NHA UITGELICHT juni 2018 / nummer 10 / 700 JAAR JANSKERK
Speciale editie van Uitgelicht over 700 jaar Janskerk.
Speciale editie van Uitgelicht over 700 jaar Janskerk.
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Juni <strong>2018</strong> | Nr. <strong>10</strong> | Speciale editie<br />
<strong>UITGELICHT</strong>PMS 871-Goud<br />
Janskerk<br />
08<br />
Terug in de tijd<br />
Een heel bijzonder interview met de<br />
laatste Jansheer.<br />
28<br />
Topstuk<br />
Frans Halsmuseumdirecteur Ann Demeester<br />
over haar favoriete item in de <strong>NHA</strong>-collectie.
Juni <strong>2018</strong> | Nr. <strong>10</strong> - Speciale editie<br />
inhoud<br />
5<br />
6<br />
8<br />
Uitgelicht<br />
Een woord vooraf van burgemeester<br />
Jos Wienen, voorzitter van het bestuur<br />
van het <strong>NHA</strong>.<br />
Pareltjes<br />
Aandacht voor twee vijftiende-eeuwse<br />
manuscriptkaarten, die het grondbezit<br />
van de legendarische Haarlemse Jansheren in beeld brengen.<br />
De laatste Jansheer<br />
Een exclusief interview met Andries van<br />
Souwen, de laatste Jansheer, vanwege<br />
zijn zeventigste verjaardag.<br />
colofon<br />
14<br />
16<br />
18<br />
Eindredactie:<br />
Christine Tinssen, Annabelle Arntz<br />
Aan dit <strong>nummer</strong> werkten mee:<br />
Marlies Bouman<br />
Alexander de Bruin<br />
Helen van der Eem<br />
Lise Koning<br />
Kim Krijnen<br />
Paul Maessen<br />
Klaartje Pompe<br />
Willemien Spook<br />
Nico Vriend<br />
Wim de Wagt<br />
Mart van de Wiel<br />
Jos Wienen<br />
Prikbord<br />
Nieuws van het <strong>NHA</strong>.<br />
26<br />
Jong geleerd,<br />
oud gedaan<br />
De educatieprogramma’s van het <strong>NHA</strong> zijn een groot succes.<br />
Ze sluiten aan op de landelijke leerlijn voor erfgoededucatie.<br />
De start van het<br />
jubileumjaar<br />
Een fotoreportage van de start van het jubileumjaar van<br />
<strong>700</strong> jaar Janskerk.<br />
28<br />
Topstuk<br />
Een fors zeventiende-eeuws boekwerk,<br />
verrassend beplakt met kleurige stukjes<br />
stof, is het topstuk van Ann Demeester.<br />
<strong>700</strong> jaar bewaard<br />
Op de jubileumtentoonstelling is te zien<br />
welke veranderingen de Janskerk heeft<br />
doorgemaakt, en welke personen en gebeurtenissen belangrijk<br />
waren voor de kerk.<br />
32<br />
Mooi geweest<br />
Terugblik op activiteiten.<br />
Vormgeving:<br />
Michael Kolf - PICADIA<br />
Druk:<br />
ORO grafisch projectmanagement<br />
Oplage:<br />
<strong>10</strong>00<br />
34<br />
De passie van…<br />
Lieuwe Zoodsma<br />
Lieuwe Zoodsma over zijn liefde voor<br />
Haarlem-Noord, pardon: Schoten.<br />
38<br />
In de digitale lift<br />
De Janskerk wordt het middelpunt<br />
van alle publieksdiensten, en de<br />
digitalisering en digitale vernieuwingen breiden zich<br />
langzaam uit. Wat verandert er allemaal voor de bezoeker?<br />
42<br />
Topje van de ijsberg<br />
Van de inhoud van de handgeschreven<br />
teksten is slechts het ‘topje van de<br />
ijsberg’ bekend. Stel je voor dat je die handgeschreven teksten<br />
woordelijk zou kunnen doorzoeken!<br />
ISSN:<br />
2352 - 0671<br />
46<br />
48<br />
52<br />
Voorzijde omslag:<br />
Prentbriefkaart van de Janskerk, 1935.<br />
In de spotlights<br />
Een impressie van een bijzonder<br />
onderdeel van de collectie Provinciale<br />
Atlas: de zeventiende-eeuwse tekeningen.<br />
Het archief van<br />
P.J. Bouman<br />
Dit archief, dat onlangs in bruikleen<br />
is gegeven, is een bijzondere aanvulling op de veelzijdige<br />
collectie wetenschapsarchieven.<br />
Nieuwe archieven<br />
en collecties<br />
Aandacht voor enkele nieuwe archieven die de afgelopen<br />
maanden zijn binnengekomen.<br />
5
Uitgelicht ...<br />
Meestal treft u op deze plek de inleiding van de directeur van het Noord-<br />
Hollands Archief aan. Maar deze keer werd aan mij als voorzitter van<br />
het bestuur van het Noord-Hollands Archief gevraagd wat inleidende<br />
kanttekeningen te plaatsen. Dat doe ik met veel plezier.<br />
De publieksruimte van het Noord-Hollandsarchief is gevestigd op een<br />
heel bijzondere locatie: de middeleeuwse Janskerk is het prachtige decor<br />
voor de studiezaal en tentoonstellingsruimte. En deze bijzondere locatie<br />
viert dit jaar een jubileum. De Janskerk is nu <strong>700</strong> jaar oud.<br />
De prachtige ruimte, het hoog invallende licht, de oude stenen, het hoge<br />
gewelf, alles draagt bij aan het besef van geschiedenis.<br />
Deze bijzondere<br />
locatie viert dit<br />
jaar een jubileum<br />
Als je zo’n prachtige collectie hebt en zo’n mooie<br />
tentoonstellingsruimte dan ben je bijna aan je stand<br />
verplicht om bij dit bijzondere jubileum stil te staan met een<br />
tentoonstelling. Dat doen we en in dit <strong>nummer</strong> leest u een<br />
uitgebreide toelichting op die tentoonstelling.<br />
Verder vindt u informatie over recente aanwinsten,<br />
want het archief slaat natuurlijk volgens de regels van de kunst<br />
de overheidsarchieven op, maar daarnaast komen er in het archief<br />
regelmatig nieuwe bijzondere collecties of stukken, die aan de<br />
verzameling worden toegevoegd. Dat het niet alleen over het verleden<br />
gaat in het archief laten de artikelen over digitalisering zien. De<br />
modernste technieken worden ingezet om archieven te bewaren en te<br />
ontsluiten.<br />
Ten slotte een interview met Ann Demeester, directeur van het Frans<br />
Halsmuseum, over haar topstuk in de collectie. Want het archief bevat<br />
naast talloze documenten ook fantastische kunstwerken.<br />
De Janskerk in Haarlem is een plaats waar geschiedenis wordt gemaakt,<br />
waar geschiedenis wordt bewaard en waar geschiedenis aan het licht<br />
wordt gebracht. En dit <strong>nummer</strong> van ons mooie blad licht er weer wat<br />
stukjes uit. Veel leesplezier!<br />
Hannie Schaft met Jopie Wassink<br />
bij het Belgenmonument in Amersfoort,<br />
circa 1940-41.<br />
Jos Wienen<br />
voorzitter van het bestuur van het Noord-Hollands Archief<br />
burgemeester van Haarlem<br />
7
Pareltjes<br />
# <strong>10</strong> | Pareltjes<br />
Tekst: Alexander de Bruin / beeld: Noord-Hollands Archief<br />
Pareltjes<br />
In het kader van het <strong>700</strong>-jarig bestaan van de Janskerk<br />
wordt in deze speciale uitgave van Uitgelicht aandacht<br />
besteed aan twee vijftiende-eeuwse manuscriptkaarten,<br />
die het grondbezit van de legendarische Haarlemse Jansheren<br />
in beeld brengen.<br />
De orde van de Haarlemse Jansheren<br />
was machtig en stond vanaf de<br />
vestiging in Haarlem in 13<strong>10</strong> in hoog<br />
aanzien. Dat aanzien was vooral<br />
gebaseerd op hun omvangrijke<br />
grondbezit, niet alleen in Haarlem en<br />
omgeving, maar ook in Kennemerland<br />
en de rest van het graafschap<br />
Holland. De Jansheren konden zich in<br />
Haarlem vestigen dankzij een eerste,<br />
omvangrijke schenking van grond<br />
en huizen, waar tegenwoordig onder<br />
andere nog de Janskerk staat.<br />
Alle schenkingen werden minutieus<br />
geadministreerd in een register,<br />
‘cartularium’ genaamd. Hierin<br />
stond precies vermeld wie de<br />
schenker van de grond was<br />
en dergelijke, en ook wat de<br />
tegenprestatie was die de<br />
Jansheren moesten leveren.<br />
Bijna altijd was dat het oprichten<br />
van een altaar en/of het houden<br />
van missen waarin gebeden werd<br />
voor de zielenheil van de schenker<br />
en zijn verwanten. Het archief van<br />
de Jansheren bij het <strong>NHA</strong> bevat vier<br />
van zulke registers, die de periode<br />
van1270 tot 1529 bestrijken.<br />
Uit deze registers blijkt dat het<br />
totale grondbezit van de Haarlemse<br />
Jansheren 370 hectare besloeg. Het<br />
overgrote deel hiervan, 87%, werd<br />
