Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Er wordt in de opgave wel gezegd dat er één of meer heffingskortingen zijn, maar die<br />
worden niet genoemd. Vreemd. Ga er dan maar vanuit dat ze er niet zijn.<br />
Bruto inkomen = € 17.000<br />
Aftrekposten 14% = € 2.380<br />
Belastbaar inkomen = € 14.620<br />
Te betalen:<br />
0,325 x € 14.620 = € 4.751,50<br />
Belasting<strong>druk</strong> = 27,95%<br />
Berekening: 4.751,50 / 17.000 x 100% =<br />
27,95%<br />
Bruto inkomen = € 60.000<br />
Aftrekposten 25% = € 15.000<br />
Belastbaar inkomen = € 45.000<br />
Te betalen:<br />
0,325 x € 15.000 = € 4.875<br />
0,375 x € 15.000 = € 5.625<br />
0,42 x € 15.000 = € 6.300<br />
------------------------------------------ +<br />
€ 16.800<br />
Belasting<strong>druk</strong> = 28%<br />
Berekening: 16.800 / 60.000 x 100% =<br />
28%<br />
Conclusie: de gemiddelde belasting<strong>druk</strong> is in deze beide decielen (4 e en 10 e ) vrijwel gelijk.<br />
e<br />
19a<br />
b<br />
c<br />
20a<br />
De heffingskorting van € 2.000 geldt voor elke belastingplichtige. Wanneer de politiek<br />
besluit om de “Vlaktaks” uit te breiden met deze heffingskorting van € 2.000 is er sprake<br />
van nivellering. Voor iemand met een laag inkomen is deze € 2.000 een groot bedrag.<br />
Daar bedoelen we mee dat je een groot deel van je inkomen belastingvrij krijgt.<br />
Voor iemand met een hoog inkomen is het belastingvrije deel maar een relatief klein<br />
percentage. Stel iemand heeft een inkomen van € 10.000. Met deze korting is daarvan<br />
dan maar liefst 20% belastingvrij. Voor iemand met een inkomen van € 50.000 is dat<br />
maar 4%. Het voordeel is relatief groter voor mensen met lagere inkomens. Deze<br />
heffingskorting werkt in dat geval nivellerend.<br />
Mensen met hogere inkomens wonen meestal ook in duurdere woningen, waarvoor zij<br />
hogere hypothecaire leningen hebben afgesloten. Zij hebben dus niet alleen een groter<br />
percentage belastingvoordeel, maar ook het bedrag zelf dat zij kunnen aftrekken is<br />
meestal groter.<br />
Het bedrag dat Jan kan aftrekken is de door hem betaalde hypotheekrente. Hij betaalt<br />
5% over zijn hypotheekschuld van € 400.000 aan rente. Dat is een bedrag van € 20.000.<br />
Berekening hypotheekrente = 0,05 x € 400.000 = € 20.000.<br />
Dit bedrag doet zijn belastbaar inkomen dalen van € 90.000 naar € 70.000. Dan nog valt<br />
dit hele bedrag in de hoogste belastingschijf. De hoogste schijf begint immers al bij<br />
€ 52.000.<br />
Berekening: € 17.000 + € 13.500 + € 21.500 = € 52.000.<br />
Het belastingvoordeel is dus 52% van het betaalde rentebedrag. Het belastingvoordeel<br />
bedraagt daarmee € 10.400.<br />
Berekening belastingvoordeel = 0,52 x € 20.000 = € 10.400<br />
Een stijging van de hypotheekrente betekent dat woningbezitters een groter bedrag van<br />
hun bruto inkomen mogen aftrekken, waardoor het belastbare inkomen daalt. De overheid<br />
ontvangt daardoor minder belasting. De overheidsontvangsten nemen daarom af.<br />
Prijscompensatie is een loonsverhoging om de gestegen kosten van het levensonderhoud<br />
te compenseren. Gegeven is dat deze kostenstijging (inflatie) 1,5% bedraagt. Het<br />
brutoloon stijgt met € 435 euro (van € 29.000 naar € 29.435).<br />
Dat is inderdaad een stijging die precies gelijk is aan de inflatie (prijscompensatie).<br />
Berekening % stijging brutoloon = (nieuw – oud) / oud<br />
x 100%<br />
% stijging brutoloon = 435 / 29.000<br />
x 100% = 1,5%<br />
32