28.05.2018 Views

Doxis Magazine voorjaar 2018 WEB

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

MAGAZINE<br />

Hét vakblad voor Informatiemanagers<br />

TECHNOLOGIE:<br />

UITGAVE VAN DOCUMENTWERELD<br />

<strong>2018</strong> / 01<br />

GEMAK<br />

IS NIET HETZELFDE ALS<br />

GELUK<br />

VERANDEREN: INTERNET OF THINGS: KWALITEIT & DIGITALISERING:<br />

pijn én inspiratie! overal om ons heen meer dan techniek


2


INHOUDSOPGAVE<br />

LIA BOLTE<br />

IOT-TOEPASSINGEN<br />

Veranderen mag best wat pijn<br />

doen maar moet ook inspireren!<br />

EXPEDITIE ZWERM<br />

4<br />

Overal om ons heen,<br />

maar hoe<br />

houden we<br />

daar grip op?<br />

14<br />

Het praktische vervolg op<br />

De Zwerm. Een verhaal over<br />

de virtuele samenleving.<br />

De weg van analoog<br />

naar virtueel werken<br />

HANS SCHNITZLER<br />

8<br />

IVANA IVKOVIC<br />

Kwaliteit in het tijdperk<br />

van digitalisering<br />

Meer dan een<br />

technische kwestie<br />

18<br />

‘Techniekschroom<br />

is helemaal niet<br />

onverstandig’<br />

MAX BEEKHUIS<br />

10<br />

AVG - OVER OPEN DEUREN<br />

EN BOTSINGEN MET<br />

DE ARCHIEFWET<br />

22<br />

Column<br />

Ongemerkt<br />

achterop?<br />

13<br />

COLOFON<br />

Twitter<br />

@doxisinformatie<br />

Opmaak en<br />

beeldredactie<br />

Productie<br />

Deze uitgave is<br />

Adresgegevens<br />

<strong>Doxis</strong><br />

Loire 126<br />

2491 AJ DEN HAAG<br />

070-3177172<br />

www.doxis.nl<br />

info@doxis.nl<br />

Volg <strong>Doxis</strong> ook op<br />

LinkedIn en Facebook<br />

Redactie<br />

John de Waard<br />

TAPAS, Tekstschrijven<br />

als Passie<br />

Spankracht Ontwerpers,<br />

Lunteren<br />

Realisatie<br />

Vakwereld<br />

Postbus 277<br />

3880 AG PUTTEN<br />

geproduceerd op papier,<br />

digitaal gepubliceerd voor<br />

e-readers en de artikelen<br />

zijn te vinden op<br />

www.documentwereld.nl<br />

en www.doxis.nl/publicaties<br />

Auteursrechten<br />

Eindredactie<br />

Vakwereld<br />

Max Beekhuis (<strong>Doxis</strong>)<br />

Geraldine Scholten (<strong>Doxis</strong>)<br />

<strong>2018</strong> / 01 <strong>Doxis</strong> <strong>Magazine</strong> 3


Vierkante organisaties rond<br />

en aan het rollen krijgen:<br />

VERANDEREN MAG BEST<br />

WAT PIJN DOEN MAAR MOET<br />

OOK INSPIREREN!<br />

Het is een bekend fenomeen: er staan veranderingen op stapel, of<br />

er moeten veranderingen worden doorgevoerd om mee te kunnen<br />

bewegen met bepaalde ontwikkelingen en dat gaat dan niet zo<br />

lekker. Ligt het aan degene die de veranderingen wil doorvoeren,<br />

aan de mensen die moeten veranderen of is de aanpak gewoon<br />

niet goed? Lia Bolte heeft 20 jaar ervaring met het begeleiden<br />

van dergelijke trajecten. ‘En elk traject is weer anders.’<br />

4


Voor verandertrajecten bestaat geen handboek, maar dat wil natuurlijk ook<br />

weer niet zeggen dat er geen vergelijkbare ervaringen zijn. Lia Bolte, expert<br />

in het begeleiden van bedrijven en organisaties bij verandertrajecten, heeft<br />

veel ervaring in het doorgronden van organisaties. ‘Eigenlijk is het meer dat<br />

ik de organisaties zichzelf en de medewerkers elkaar laat doorgronden. Een<br />

belangrijke pijler daarbij is onderling vertrouwen: doe wat je zegt en zeg<br />

wat je doet. We kennen die uitdrukking allemaal, maar hoe werkt het idee<br />

van op jezelf aankunnen en op anderen kunnen bouwen in de praktijk?<br />

Veel losse entiteiten, (te) weinig samenwerking, nauwelijks feedback, positief<br />

noch negatief, en uiteindelijk dus weinig zelfreflectie. Niet als organisatie<br />

en niet als individu. Wanneer je om te beginnen een duidelijke stip op<br />

de horizon plaatst: wie willen we zijn en waar staan we nu, maak je al veel<br />

duidelijk. Er moet een gezamenlijk doel ontstaan en ook een gezamenlijk<br />

vertrouwen dat ‘we met zijn allen’ dat doel kunnen verwezenlijken.’<br />

PASSIE VERSUS PIJN<br />

Het lijkt erop dat per saldo niemand staat te springen om te veranderen.<br />

Niet op het werk en niet privé. Bolte: ‘Dat is zeker niet het geval. Er<br />

zijn mensen genoeg te vinden die dergelijke uitdagingen wel durven aan<br />

te gaan. Die beschikken misschien van nature al over een gezonde dosis<br />

passie om altijd maar verder te willen komen. Bij de mensen waar dat<br />

niet zo is, is er een andere trigger nodig: pijn. Als die pijn nog niet groot<br />

genoeg is, verandert er niets. Er is niet genoeg druk om te willen veranderen.<br />

Die mensen krijg je niet zomaar mee.’<br />

LIA BOLTE<br />

Bolte is wel het type om direct tot de kern te komen: ‘Ik houd van werken<br />

met CTC oftewel ‘Cut the Crap’. Ik kom snel tot de kern en ga samen de<br />

verdieping in waar de oplossing zich aandient om naar de next higher<br />

level te gaan. Dit doe ik in verschillende ‘rollen’ en met veel plezier in<br />

samenwerking met de opdrachtgever. Ik ben ooit professioneel balletdanseres<br />

geweest bij Het Nederlands Danstheater; dat was mijn ultieme doel<br />

en het was jarenlang pure topsport om zover te komen. Dan leer je doorzetten,<br />

fysieke pijn verbijten om je doel te bereiken. In deze wereld vol organisatorische<br />

en individuele uitdagingen moet je ook leren om figuurlijk<br />

‘pijn’ (pijn van het ongemak) te verduren om een doel te bereiken. Dit zijn<br />

in de regel geen trajecten die je in een paar maanden aflegt. Het duurt<br />

lang, soms een aantal jaren, voordat alle neuzen dezelfde kant op staan<br />

en de organisatie functioneert als één organisch geheel. Elkaar scherp<br />

houdend, moeilijke uitdagingen niet uit de weg gaand en elkaar met open<br />

vizier tegemoet tredend. Dat laatste, jezelf open leren stellen voor die ontwikkelingen,<br />

is een tweede pijler om het succes op te bouwen. Medewerkers<br />

die recht tegenover elkaar staan - letterlijk en figuurlijk - zullen niet<br />

zo snel een soepele samenwerking met elkaar aangaan. De durf om jezelf<br />

open op te stellen voor de kritiek of feedback van de ander, maakt dat je<br />

ook meer inzicht krijgt in je eigen functioneren, je eigen sterke en zwakke<br />

punten, je tekortkomingen. Je kwetsbaarheid laten zien over je eigen<br />

drijfveren, zowel zakelijk als privé, mét je irritaties en ambities, geeft ook<br />