in de eerste twintig jaar van hun<br />
vestiging verworven, tussen 13<strong>10</strong><br />
en 1330. Deze schenkingen liggen<br />
bijna allemaal in het tegenwoordige<br />
Delfland en zijn afkomstig van de adel<br />
en de geestelijkheid uit en rond het<br />
graafschappelijk hof van Willem III. De<br />
aankopen daarentegen zijn allemaal<br />
afkomstig van burgers en boeren.<br />
Gebeden voor de<br />
zielenheil van de<br />
schenker en zijn<br />
verwanten<br />
Interessant is dat in de loop van de<br />
vijftiende en zestiende eeuw het<br />
aandeel schenkingen door de adel en<br />
geestelijkheid dramatisch afneemt<br />
en de aankopen door de Jansheren<br />
van burgers en boeren uit met name<br />
Kennemerland, juist enorm stijgen.<br />
Hierin weerspiegelt zich de grote<br />
maatschappelijke verandering die<br />
zich in deze periode voltrekt, door de<br />
opkomst en toename van de macht<br />
van de steden en de burgers, ten<br />
koste van de adel. Van de edellieden<br />
waren geen grote schenkingen meer<br />
te verwachten. Dit had ook gevolg<br />
voor de kloosterstructuur. Op feodale<br />
leest geschoeide, veelal agrarische<br />
Links Register, ‘cartularium’, van onroerend goed.<br />
Boven Kaart uit 1564 van land in Wateringen<br />
Onder Kaart uit 1569 van land gelegen onder Leiderdorp.<br />
- Alles eigendom van de Haarlemse Jansheren.<br />
kloosterorganisaties werden niet meer<br />
gesticht. In plaats daarvan deden<br />
nieuwe, op het stedelijk leven gerichte<br />
bedel- en ridderorden hun intrede,<br />
zoals die van de Jansheren.<br />
Het grondbezit werd vanaf de<br />
zestiende eeuw ook nauwkeurig in<br />
kaart gebracht. Ook hiervan beheert<br />
het <strong>NHA</strong> vele voorbeelden uit het<br />
archief van de Haarlemse Jansheren.<br />
Twee fraaie voorbeelden zijn een kaart<br />
uit 1564, met grond in Wateringen, en<br />
een uit 1569, met grond in Leiderdorp.<br />
Meer beeld bekijken en meer weten<br />
over Johannes Stam en de kartering van<br />
Nederland in de negentiende eeuw? Lees<br />
het uitgebreide artikel op de website:<br />
http://noord-hollandsarchief.nl/nieuws/<br />
uitgelicht-extra<br />
8 9
# <strong>10</strong> | Interview<br />
Tekst: Wim de Wagt / beeld: Noord-Hollands Archief<br />
Andries van Souwen,<br />
de laatste Jansheer<br />
Onlangs kreeg ik een wel heel bijzonder aanbod: een exclusief interview met Andries van<br />
Souwen, de laatste Jansheer, vanwege zijn zeventigste verjaardag. Heel bijzonder, omdat deze<br />
heer vijfhonderd jaar geleden leefde. Hij leidde toen een teruggetrokken leven in het commandeurshuis,<br />
een overblijfsel van het vroegere Sint Jansklooster. Wat zou ik aantreffen?<br />
<strong>10</strong><br />
Op een late vrijdagmiddag bel ik aan<br />
bij het dagcentrum van de Janskliniek<br />
aan de Jansstraat, pal naast de Janskerk.<br />
Dit was ooit het fameuze commandeurshuis<br />
waar de Jansheren, de<br />
commandeurs van de Haarlemse kloosterorde<br />
van Sint Jans, woonden. Er<br />
wordt opengedaan door een vrouw met<br />
een verkreukeld gezicht en een groot<br />
wit schort voor. Ze knikt en gebaart me<br />
om naar binnen te komen. Nadat de<br />
deur achter me dicht is gevallen, hoor<br />
ik geen enkel geluid van buiten meer.<br />
Ze brengt me naar een ruimte waar ik<br />
even moet wachten. Als de vrouw met<br />
het verkreukelde gezicht weer verdwenen<br />
is, kijk ik om me heen. Dit ziet er in<br />
de verste verte niet uit als het dagcentrum<br />
van de Janskliniek.<br />
Ineens gaat een deur open en verschijnt<br />
er een man met een kortgeknipt,<br />
witgrijs baardje en een minzame,<br />
Boven Romeyn de Hooghe, Vogelvluchtkaart van<br />
Haarlem, 1688 (detail).<br />
Rechts Andries van Souwen (circa 1550-1625),<br />
de laatste commandeur, door Cornelis van<br />
Haarlem, 1624.<br />
maar melancholieke blik. Hij stelt zich<br />
voor als heer Van Souwen. ‘Volgt u<br />
mij maar.’ Hij leidt me via een brede,<br />
hoge corridor naar een ruimte die<br />
gemeubileerd is met eikenhouten<br />
tafels, stoelen en kasten. Aan de wand<br />
hangen schilderijen en prenten naast<br />
en boven elkaar, van de vloer tot aan<br />
het plafond. Het onheil dat het Sint<br />
Jansklooster en zijn bewoners ooit<br />
trof, gaat verborgen achter wijsheid<br />
en weelde. ‘De wederopbouw is goed<br />
Als door een<br />
wonder bleef onze<br />
kerk gespaard<br />
gelukt,’ zeg ik voorzichtig. ‘Het kan ermee<br />
door,’ mompelt heer Van Souwen.<br />
‘Ik zal u straks de Heemsteedse kapel<br />
laten zien.’ Grijnzend: ‘Daar hebben we<br />
een paar Spaanse kanonskogels laten<br />
inmetselen.’<br />
Buitenlandse huurlingen<br />
De verwoesting van de stad tijdens het<br />
Spaanse Beleg moet voor hem en zijn<br />
medejansheren uitzonderlijk zwaar zijn<br />
geweest. ‘Zeg dat wel,’ verzucht hij.<br />
‘Het was een ramp. De ondergang van<br />
ons schone klooster heb ik met eigen<br />
ogen gezien. Toen de Spanjaarden de<br />
stad belegerden, in de jaren 1572 en<br />
1573, zat ik hier nog maar net twee<br />
jaar. Ze hadden hun kanonnen precies<br />
aan deze kant van de stad staan, aan<br />
de andere kant van de stadsmuur. Ons<br />
klooster bleef gelukkig buiten schot,<br />
alsof God over ons waakte!’<br />
‘Maar daarna waren het notabene<br />
onze eigen soldaten die het klooster<br />
verwoestten en plunderden. Engelse<br />
en Waalse huurlingen wel te verstaan.<br />
Kennelijk werd de spanning hen te<br />
veel. Misschien kregen ze geen soldij<br />
meer. Ik weet het niet. Als door een<br />
wonder bleef onze kerk gespaard, maar<br />
van de kloostergebouwen stonden<br />
alleen nog de muren overeind. Enfin,<br />
we konden de boel van voren af aan<br />
weer opbouwen. Ik dank God dat we<br />
onze kostbaarste bezittingen, zoals de
# <strong>10</strong> | Interview<br />
Maria Magdalena, door Jan van Scorel,<br />
1527-1530.<br />
Cornelis van der Goude (circa 1542-1615), de op<br />
een na laatste commandeur, door Cornelis van<br />
Haarlem, 1613.<br />
hier kijken, naar die prachtige blonde<br />
haarlokken die vanuit haar nek via haar<br />
hals omlaag vallen… U weet, ik ben<br />
een man alleen. Ik mag er graag naar<br />
kijken.’<br />
12<br />
schilderijen en boeken, ons goud en<br />
zilverwerk, op tijd in veiligheid hadden<br />
gebracht.’<br />
Hij ziet me naar de schilderijen aan<br />
de muur kijken en brengt me naar<br />
een volgende ruimte, waar nog meer<br />
panelen hangen. ‘Mijn ontvangstzaal<br />
voor hoge gasten,’ grinnikt hij. ‘U mag<br />
zich vereerd voelen.’ Hij wijst op een<br />
portret van een strenge man. ‘Heer<br />
Cornelis,’ zegt hij zachtjes. ‘Cornelis<br />
van der Goude. Toen hij stierf, bleef ik<br />
hier alleen over. Dat is een jaar of acht<br />
geleden.’ Van Souwen wrijft nadenkend<br />
door zijn witte baard. Het maakt een<br />
raspend geluid. ‘Heer Cornelis heeft<br />
zeer veel voor het herstel van de St.<br />
Janscommanderij betekend.’ Van der<br />
Goude stierf in 1615, ongeveer zeventig<br />
jaar oud.<br />
Balsem<br />
Als ik hem vraag of hij misschien een<br />
lievelingsschilderij heeft aarzelt hij<br />
geen moment: ‘Jazeker. Loopt u even<br />
mee?’ Hij wijst naar een portret van<br />
een mooi aangeklede vrouw die aan de<br />
voet van een boom zit in een heuvelig<br />
landschap. Ze houdt een soort pot in<br />
haar schoot en kijkt me met een raadselachtige<br />
blik aan. ’Weet u wie dit is?’<br />
Ik schud mijn hoofd. ‘Maria Magdalena.<br />
Kent u haar verhaal?’ Hij wacht mijn<br />
antwoord niet af en begint omstandig<br />
te vertellen over haar verering van Jezus,<br />
de kruisiging, de wederopstanding,<br />
waar zij bij was. ‘Sommigen menen<br />
dat zij een zondige vrouw was. Maar<br />
dat geloof ik niet,’ zegt hij. ‘Ziet u deze<br />
Onze kostbaarste<br />
