<br />

terugdringen van ongevallen, door handhavers in te zetten en<br />

voorlichting te geven aan jongeren. Het aantal dodelijke<br />

ongevallen door technisch falen staat overigens al jarenlang<br />

op nul. De techniek hebben we goed onder controle.<br />

Ongelukken gebeuren door verkeerd gedrag. Onbewust of<br />

bewust. Aan ons de taak om te kijken hoe we dit gedrag<br />

kunnen omvormen.’<br />

Onbewust risico nemen gebeurt volgens Nederlof voornamelijk<br />

op onbeveiligde overwegen. ‘We hebben in Nederland<br />

dik zeshonderd overwegen zonder beveiliging. Toch zijn dit<br />

statistisch gezien niet de overwegen waarop de meeste<br />

ongevallen gebeuren, omdat ze over het algemeen in verkeersluwe<br />

gebieden liggen. Bovendien zijn de mensen die er<br />

komen bekend met de situatie. We houden er wel de vinger<br />

aan de pols. Als er meer treinen gaan rijden, is het logisch om<br />

ook meer aan beveiliging te doen.’ Door plaatsing van een<br />

overweg met halve bomen vermindert het aantal ongevallen<br />

door onbewust risicogedrag. ‘Mensen die op een AHOB<br />

onder een trein komen, hebben meestal gezien dat de<br />

bomen dichtgingen’, is Nederlofs overtuiging. ‘Ze zijn dan<br />

onder de bomen door gegaan of erlangs geslalomd.’ Dat<br />

heeft de beveiligingsexperts aan het denken gezet. Hoe<br />

komt het dat het aantal dodelijke ongevallen door bewust<br />

risico te nemen is gestegen?<br />

Licht op rood<br />

‘Mensen worden ongeduldiger’, zoekt Nederlof naar een<br />

verklaring. ‘Oversteken bij rood wordt in het wegverkeer ook<br />

meer gedaan. Het geduld van de mensen wordt bovendien<br />

extra op de proef gesteld doordat de overwegen als gevolg<br />

van het toegenomen treinverkeer vaker en langer zijn gesloten.<br />

Het gebeurt steeds vaker dat een overweg dicht blijft<br />

nadat er een trein is gepasseerd omdat er nog een tweede<br />

aankomt. Dat is het moment waarop sommigen de oversteek<br />

wagen. Hun geduld is op.’<br />

‘Daarnaast zien we dat mensen op een overweg vlak bij een<br />

station tien keer vaker risicovol gedrag vertonen dan op<br />

andere overwegen. Dat is bij vergelijking met honderden<br />

overwegen naar voren gekomen. Spoorwegovergangen bij<br />

stations liggen namelijk langer dicht. Wachten voor een over-<br />

ongeduld<br />

weg die kort dicht ligt, lijkt veel op wachten voor een verkeerslicht.<br />

De treinen rijden daar allemaal in veertig seconden<br />

voorbij. Iedereen weet: “Hier hoef ik niet lang te wachten”,<br />

en risicovol gedrag blijft dan ook achterwege. Kijk je naar<br />

overwegen dicht bij stations, dan zie je heel andere dingen<br />

gebeuren. Van tijd tot tijd rijden sneltreinen voorbij. Met<br />

hoge snelheid, waardoor de overgang kort dicht ligt.<br />

Afgewisseld door stoptreinen. En dan hangt het van allerlei<br />

omstandigheden af hoe lang of kort de overweg dicht ligt:<br />

reizigers die aan komen hollen en waar de conducteur nog<br />

even op wacht, bijvoorbeeld. Terwijl er ondertussen steeds<br />

meer mensen voor de gesloten bomen staan te wachten. Als<br />

er dan ook nog mensen aan komen lopen of fietsen die denken:<br />

“Daar staat m’n trein; die wil ik graag halen”, dan krijg<br />

je in zo’n omgeving alle slechte factoren bij elkaar. “Weet je<br />

wat, ik ga er onderdoor”, flitst het een haastige reiziger door<br />

het hoofd. Want het ziet er niet gevaarlijk uit. Maar dan<br />

komt er net van de andere kant een trein met 140 km/uur<br />

langsrijden...’<br />

Dichtligtijden verkorten<br />

Evaluerend: ‘We begrijpen ongeveer waarom het fout gaat.<br />

We weten alleen niet precies hoe mensen na twee of drie<br />

minuten wachten reageren. Als de dichtligtijden langer worden,<br />

neemt het risico toe. Dat weten we wel. De vraag is dus<br />

of het mogelijk is om de lange dichtligtijden te verkorten.<br />

Maar daarvoor moet je wel eerst precies weten hoe lang ze<br />

zijn. Daarover hebben we meer informatie nodig. Want we<br />

weten van elke overweg ieder schroefje te zitten, maar we<br />

willen ook weten hoe lang een overgang gemiddeld dicht<br />

ligt, wat de maximale dichtligtijd is, en hoe vaak per uur de<br />

overgang dicht gaat.’<br />