de ander meer het gevoel dat er sprake is van interactie. Om feedback<br />

durven vragen maakt dat je vertrouwen in de ander stelt. Samen<br />

optrekken om verbeteringen aan te brengen en resultaten te boeken,<br />

geeft vertrouwen in jezelf en in de ander.’<br />

‘Een belangrijke pijler<br />

daarbij is onderling<br />

vertrouwen: doe<br />

wat je zegt en zeg<br />

wat je doet. Durf je<br />

kwetsbaarheden te<br />

laten zien.’<br />

<strong>2018</strong> / 01 <strong>Doxis</strong> <strong>Magazine</strong> 5


PIRAMIDE VAN LENCIONI<br />

En het hoeft niet ingewikkeld te zijn. Het model<br />

van Patrick Lencioni, die duizenden organisaties<br />

heeft doorgelicht op overeenkomsten van goed<br />

en slecht teamwork geeft veel houvast. Bolte:<br />

‘Het is geen strak handboek. Dat bestaat niet,<br />

zoals we al eerder constateerden. Maar het is wel<br />

een spiegel die je jezelf en de organisatie als geheel<br />

kunt voorhouden. Uiteindelijk gaat het toch<br />

om het resultaat en hoe we dat op een zo prettig<br />

mogelijke wijze en mét elkaar kunnen bereiken,<br />

intussen hartstochtelijk van mening mogen<br />

verschillen en toch ‘vrienden’ blijven en elkaar<br />

aanspreken op verantwoordelijkheden.’<br />

De piramide geeft een goed beeld van waar je<br />

je aandacht op moet richten. Bolte: ‘En dat is dus<br />

helemaal geen rocket science. Het begint bij de<br />

‘Gedrag is besmettelijk:<br />

zorg ervoor dat het een<br />

positief virus wordt.’<br />

basis, vertrouwen. Zonder dat is elk project gedoemd<br />

te mislukken. Wat ik al eerder aangaf,<br />

wie zich kwetsbaar opstelt en die kwetsbaarheden<br />

bespreekbaar maakt, zal merken dat hij/<br />

zij wordt gesteund. Dat geeft de juiste impuls<br />

om met vertrouwen de volgende stap te zetten.<br />

Conflicten moeten zichtbaar worden gemaakt<br />

en het moet een normale gewoonte worden<br />

om conflicten op een constructieve manier uit<br />

te spreken: maak elkaar beter. Niet door de ander<br />

af te branden omdat die misschien iets heeft<br />

(gedaan) wat jou niet zint, maar door het erover<br />

te hebben. Meestal zijn de conflicten<br />

dan niet zo onoverkomelijk als<br />

werd gedacht. Creëer betrokkenheid<br />

door je aan de afspraken te<br />

houden: doe gewoon wat je zegt<br />

en zeg wat je doet. Creëer met<br />

elkaar duidelijkheid over rollen en<br />

taken. Zo dat je niet van je aannames<br />

uitgaat en je niet zit te ‘wachten’<br />

op de ander. Verantwoordelijkheid<br />

vereist ook dat je met<br />

elkaar die verantwoordelijkheid<br />

draagt. Spreek elkaar daarop aan<br />

en geef elkaar rekenschap. Vier<br />

tenslotte de resultaten als een<br />

gezamenlijk bereikt resultaat. Het<br />

vieren en evalueren van het succes<br />

is minstens zo belangrijk. Dat<br />

wordt vaak vergeten. Het geheel<br />

is belangrijker dan het individu.’<br />

6


GEDRAG<br />

Bolte merkt met haar 20 jaar praktijkervaring dat<br />

gedrag de allesbepalende factor is. ‘Als er sprake<br />

is van een negatieve teneur, nemen mensen dat<br />

vaak van elkaar over. Eigenlijk zonder dat er tegengas<br />

wordt gegeven of de onderliggende oorzaak<br />

van die negatieve teneur wordt onderzocht.<br />

Dat kan ook andersom: een positieve vibe in een<br />

organisatie levert veel energie en dat kan net zo<br />

zeer overslaan naar de anderen. Vergeet niet: die<br />

zogenaamde negativo’s hebben ook een bepaalde<br />

Bolte: ‘Die positieve benadering, het vertrouwen<br />

en het openstellen werken overigens niet alleen<br />

binnen de eigen organisatie. Ook de buitenwereld<br />

zal het verschil merken, bijvoorbeeld in de<br />

klantcontacten, de snelheid waarmee je antwoord<br />

geeft op een vraag, de klant die jou vertrouwt en<br />

zich safe voelt en dus meer vertelt over wat er<br />

werkelijk speelt, etc. Ook dan geldt, op wat grotere<br />

schaal, je moet eerst jezelf leren kennen om de<br />

ander te leren kennen. Als je zelf niets geeft, hoef<br />

je er ook niet op te rekenen dat je iets ontvangt.’<br />

wijsheid: de wijsheid van de minderheid.<br />

Ergens voelen zij zich misschien niet (genoeg)<br />

gehoord. Er is toch blijkbaar een reden voor die<br />

gemoedstoestand. Dat patroon moet je zien te<br />

doorbreken. Gedrag is besmettelijk: zorg ervoor<br />

dat het een positief virus wordt. Leer de sterke<br />

en zwakke kanten van het team herkennen.’<br />

WAT IS NU HET BELANGRIJKSTE OM MEE TE<br />

BEGINNEN WIL JE EEN VERANDERTRAJECT<br />

SUCCESVOL KUNNEN DOORLOPEN?<br />

Bolte: ‘Mensen blijven individuen. Met elk zijn eigen<br />

gebruiksaanwijzing. Op die manier moet je ze<br />

ook benaderen. Zeker als je aan het begin staat<br />

zwak team<br />

sterk team<br />

van zo’n verandertraject is het echt (nog)<br />

geen homogeen geheel. En de vraag is<br />

of het dat ooit wordt, of zelfs moet worden.<br />

Belangrijk is dat het als zodanig<br />

functioneert, ondanks de verschillende<br />

invalshoeken en meningen van de individuen<br />

afzonderlijk. No pain, no gain.<br />

weinig aandacht voor<br />

gericht op<br />

resultaat<br />

Verandering mag best moeite kosten<br />

mijden van<br />

aangaan van en pijn geven, maar het resultaat zal de<br />

verantwoordelijkheid<br />

moeite waard zijn en het zal ook zeker<br />

gebrek aan<br />

sterkte<br />

inspireren. Mijn taak als trainer/coach<br />

bij verandertrajecten is om vierkante<br />

organisaties rond en aan het rollen<br />

betrokkenheid<br />

te krijgen. Dat betekent namelijk dat ze<br />

angst voor<br />

aandurven van<br />

voortdurend in beweging blijven en zich<br />

blijven ontwikkelen. Ik blijf doorvragen,<br />

feedback<br />

blijf triggeren om alles zichtbaar te maken<br />

gebrek aan<br />

onderling wat onder het oppervlakte blijft. No<br />

guts no glory. Dat is bij <strong>Doxis</strong> gelukt. Het<br />

vertrouwen<br />

is nu een veel opener organisatie, waar<br />

het de norm is dat je elkaar aanspreekt<br />

op gedrag, taken en verantwoordelijkheden,<br />

met het volste vertrouwen in elkaar<br />

dat het goed gaat komen. Dat kunnen<br />

andere organisaties ook bereiken.’<br />

‘Mijn taak als trainer/coach<br />

bij verandertrajecten is om<br />

vierkante organisaties rond<br />

en aan het rollen te krijgen.’<br />

<strong>2018</strong> / 01 <strong>Doxis</strong> <strong>Magazine</strong> 7


EXPEDITIE ZWERM<br />

HET PRAKTISCHE VERVOLG OP DE ZWERM.<br />

EEN VERHAAL OVER DE VIRTUELE SAMENLEVING.<br />

DE WEG VAN<br />

ANALOOG NAAR<br />

VIRTUEEL WERKEN<br />

Samenleving en werkveld virtualiseren op<br />

topsnelheid. Via online platformen wordt er<br />

steeds meer ‘onafhankelijk van tijd en plaats’<br />

gewerkt, gespeeld, gedatet en boodschappen<br />

gedaan. Al die online platformen slaan voortdurend<br />

informatie over ons op. Aangezien<br />

elke menselijke activiteit in toenemende mate<br />

wordt uitgedrukt in data, ontstaat er dus een<br />

tendens van ‘dataficering’: de hoeveelheid data<br />

groeit exponentieel en wordt één van de voornaamste<br />

bronnen van innovatie en kennis.<br />

Daarnaast nemen ook wereldbevolking, globalisering<br />

en bbp per hoofd van de bevolking in<br />

exponentieel tempo toe.<br />

In het boek ‘De Zwerm. Een verhaal over de virtuele<br />

samenleving’ schetsten wij eerst een vergezicht<br />

van deze ontwikkelingen. Nu nodigt <strong>Doxis</strong><br />

je uit om samen op expeditie te gaan en de reis<br />

naar de virtuele toekomst af te leggen. Dit doen<br />

we in ons tweede boek: ‘Expeditie Zwerm’.<br />