bezittingen, zoals<br />
de schilderijen en<br />
boeken, op tijd in<br />
veiligheid gebracht<br />
pot? Daar zat balsem in, waar zij de<br />
voeten van Jezus mee zalfde.’<br />
‘Maar wat vindt u nou zo mooi aan<br />
dit schilderij?’, vraag ik als hij, buiten<br />
adem, een korte pauze inlast. ‘Ach,’<br />
zegt hij, moet u eens kijken, die stoute<br />
blik, haar frisse wangen, het landschap.<br />
Het rood van haar jurk, de versieringen<br />
in haar kleding. En moet u eens<br />
Uitgestorven<br />
Na het vertrek van de Spanjaarden<br />
besloten de Staten van Holland in 1581<br />
dat alle kerken en kloosters in Haarlem,<br />
met inbegrip van hun vermogen en<br />
bezittingen, eigendom werden van de<br />
stad, als compensatie voor de geleden<br />
oorlogsschade. Alleen het Sint Jansklooster<br />
werd hiervan uitgezonderd.<br />
‘Dat was mede te danken aan de goede<br />
banden die we hadden met prins Willem<br />
van Oranje,’ vertelt Van Souwen.<br />
‘Die heeft zelfs weleens hier gelogeerd.<br />
God hebbe zijn ziel.’<br />
Het bisdom verdween uit Haarlem, de<br />
Sint Bavokathedraal veranderde in een<br />
protestantse kerk. Predikanten betrokken<br />
de Janskerk, waar de katholieke<br />
Jansheren geen kerkdiensten meer<br />
mochten houden. Van Souwen: ‘Gelukkig<br />
kregen we het voor elkaar dat we,<br />
zolang we nog leefden, hier in ons<br />
commandeurshuis mochten blijven<br />
wonen. Op dat moment waren we nog<br />
met z’n vijven. Nu ben ik in mijn eentje.<br />
Als ik sterf neemt de stad de boel over.<br />
Dan zal er nooit meer een Jansheer<br />
zijn. Dan zijn we uitgestorven. Mag ik<br />
een klein beetje treurig zijn?’<br />
De bejaarde Jansheer is vriendelijk,<br />
voorkomend en bereid om al mijn<br />
vragen te beantwoorden; maar zijn blik<br />
is ook oplettend, hij lijkt steeds op zijn<br />
hoede. Andries van Souwen, geboren<br />
rond 1550, kwam tegen 1570 in het<br />
Sint Jansklooster en werd in 1574 in
# <strong>10</strong> | Interview<br />
Keulen tot priester gewijd. Vijf jaar<br />
later keerde hij terug in Haarlem. ‘Ik<br />
heb hier alles meegemaakt,’ vertelt<br />
hij. ‘Moord, roofpartijen, hongersnood<br />
tijdens het beleg, wat we niet allemaal<br />
aten om onze magen te vullen… Na<br />
de Spanjaarden brak de pest uit. De<br />
Grote Brand legde onze mooie stad,<br />
mijn geboortestad, voor een groot deel<br />
in de as. Ik breng dagelijks veel tijd<br />
door in de kloostertuin. Ooit was die<br />
veel groter en mooier, maar tijdens het<br />
beleg werd ook die verwoest. Inmiddels<br />
is het weer een echte boomgaard. Met<br />
perenbomen, appelbomen, kersen en<br />
pruimen. Ja, ik heb er mijn handen vol<br />
aan. Zo word ik tenminste niet stijf en<br />
stram.’<br />
Trillende vingers<br />
Hoe brengt hij verder zijn dagen door?<br />
‘Ik lees veel. Met een neef, net als ik<br />
boekenliefhebber, ruil ik veel boeken,<br />
zodat we allebei steeds iets nieuws te<br />
lezen hebben. Ik beschouw het ook als<br />
mijn plicht om de boekenschat van ons<br />
klooster te bewaken. Ik hoop dat de<br />
vroedschap er na mijn dood goed voor<br />
zorgt.’<br />
Hij wenkt me met een geheimzinnige<br />
blik, opent een deur en leidt me een<br />
klein vertrek binnen, waar behalve een<br />
boekenkast twee schrijfbureaus en een<br />
gemakkelijke stoel staan. ’Hier bewaar<br />
ik de boeken die ik als mijn persoonlijk<br />
eigendom beschouw,’ verklaart hij op<br />
fluistertoon. ‘Er is ook nog een librije<br />
hier in huis, waar de kloosterboeken<br />
staan. Die is natuurlijk veel omvangrijker.<br />
Maar hier, in mijn boekenkamertje,<br />
ben ik het liefst.’<br />
Er is ook nog een<br />
librije hier in huis,<br />
waar de kloosterboeken<br />
staan<br />
‘Maar waarom twee bureaus?’, vraag ik<br />
hem. ‘Die ene is nog van heer Cornelis<br />
geweest,’ bromt hij in zijn baard, en<br />
werkt me vlug weer naar buiten. ‘Kom,<br />
ik wil u nog even iets laten zien.’<br />
Omdat de Jansheren niet meer in hun<br />
eigen Janskerk mochten komen, lieten<br />
ze een ruimte in het commandeurshuis<br />
inrichten als een soort kapel. Van<br />
Souwen schuift trots een rood gordijn<br />
opzij. ‘Ons altaar.’ Ik zie een groot kruis,<br />
diverse koperen kandelaars, bankjes.<br />
Aan de muur schilderijen van Maria, de<br />
Kaart van Haarlem (detail) door Pieter Wils,<br />
1646.<br />
Drie Koningen en: Maria Magdalena. Er<br />
is ook nog een sacristie, waarin ik een<br />
klavecimbel ontwaar. ‘Speelt u zelf?’,<br />
vraag ik gretig. ‘Niet meer,’ antwoordt<br />
hij. ‘Trillende vingers.’<br />
Een klopje op de deur. Van Souwen<br />
gromt een paar onverstaanbare woorden<br />
en de kamerdeur draait piepend<br />
en krakend open. Een mannetje, ongeveer<br />
net zo oud als Van Souwen, maar<br />
beduidend eenvoudiger gekleed, vraagt<br />
of hij zijn heer met nog iets van dienst<br />
kan zijn. Van Souwen wuift hem weg.<br />
‘Mijn dienstknecht,’ legt hij uit. ‘Gerrit.<br />
De laatste Jansknecht, als het ware.’<br />
Ik vermoed dat hij Gerrit wel goed zal<br />
kunnen gebruiken in dit grote gebouw.<br />
‘Dat hebt u goed gezien. Ik beschik<br />
ook nog over een dienstmeid voor het<br />
koken en schoonmaken en zo. Vroeger<br />
hadden we veel meer personeel<br />
rondlopen.’<br />
Hij neemt me over een krakende trap<br />
mee naar boven, naar de eerste verdieping.<br />
‘Maakt u eens voort,’ gebiedt mijn<br />
gastheer. Ook boven rijgen de meest<br />
verbazingwekkende vertrekken zich<br />
aaneen. Al deze meubelen, schilderijen,<br />
kunstwerken, huisraad – hoe hebben<br />
de Jansheren dit ooit hier naar boven<br />
gekregen? We stommelen naar een<br />
ruimte aan de voorkant van het gebouw.<br />
Van Souwen wijst op een enorm<br />
houten rad, dat vlakbij een raam staat<br />
geposteerd. ‘Hiermee hijsen we onze<br />
zware spullen naar boven.’<br />
Het is tijd om te gaan, in de verte hoor<br />
ik de klok van de Grote Kerk het hele<br />
uur slaan. Ik vraag de bejaarde Jansheer<br />
hoe hij zijn zeventigste verjaardag<br />
gaat vieren. Verwonderd kijkt hij me<br />
aan. ‘Daar doen we hier niet aan. Ik sla<br />
wel een kruisje. Voor mezelf en Sint<br />
Jan.’<br />
Boven De commandeursportretten, 1562-1625.<br />
Links Gravure van Romeyn de Hooghe, 1688.<br />
Bij het schrijven van dit fictieve interview<br />
heb ik dankbaar gebruikgemaakt<br />
van Wim Cerutti’s Van Commanderij<br />
van Sint-Jan tot Noord-Hollands<br />
Archief, gepubliceerd bij uitgeverij<br />
Spaar en Hout, Haarlem 2007.<br />
14<br />
15
Prikbord<br />
Het hele jaar door worden er<br />
bijeenkomsten georganiseerd<br />
die in het teken staan van het<br />
jubileum van de Janskerk. Ook in<br />
de jaarlijkse zomertentoonstelling<br />
staat de Janskerk centraal.<br />
Het programma ter ere van het<br />
jubileum is geschikt voor jong<br />
en oud. Van discussieavond tot<br />
familiedag. Iedereen is van harte<br />
uitgenodigd!<br />
<strong>700</strong> jaar bewaard.<br />
Tentoonstelling over<br />
de Janskerk<br />
Reis terug in de tijd en beleef de<br />
ontwikkelingen van de oudste kerk<br />
van Haarlem en zijn bewoners en bezoekers.<br />
Wat gebeurt er nu en in de<br />
toekomst? Kom langs en denk mee!<br />
22 <strong>juni</strong> t/m 9 september, maandag<br />
t/m vrijdag van 9-17 uur.<br />
Extra openingstijden op zondag<br />
24 <strong>juni</strong> (familiedag), zaterdag 21<br />
juli, 18 augustus en tijdens de<br />
Open Monumentendagen op 8 en<br />
9 september. Gratis entree.<br />
Lancering website <strong>700</strong><br />
jaar Janskerk<br />
Een team van experts van de Universiteit<br />
Utrecht is bezig met de<br />
ontwikkeling van een website over<br />
de historie van de Janskerk. In het<br />
najaar van <strong>2018</strong> wordt de website<br />