Tal van specialisten hebben vorig jaar met spanning de proef<br />

met spoorboekloos rijden tussen Amsterdam en Eindhoven<br />

gevolgd. Voor Nederlof ging er een wereld open. ‘“Wat<br />

gebeurt er op de overwegen?”, was een van de issues. Dat<br />

bood mij de kans om op 25 overwegen meetapparatuur aan<br />

te brengen. Eindelijk kon ik daar exacte wetenschap bedrijven.<br />

Eerst registreren hoe de overwegen zich bij de huidige<br />

dienstregeling gedragen. En daarna wat er gebeurt als we<br />

elke tien minuten in beide richtingen treinen laten rijden. Dat<br />

leverde harde getallen op over dichtligtijden.’<br />

‘Overwegen die niet naast een station liggen, leverden geen<br />

enkel probleem op’, concludeert de beveiligingsspecialist.<br />

‘Uit gedragsobservaties die we tegelijkertijd hebben gedaan,<br />

bleek dat de mensen daar niet eens mérkten dat er meer treinen<br />

reden. Uit de cijfers bleek verder dat de beleving van<br />

sommige lokale autoriteiten – “Deze overweg ligt 45 minuten<br />

per uur dicht” – meestal niet strookte met de werkelijkheid.<br />

Daar kon wel twintig minuten verschil in zitten.’<br />

Black boxes<br />

Dat alles smaakt voor Nederlof naar meer. ‘Mijn wens is om<br />

overal in het land black boxes bij overwegen te installeren.<br />

Daarmee krijgen we inzicht in de relatie tussen treindiensten,<br />

dichtligtijden en ongevallen.’ In Hilversum heeft <strong>ProRail</strong><br />

inmiddels aanvullend onderzoek gedaan naar de oorzaken<br />

van de lange dichtligtijden van de overweg Hoge Larense -<br />

weg bij het station. Er is gefilmd wat er allemaal gebeurt.<br />

Met welke snelheid komt de trein binnenrijden? Wanneer<br />

staat hij stil? Wanneer gaan de deuren open? Wanneer<br />

blaast de conducteur op z’n fluit? Wanneer gaan de deuren<br />

dicht? En wanneer gaat de trein weer rijden? Nederlof: ‘Al<br />

die elementen hebben we geanalyseerd. We hebben gezamenlijk<br />

met de vervoerder gezocht naar mogelijke verbeteringen<br />

door middel van computersimulaties. Moeten we de<br />

machinist en de conducteur meer data geven – ze bijvoorbeeld<br />

informeren over het sluiten van overwegen? Maar<br />

daarnaast blijven we natuurlijk ook werken aan andere<br />

oplossingen die gedrag moeten beïnvloeden: veel overwegen<br />

hebben al een middenberm, drempels, voetgangersbomen;<br />

of er hangen hekwerken onder de boom. We doen<br />

alles om het gedrag van mensen om te vormen, maar uiteindelijk<br />

moeten ze zelf hun verantwoordelijkheid nemen.’<br />

F O T O ’ S R O N A L D T I L L E M A N I . O . V . P R O R A I L<br />

<strong>ProRail</strong> maart 2010 19


20<br />

Utrecht Centraal<br />

Binnenkort start de bouw van het nieuwe<br />

station Utrecht Centraal en die zal<br />

ongeveer vijf jaar duren. De nieuwe ovterminal<br />

is nodig omdat er in 2030 circa<br />

100 miljoen reizigers per jaar worden<br />

verwacht. Het oude station is uit zijn jasje<br />

gegroeid: dat was berekend op 35 miljoen<br />

reizigers per jaar en ontvangt er nu al jaarlijks<br />

bijna 60 miljoen. Na de verbouwing zal<br />

Utrecht Centraal een prominente plaats in<br />

de omgeving innemen, met zijn golvende<br />

aluminium dak en de twee brede<br />

toegangspleinen op verhoogd niveau.<br />

De eerste werkzaamheden zijn begin<br />

februari gestart met de bouw van nieuwe<br />

perronkappen. Bepaald geen doorsneeexemplaren,<br />

want ze zijn voorzien van<br />

zonnecellen. De daarmee opgewekte<br />

energie wordt gebruikt voor verlichting,<br />

liften en roltrappen. Het bijzondere van<br />

deze zonnecellen is dat ze niet als losse<br />

panelen op de kappen worden aanbracht,<br />

maar direct in het gebogen glas zijn<br />

verwerkt. Hierdoor ontstaan ‘lichte’<br />

perrons. En omdat de zonnecellen goed<br />

zichtbaar zijn, geeft het station aan de<br />

reizigers en passant een duurzaam visitekaartje<br />

af.<br />

Dit jaar worden de eerste twee perrons<br />

aangepakt, en verwacht <strong>ProRail</strong> ook de<br />

eerste paal voor de uitbreiding van de<br />

stationshal te kunnen slaan. De komende<br />

jaren komen de andere perrronkappen aan<br />

de beurt en gaat <strong>ProRail</strong> stap voor stap de<br />

