AdFundum - januari 2018

Gezondheid
van de Gezondheidsraad pas naadloos aan in deze verziekende
aanscherping van normen.
Richtlijnen
Psychologen en psychiaters gebruiken hun lijfboek, DSM geheten,
om aan de hand van richtlijnen vast te stellen of iemand verslaafd
of behept is met een mentale stoornis. De eerste uitgave verscheen
in 1952, de meest recente , de vijfde versie, de DSM-5 verscheen
in 2013. De laatste editie deed veel stof opwaaien. Zo werd
verwacht dat door het in gebruik nemen van de vijfde editie het
aantal mensen met ADHD ‘slechts’ 15 procent zou toenemen; dat
werd 300 procent. Het percentage mensen met een depressie nam
in tien jaar toe met 150 procent. Autisme komt volgens de normen
van de DSM-5 bij één tot drie procent van de bevolking voor. De
Nederlandse bevolking telt 17,2 miljoen geregistreerde inwoners,
waarvan volgens de DSM-richtlijnen 170 duizend tot een half
miljoen autisten. Volgens de richtlijnen uit eerdere versies is driekwart
daarvan niet autistisch.
Wat voorheen als een plezierige gewoonte werd beschouwd is
al (te) gauw een verslaving. Hoe komt dat? Om verslaving vast te
stellen wordt nagegaan of het betreffende gedrag voldoet aan elf
criteria. Voorbeelden van criteria zijn: meer gebruik dan oorspronkelijk
van plan, willen stoppen met het gebruik, gewenning en
onttrekkingsverschijnselen, relaties worden verwaarloosd, het werk
lijdt eronder, enzovoort.
In de laatste DSM-versie worden niet langer de begrippen
‘middelenmisbruik’ en ‘middelenafhankelijkheid’ gebruikt, maar het
begrip Gestoord Middelengebruik. Dat kan zijn ‘mild’ als aan
2 tot 3 criteria wordt voldaan, matig bij 4 tot 5 en ‘ernstig’ bij 6 tot
7 criteria. Al gauw is iedereen in meer of mindere mate verslaafd.
De norm van de Gezondheidsraad is niet eens nodig om mezelf als
verslaafd aan alcohol te kwalificeren. Ga maar na: ik wil bij geen
alcohol of na één glas nog een glas; ik voel niets na één glas, wat
wijst op tolerantie voor alcohol; ik besteed meer tijd dan anderen
om de juiste fles met mijn favoriete drank te kiezen; in plaats van
een klus af te maken ga ik liever met vrienden borrelen; iedere dag
laat in de middag neem ik een aperitief, bij het eten ’n glas wijn en
laat in de avond nog een paar glaasjes, verslaafd gewoontedier.
Ik ben ‘matig’ verslaafd.
Ziekmakend
Het handboek voor zielkundigen en zielknijpers wordt ook gebruik
om vast te stellen of er sprake is van mentale stoornissen. Door
de laatste editie is er sprake van een overtrokken toekenning van
mentale stoornissen waarvan het betreffende gedrag voorheen werd
afgedaan als eigenaardig, opvallend, grappig, anders, excentriek ,
buitenissig, extravagant. Met de DSM-5 past dit gedrag niet gauw
in een al bekend ziektebeeld. Vandaar dat nieuwe stoornissen of
ziekten worden gedefinieerd. Zonder etiket van een ziekte kan er
geen sprake zijn van een ziekte. Een etiket heeft als voordeel voor
de behandelaar dat een behandelprotocol, medicijnen en therapieën
ontwikkeld en gebruikt kunnen worden. Kortom, er is sprake van
medicalisering van het gewone leven en plezier wordt verslaving.
Vandaar dat er flinke beroering is over de DSM-5.
In de DSM-II was er sprake van 180 officiële stoornissen, in de
DSM-5 meer dan 400. Bovendien worden de criteria steeds breder
toegepast, ook over gedrag dat er eigenlijk niet onder valt. Ook
worden ‘nieuwe’ ziekten of stoornissen bedacht. Ik noem er een
paar.
- Misofonie: intense emotionele reacties op geluiden van menselijke
oorsprong: je ergert je aan het ophalen van neuzen, het schrapen
van de keel of iets dergelijks.
- Fantoom vibratie syndroom: je denkt aldoor dat je smart phone
trilt.
- Postdormitale confusie: je bent sloom omdat je te lang in bed hebt
gelegen.
- Persistente stemmingsderegulatie: je bent toe aan een borrel.
Proost!
Bronnen:
https://gateway.euro.who.int/en/indicators/h2020_1-prematuremortality/
DeWitt, D. (2017). Millions suddenly have high blood pressure under
new preventative measure. December 14. Retrieved December 15, 2017
Kennisinstituut Bier. (2016). Wat is verantwoorde bierconsumptie?
Retrieved September 22
Jan Snel,
Universiteit van Amsterdam,
directeur Stichting SHARE-advies
januari 2018 - Adfundum 25