met een feestelijke bijeenkomst<br />
gepresenteerd.<br />
Jubileumconcert<br />
Het Wings Ensemble geeft ter ere<br />
van het jubileumjaar een extra<br />
concert in de Janskerk in het<br />
najaar. Binnenkort meer informatie<br />
op de website.<br />
Familiedag<br />
Hoe zag de Janskerk er <strong>700</strong> jaar<br />
geleden vanbinnen uit? Waarom<br />
zit er nu een archief in en wie is<br />
hier de afgelopen eeuwen in- en<br />
uitgelopen? Neem je moeder,<br />
vader, oma en opa mee en doe de<br />
speurtocht door de kerk! Probeer<br />
oude handschriften te ontcijferen<br />
en te schrijven als een monnik en<br />
luister naar mooie verhalen.<br />
zondag 24 <strong>juni</strong>, 12-17 uur,<br />
Jansstraat 40, Haarlem, Kinderen<br />
€2,00, Volwassenen gratis.<br />
Jong Historisch Café<br />
over cultureel erfgoed, religie en<br />
geweld.<br />
Religieus geweld en vernietiging<br />
van cultureel erfgoed is van alle<br />
tijden. Zo was ook de Janskerk<br />
ooit een katholieke kerk. De<br />
protestanten namen de kerk in<br />
beslag, waarna deze alleen nog<br />
werd gebruikt voor de hervormde<br />
dienst.<br />
dinsdag 11 oktober, 19.30 uur,<br />
Jansstraat 40, Haarlem.<br />
Gratis entree.<br />
Ridder- en Prinsessenbal<br />
(4-12 jaar)<br />
Kom met al je vrienden en vier het<br />
jubileum van de oudste kerk van<br />
Haarlem waar ook de Johannieters<br />
rondliepen en Willem van Oranje<br />
sliep. Vecht als een ridder, dans als<br />
een prinses en leer alles over het<br />
leven in een klooster.<br />
woensdag 24 oktober, 15-16.30<br />
uur, Jansstraat 40, Haarlem.<br />
Reserveren via communicatie@<br />
noord-hollandsarchief.nl o.v.v. ‘Bal’.<br />
Hannie Schaft<br />
Het Noord-Hollands Archief heeft<br />
onlangs vijf tot nu toe onbekende<br />
foto’s van Hannie Schaft ontvangen.<br />
De verzetsstrijdster is op alle<br />
foto’s samen te zien met Jopie<br />
Wassink, familie van de schenker.<br />
Weet u meer over haar?<br />
Neem contact op via info@noordhollandsarchief.nl.<br />
Kunst uit de Zorg<br />
Rondom de uitreiking van de<br />
Elisabeth van Thuringenprijs<br />
organiseert de Stichting Elisabeth<br />
van Thüringenfonds een expositie<br />
van kunstwerken uit de zorg. De<br />
kunstwerken komen uit verschillende<br />
zorginstellingen in Nederland<br />
en hebben allemaal een eigen<br />
verhaal. Deze werken en verhalen<br />
zijn heel uiteenlopend en tonen<br />
aan hoe belangrijk het is om kunst<br />
in je zorginstelling te hebben.<br />
17 t/m 28 november <strong>2018</strong>,<br />
maandag t/m vrijdag 9-17 uur,<br />
extra open op zaterdag 17 november,<br />
Jansstraat 40, Haarlem.<br />
Gratis entree.<br />
Onder het STAAL.<br />
Sporen in het landschap<br />
Dit jaar bestaan de hoogovens in<br />
IJmuiden, nu Tata Steel, <strong>10</strong>0 jaar. De<br />
Provinciale Atlas kijkt samen met<br />
het Huis van Hilde aan de hand van<br />
afbeeldingen en vondsten naar het<br />
ontstaan en de ontwikkeling van<br />
de hoogovens en wat dit heeft betekend<br />
voor het landschap en haar<br />
geschiedenis. Met metaaldetectoren<br />
en een quiz kunnen kinderen<br />
zoeken naar schatten en testen of<br />
hun geheugen zo sterk is als staal.<br />
Het is een project in het kader<br />
van de collectie Provinciale Atlas<br />
Noord-Holland dat wordt mogelijk<br />
gemaakt door de Provincie Noord-<br />
Holland.<br />
2 <strong>juni</strong> t/m 23 september <strong>2018</strong>,<br />
Huis van Hilde, Westerplein 6,<br />
Castricum, dinsdag t/m vrijdag<br />
9-17 uur, zaterdag en zondag.<br />
www.huisvanhilde.nl.<br />
KZOD<br />
Bij de ART Triangle in de Waag, de<br />
Kloostergangen en bij het Noord-<br />
Hollands Archief laten ruim 69<br />
leden van de vereniging hun werk<br />
zien.14 september t/m 28 oktober<br />
<strong>2018</strong>, maandag t/m vrijdag<br />
9-17 uur, extra open op zaterdag<br />
15 september en zaterdag 20<br />
oktober, Jansstraat 40, Haarlem.<br />
Gratis entree.<br />
Open Monumentendag<br />
Tijdens de Open Monumentendag<br />
is er gelegenheid de Janskerk te<br />
bezichtigen en is het tevens de<br />
laatste kans de zomertentoonstelling<br />
te bekijken.<br />
zaterdag 8 en zondag 9 september<br />
<strong>2018</strong>.<br />
Geschiedenisfestival<br />
Het Noord-Hollands Archief doet<br />
dit jaar als locatie mee aan het<br />
vierde Geschiedenisfestival in<br />
Haarlem, georganiseerd door het<br />
Historisch Nieuwsblad. Prominente<br />
historici uit binnen- en<br />
buitenland betreden diverse podia<br />
in Haarlem.<br />
zaterdag 6 oktober <strong>2018</strong>.<br />
Informatie en ticketverkoop via<br />
www.geschiedenisfestival.nl.<br />
Historisch Café<br />
De volgende edities van het<br />
Historische Café vinden plaats op<br />
maandag 24 september en 19<br />
november <strong>2018</strong>, 20 uur, Jansstraat<br />
40, Haarlem. Entree € 4,00.<br />
Reserveren via:<br />
www.noord-hollandsarchief.nl.<br />
16<br />
17
# <strong>10</strong> | Fotoreportage<br />
Start jubileumjaar <strong>700</strong> jaar Janskerk<br />
Beeld: Kim Krijnen<br />
18<br />
19
# <strong>10</strong> | <strong>700</strong> jaar bewaard. Tentoonstelling over de Janskerk<br />
Tekst: Mart van de Wiel / beeld: Noord-Hollands Archief<br />
<strong>700</strong> jaar bewaard.<br />
Tentoonstelling over<br />
de Janskerk<br />
De oudste in zijn oorspronkelijke vorm bewaard gebleven kerk van Haarlem, de Janskerk, is dit jaar<br />
<strong>700</strong> jaar oud. Op de zomertentoonstelling ter gelegenheid van het jubileum is te zien welke veranderingen<br />
het huidige publiekscentrum van het <strong>NHA</strong> heeft doorgemaakt, wie de kerk in de loop van de tijd<br />
allemaal hebben bezocht en welke belangrijke gebeurtenissen er hebben plaatsgevonden.<br />
20<br />
Op 28 december 1936, na zes jaar van<br />
planning en bouw, wordt de Janskerk<br />
in gebruik genomen als gemeentearchief.<br />
De kerk zelf kent dan al 618<br />
jaar aan geschiedenis en in de 82 jaar<br />
die daarop volgen, wordt er stukje bij<br />
beetje steeds meer van de geschiedenis<br />
van Haarlem en Kennemerland op<br />
deze plek verzameld.<br />
Rechts De heilige maagschap, Geertgen tot<br />
Sint-Jans, ca. 1495.<br />
In de zomertentoonstelling van het<br />
<strong>NHA</strong> wordt een greep gedaan uit de<br />
vele aspecten van de Janskerk en de<br />
verhalen die zich hier hebben afgespeeld:<br />
van het bezit van de Jansheren<br />
tot de verhuizing van het gemeentearchief<br />
naar de kerk, en van Russische<br />
soldaten tot de eerste vrouwelijke<br />
gemeentearchivaris Gerda Kurtz.<br />
Aanzienlijkste orde<br />
Het verhaal van de kerk begint in 13<strong>10</strong>.<br />
Dat jaar besluit Gerard van Tetterode<br />
zijn grond in Haarlem te schenken<br />
aan de ridderorde van St. Jan. De<br />
orde plaatst er een klooster, en in<br />
1318 ronden ze ook de bouw van de<br />
bijbehorende kloosterkerk af. In de<br />
driehonderd jaar die daarop volgen,<br />
groeit het klooster uit tot een van de<br />
aanzienlijkste ordes van Haarlem, met<br />
een rijk bezit. Dit verandert allemaal<br />
met het beleg van Haarlem.<br />
Wonderlijk genoeg overleeft de<br />
Janskerk het geweld van het beleg<br />
van 1572 grotendeels. Ondanks dat<br />
het vlak achter de vuurlinie ligt, wordt<br />
alleen het klooster zelf verwoest, maar<br />
dat gebeurt door woedende huurlingen<br />
van binnen de stad zelf. Woelige jaren<br />
volgen waarin de kerk en de altaren<br />
worden herbouwd. Uiteindelijk moet<br />
alles worden afgestaan aan de stad. De<br />
Jansheren mogen nog wel in de kerk<br />
blijven, maar geen nieuwe broeders<br />
meer aannemen. In 1625, met de dood<br />
van de laatste Jansheer Andries van<br />
Souwen, sterft de Haarlemse tak van<br />
de orde uit.