VAN A NAAR VIRTUEEL<br />

‘Expeditie Zwerm’ fungeert als een routekaart,<br />

we nemen de lezer mee langs vier fasen van werk<br />

organiseren: analoog, hybride, digitaal en virtueel.<br />

1 Analoog - Klassiek bureaucratisch en hiërarchisch.<br />

Als er met digitale middelen wordt gewerkt,<br />

is dat binnen een analoog denkraam.<br />

2 Hybride - Techniek belooft efficiency en doelmatigheid,<br />

de nadruk ligt op managementdenken.<br />

Zowel analoge als digitale techniek<br />

worden gebruikt binnen het werkproces.<br />

3 Digitaal - Het nadenken over kerntaken van<br />

de organisatie gaat vooraf aan techniek en proces<br />

(‘onder architectuur werken’). Digitale middelen<br />

vormen de kern van het primaire proces.<br />

4 Virtueel - Kunstmatige intelligentie en<br />

algoritmen staan centraal. Computers<br />

ondersteunen steeds meer hoogwaardig<br />

kenniswerk of nemen dit zelfs over. Robots<br />

doen hun intrede als ‘virtuele collega’s’<br />

8


WAT VOOR ORGANISATIE WIL JE ZIJN?<br />

Stap voor stap doorlopen we deze fasen, aan de<br />

hand van verhalen en voorbeelden. Door welke<br />

tendensen ontstaat de noodzaak om je organisatie<br />

te veranderen - en hoe pak je dat aan?<br />

Is het mogelijk om je organisatie zo te veranderen,<br />

dat je grip houdt op een virtueel werkveld<br />

dat voortdurend in beweging is? In ‘Expeditie<br />

Zwerm’ geeft <strong>Doxis</strong> vanuit haar expertise en<br />

praktijkervaring antwoord op deze vragen, om<br />

de transitie naar een volgende fase succesvol te<br />

maken. Ook kaatst <strong>Doxis</strong> de bal terug met een<br />

wedervraag: wat voor organisatie wil je zijn?<br />

Volgens <strong>Doxis</strong> zullen vakmensen in de<br />

virtuele toekomst als één intelligent<br />

informatiesysteem met elkaar samenwerken.<br />

Kennis is dan niet meer gesitueerd<br />

in individuen, maar in de collectieve<br />

intelligentie van de groep, die<br />

vergelijkbaar is met een zwerm vogels.<br />

Omdat informatiemanagement steeds nauwer<br />

samenhangt met het werk van vakmensen,<br />

HRM, ICT, cultuur en organisatie, biedt <strong>Doxis</strong> aan<br />

organisaties een integrale veranderaanpak om<br />

meer grip te krijgen op de virtuele toekomst. In<br />

‘Expeditie Zwerm’ ondernemen we dan ook een<br />

reis van de analoge naar de virtuele fase -<br />

drie transities in totaal. Organisaties vallen<br />

zelden op alle vlakken volledig samen met<br />

één van de vier manieren van werken, maar<br />

deze analyse daagt organisaties wel uit om de<br />

relevante vragen over verandering te stellen:<br />

1 Hoe komen de kenmerken van de analoge,<br />

hybride, digitale en virtuele fase tot uitdrukking<br />

in informatiemanagement, HRM, ICT,<br />

cultuur en organisatie?<br />

2 Hoe werken atomisering, uniformering<br />

en onzekerheid in op de manier van werk<br />

organiseren, waardoor verandering<br />

noodzakelijk wordt? Zie ook het kader.<br />

3 Wat is er nodig om de transitie naar de<br />

volgende fase succesvol te maken?<br />

In de visie van <strong>Doxis</strong> ontwikkelen werknemers<br />

zich binnen de Zwerm steeds meer tot autonome<br />

vakmensen die zichzelf aansturen en waarde<br />

toevoegen door hun kennis, competenties<br />

en vaardigheden. Als kennisorganisatie met een<br />

netwerk van tachtig mensen geeft <strong>Doxis</strong> hierin<br />

graag het goede voorbeeld.<br />

GEÏNTERESSEERD?<br />

Download vanaf 12 april gratis het<br />

tweede boek van <strong>Doxis</strong> ‘Expeditie<br />

Zwerm’ op www.doxis.nl/dezwerm.<br />

Beschikbaar als ePub en PDF.<br />

In het eerste boek ‘De Zwerm.<br />

Een verhaal over de virtuele<br />

samenleving’, beschrijven we<br />

drie trends die de samenleving in<br />

toenemende mate kenmerken:<br />

1 Atomisering - De arbeidsmarkt<br />

versplintert doordat<br />

mensen minder binnen hiërarchische<br />

organisaties werken. In<br />

plaats daarvan gaan ze samenwerkingsverbanden<br />

aan als autonome<br />

vakmensen. Informatie<br />

wordt in steeds kleinere<br />

data-eenheden opgeslagen<br />

en atomiseert dus eveneens.<br />

2 Uniformering - Als een grote<br />

groep vakmensen binnen<br />

een netwerk aan één virtueel<br />

werkproces bijdraagt, worden<br />

gemiddelde waarden leidend.<br />

Ook producten en diensten uniformeren,<br />

onder andere door<br />

de druk van wetgeving die efficiency<br />

en transparantie vereist.<br />

3 Onzekerheid - Nieuwe<br />

technologieën en toenemende<br />

globalisering maken<br />

dat het effect van ons<br />

handelen steeds moeilijker<br />

te overzien is. Vakmensen<br />

zullen zich erop moeten<br />

richten om zo effectief<br />

mogelijk te zijn in een snel<br />

veranderende omgeving,<br />

zonder daarbij hun<br />

kern taken en -waarden<br />

uit het oog te verliezen.<br />

<strong>2018</strong> / 01 <strong>Doxis</strong> <strong>Magazine</strong> 9


‘TECHNIEKSCHROOM<br />

IS HELEMAAL NIET<br />

ONVERSTANDIG’<br />

Vorig jaar publiceerde Schnitzler het boek ‘Kleine filosofie<br />

van de digitale onthouding’, waarin hij zijn studenten van De<br />

Bildung Academie in Amsterdam interviewde over hun ‘digitale<br />

detox’. Een week lang legden zij hun smartphone aan de kant.<br />

‘Alle studenten zeiden dat ze na die week een enorme toename<br />

van aandacht ervoeren,’ vertelt Schnitzler, ‘aandacht voor<br />

zichzelf, maar ook voor hun vrienden en familie. Ze waren zich<br />

meer bewust van wat er in hun omgeving gebeurde.’<br />

10


Volgens Schnitzler loeren de vijf grote tech-bedrijven van Silicon Valley<br />

(Google, Facebook, Amazon, Apple en Microsoft) voortdurend op onze<br />

aandacht. Als gebruikers voeden we hun algoritmen met onze privédata,<br />

die vervolgens aan derde partijen wordt doorverkocht. Met de uit<br />

onze data gefilterde psychologische profielen wordt ons online gedrag<br />

gestuurd. Zo hebben de bedrijven een ‘aandachtseconomie’ geschapen,<br />

waarin kunstmatige intelligentie voor constante afleiding zorgt.<br />

‘Daar lijdt onze betrokkenheid met onszelf en de wereld onder,’ meent<br />

Schnitzler, die nog nooit een smartphone heeft bezeten. ‘Aandacht is een<br />

uiterst kwetsbare menselijke hulpbron, die uitgeput kan raken. Zuivere<br />

lucht laat ons ademen, zuivere aandacht laat ons denken en voelen. Een<br />

zekere techniekschroom is op dit moment dus niet zo onverstandig.’<br />

MONOPOLIEPOSITIE<br />

Recentelijk kreeg Schnitzler bijval uit onverwachte hoek, van invloedrijke<br />

figuren uit Silicon Valley. Zo zei Sean Parker, voormalig oprichtend voorzitter<br />

van Facebook, bezorgd te zijn over apps die zijn ontworpen om<br />

gebruikers verslaafd te maken. Oud-medewerkers van Facebook en<br />

Google stichtten de politieke lobbybeweging Common Sense Media,<br />

die bij CEO’s van technologische bedrijven aanklopt met de vraag:<br />

zou je willen dat je eigen kinderen elke dag jouw slimme app gebruiken?<br />

Schnitzler is ‘gematigd optimistisch’ over deze kleine paleisrevolutie.<br />

‘Hopelijk gaan mensen zich hierdoor op een meer bewuste en gewetensvolle<br />

manier verhouden tot de schermen die ze voor hun neus<br />

hebben. Het gaat om het vinden van een juist evenwicht.’<br />

Doordat ze zoveel data beheren, verwerven de tech-bedrijven van Silicon<br />

Valley een monopoliepositie op wat eigenlijk een algemene nutsfunctie zou<br />

moeten zijn, vindt Schnitzler. ‘Als deel van het sociaal contract dat burgers<br />

met overheden hebben gesloten, dienen overheden onze integriteit te beschermen.<br />

