29.08.2018 Views

EmjD 5-6-vwo UITWERKINGEN HERZIENE 2e druk

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

c<br />

d<br />

e<br />

f<br />

Arbeidsproductiviteit = productie per werknemer. We weten de procentuele groei van de<br />

productie (5%) en we weten de procentuele verandering van de werkgelegenheid (- 1%).<br />

Met behulp van indexcijfers kun je dan de index van de arbeidsproductiviteit berekenen,<br />

waarna je daaruit de procentuele verandering kunt bepalen. Berekening:<br />

Index arbeidsproductiviteit = Index productie / Index werkgelegenheid x 100<br />

Index arbeidsproductiviteit = 105 / 99 x 100 = 106,1<br />

De arbeidsproductiviteit is dus met 6,1% gestegen.<br />

Met kapitaalintensiever maken bedoelen we dat de hoeveelheid kapitaal per eenheid<br />

arbeid groter wordt.<br />

Manieren om de arbeidsproductiviteit te vergroten zijn:<br />

* meer scholing, waardoor mensen hun taken beter kunnen uitvoeren;<br />

* arbeidsverdeling, waardoor het werk sneller en beter kan worden verricht;<br />

* prestatiebeloning, waardoor mensen worden aangezet beter te presteren.<br />

De arbeidsinkomensquote (AIQ) bereken je door het totale arbeidsinkomen (loonsom) te<br />

delen door de toegevoegde waarde.<br />

De toegevoegde waarde is gestegen met 5%.<br />

De totale werkgelegenheid is met 1% gedaald zodat, hoewel de lonen (arbeidsinkomen<br />

per persoon) ook met 5% zijn gestegen, de totale loonsom toch is gedaald.<br />

De AIQ is dus gedaald, omdat de teller (loonsom) kleiner is geworden.<br />

AIQ = Loonsom / Toegevoegde waarde<br />

14.4 Geld moet rollen<br />

9 Bij de geldstroom tussen gezinnen en overheid horen ook de door de overheid betaalde<br />

salarissen aan ambtenaren en aan gezinnen uitgekeerde uitkeringen en subsidies. Deze<br />

geldstroom is echter kleiner dan de door gezinnen aan de overheid betaalde belastingen.<br />

Per saldo vindt er dan een geldstroom plaats van de gezinnen naar de overheid.<br />

Met betrekking tot de geldstroom tussen gezinnen en banken kun je naast het sparen<br />

van gezinnen (geldstroom van gezinnen naar banken) ook de geldstroom van banken<br />

naar gezinnen betrekken, die ontstaat als gezinnen geld lenen. Maar per saldo is in<br />

het getekende kringloopschema de geldstroom van gezinnen naar banken groter dan<br />

omgekeerd.<br />

10a Export is de geldstroom van het buitenland naar bedrijven. Deze geldstroom bedraagt<br />

197 miljard euro<br />

b Een voorbeeld van een juiste berekening is:<br />

De inkomende geldstroom van gezinnen bedraagt € 350 miljard (inkomen).<br />

De gegeven uitgaande geldstroom van gezinnen bedraagt € 199 (consumptie) +<br />

€ 47 (sparen) = € 246 miljard.<br />

De belastingontvangsten van de overheid bedragen € 104 miljard (350 – 246)<br />

c Een voorbeeld van een juiste berekening is:<br />

Saldo betalingsbalans = Export – Import = 197 – 180 = 17 (miljard euro)<br />

d Voorbeelden van een juist antwoord zijn:<br />

• Een pijl van bedrijven naar overheid die weergeeft dat bedrijven belastingen / heffingen<br />

betalen.<br />

• Een pijl van overheid naar gezinnen die weergeeft dat de overheid overdrachtsinkomens<br />

(zoals de bijstanduitkering en huursubsidie) uitkeert.<br />

• Een pijl van overheid naar buitenland die weergeeft dat de overheid ontwikkelingshulp<br />

betaalt.<br />

38

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!