# <strong>10</strong> | <strong>700</strong> jaar bewaard. Tentoonstelling over de Janskerk<br />
Inval<br />
Al voordat Van Souwen komt te overlijden,<br />
doet de kerk vanaf 1587 dienst als<br />
Hervormde Kerk. Net als bij elke andere<br />
kerk komen mensen er om de preken<br />
aan te horen, om mensen te begraven<br />
en om zorg te ontvangen. Naast de<br />
gebruikelijke bezoekers komen er in<br />
deze periode ook een paar honderd<br />
speciale bezoekers. In 1799, als een<br />
Engels-Russische expeditie een inval<br />
doet in de Noord-Hollandse duinen,<br />
worden honderden Russische krijgsgevangenen<br />
voor een nacht in de kerk<br />
ondergebracht.<br />
Als de kerk uiteindelijk als te oud en<br />
te donker wordt bevonden door het<br />
kerkbestuur, besluiten ze in 1928 de<br />
kerk van de hand te doen. Na onderhandelingen<br />
met enkele partijen is<br />
het uiteindelijk de Gemeente Haarlem<br />
die de kerk opkoopt, en er in 1936 het<br />
gemeentearchief in vestigt.<br />
Met de tentoonstelling wil het <strong>NHA</strong> niet<br />
alleen laten zien dat de kerk een rijke<br />
geschiedenis heeft, maar ook dat het<br />
archief een belangrijke functie vervult.<br />
Het is de plek waar al deze verhalen<br />
gevonden, onderzocht en verteld<br />
kunnen worden. Het vastleggen van<br />
de <strong>700</strong> jaar achter ons is te zien in de<br />
tentoonstelling, en die <strong>700</strong> jaar voor<br />
ons: daar wordt elke dag aan gewerkt.<br />
Zomertentoonstelling ‘<strong>700</strong> jaar<br />
bewaard. Tentoonstelling over de<br />
Janskerk’ van 22 <strong>juni</strong> t/m 9 september<br />
<strong>2018</strong> in de Janskerk.<br />
Beleg van Haarlem, 1572-1573.<br />
Gezicht vanaf de wallen aan de Noordzijde<br />
der stad op de omgeving tot het Huis ter Kleef.<br />
Pieter Saenredam naar een houtsnede van<br />
Jan Moyt Jacobsz, circa 1626.<br />
Barend Wijnveld en Johannes Hendrikkus<br />
Egenberger: ‘Kenau Simons Hasselaers op de<br />
wallen van Haarlem’, 1854. Frans Hals Museum,<br />
Haarlem. Fotografie Tom Haartsen.<br />
22 23
# <strong>10</strong> | <strong>700</strong> jaar bewaard. Tentoonstelling over de Janskerk<br />
24<br />
Missaal, gemaakt in 1420 in Utrecht, later voor<br />
de Haarlemse Jansheren aangepast.<br />
Blz 18 en rechts Russische krijgsgevangenen in<br />
Haarlem die meevochten tijdens de Engels-<br />
Russische invasie van 1799. Maker onbekend.
Het laden van een wagen in de Jacobijnestraat tijdens de verhuizing<br />
van het Gemeentearchief Haarlem, 1936.<br />
Gerda Henrika Kurtz (1899-1989) was van 1936 tot 1964<br />
gemeentearchivaris van Haarlem.<br />
27
# <strong>10</strong> | Jong geleerd, oud gedaan<br />
Tekst: Lise Koning / beeld: Kim Krijnen<br />
Jong geleerd, oud gedaan<br />
Trouwe bezoekers van het Noord-Hollands Archief zijn ze vast weleens tegengekomen: hordes enthousiaste<br />
schoolkinderen. Ieder jaar bezoeken zo’n 1.400 scholieren van het primair en voortgezet<br />
onderwijs het archief. Ook vanuit het klaslokaal komen duizenden scholieren in contact met onze<br />
archiefstukken via het online bronnenplatform Geschiedenislokaal023.nl.<br />
De educatieprogramma’s van het<br />
Noord-Hollands Archief sluiten aan op<br />
de landelijke leerlijn voor erfgoededucatie<br />
van het SLO (het nationaal expertisecentrum<br />
leerplanontwikkeling),<br />
waarbij ‘ervaren en beleven’ centraal<br />
staan. Zo ook ons nieuw educatieprogramma:<br />
‘<strong>700</strong> jaar Janskerk. Reizen<br />
door de tijd!’ In de afgelopen zeven<br />
eeuwen hebben talloze mensen voet in<br />
de Janskerk gezet. Hun sporen zijn nog<br />
altijd terug te vinden in het gebouw én<br />
in het archief. Spelenderwijs onderzoeken<br />
scholieren deze sporen. Wie<br />
bezochten de kerk? Wie liggen er in<br />
de kerk begraven? Wie werkten in de<br />
kerk? Hoe verging het de kerk tijdens<br />
verschillende oorlogen in de geschiedenis?<br />
Waarvoor kun je tegenwoordig<br />
terecht in de Janskerk?<br />
Kraak de code!<br />
Scholieren gaan in groepjes van drie<br />
op zoek naar een object in de Janskerk.<br />
Dit object vertelt iets over een<br />
gebeurtenis uit de geschiedenis van<br />
Haarlem. Ieder groepje behandelt een<br />
andere periode of onderwerp. Denk<br />
hierbij aan onderwerpen als religie,<br />
Franse tijd, stadsbranden en het archief.<br />
De scholieren kunnen het object<br />
pas vinden als ze aan de hand van<br />
vragen over geselecteerde bronnen de<br />
code weten te kraken. De antwoorden<br />
op de vragen worden uit de bronnen<br />
gehaald en genoteerd in bijvoorbeeld<br />
een kruiswoordpuzzel. De code bestaat<br />
uit coördinaten die naar een object<br />
in de kerk leiden. Na afloop vertellen<br />
de scholieren als experts aan de rest<br />
van de klas wat zij over hun object te<br />
weten zijn gekomen.<br />
Stickerspeurtocht<br />
Tijdens de zomertentoonstelling kan<br />
iedereen met zijn (klein)kinderen aan<br />
de hand van een audiotour met stickerspeurtocht<br />
ontdekken wat zich de<br />
afgelopen zeven eeuwen heeft afgespeeld<br />
in de Janskerk. Oudere kinderen<br />
(9-12) kunnen door middel van vragen<br />
achterhalen welke belangrijke gast het<br />
Jansklooster heeft bezocht.<br />
Wie ben ik?<br />
Mijn portret is terug te vinden in de tentoonstelling ‘<strong>700</strong> jaar bewaard’. Mijn<br />
tweede doopnaam is gelijk aan de voornaam van de persoon die in 1854 op<br />
stoel <strong>nummer</strong> 115 in de Janskerk zat. Als belijdend luthers, de religie die ik<br />
deel met mijn meest recente opvolger op werkgebied, heb ik zelf nooit een<br />
stoel in de Janskerk gehuurd. Het huren van een stoel was überhaupt (een<br />
woord afkomstig uit het geboorteland van mijn vader) niet mogelijk omdat ik<br />
nog niet geboren was in 1854. Ik heb wel de twintigste eeuwwisseling mogen<br />
meemaken en mijn geboorte- en overlijdensjaar bestaan uit dezelfde drie<br />
getallen. Tot slot ben ik Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Wie ben ik?<br />
Wie wordt hierboven beschreven? Doe mee met deze prijsvraag en win een<br />
mooie prijs. Stuur je antwoord uiterlijk 9 september <strong>2018</strong> naar:<br />
communicatie@noord-hollandsarchief.nl onder vermelding van: Prijsvraag<br />
Uitgelicht.<br />
Het educatieprogramma van het <strong>NHA</strong> voor scholen is te vinden op de<br />
website via www.noord-hollandsarchief.nl/ontdekken/onderwijs.<br />
28
# <strong>10</strong> | Topstuk<br />
Tekst: Wim de Wagt / beeld: Kim Krijnen<br />
Topstuk<br />
Het is geen schilderij of een ander kunstwerk, maar een notarieel document in de collectie waardoor<br />
Ann Demeester, directeur van het Frans Halsmuseum, gefascineerd raakte bij een rondgang door<br />
het Noord-Hollands Archief. Een stuk dat, zoals ze zegt, ‘behalve dat het een tijdsdocument is, ook<br />
universele menselijke karaktertrekken vertegenwoordigt’.<br />
30<br />
Aandachtig buigt ze zich over een<br />
fors, zeventiende-eeuws boekwerk dat<br />
opengeslagen voor haar op tafel ligt.<br />
Op de bladzijden zijn stukjes stof geplakt,<br />
kleurig en vol sierlijke patronen.<br />
Het zijn proefmonsters van Vlaamse<br />
zijdewerkers, waar een opmerkelijk<br />
historisch verhaal over te vertellen is<br />
dat Demeester verbindt met haar eigen<br />
roots. ‘Het bijzondere van deze textielsamples<br />
is in de eerste plaats dat ze<br />
een onaangetaste kwaliteit bezitten,’<br />
zegt ze. ‘Het zijn ontzettend mooie<br />
voorbeelden van de textielnijverheid<br />
in Haarlem. Ze hebben een prachtige<br />
schittering en glans en vormen een<br />
unieke herinnering aan de bloeiende<br />
textielindustrie. Maar eigenlijk betreffen<br />
ze de registratie van een klacht.’<br />
Broodroof<br />
Dat zat zo. Tijdens de wederopbouw<br />
van Haarlem na het beleg door de<br />
Spanjaarden (1572), vestigden veel<br />
religieuze vluchtelingen uit de Zuidelijke<br />
Nederlanden zich in de stad.<br />
Onder deze migranten, ‘inwijkelingen’<br />
zoals Demeester ze noemt, waren ook<br />
Vlaamse zijdewerkers. In vergelijking<br />
met hun Haarlemse collega’s waren zij<br />
in staat stoffen te produceren van een<br />
uitzonderlijk hoge kwaliteit, dankzij de<br />
toepassing van innovatieve technieken.<br />
Dat zorgde voor scheve gezichten bij<br />
de Haarlemse textielwerkers. Om te<br />
Een unieke<br />
herinnering aan<br />
de bloeiende<br />
textielindustrie<br />
voorkomen dat de Haarlemmers hun<br />
werkwijze gingen kopiëren, verleende<br />
het stadsbestuur de nieuwkomers<br />
patenten. Het boek bevat een soort<br />
notarieel protocol met de verzegelde<br />
stofmonsters die bij de patenten van<br />
een aantal Vlaamse zijdeproducenten<br />
hoorden. Deze mannen worden met<br />
naam en leeftijd vermeld. Het protocol<br />
is gedateerd 1678.<br />
Demeester denkt er het hare van. ‘De<br />
Haarlemse textielfabrikanten waren<br />
bang dat de Vlamingen hun werk<br />
afnamen. Maar de Vlamingen zeiden:<br />
“Wij nemen jullie geen werk af! Wij<br />
beheersen gewoon andere vaardigheden<br />
dan jullie. Het is geen broodroof.”<br />
De samples zijn staaltjes van hun kunnen.<br />
Het is bewijsvoering. Vermoedelijk<br />
meenden de Haarlemse textielwerkers<br />
dat de arbeidsmarkt werd bedreigd.<br />
De komst van “de ander” werd gezien<br />
als een mogelijke bedreiging van de<br />
eigen broodwinning. Zoals er nu angst<br />
is voor Poolse vrachtwagenchauffeurs,<br />
Indiase telemarketeers of Turkse<br />
fabrieksarbeiders. Het is een fenomeen<br />
dat vijfhonderd jaar geleden ook<br />
bestond en is vastgelegd in dit boek.<br />
Angst voor vreemdelingen is van alle<br />
tijden.’<br />
Ann Demeester met het notarieel document.