rest van het station verbouwen, fietsenstallingen<br />

bouwen, busstations aanleggen, en<br />

zo meer. Al met al zal Utrecht de komende<br />

jaren flink ‘in de steigers staan’. Om de<br />

verbouwing voor de reizigers zo comfortabel<br />

mogelijk te laten verlopen, is het<br />

werk in kleine stukken geknipt. Op die<br />

manier kunnen de treinen blijven rijden en<br />

de winkels open blijven. Maar uiteraard<br />

kan zo’n megaoperatie niet helemaal<br />

ongemerkt voorbijgaan. Reizigers worden<br />

uitgebreid geïnformeerd over spoorwijzigingen<br />

via onder meer omroepberichten,<br />

het vertrekbord in de stationshal of flyers.<br />

En via i-Bouw, het mobiele informatiepunt<br />

over de verbouwing, in de stationshal.<br />

Neem eens een kijkje!<br />

T O E K O M S T I M P R E S S I E S B E N T H E M C R O U W E L A R C H I T E K T E N & F O T O R O N A L D T I L L E M A N<br />

In<br />

de steigers<br />

<strong>ProRail</strong> maart 2010 21


22<br />

Ombuiging<br />

van verruiging<br />

Bermbeheer<br />

In totaal heeft <strong>ProRail</strong> 6830 km spoor in<br />

beheer, goed voor ongeveer 3500 hectare<br />

berm, een waardevolle biotoop voor veel<br />

soorten planten en dieren. <strong>ProRail</strong> wil dat<br />

die flora en fauna behouden blijven en ziet<br />

daarnaast graag ontwikkeling van nieuwe<br />

natuur- en landschapswaarden. De afgelopen<br />

jaren echter zijn die waarden op een<br />

aantal plaatsen juist áchteruitgegaan, met<br />

name door verruiging. Om deze trend om<br />

te buigen, is <strong>ProRail</strong> in actie gekomen.<br />

In 2009 zijn de natuurwaarden van een<br />

aantal bermen opnieuw geïnventariseerd,<br />

in 2010 volgt de rest. Per contractgebied<br />

worden nu zogeheten ‘bermbeheerplannen’<br />

opgesteld. Met deze plannen kan<br />

<strong>ProRail</strong> aan de aannemer, naast de gebruikelijke<br />

technische eisen, ook meegeven<br />

welke natuurwaarden op een bepaalde<br />

plaats behouden dan wel ontwikkeld<br />

moeten worden.<br />

Op dit moment wordt er in Nederland,<br />

soms samen met provincies en natuurorganisaties,<br />

al op verschillende plaatsen<br />

gewerkt langs het spoor om de natuurwaarden<br />

van de berm te behouden en te<br />

optimaliseren.<br />

Uit onderzoek blijkt dat langs het spoor<br />

maar liefst circa 1100 plantensoorten –<br />

ongeveer 63 procent van de totale<br />

Nederlandse flora – voorkomen, waaronder<br />

ruim 300 zeer zeldzame en ernstig<br />

bedreigde soorten. En ook de fauna is rijk<br />

aan diversiteit, met onder meer de rosse<br />

sprinkhaan, de zadelsprinkhaan, de steppesprinkhaan,<br />

het spiegeldikkopje, de ring -<br />

slang, de hazelworm en de zandhagedis.<br />

<strong>ProRail</strong> maart 2010<br />

F O T O R O B H U I B E R S / H O L L A N D S E H O O G T E<br />

23


F O T O J O S V A N Z E T T E N<br />

Burgemeester Job Cohen opende eind<br />

2009 tijdens een spectaculaire show officieel<br />

het nieuwe station Amsterdam<br />

Science Park. Het is onderdeel van het<br />

Bereikbaarheids Offensief Randstad (BOR)<br />

Regionet, waarin <strong>ProRail</strong>, NS en lokale en<br />

regionale overheden samenwerken. Het<br />

station bevindt zich tussen Amsterdam<br />

Muiderpoort en Diemen en moet zorgen<br />

voor een betere bereikbaarheid van het<br />

Science Park in de Amsterdamse wijk<br />

Watergraafsmeer. Hier realiseert de<br />

gemeente een ontmoetingsplek voor<br />

onderwijs en wetenschap. Het gebied<br />

beslaat in totaal 500.000 vierkante meter<br />

aan ruimte voor kantoren, laboratoria,<br />

onderwijsgebouwen, een hotel, congresfaciliteiten,<br />

sport- en cultuurvoorzieningen,<br />

horeca en honderden woningen.<br />

Science Park herbergt nu al een deel van<br />

het grootste internetknooppunt ter<br />

wereld, de Amsterdam Internet Exchange.<br />

De opzet van het park is afgestemd op het<br />

doel ‘de kruisbestuiving van talenten en<br />

ideeën te optimaliseren’. Een goede<br />

bereikbaarheid per openbaar vervoer is<br />

daarvoor een belangrijke voorwaarde.<br />

Amsterdam<br />

Science Park

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!