Daarom moeten overheden het gebruik van privé-data door<br />

bedrijven tegengaan met robuuste wetgeving, voorlichting en onderwijs.’<br />

BIG DATA<br />

Schnitzler signaleert echter dat ook overheden en de rechterlijke<br />

macht steeds vaker morele afwegingen aan machines delegeren. ‘In de<br />

Verenigde Staten maken sommige rechters gebruik van programma’s<br />

die op basis van algoritmen voorspellen of een veroordeelde recidive<br />

zal plegen. Hoe groter de kans op recidive, hoe strenger de straf.<br />

Uit onderzoek blijkt dat die programma’s sterk bevooroordeeld zijn. Afro -<br />

Amerikanen krijgen vaak onterecht een hoger risicoprofiel toegekend.’<br />

HANS SCHNITZLER<br />

FILOSOOF<br />

6 november is filosoof<br />

Hans Schnitzler spreker<br />

op het <strong>Doxis</strong> Seminar over<br />

de virtuele toekomst. Een<br />

techniek hater is Schnitzler<br />

niet, benadrukt hij, wel<br />

iemand die technologische<br />

ontwikkelingen kritisch<br />

volgt.<br />

Overheden kunnen data verzamelen van complete wijken, bijvoorbeeld<br />

om potentiële terroristen op te sporen. Dergelijke techniek ontslaat<br />

politici van de plicht om zelf over fundamentele morele vragen na te<br />

denken, vreest Schnitzler. ‘Vragen als: wat brengt iemand ertoe om te<br />

recidiveren, of om een terreuraanslag te plegen? De overheid heeft als<br />

kerntaak om na te denken over hoe we de samenleving willen inrichten.<br />

<strong>2018</strong> / 01 <strong>Doxis</strong> <strong>Magazine</strong> 11


Als de politiek dergelijke vraagstukken uit<br />

handen geeft, maakt die zichzelf overbodig.<br />

Dan worden we een technocratie in de meest<br />

letterlijke zin van het woord.’<br />

ETHISCHE REFLECTIE<br />

Eén van de voorstellen die <strong>Doxis</strong> doet voor het<br />

toekomstige virtuele werkveld, is het toekennen<br />

van bestuursfuncties aan filosofen en ethici.<br />

Aan mensen die duiding en betekenis geven aan<br />

technologische ontwikkelingen en die de lastige<br />

vragen blijven stellen: kan dit wel, mag dit wel?<br />

‘Techniek is nooit neutraal,’ vult Schnitzler aan,<br />

‘In de manier waarop we technologieën ontwerpen<br />

zitten vaak al bepaalde waarden vervat.<br />

De waarden die blijken uit de producten van<br />

Silicon Valley zijn bijvoorbeeld optimalisering,<br />

snelheid en efficiency. De vraag is of die<br />

waarden altijd goed voor ons zijn, of ze echt<br />

bijdragen aan de realisatie van het goede leven.<br />

Gemak is niet hetzelfde als geluk.’<br />

Volgens Schnitzler kunnen filosofen en ethici<br />

al in een vroeg stadium vanuit een ethische<br />

invalshoek reflecteren op het probleem dat de<br />

technologie moet oplossen. ‘Misschien rolt er<br />

dan wel iets heel anders uit dan wat de technici<br />

oorspronkelijk bedacht hadden.’<br />

bedrijven zijn er niet in eerste instantie om ons<br />

welzijn te vergroten of ons beter te informeren.<br />

Dat zeggen ze wel, maar uiteindelijk zijn ze op<br />

onze data uit. Als het op deze voet verdergaat,<br />

komt de zwerm dus niet ten dienste aan individuen,<br />

maar aan een monopolistische industrie.’<br />

MAATSCHAPPIJKRITIEK<br />

Schnitzler vervolgt: ‘Technologie is altijd een<br />

hulpmiddel geweest om onze biologische<br />

beperkingen te overstijgen. Wij mensen zijn<br />

gemankeerde wezens. De vraag is of dat erg is.<br />

Moeten we onze vermogens echt ‘optimaliseren’,<br />

zoals het buzzword van Silicon Valley luidt?’<br />

Google-ingenieur Ray Kurzweil voorspelt dat<br />

mensen op den duur hun volledige brein kunnen<br />

uploaden naar een computer. Hierdoor zal<br />

volgens Kurzweil onsterfelijkheid een feit zijn.<br />

Schnitzler kan een wrange glimlach niet onderdrukken.<br />

‘Er is volgens mij een tegenwicht<br />

nodig voor dat soort utopische fantasieën. Daarom<br />

zijn romans als ‘1984’ van George Orwell en<br />

‘Brave New World’ van Aldous Huxley zo belangrijk,<br />

hierin wordt gefantaseerd over de schaduwkant<br />

van technologie. Het denken in worst case<br />

scenarios maakt ons alert, en mensen die alert<br />

zijn nemen hun verantwoordelijkheid.’<br />

VOORSPRONG<br />

In het <strong>Doxis</strong>-boek ‘De zwerm. Een verhaal over<br />

de virtuele samenleving’ gebruikte filosoof Jos<br />

de Mul ‘de zwerm’ als metafoor voor de virtuele<br />

fase. Mens en machine integreren tot één intelligent<br />

informatiesysteem. Kennis is dan niet meer<br />

gesitueerd in individuen, maar in de collectieve<br />

intelligentie van de groep, die vergelijkbaar is<br />

met een zwerm vogels.<br />

‘Potentieel is dat mogelijk,’ beaamt Schnitzler,<br />

‘Kennis die wordt vergroot door het delen ervan,<br />

waardoor er allerlei nieuwe samenwerkingsverbanden<br />

ontstaan.’<br />

Toch kijkt Schnitzler liever kritisch naar de<br />

onderliggende machtsstructuren en belangen<br />

van de technologie dan naar de technologische<br />

belofte zelf. ‘Silicon Valley heeft een grote voorsprong<br />

met kunstmatige intelligentie, maar haar<br />

Vaak krijgt Schnitzler te horen dat zijn techniekkritiek<br />

een onheilsprofetie is, dat mensen in de<br />

negentiende eeuw ook al bang waren voor de<br />

stoomtrein. ‘Maar als je techniekcritici wegzet<br />

als mensen die de vooruitgang vrezen, zeg je eigenlijk<br />

dat ze irrationeel zijn. Dat is een kwalijke<br />

zaak, want techniekkritiek is een noodzakelijke<br />

vorm van cultuur- en maatschappijkritiek. Misschien<br />

gaat kunstmatige intelligentie ons veel<br />

goeds brengen, maar er zijn grote risico’s aan<br />

verbonden. Als je een kind leert om de straat<br />

over te steken, leer je het ook om links, rechts<br />

en nog een keer links te kijken, zelfs als er geen<br />

verkeer aankomt. Zo verantwoordelijk moeten<br />

we ook omgaan met technologie.’<br />

Interviewer Maurice van Turnhout schreef in<br />

samenwerking met <strong>Doxis</strong> het boek ‘Expeditie<br />

Zwerm. De weg van analoog naar virtueel<br />

werken’, dat in april verschijnt.<br />

12


COLUMN<br />

ONGEMERKT ACHTEROP?<br />

Uit een recent onderzoek van Publiek Denken en Overheid in Nederland blijkt<br />

dat het leeuwendeel van de ambtenaren zich niet of nauwelijks laat bij- of<br />

omscholen op het gebied van hun digitale vaardigheden. Dat is opmerkelijk,<br />

zeker gezien de enorme snelheid van de technologische ontwikkelingen. Om<br />

over de impact op het gebied van wet- en regelgeving nog maar te zwijgen.<br />

De AVG, bijvoorbeeld, vereist upto-date<br />

digitale skills om op de<br />

juiste manier om te gaan met de<br />

persoonlijke gegevens van burgers<br />

en bedrijven. Toch geeft 85<br />

procent van de ondervraagden<br />

aan niet anders met deze gegevens<br />

om te gaan. Opmerkelijk.<br />

Aanleiding voor het onderzoek<br />

was de constatering in het rapport<br />

‘Maak waar’, dat ‘digitale dienstverlening<br />

tot de kern van het primaire<br />

proces van overheidsorganisaties<br />

behoort en proactief<br />

georganiseerd moet worden rond<br />

de wensen en behoeften van burgers<br />

en bedrijven.*<br />

Dan wil je natuurlijk wel weten<br />

of de mensen die het moeten<br />

doen, het ook daadwerkelijk<br />

kunnen. Of op zijn minst het gevoel<br />

hebben dat ze het kunnen...<br />

Dat laatste is duidelijk het geval.<br />

Dat kan twee dingen betekenen:<br />

het gaat goed en er hoeft<br />

dus niets te veranderen. Of het<br />

is een totaal verkeerde inschatting<br />

met mogelijk straks grote<br />

gevolgen.<br />

Een andere bevinding uit het<br />

eerstgenoemde onderzoek over<br />

de digivaardigheden van de<br />

ambtenaar, is dat de meesten<br />

aangeven eigenlijk geen tijd te<br />

hebben (gehad) om zich bij te<br />

scholen. Zij hebben blijkbaar nu<br />

al grote moeite om de ontwikkelingen<br />

te kunnen volgen. Wie<br />

zich niet regelmatig laat bijscholen<br />

op het gebied van zijn digitale<br />

vaardigheden gaat op termijn<br />

toch zaken missen, lijkt mij. Ongemerkt<br />

raak je dan achterop<br />

en mis je de slag.<br />

De laatste conclusie uit het onderzoek<br />

die ik u niet wil onthouden,<br />

is dat een groot deel van de<br />

respondenten van mening is dat<br />

een overheid beter kan functioneren<br />

door de inzet van meer<br />

ICT-specialisten: 55 procent ziet<br />

dat als een waardevolle toevoeging<br />

en nog eens 23 procent is<br />

er zeker niet op tegen. Maar<br />

digitaal werken en omgaan met<br />

digitaal in het algemeen is zeker<br />

niet (alleen) een kwestie van<br />

systemen en stekkers. Het is juist<br />

eerder een kwestie van mensen<br />

en mindset. We behoren immers<br />

niet allemaal tot de ‘digital natives’.<br />

Voor de meesten van ons<br />

geldt dat we hard moeten (blijven)<br />

werken aan onze skills om<br />

bij te blijven.<br />

Max Beekhuis<br />

* (Uit het rapport Maak Waar! Van de Studiegroep Informatiesamenleving en Overheid. Het hele<br />

onderzoek Maak Waar! is te downloaden op https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/<br />