# <strong>10</strong> | Topstuk<br />
32<br />
Voorvaderen<br />
Voor haar zit er ook een persoonlijk<br />
aspect aan, legt ze uit. ‘Zelf kom ik<br />
uit West-Vlaanderen. De Haarlemse<br />
bevolking rond 1600 bestond ten<br />
gevolge van de migratie uit Vlaanderen<br />
voor ongeveer de helft uit allochtonen.<br />
Velen van hen kwamen uit West-Vlaanderen,<br />
waar een levendige textielindustrie<br />
bestond. Eigenlijk zijn dat mijn<br />
voorvaderen! Ik ben geen Vlaamse<br />
nationalist, verre van, maar dit besef<br />
ontroert me wel.’<br />
Ze ziet nog een andere parallel.<br />
Demeester: ‘Tegen West-Vlamingen<br />
wordt in België vaak aangekeken zoals<br />
in Nederland tegen Limburgers: als<br />
domme boeren. Maar er zijn onder<br />
de West-Vlamingen juist veel echte<br />
achievers, mensen die juist veel willen<br />
bereiken in het leven. Peter Vandermeersch<br />
bijvoorbeeld, de hoofdredacteur<br />
van NRC Handelsblad, komt uit<br />
West-Vlaanderen. Ik weet niet of er een<br />
verband is tussen de underdogpositie<br />
van West-Vlamingen en hun ambitie,<br />
Ik ben geen<br />
Vlaamse nationalist,<br />
maar dit besef<br />
ontroert me wel<br />
maar het lijkt wel alsof mensen uit de<br />
regio waar ik vandaan kom een extra<br />
drang hebben om te bewijzen dat hun<br />
bezieling resultaten afwerpt.’<br />
Werkt dit gevoel van culturele achterstelling<br />
bij haar misschien mee bij<br />
het verwezenlijken van haar ambities?<br />
‘Mmm, indirect speelt het een soort<br />
rol. Omdat ik me teweer stel tegen de<br />
clichés, tegen stereotyperingen.’<br />
Terug naar het boek met de stofmonsters.<br />
‘Dat lees ik op verschillende<br />
niveaus. Je hebt de artistieke waarde<br />
en schoonheid van de textielsamples.<br />
Maar ook de positie van de vreemdeling<br />
in de toenmalige samenleving<br />
komt eruit naar voren. En dit roept bij<br />
mij allerlei vragen op. Wat betekende<br />
het als je als eenvoudige linnenbewerker<br />
uit Ruddervoorde in Haarlem<br />
terechtkwam? Hoe werd er überhaupt<br />
tegen de Vlamingen aangekeken? We<br />
weten dat er spotdichten op hen zijn<br />
gemaakt, die hun spraak op de hak<br />
namen. De Vlamingen vormden met<br />
elkaar een hechte, gesloten gemeenschap.<br />
Ze trouwden onder elkaar,<br />
hadden geen toegang tot de politieke<br />
macht. Voor mij was de overgang van<br />
België naar Nederland niet zo groot,<br />
hoewel ik wel grote cultuurverschillen<br />
heb ervaren. Maar hoe was dat<br />
voor inwijkelingen in de zestiende en<br />
zeventiende eeuw?’<br />
‘De mentaliteit van de Haarlemse bevolking<br />
moet voor hen heel anders zijn<br />
geweest dan ze gewend waren. Europa<br />
bestond nog niet uit de natiestaten<br />
zoals wij die kennen, culturele invloedsferen<br />
waren veel belangrijker. In<br />
Europa bestond toen net een scheids-<br />
lijn tussen het katholieke, bohemienachtige<br />
zuiden en het protestante,<br />
zakelijke noorden. Vlaanderen was<br />
meer gerelateerd aan de mediterrane<br />
invloedsfeer. Die vormen van oppositie,<br />
van het elkaar vreemd vinden, moet<br />
ook doorgewerkt hebben in de verhouding<br />
tussen de Zuidelijke en Noordelijke<br />
Nederlanden.’<br />
Persoonlijke ontboezemingen<br />
Ann Demeester is zeer geïnteresseerd<br />
in transhistorische verbanden. In het<br />
Frans Halsmuseum combineert zij<br />
graag kunstwerken uit totaal verschillende<br />
perioden met elkaar, om op die<br />
manier de toeschouwer anders naar<br />
de werken te laten kijken en nieuwe<br />
ideeën bij hen op te roepen.<br />
‘Om erachter te komen hoe het er toen<br />
aan toe ging, zou ik heel graag getransporteerd<br />
worden naar het Haarlem<br />
van de zeventiende eeuw! Frans<br />
Hals was een Vlaming van geboorte. Hij<br />
was te jong uit Vlaanderen vertrokken<br />
om zich zijn moederland nog te kunnen<br />
herinneren, maar moet wel altijd<br />
hebben beseft dat hij daar vandaan<br />
kwam. Hij was Vlaming en katholiek.<br />
Hij had wat we nu noemen een meervoudige<br />
identiteit. Desondanks had<br />
hij veel, belangrijke opdrachtgevers.<br />
Maar hoe zagen die opdrachtgevers<br />
hem? Hoe keek zijn omgeving tegen<br />
hem aan? We weten het niet. Hij heeft<br />
geen dagboeken, brieven of andere<br />
persoonlijke ontboezemingen nagelaten.<br />
Net zo min weten we precies hoe<br />
die verschillende gemeenschappen in<br />
Haarlem met elkaar omgingen.’<br />
Voor Demeester is dit verleden van<br />
betekenis voor de huidige tijd. ‘Rond<br />
1600 moet de Haarlemse bevolking<br />
voor ongeveer de helft uit migranten<br />
hebben bestaan. Maar wie is zich hier<br />
tegenwoordig nog van bewust? Ook<br />
in België weet men niet dat er zoveel<br />
Vlaamse elementen zitten in de Haarlemse<br />
geschiedenis. Men weet niet hoe<br />
gelaagd alles is. Het is een boeiend<br />
fenomeen, zoveel vluchtelingen die<br />
zich hier vestigden. Wanneer mensen<br />
Notarieel protocol met verzegelde stofmonsters,<br />
1678.<br />
zich dit zouden realiseren, zou het<br />
hen helpen om beter om te gaan met<br />
de complexiteit van de multiculturele<br />
samenleving.’<br />
‘Wat is het mooi,’ besluit ze lachend,<br />
‘dat een historisch document zo aan<br />
het denken kan zetten! Natuurlijk had<br />
ik ook een kunstwerk uit de collectie<br />
van het <strong>NHA</strong> kunnen kiezen, of een object.<br />
Voor mij is een archief in de eerste<br />
plaats een bewaarplaats van historische<br />
documenten, van geschriften. Een<br />
archief biedt feitelijkheid, maar kan<br />
tegelijkertijd onze verbeelding prikkelen<br />
en ons zelf de verhalen bij de<br />
collectiestukken laten bedenken.’<br />
33
# <strong>10</strong><br />
MOOI<br />
| Titel ....<br />
GEWEEST<br />
# <strong>10</strong> | Mooi geweest<br />
Archieven Provincie<br />
Noord-Holland<br />
Op 21 maart <strong>2018</strong> heeft Johan Remkes, Commissaris<br />
van de Koning van Noord-Holland, bij een feestelijke<br />
bijeenkomst in het Provinciehuis in Haarlem de archieven<br />
van de provincie Noord-Holland uit de periode 1989-1998<br />
in beheer gegeven bij de provinciearchivaris en directeur<br />
van het <strong>NHA</strong>, Lieuwe Zoodsma. Het gaat om ruim <strong>10</strong>0<br />
meter archiefmateriaal dat documenten bevat over<br />
onderwerpen waarbij de provincie een rol heeft gespeeld.<br />
Hierbij horen bijvoorbeeld de aanmelding van De Stelling<br />
van Amsterdam als Werelderfgoed, de bescherming<br />
van natuur en landschap en de ruimtelijke ontwikkeling<br />
van de provincie met de uitbreiding van Schiphol, het<br />
Havengebied Noordzeekanaal, nieuwe woonwijken,<br />
bedrijventerreinen en recreatiegebieden, maar ook de<br />
tragische vliegtuigramp met de Dakota in 1996, waarbij<br />
medewerkers van de provincie omkwamen.<br />
Verborgen Verleden<br />
Voor het programma Verborgen verleden kwam Irene<br />
Moors bij het <strong>NHA</strong> terecht op haar zoektocht naar haar<br />
voorouders. Ze sprak met archiefmedewerker Bianca<br />
Hoefman over haar kleurrijke familie. De aflevering werd<br />
op 19 januari <strong>2018</strong> op NPO2 uitgezonden.<br />
Wittgenstein<br />
De papieren nalatenschap van Ludwig Wittgenstein, de<br />
zogenaamde Nachlass, is in 2017 aan het Memory of<br />
the World Register van UNESCO toegevoegd. Het <strong>NHA</strong><br />
participeert met documenten over de filosoof Ludwig<br />
Wittgenstein: de zogenaamde Wittgensteiniana, onderdeel<br />
van het Wiener Kreis Archief.<br />
Glas-in-loodatelier<br />
Het glas-in-loodatelier Willem Bogtman, dat van 1912<br />
tot 2005 in Haarlem gevestigd was, heeft talloze (veelal<br />
gebrandschilderde) glas-in-loodlampen en -ramen<br />
vervaardigd, zowel naar eigen ontwerp als naar dat van<br />
anderen. Bogtman, beroemd door zijn glaskoepel in het<br />
Scheepvaarthuis (nu Grand Hotel Amrâth Amsterdam),<br />
is een bekende naam binnen de stroming van de<br />
Amsterdamse School en was een van de toonaangevende<br />
bedrijven op zijn vakgebied in Nederland. Op 7 december<br />
2017 werden de ontwerpen en het bedrijfsarchief<br />
van dit atelier bij het <strong>NHA</strong> in beheer gegeven tijdens<br />
een feestelijke bijeenkomst met experts Marjan Groot,<br />
universitair hoofddocent Vrije Universiteit Amsterdam,<br />
en Radboud van Beekum, onafhankelijke onderzoeker en<br />
ontwerper, onder meer bekend van zijn ontwerp van de<br />
Pastoe Kubusstoel.<br />
Jong Historisch Café<br />
Sinds april <strong>2018</strong> heeft het <strong>NHA</strong> een Jong Historisch<br />
Café. Samen met de Jonge Historici wordt twee keer<br />
per jaar een lezing met discussie georganiseerd<br />
waarin onderwerpen aan bod komen die actueel in<br />
het maatschappelijk debat spelen. De aftrap werd<br />
op 24 april <strong>2018</strong> gegeven met de bijeenkomst ’De<br />
Macht van Taal’. Aan de hand van het werk van filosoof<br />
Ludwig Wittgenstein, gingen Jonge Historici in op de<br />
hedendaagse vraagstukken gender en identiteit.<br />
Coornhert<br />
Onder grote belangstelling werd op vrijdag 13 april<br />
<strong>2018</strong> in de Commandeurszaal van het <strong>NHA</strong> de<br />
tentoonstelling ‘Coornhert als prentmaker en inspirator<br />
van kunstenaars’ door burgemeester Jos Wienen<br />
geopend. Dirck Volckertszoon Coornhert (1522-1590)<br />
woonde en werkte bijna veertig jaar in Haarlem. Hij is<br />
een van de belangrijkste cultuurdragers van ons land. De<br />
tentoonstelling (die liep tot 8 <strong>juni</strong>) was een gezamenlijk<br />
project met de Stichting Coornhertjaar <strong>2018</strong>.<br />
NIEUW!<br />
In de tentoonstelling NIEUW!, die van 8 februari t/m<br />
<strong>10</strong> maart <strong>2018</strong> in de Janskerk te zien was, werden de<br />
recentste aanwinsten uit de Collectie Provinciale Atlas<br />
getoond, waaronder de foto’s van Ahmet Polat over<br />
‘Energietransitie’ en Natascha Libbert over de nieuwe<br />
zeesluis in IJmuiden.<br />
34 35
# <strong>10</strong> | De passie van ... Lieuwe Zoodsma<br />
Tekst: Wim de Wagt / beeld: Kim Krijnen en Noord-Hollands Archief<br />
De passie van …<br />
Lieuwe Zoodsma<br />
‘Iedere archivaris heeft wel een wensenlijstje, waarop onderwerpen staan die hij graag zou willen<br />
onderzoeken, als hij meer tijd zou hebben. Zo’n lijstje heb ik ook in mijn hoofd. Vanaf het moment dat<br />
ik in Haarlem kwam heb ik bijvoorbeeld iets met Haarlem-Noord.’<br />
36<br />
Voordat Lieuwe Zoodsma in 1995 in<br />
Haarlem werd aangesteld als gemeentearchivaris<br />
van Haarlem, was<br />
hij plaatsvervangend rijksarchivaris bij<br />
het Rijksarchief in Zeeland. ‘Zodra ik in<br />
Haarlem was aangenomen, ben ik in<br />
Middelburg naar een antiquariaat gegaan<br />
en heb daar gevraagd: “Wat hebben<br />
jullie over Haarlem?” Hun plankje<br />
met Haarlem-boeken was natuurlijk<br />
niet zo uitgebreid. Maar toevallig kwam<br />
de eigenaar uit Haarlem. Hij beval me<br />
Zeven Heerlijkheden aan, dat over de<br />
geschiedenis van Schoten gaat. “Dit is<br />
misschien wel het leukste boek,” zei<br />
hij. “Schoten?”, reageerde ik. “Wat heeft<br />
dat met Haarlem te maken?” De eigenaar<br />
legde me uit dat Schoten ooit een<br />
zelfstandige gemeente was geweest,<br />
tot het door Haarlem werd opgeslokt<br />
bij de grote annexatie van 1927 en<br />
voortaan Haarlem-Noord heette.’<br />
Friese platteland<br />
Het beeld van Haarlem-Noord dat uit<br />
Zeven Heerlijkheden oprees beviel<br />
Lieuwe zó goed, dat hij probeerde met<br />
zijn toenmalige echtgenote een huis<br />
te kopen aan de Van Dortstraat of in<br />
de omgeving daarvan. Waarom daar?<br />
‘Buiten dat Hannie Schaft aan de Van<br />
Dortstraat woonde, vond ik het uitzicht<br />
op de Schoterveenpolder met de molen<br />
erg mooi. Een landelijk gebied met<br />
slootjes in een stedelijke omgeving,<br />
zo specifiek. Ik kom zelf van het Friese<br />
platteland, uit het dorp Arum, ik ben<br />
een Geert Mak-adept. Schoten was<br />
voor mij het oude Jorwerd.’<br />
Maar het lukte hem niet daar een<br />
Schoten was voor mij<br />
het oude Jorwerd<br />
huis te bemachtigen. Een paar keer<br />
brachten hij en zijn vrouw een bod<br />
op een woning uit, maar iedere keer<br />
werden ze afgetroefd. Het werd ten<br />
slotte Aerdenhout. ‘De enige plaats in<br />
de omgeving die ik op mijn lijstje had<br />
doorgestreept, omdat ik vermoedde dat<br />
ik later steeds zou moeten uitleggen<br />
waarom ik daar woonde. En dat was<br />
ook zo. Dan zei ik altijd maar: “Ik woon<br />
in de sloppenwijken van Aerdenhout.”<br />
“Heb je die daar dan?”, was steevast de<br />
reactie.’<br />
Maar zijn liefde voor Haarlem-Noord,<br />
pardon: Schoten bleef. Wat was het<br />
dat hem zo aantrok in de verdwenen<br />
gemeente? ‘Ik denk het dramatische<br />
van een plattelandsgemeente die de<br />
grote stad in zijn nek voelt hijgen, en<br />
als een idioot woningen gaat bouwen<br />
om Den Haag ervan te overtuigen<br />
dat ze zelfstandig kunnen blijven. De<br />
ene na de andere wijk werd er uit de<br />
grond gestampt, de Transvaalbuurt, de<br />
Indische buurt, de Bomenbuurt, noem<br />
maar op, zelfs een eigen gasfabriek.<br />
Een intrigerend verhaal, waar ik een<br />
keer nog wat mee wil doen. Als je toch<br />
bedenkt dat de laatste burgemeester<br />
Lieuwe Zoodsma
# <strong>10</strong> | De passie van ... Lieuwe Zoodsma<br />
38<br />
van Schoten, J.N.J.E. Heerkens Thijssen,<br />
tegelijk wethouder was van Haarlem!’<br />
Torentje<br />
‘Ik hield vorig jaar een verhaal over<br />
de ondergang van Schoten voor de<br />
Stichting Historisch Schoten. Moet je<br />
je voorstellen: de aula van de Schoter<br />
Scholen Gemeenschap, gevuld<br />
met 200 à 250 mensen! Dan ben ik<br />
helemaal in mijn element. Het liep<br />
bijvoorbeeld slecht af met de gemeentelijke<br />
gasfabriek, die in heel korte tijd<br />
steeds groter moest worden omdat er<br />
zoveel woningen werden gebouwd. De<br />
directeur van de gasfabriek maakte er<br />
financieel een potje van, en dat heeft<br />
niet bijgedragen aan de geloofwaardigheid<br />
van Schoten als zelfstandige<br />
gemeente. Veel informatie ontbreekt<br />
nog over die geschiedenis, maar in het<br />
straatbeeld is nog zat bewaard gebleven<br />
van Schoten, zoals het raadhuis<br />
aan de Rijksstraatweg en het Schoter<br />
Rechthuis aan de Vergierdeweg. Ergens<br />
in de buurt van de Cronjéstraat zit nog<br />
een oud straatnaambord. De straatnaamborden<br />
waren trouwens rood<br />
met witte letters! Maar het besef dat<br />
Schoten een gemeente met een eigen<br />
identiteit was leeft te weinig, alleen<br />
een kleine groep Haarlemmers is van<br />
deze geschiedenis op de hoogte. Ken<br />
je het verhaal van het torentje van de<br />
Deo?’<br />
Het dramatische<br />
van een plattelandsgemeente<br />
die de<br />
grote stad in zijn<br />
nek voelt hijgen<br />
Het oude rechthuis aan de Vergierdeweg<br />
52, oostzijde, tussen de Eksterstraat en de<br />
Nachtegaalstraat, ziende naar het noordoosten.<br />
(voormalig Rechthuis te Schoten), 1970.<br />
Hij vertelt hoe hij een aantal jaren geleden<br />
in het bestuur van de Historische<br />
Vereniging Haerlem de enige was die<br />
pleitte voor de terugkeer van de historische<br />
toren van het Sint Johannes de<br />
Deo ziekenhuis, toen dit monumentale<br />
pand werd verbouwd tot appartementengebouw.<br />
‘Maar wat gebeurde er?<br />
Het torentje werd eraf getakeld door<br />
de aannemer, Holleman in Santpoort,<br />
en staat nu bij de aannemer in de<br />
tuin. Iedereen vindt het een schande<br />
dat de torenspits van de vroegere<br />
Spaarnekerk nu boven op de FEBO in<br />
Schalkwijk staat, maar hier hoor je<br />
niemand over. Helaas, Haarlem-Noord<br />
doet niet echt mee in de geschiedenis<br />