2017/04/18/rapport-van-de-studiegroep-informatiesamenleving-en-overheid-maak-waar.)<br />

<strong>2018</strong> / 01 <strong>Doxis</strong> <strong>Magazine</strong> 13


IoT-toepassingen<br />

OVERAL OM ONS HEEN,<br />

MAAR HOE HOUDEN<br />

WE DAAR GRIP OP?<br />

Nederland is altijd al voorloper geweest als het gaat om het adopteren<br />

van nieuwe technologie. Dat (onder meer) heeft ons een uitstekende<br />

uitgangspositie verschaft om de economische kansen van de<br />

digitale toekomst voluit te benutten. De mate van digitalisering, het<br />

vestigingsklimaat, de beschikbare infrastructuur: allemaal factoren<br />

die maken dat Nederland in Europa een koppositie inneemt.<br />

De randvoorwaarden voor deze evolutie, veiligheid, vertrouwen en<br />

betrouwbaarheid van de digitale infrastructuur, net zo zeer als van<br />

de gebruikers ervan, moeten echter te allen tijde gewaarborgd blijven.<br />

In hoeverre past het Internet of Things daar dan nog in?<br />

14


Onlangs kwam de Cyber Security Raad (CSR) met het rapport ‘Naar een<br />

veilig verbonden digitale samenleving’ en sprak daarin haar zorgen uit over<br />

IoT. IoT is per definitie een enorme bron van gegevensverzameling: alles<br />

en iedereen is met elkaar verbonden met als effect dat de fysieke en digitale<br />

wereld steeds meer in elkaar overgaan. ‘Het legt direct de vinger op<br />

de zere plek: de cybersecurity’, aldus de CSR in het rapport. ‘Die aandacht<br />

voor cybersecurity was er eerder ook wel, maar de opkomst van IoT benadrukt<br />

de urgentie ervan doordat beveiligingsproblemen zich nu (ook)<br />

manifesteren buiten de geijkte ICT-omgevingen. IoT zit overal.’<br />

Nu IoT razendsnel een steeds grotere plaats inneemt in ons leven heeft de<br />

Cyber Security Raad (CSR) onderzoek laten doen door het Wetenschappelijk<br />

Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC). Belangrijkste conclusie:<br />

IoT kan ingrijpende gevolgen hebben doordat het vaak slecht beveiligd is.<br />

En de keten is slechts zo sterk als de zwakste schakel… Er zijn al voorbeelden<br />

uit de praktijk bekend waarbij op elkaar aangesloten IoT-apparaten<br />

zijn gehackt. Dat brengt grote veiligheids- en privacyrisico’s met zich mee.<br />

Die kwetsbaarheid neemt toe door de (exponentieel groeiende) schaal waarop<br />

apparaten met onvoldoende beveiliging met elkaar en met het internet<br />

worden verbonden. Het gaat daarbij niet alleen om nieuwe apparaten, ook<br />

oudere - per definitie onveilige - apparaten worden aan het internet verbonden,<br />

met als gevolg dat (netwerk)beveiliging heel moeilijk valt te realiseren.<br />

Het IoT is een netwerk<br />

van ‘slimme’ apparaten,<br />

sensoren en andere<br />

objecten die (vaak<br />

verbonden met het<br />

internet), gegevens<br />

verzamelen over hun<br />

omgeving, deze kunnen<br />

uitwisselen en op<br />

basis daarvan (semi)<br />

autonome beslissingen<br />

en/of acties nemen die<br />

van invloed zijn op hun<br />

omgeving.<br />

IOT IS OVERAL<br />

Onno de Moor, Business Adviseur bij <strong>Doxis</strong> Informatiemanagers: ‘En dat<br />

terwijl de IoT-toepassingen ons met steeds grotere snelheid omringen: of<br />

het nu gaat om Points of Information in bijvoorbeeld publieke ruimtes, in<br />

het verkeer of in het ziekenhuis. Hoe ver zijn we af van het moment dat<br />

we bij binnenkomst al worden geregistreerd via de mobiele telefoon die<br />

we mee hebben en aan de hand van gezichtsherkenning met camera’s<br />

aan het plafond wordt ons verteld waar we naar toe moeten voor<br />

onze afspraak of dat die wat is vertraagd en dat we daar en daar<br />

een kop koffie kunnen halen? We rijden met onze auto langs<br />

de openbare weg, waar sensoren ons spoor oppikken en<br />

registreren waar we zijn, waarna we via een app melding<br />

krijgen van de dichtstbijzijnde benzinepomp of koffietent?<br />

Auto’s en andere voertuigen die onderling met elkaar communiceren<br />

en elkaar ‘op de hoogte houden’ van de aanwezigheid.<br />

‘Maar het gaat wel steeds verder:<br />

concepten als Smart Cities, waar<br />

bij wijze van spreken ‘de muren ogen<br />

(camera’s) en oren (sensoren) hebben’<br />

en waar je van binnenkomst tot<br />

vertrek wordt gevolgd.’<br />

foto: Arjan van Bruggen<br />

<strong>2018</strong> / 01 <strong>Doxis</strong> <strong>Magazine</strong><br />

15


Kortom, het gaat steeds verder en steeds meer<br />

machines, apparaten, diensten en mensen worden<br />

met elkaar verbonden, enorme hoeveelheden<br />

informatie genererend. Voor een deel zijn<br />

die toepassingen er al en er komen elke dag<br />

nieuwe bij. Daar kunnen we prima van profiteren<br />

zoals door betere dienstverlening, meer<br />

veiligheid, meer en beter geïnformeerde burger,<br />

betere monitoring van milieu etc. Het is<br />

een ontwikkeling die niet te stoppen is, en die<br />

je ook niet moet willen stoppen, juist door die<br />

positieve kanten. Maar het gaat wel steeds verder:<br />

concepten als Smart Cities, waar bij wijze<br />

van spreken ‘de muren ogen (camera’s) en<br />

oren (sensoren) hebben’ en waar je van binnenkomst<br />

tot vertrek wordt gevolgd, maken het wel<br />

heel erg concreet dat met intelligente technologie<br />

en veel dataverzameling invloed kan worden<br />

uitgeoefend op het gedrag van mensen (zie onder<br />

meer www.groene.nl/artikel/de-muren-hebben-sensoren).<br />

Er zijn dus absoluut punten waar<br />

we aandacht aan moeten besteden en veiligheid<br />

rondom al die informatie is er daar zeker één<br />

van. Het is daarom positief dat bijvoorbeeld ook<br />

door de CSR gesignaleerd wordt dat er zeker<br />

kanttekeningen zijn te maken rondom die<br />

ongebreidelde groei van IoT-toepassingen.’<br />

DATA-EXPLOSIE<br />

De basis voor veel (economische) kansen is<br />

gelegen in het feit dat door het IoT grote<br />

hoeveelheden data beschikbaar komen.<br />

Echter, de beschikbare data en/of toepassingen<br />

kunnen ongewild ook voor criminele doeleinden<br />

worden aangewend. Hoe meer data bij<br />

elkaar wordt gebracht, hoe interessanter het<br />

wordt. Consumenten en bedrijven zijn onvoldoende<br />

op de hoogte van de risico’s en nemen<br />

onvoldoende maatregelen. Het is ook complex:<br />

het IoT-speelveld is groot, grenzeloos, internationaal<br />

en kent veel stakeholders die niet<br />

altijd allemaal evengoed met elkaar in verbinding<br />

staan (figuurlijk). Daardoor ontbreekt het<br />

aan overzicht: wie is nu waarvoor verantwoordelijk?<br />

Dit probleem wordt verergerd doordat<br />

landen verschillende standaarden en regels<br />

hanteren. ‘Voor de meeste producenten is de<br />

time-to-market en een lage kostprijs belangrijker<br />

dan de kwaliteit van een product’, aldus<br />

de CSR. ‘Bedrijven spannen zich onvoldoende<br />

in om de verplich tingen na te komen en cybercriminelen<br />

maken hier dankbaar gebruik van.<br />

Ook is de wetgeving op het gebied van zorgplichten<br />

binnen de EU (en wereldwijd) niet of<br />

nauwelijks op elkaar afgestemd.’<br />

De CSR ziet zes strategische oplossingsrichtingen<br />

om de uitdagingen<br />

die het IoT met zich meebrengt het<br />

hoofd te bieden, mede op basis<br />

van het genoemde WODC-rapport:<br />

1 Certificering, keurmerken<br />

en toegangseisen<br />

Via certificering dienen minimumeisen<br />

te worden geformuleerd voor wat betreft<br />

de duur dat het product door de<br />

leverancier dient te worden onderhouden,<br />

de wijze waarop security-updates<br />

ter beschikking dienen te worden gesteld,<br />

de periode waarbij de bewijslast<br />

voor conformiteit op de leverancier<br />

rust, en de eis dat het apparaat van het<br />

internet kan worden afgeschakeld met<br />

16behoud van de ‘reguliere’ functionaliteit.<br />

2 Transparantie<br />

Er zou budget beschikbaar moeten komen<br />

(van het ministerie van Economische<br />

Zaken en Klimaat en van Justitie<br />

en Veiligheid) om een onafhankelijke<br />

monitor van gehackte en kwetsbare IoTapparaten<br />

in het leven te roepen, zodat<br />

publieke informatie beschikbaar komt<br />

over welke fabrikanten en leveranciers<br />

hun apparaten onvoldoende beveiligen.<br />

3 Bewustwording<br />

Leveranciers van IoT-apparaten moeten<br />

bepaalde toezeggingen doen als<br />

het gaat om consumenten te informeren,<br />

bijvoorbeeld via stickers op<br />

de verpakkingen, over het niveau van<br />

beveiliging van het betreffende apparaat;<br />

of het apparaat automatisch<br />

security-updates kan ontvangen; de<br />

duur dat het product door de leverancier<br />

wordt onderhouden; en of het<br />

apparaat van het internet kan worden<br />

afgeschakeld met behoud van de ‘reguliere’<br />

functionaliteit.<br />

4 Productaansprakelijkheid<br />

Er zouden wetswijzigingen moeten<br />

komen aangaande de veiligheid van<br />

ICT-producten en -diensten in het regime<br />

van productaansprakelijkheid,<br />

waardoor fabrikanten wettelijk aansprakelijk<br />

gehouden kunnen worden,<br />

ook voor economische schade. Later<br />

dit jaar (juni <strong>2018</strong> volgens het rapport<br />

van de CSR) zal ook de Europese<br />

Commissie een aantal maatregelen<br />

op dit gebied presenteren.


SYMPTOOMBESTRIJDING<br />

Maar Onno de Moor heeft wel zo zijn ideeën<br />

over wat de CSR voorstelt: ‘Al deze maatregelen<br />

zijn heel praktisch ingestoken, vooral om symptomen<br />

te bestrijden. Dat is (deels) prima, maar<br />

gaat voorbij aan de grotere discussie die je zou<br />

moeten voeren: waar willen we als maatschappij<br />

naar toe en hoeveel ruimte willen we inpassen<br />

voor bijvoorbeeld technologische ontwikkelingen<br />

als IoT? Het sluit helemaal aan bij de recente<br />

discussie over de grotere bevoegdheden van<br />

de inlichtingendiensten: hoe ver zijn we bereid te<br />

gaan? Wat willen we ervoor inleveren, individueel<br />

en als maatschappij? In zijn algemeenheid geldt<br />

ook voor toepassingen van IoT dat je jezelf die<br />

vraag moet stellen: hoeveel macht komt er bijvoorbeeld<br />

bij de tech-bedrijven? Houden we zelf<br />

nog wel grip op al de data die betrekking hebben<br />

op ons? Van wie zijn straks de data eigenlijk<br />

die uit al die toepassingen rollen? Wie beheert en<br />

beheerst dat nog? Wie is verantwoordelijk en wie<br />

houdt toezicht? Hoe betrouwbaar is dat toezicht?<br />

Welke rol heeft de overheid in deze discussie?<br />

Natuurlijk zijn er talloze positieve toepassingen,<br />

van zorg tot milieu en van sociale betrokkenheid<br />

tot veiligheid, maar toch. We staan nog maar aan<br />

het begin van deze technologische revolutie dus<br />

het is wel zaak dat we vanaf het begin de discussie<br />

gaan voeren over wie, hoe, wat en waar en<br />

wat we van de overheid (kunnen of moeten)<br />

verwachten. Nog meer regels gaat niet werken.<br />

Het maakt de wereld echt niet per se veiliger als<br />

er een certificaat aanhangt.’<br />

DISCUSSIE NU STARTEN<br />

Gelukkig ziet De Moor dat bij nieuwe generaties<br />

het bewustzijn rondom elementaire zaken als<br />

privacy best hoog op de agenda staan. ‘Het waren<br />

ook jonge mensen die de discussie rondom<br />

de ‘informatiesleepwet’ aanwakkerden. Het idee<br />

dat ze het allemaal niets kan schelen, is dus niet<br />

waar. Ze zijn juist heel scherp en dat is goed.<br />

Daarmee houden ze de maatschappij scherp.<br />

Het betekent misschien wel dat er een beweging<br />

van zelfregulering op gang komt als zaken<br />

te zeer van ons af bewegen. Omdat het altijd<br />

zo is gegaan, wil niet zeggen dat het altijd goed<br />

is gegaan… De recente ontwikkelingen rondom<br />

Facebook geven aan dat we toch altijd zelf alert<br />

moeten blijven. Het grenzeloos vertrouwen dat<br />

het allemaal vanzelf goed gaat en niet zo’n vaart<br />

loopt, is hierdoor wel behoorlijk geschaad. Dat<br />

speelt zeker mee in deze discussie. Vertrouwen<br />

en betrouwbaarheid zijn cruciaal en waar<br />

staat dan de overheid? Over amper vijf jaar worden<br />

nog veel meer van deze IoT-toepassingen in<br />

onze maatschappij verwacht, dus het is belangrijk<br />

dat we nu de discussie starten.’<br />

5 Intermediaire verantwoor delijkheden<br />

Er zouden richtlijnen moeten komen, opgesteld<br />

door industrie en de overheid, die<br />

regelen dat de veiligheid van IoT wordt<br />

ondergebracht binnen de zorgplicht van de<br />

intermediairs. Daarbij hoort ook een toezegging<br />

van de internetproviders dat zij besmette<br />

IoT-apparaten in hun net werken helpen opruimen,<br />

vergelijkbaar met de succesvolle aanpak<br />

van botnets (bijvoorbeeld in AbuseHub).<br />

6 Versterking handhaving<br />

Als laatste advies formuleert de CSR de wens<br />

dat de minister van Justitie en Veiligheid een<br />

voorstel van alle betrokken ministeries coördineert<br />

om voldoende mandaat en capaciteit<br />

bij toezichthouders op te bouwen, zodat handhaving<br />

van cybersecurity-normen en regels<br />

structureel is geborgd in alle sectoren.<br />

<strong>2018</strong> / 01 <strong>Doxis</strong> <strong>Magazine</strong> 17


18


KWALITEIT IN HET<br />

TIJDPERK VAN<br />

DIGITALISERING<br />

MEER DAN EEN TECHNISCHE KWESTIE<br />

De grote belofte van digitalisering is dat vele processen in een organisatie<br />

transparanter en efficiënter zullen worden. Documenten altijd binnen<br />

handbereik, slechts één klik verwijderd, meer inzicht in voortgang van de<br />

projecten - dat zijn slechts enkele van de mogelijkheden. In de praktijk<br />

blijkt digitalisering een veel diepere impact te hebben op organisaties,<br />

waardoor de beloofde transparantie juist verder weg ligt dan ooit.<br />

Door: Ivana Ivkovic<br />

Er is minder hiërarchie, werkprocessen<br />

zijn minder gestroomlijnd, medewerkers<br />

werken op afstand en organiseren<br />

het werk naar eigen inzicht.<br />

Hierdoor wordt inzicht, controle en<br />

sturing op de traditionele manier<br />

alleen maar moeilijker.<br />

Digitalisering biedt wel nieuwe mogelijkheden,<br />

maar deze worden niet<br />

gerealiseerd door een quick-fix, louter<br />

door de implementatie van een<br />

nieuw systeem voor digitaal werken.<br />

Succesvol digitaliseren is nooit alleen<br />

maar een technische kwestie, maar<br />

vooral een organisatievraagstuk.<br />

Hetzelfde geldt voor de zorg over de<br />

kwaliteit van de digitale informatiehuishouding.<br />

Ja, het is belangrijk om een goed<br />

kwaliteitsmanagementsysteem voor<br />

de digitale informatiehuishouding te<br />

hebben, om te sturen op kwaliteitsindicatoren,<br />

en kwaliteit van de digitale<br />

informatiehuishouding te borgen door<br />

de plan-do-check-act cyclus toe te passen.<br />

Maar om de gewenste kwaliteit<br />

van de digitale informatiehuishouding<br />

daadwerkelijk te behalen en te waarborgen<br />

komt er nog meer bij kijken.<br />

‘OMDAT IK HET ZEG’<br />

Het heeft weinig zin om een kwaliteitsmanagementsysteem<br />

te implementeren<br />

zonder goed te kijken naar wat de<br />

impact daarvan is voor de betrokken<br />

medewerkers en het werkproces. Omdat<br />

een kwaliteitssysteem vrijwel altijd<br />

top-down wordt ingevoerd, brengt<br />

het een grote uniformering van werkprocessen,<br />

procedures, medewerkers,<br />

middelen en systemen met zich mee.<br />

Processen moeten ‘ineens’ op een bepaalde<br />

wijze worden gedocumenteerd,<br />

bepaalde informatie moet op gestandaardiseerde<br />

wijze in een centraal systeem<br />

worden vastgelegd en vaak ligt<br />

daar nog een wettelijke eis achter.<br />

Dergelijke uniformering is een lastige<br />

opgave in een werkveld waar organisaties<br />

juist atomiseren - veel werk<br />

IVANA IVKOVIC<br />

ONDERWIJSKUNDIGE EN<br />

BELEIDSMEDEWERKER<br />

ONDERWIJS & ONDERZOEK<br />

BIJ DE HOGESCHOOL VAN<br />

AMSTERDAM (HVA).<br />

<strong>2018</strong> / 01 <strong>Doxis</strong> <strong>Magazine</strong> 19


Succesvol digitaliseren is nooit<br />

alleen maar een technische<br />

kwestie, maar vooral een<br />

organisatievraagstuk.<br />

wordt uitbesteed of gebeurt in losse netwerkverbanden,<br />

medewerkers worden op projectmatige<br />

basis aangesteld, of werken helemaal freelance.<br />

Iedereen werkt en documenteert op zijn<br />

eigen manier, en plots moeten ze allemaal overstappen<br />

naar één systeem en één werkwijze.<br />

Hoe dan de kwaliteit van de informatiehuishouding<br />

te vergroten? De autoritaire aanpak,<br />

roepen dat iets moet omdat het moet, heeft zijn<br />

langste tijd gehad. Dat levert vaak weinig op, of<br />

werkt zelfs averechts. Als de medewerkers zich<br />

slechts gedwongen voelen om zich te conformeren<br />

aan de regels, leidt dat er in de praktijk vaak<br />

toe dat deze regels minimaal worden nageleefd<br />

en - als het even kan - ontdoken.<br />

Een veel vruchtbaardere aanpak is om te zorgen<br />

dat het eigenaarschap en de verantwoordelijkheid<br />

voor informatie op een goede en heldere manier<br />

bekend en verdeeld zijn binnen de organisatie.<br />

Dat betekent ook dat alle betrokkenen het belang<br />

van een goede informatievoorziening moeten inzien,<br />

immers dragen mensen slechts verantwoordelijkheid<br />

wanneer ze dat belang erkennen. Het<br />

gaat in de eerste plaats om het scheppen van een<br />

gemeenschappelijkheid, om samen verantwoordelijk<br />

zijn voor de kwaliteit van de informatie en<br />

zorg te dragen dat de kwaliteitseisen worden<br />

nageleefd. Volgens de organisatiefilosoof René<br />

ten Bos is dergelijke gemeenschapsvorming van<br />

essentieel belang in de informatiesamenleving,<br />

omdat de formele verbintenissen tussen de organisatiedelen<br />

steeds zwakker worden. Er moet een<br />

onderlinge band gesmeed worden om met elkaar<br />

te kunnen werken en goed werk af te leveren, net<br />

zoals door een hand te schudden een basis wordt<br />

gelegd voor een verder gesprek.<br />

Een methode hiervoor is het inzetten op (good)<br />

governance voor informatie. In deze aanpak worden<br />

in een governancemodel algemene beginselen<br />

en verantwoordelijkheden voor de omgang<br />

met informatie vastgelegd, die voor elke medewerker<br />

gelden en beginselen en verantwoordelijkheden<br />

die bij een specifieke functie horen.<br />

Centraal daarin staat niet sturing op de kwaliteit<br />

van informatie, maar verantwoording nemen<br />

voor – en daaraan gekoppeld - ook verantwoording<br />

afleggen over de kwaliteit van informatie.<br />

UNIFORMERING VS. LOSLATEN<br />

Dat zorg om kwaliteit uiteindelijk neerkomt op<br />

verantwoordelijkheid, die samen wordt gedragen<br />

en onderling wordt verdeeld, betekent ook dat<br />

de professionals aan sommige dingen zelf een<br />

invulling moeten kunnen geven. Zonder deze<br />

ruimte bestaat er namelijk geen échte verantwoordelijkheid.<br />

Als mensen dingen precies moeten<br />

doen zoals omschreven, dan gaan ze zich<br />

alleen maar bezighouden met het eigen kleine<br />

stukje werk. Mogelijk zien ze het<br />

dat er ergens anders iets misgaat<br />

in het proces, maar dan grijpen ze<br />

daar niet meer in, want dat wordt<br />

niet van ze verwacht. Zo ontstaat<br />

verkokering, die uiteindelijk ten<br />

koste van de kwaliteit gaat.<br />

Er zijn ook andere goede redenen<br />

om niet elk detail te proberen in<br />

te vullen en te reguleren. Ondersteunende<br />

medewerkers weten<br />

bijvoorbeeld niet altijd wat er<br />

nodig is voor de volledigheid en<br />

de betrouwbaarheid van de informatie<br />

in een dossier. Dat neemt<br />

niet weg dat verantwoordelijkheid<br />

20


geven op gespannen voet staat met de uniformering<br />

die wel noodzakelijk is voor het kwaliteits-<br />

wordt getekend door een onmogelijke spagaat,<br />

eenmaal misgaan. De informatiesamenleving<br />

management. Deze spanning kan niet voor eens want aan de ene kant wordt er geëist om elk<br />

en altijd opgelost worden, maar zal altijd blijven risico uit te sluiten, en aan de andere kant wordt<br />

bestaan. Kwaliteitsmanagement is op dit punt<br />

het juist steeds moeilijker om de mate van risico’s<br />

vooral management: het komt erop aan om goede<br />

inschattingen te maken wat uniform gemaakt logie bij komt kijken, waarvan de gevolgen slecht<br />

goed in te schatten. Zeker als er nieuwe techno-<br />

moet worden en wat aan de professionaliteit van kunnen worden overzien. Sommigen, zoals de<br />

de mensen moet worden overgelaten.<br />

Rotterdamse filosoof Jos de Mul, spreken daarom<br />

niet eens meer van een risicosamenleving, maar<br />

VERANTWOORDELIJKHEID NEMEN<br />

van een onzekerheidssamenleving. En terwijl je<br />

VOOR KWALITEIT<br />

risico’s kan inschatten en becijferen, met onzekerheid<br />

moet je gewoon leren leven.<br />

Dit betekent dat kwaliteitsmanagement niet alleen<br />

moet focussen op controle; vertrouwen op<br />

de professionaliteit van de medewerkers is essentieel.<br />

En soms betekent dat dingen loslaten. Dat is WAT IS NU ECHT BELANGRIJK?<br />

KWALITEITSDENKEN:<br />

geen makkelijke opgave, gezien de huidige tijdsgeest.<br />

Vele organisaties proberen juist de controle over kwaliteit. In plaats van te streven naar 100%<br />

Dit vereist een behoorlijke omslag in het denken<br />

alsmaar aan te scherpen, en er is ook een duidelijke<br />

roep uit de maatschappij hierom. Risico’s wor-<br />

te krijgen wat realistisch gezien geleverd kan<br />

kwaliteit, wordt het veel belangrijker om helder<br />

den nauwelijks geaccepteerd, en wanneer dingen orden. In het denken over kwaliteit is iedereen in<br />

misgaan wordt er hard geroepen om een schuldige<br />

aan te wijzen, en te zorgen dat het incident te stellen aan kwaliteit, maar in de praktijk bete-<br />

de eerste instantie geneigd om de hoogste eisen<br />

zich nooit en te nimmer herhaalt. Ga daar maar kent dit een onnodige verspilling van tijd, geld en<br />

eens aanstaan, dat je als ver-<br />

energie. Net als in topsport,<br />

antwoordelijke manager vond<br />

dat je juist op dat punt dingen<br />

wat meer moest loslaten. Weinigen<br />

willen dat risico lopen, en<br />

ergens is dat ook begrijpelijk.<br />

Maar dat neemt niet weg dat<br />

deze roep om alsmaar meer<br />

controle en uitsluiting van alle<br />

In de praktijk blijkt<br />

digitalisering een veel<br />

diepere impact te<br />

hebben op organisaties.<br />

het is onmogelijk om altijd en<br />

op elk gebied te pieken, en<br />

goede prestaties komen juist<br />

wanneer er juiste prioriteiten<br />

worden gesteld. Kwaliteit<br />

heeft vooral baat bij duidelijkheid<br />

over wat een organisatie<br />

het belangrijkste vindt, en niet<br />

risico’s, op zichzelf problematisch is. Veel belangrijker<br />

is dat medewerkers zich verantwoordelijk dat er ooit nog dingen misgaan. Bovendien ver-<br />

bij een poging om koste-wat-kost te voorkomen<br />

voelen voor de omgang met informatie en verantwoording<br />

nemen en afleggen over hun handelin-<br />

in het geval dat er dingen misgaan, en dit kan uit<br />

eist kwaliteitsdenken ook een doordachte reactie<br />

gen hierin. Controle is dan niet leidend, maar juist het oog worden verloren als de organisatie zich<br />

de verantwoordelijkheid.<br />

alleen op de controle en de preventie toelegt.<br />

REALISME: SOMS GAAN DINGEN GEWOON MIS<br />

100% controle is onhaalbaar. Voor realistisch<br />

kwaliteitsmanagement is dit een onmogelijke eis<br />

- er hoeft maar één iemand één documentje verkeerd<br />

op te slaan, en weg is die 100%. Daarnaast<br />

is het streven naar die 100% op zichzelf ook<br />

gevaarlijk, want het verhoogt de gevoeligheid<br />

voor de dingen die misgaan, ze worden meteen<br />

gezien als iets dat nooit had mogen gebeuren<br />

en voorkomen had moeten worden, terwijl realisme<br />

gebiedt om te zeggen dat dingen soms nu<br />

Kwaliteitsmanagement moet uiteindelijk<br />

meer zijn dan een instrument, een<br />

soort thermometer waarmee je gaat<br />

meten of je organisatie het wel goed<br />

doet. Het gaat eerder om de gezamenlijke<br />

zorg om de kwaliteit, om de vragen<br />

als: hoe zorgen we dat we ons werk<br />

beter kunnen doen? En: hoe zorgen we<br />

dat we het samen beter gaan doen?<br />

<strong>2018</strong> / 01 <strong>Doxis</strong> <strong>Magazine</strong> 21


AVG- OVER OPEN DEUREN<br />

EN BOTSINGEN MET DE<br />

ARCHIEFWET<br />

Zes praktische tips wanneer de Autoriteit<br />

Persoonsgegevens bij je aanbelt.<br />

Yes, het is bijna D-day voor de AVG. Top, want<br />

persoonsgegevens zijn in de verkeerde handen meer<br />

dan goud waard. Organisaties moeten aan de bak<br />

om de manier waarop zij met persoonsgegevens<br />

omgaan op een verantwoorde manier in te richten.<br />

Dat betekent nogal wat! Zeker voor de overheid.<br />

Door Shira van Dongen en Geraldine Scholten<br />

Deze blog is tot stand gekomen naar aanleiding van een<br />

AVG-workshop door Gert Koerselman, professional bij <strong>Doxis</strong>.<br />

We merken in onze gesprekken met verschillende<br />

overheidsorganisaties dat zij zich behoorlijk<br />

achter de oren krabben: ‘Is het voor ons haalbaar<br />

om straks aan al die verzoeken tegemoet<br />

te komen?’, ‘Welke stappen moet mijn organisatie<br />

ondernemen om voor 25 mei klaar te zijn en<br />

hoe stellen we de juiste prio’s?’<br />

KOP-STAART BOTSING MET ARCHIEFWET<br />

Bovendien is de AVG niet de enige wet die iets<br />

zegt over persoonsgegevens. De AVG bijt andere<br />

wetten soms, met terugwerkende kracht, in<br />

de staart. De Archiefwet bijvoorbeeld, om maar<br />

eens even een wetje te noemen…De Archiefwet<br />

zegt onder meer wat over het inzien (openbaarheid)<br />

van archieven. De AVG walst hier<br />

overheen als het gaat om persoonsgegevens.<br />

En hoe zit het met het cultuurhistorisch perspectief?<br />

Denk aan de regionale historische<br />

centra die kostbare bijzondere beeldbanken<br />

hebben opgezet; hoe specifieker hoe beter is<br />

hierbij het motto. Interessant maar dit is dus<br />

fotomateriaal; AVG-technisch al tricky. Daarnaast<br />

kunnen er in veel gevallen ook aanvullende<br />

persoonsgegevens gekoppeld worden<br />

aan bepaald beeldmateriaal. In principe een<br />

AVG-technische no-go….<br />

22


DE ACHTERDEUR STAAT OPEN…<br />

De overheid heeft een voorbeeldfunctie; zij wordt geacht de zaken goed op orde te hebben.<br />

Afgezien van het feit dat de Autoriteit Persoonsgegevens ook de overheid boetes kan opleggen,<br />

is het risico op imagoschade groot! Ook het recht op informatie is sterk verankerd<br />

in deze wetgeving en journalisten staan al in de startblokken om hier na 25 mei een beroep<br />

op te doen. Nu lees je al bijna dagelijks berichten in de media over ‘weer een overheidsorganisatie’<br />

die persoonsgegevens via een ‘open achterdeur’ op straat kiepert.<br />

De Autoriteit Persoonsgegevens belt aan; zes tips!<br />

Hoe ga je hier mee om? De AVG dwingt je<br />

in een lastige spagaat. We geven je een<br />

paar handige tips om goed beslagen ten<br />

ijs te komen wanneer de Autoriteit<br />

Persoonsgegevens bij je aanbelt.<br />

>> Tip 1<br />

Verwerkingsregister op orde<br />

Zorg dat je verwerkingsregister voor zowel intern<br />

als extern gebruik op orde is. Dit kan door<br />

middel van een verwerkingsregister waarin alle<br />

processen en systemen in kaart worden gebracht.<br />

Ook moet je in beeld hebben waar de<br />

AVG-risico’s zitten en welke beveiligingsmaatregelen<br />

je hiertoe getroffen hebt.<br />

>> Tip 2<br />

Transparant richting de burger<br />

Wees duidelijk en helder in je communicatie<br />

naar burgers. Informeer vooraf goed waar ze<br />

aan toe zijn en wat ze van jou als overheidsorganisatie<br />

mogen verwachten als het gaat om het<br />

borgen van de privacy van persoonsgegevens.<br />

Dit kun je doen door ze op je website te wijzen<br />

op hun rechten. Door het verwerkingsregister<br />

op hoofdlijnen te publiceren voldoe je aan je informatieplicht.<br />

>> Tip 3<br />

Alle collega’s goed geïnformeerd en getraind<br />

De eerste stap richting verandering is bewustwording.<br />

Zorg dat de hele organisatie zich bewust<br />

is van de urgentie en de risico’s ten aanzien<br />

van de AVG. Het vergt een gezamenlijke inspanning<br />

om ‘AVG-proof’ te worden. Wanneer alle<br />

collega’s goed geïnformeerd en geïnstrueerd zijn<br />

kunnen zij de burger goed te woord staan.<br />

>> Tip 4<br />

Inzet van AVG-instrumentarium<br />

Geanonimiseerde informatie in een archief of<br />

archiefbewaarplaats valt niet onder de AVG. Dit<br />

biedt mogelijkheden op korte- en lange termijn.<br />

Er zijn instrumenten die geautomatiseerd anonieme<br />

archiefkopieën beschikbaar kunnen stellen.<br />

>> Tip 5<br />

Minimalisatie en doelbinding<br />

Regel je zaken aan de voorkant door minder<br />

persoonsgegevens te bewaren en over te dragen<br />

naar de archiefbewaarplaats. Dit betekent<br />

meer aandacht voor selectie en waardering en<br />

scheiding van bijzondere gegevens, persoonsgegevens<br />

en overige gegevens. Als het doel is bepaalde<br />

privacygevoelige informatie te bewaren<br />

zorg dan dat het op wettelijke grondslag onderbouwd<br />

is en leg dat vast.<br />

>> Tip 6<br />

Onderbouw je keuzes<br />

En last but zeker not least; niemand weet precies<br />

hoe de AVG zich in de praktijk zal uitkristalliseren!<br />

De wet kent een aantal uitzonderingen<br />

zoals het algemeen belang, wetenschappelijk en<br />

historisch onderzoek of statistische doeleinden.<br />

Ook op grond van wettelijke zorgplicht/zorgtaak<br />

kan beargumenteerd worden dat bepaalde<br />

persoonsgegevens bewaard moeten blijven.<br />

Zolang er geen jurisprudentie is, biedt de breed<br />

te interpreteren terminologie in de wet mogelijkheden<br />

om ‘slim’ om te gaan met de uitvoering.<br />

Houd wel de ontwikkelingen goed in de gaten en<br />

zorg dat je je keuzes altijd goed afweegt, onderbouwt<br />

en vastlegt!

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!