van de stad. Alles wat binnen de vesten<br />
gebeurt is interessant, maar naarmate<br />
je je verder daarvan verwijdert neemt<br />
de belangstelling zienderogen af. Dat<br />
geldt trouwens ook voor Haarlem-Oost<br />
en Schalkwijk.’<br />
Hij kent genoeg buurten in Noord die<br />
hij zou willen onderzoeken, zoals de<br />
Kleverparkbuurt, de omgeving van<br />
de voormalige Ripperdakazerne, de<br />
begraafplaats aan de Kleverlaan, Huis<br />
te Zaanen, het gebied van de vroegere<br />
Werf Conrad op de hoek van de<br />
Spaarndamseweg. ‘We moeten eindelijk<br />
eens een gevoel van trots creëren<br />
voor wat in Haarlem-Noord bereikt is,<br />
door Schoten.’<br />
Schoterveense molen in de Schoterveenpolder,<br />
gezien vanaf de Van Dortstraat.<br />
39
# <strong>10</strong> | De bezoeker in de digitale lift<br />
Tekst: Klaartje Pompe / beeld: de beeldmarketeers, Jon Tyson<br />
De bezoeker in de<br />
digitale lift<br />
In april <strong>2018</strong> heeft het bestuur van het <strong>NHA</strong> het voorstel goedgekeurd om de Janskerk het middelpunt<br />
te laten zijn van alle publieksdiensten en de digitalisering en digitale vernieuwingen verder uit te<br />
breiden. Komende maanden zullen medewerkers enthousiast en hard bezig zijn met de voorbereidende<br />
stappen hiervoor, want deze plannen worden al vanaf januari 2019 uitgevoerd.<br />
40<br />
Het is nog steeds een belangrijk<br />
uitgangspunt: ‘Voor wie wil weten hoe<br />
het was’. Dit is het motto waarmee<br />
het <strong>NHA</strong> in 2007 bezoekers begon te<br />
helpen om meer te weten te komen<br />
over hun familiegeschiedenis en de<br />
geschiedenis van de provincie Noord-<br />
Holland en de regio’s Kennemerland en<br />
Amstel- en Meerlanden. Het <strong>NHA</strong> zet<br />
daarmee nadrukkelijk de klant centraal<br />
en stemt zijn dienstverlening op de<br />
klant af.<br />
Diensten verlenen aan het publiek en<br />
het beschikbaar stellen van archieven<br />
en collecties horen vanouds bij de primaire<br />
taken van het <strong>NHA</strong>. Studiezaalmedewerkers<br />
helpen met het onderzoek<br />
in archieven en collecties op twee<br />
locaties, namelijk de Janskerk en de<br />
Kleine Houtweg. Maar dankzij digitalisering<br />
kunnen bezoekers tegenwoordig<br />
steeds meer onderzoek thuis doen.<br />
In 2007 stond de digitale dienstverlening<br />
via de website van het <strong>NHA</strong> nog<br />
in de kinderschoenen: de site bood de<br />
mogelijkheid te zoeken in gegevens<br />
over archieven en om een deel van de<br />
beeldcollecties te bekijken. Inmiddels<br />
zijn grote stappen gemaakt. Behalve<br />
dat bezoekers nu kunnen zoeken<br />
in archieven en collecties, kan het<br />
beeldmateriaal voor een groot deel<br />
online bekeken worden, net als een<br />
steeds groeiend aantal gedigitaliseerde<br />
archiefstukken. Bezoekers van<br />
de website kunnen bovendien zonder<br />
kosten via ‘Scannen op verzoek’ een<br />
door hen gevonden archiefstuk laten<br />
digitaliseren.<br />
Verder heeft de OCR-techniek (Optical<br />
Via de chatfunctie<br />
vragen stellen<br />
Character Recognition) het mogelijk<br />
gemaakt dat gedigitaliseerde kranten<br />
op woorden doorzocht kunnen worden.<br />
Naast het Haarlems Dagblad en de oorlogskrant<br />
Haarlemsche Courant, zijn dat<br />
de IJmuider Courant, lokale bladen uit<br />
Heemstede, Bloemendaal en Santpoort<br />
en adresboeken van een groot aantal<br />
aangesloten gemeentes. Zelfs de historische<br />
raadsnotulen van de gemeente<br />
Heemstede zijn nu via de krantenviewer<br />
gemakkelijk te raadplegen.<br />
Veel belangstelling is er ook voor het<br />
online beeldmateriaal op de Beeldbank.<br />
Scans van manuscriptkaarten en plattegronden,<br />
gravures, prenten, tekeningen<br />
en foto’s zijn te bekijken en in<br />
hoge resolutie te downloaden. Jaarlijks<br />
komen er meer digitale bronnen van<br />
het <strong>NHA</strong> beschikbaar op de eigen website<br />
en op die van landelijke platforms<br />
zoals het genealogische WieWasWie en<br />
het Netwerk Oorlogsbronnen.<br />
Dienstverlening van de<br />
toekomst<br />
In het Meerjarenbeleidsplan 2017-<br />
2020 wordt de vraag gesteld hoe het<br />
<strong>NHA</strong> het best toekomstgericht invulling<br />
kan geven aan het beschikbaar stellen<br />
van archieven en collecties. Al jarenlang<br />
daalt het aantal bezoekers op<br />
de studiezalen, terwijl met het toenemende<br />
aanbod van digitale bronnen<br />
online de digitale bezoekersaantallen
# <strong>10</strong> | De bezoeker in de digitale lift<br />
stijgen. Het <strong>NHA</strong> wil hierop inspelen<br />
met nieuwe faciliteiten. Wat kan de<br />
bezoeker straks allemaal verwachten?<br />
Vanaf 2019 worden bezoekers voor<br />
archieven en collecties ontvangen in de<br />
vernieuwde studiezaal in de Janskerk.<br />
De locatie Janskerk is dan hét centrum<br />
voor onderzoek in de papieren, nog<br />
niet gedigitaliseerde bronnen van het<br />
<strong>NHA</strong>. De huidige zelfbediening met<br />
microfichereaders en -printers zal verdwenen<br />
zijn. Online zijn de microfiches<br />
en -films en kopieboeken van Doop-,<br />
Trouw-, en Begrafenisregisters nog wel<br />
beschikbaar. Een dagelijks transport<br />
zorgt ervoor dat de door bezoekers<br />
gevraagde archiefbestanden van de<br />
Kleine Houtweg naar de Jansstraat<br />
gebracht worden. Ondertussen gaat<br />
de digitalisering van archiefbronnen<br />
onverminderd door, met ‘Scannen op<br />
verzoek’ en het digitaliseren van grote<br />
veelgevraagde archieven als speerpunten.<br />
Op afspraak blijft onderzoek op de<br />
locatie Kleine Houtweg mogelijk.<br />
Sommige bestanden zijn te omvangrijk<br />
(zoals kadasterregisters) of te<br />
kwetsbaar (zoals beeldmateriaal uit<br />
de Kennemer en Provinciale Atlas) om<br />
met een transport mee te kunnen. De<br />
uitbreiding van de digitale dienstverlening<br />
is mogelijk door de concentratie<br />
van de dienstverlening op één studiezaal<br />
en een verkorting van de openingstijden<br />
met een uur per dag. De<br />
zaterdagopenstelling eens per maand<br />
blijft overigens.<br />
Veel zal ook hetzelfde blijven. Net als<br />
nu zullen in de Janskerk veel publieksactiviteiten<br />
plaatsvinden en wordt er<br />
gezocht naar passende manieren om<br />
een breed publiek, van jong tot oud, te<br />
laten kennis maken met geschiedenis<br />
en de historische Janskerk.<br />
Meer bronnen, betere<br />
toegankelijkheid<br />
Het digitale aanbod via de website zal<br />
blijven groeien. Meer bronnen komen<br />
beschikbaar, met een betere vindbaarheid<br />
en interactieve hulp bij het<br />
zoeken. De online bezoeker kan in de<br />
toekomst ook in de avond vragen stellen<br />
via een chatfunctie.<br />
Genealogische bronnen, notariële archieven,<br />
bouwdossiers en fotocollecties<br />
zullen de komende jaren gedigitaliseerd<br />
en toegankelijk gemaakt worden.<br />
Slimme zoektechnologie maakt het<br />
mogelijk om relevante informatie uit<br />
archieven en beeldcollecties bij elkaar<br />
gepresenteerd te krijgen.<br />
Innovatie in digitale techniek is van<br />
belang om nieuwe verbanden tussen<br />
archieven en gegevens te kunnen<br />
leggen. Digitale kaarten bieden nieuwe<br />
mogelijkheden om informatie te<br />
presenteren en te vinden. Bijvoorbeeld<br />
een kaart van negentiende-eeuws<br />
Haarlem 1 die laat zien welke beroepen<br />
in welke wijken beoefend werden en<br />
hoe de leeftijdsopbouw en gezinsomvang<br />
daar was. Gemaakt op basis van<br />
gegevens uit de adresboeken en de<br />
bevolkingsregisters. Of een kaart van<br />
Haarlem met positionering van foto’s<br />
op de exacte plek.<br />
Op de digitale studiezaal zal elk jaar<br />
meer inhoud te vinden zijn. En de<br />
inhoud zal op nieuwe manieren gepresenteerd<br />
worden. Maar het contact met<br />
Locatie Kleine Houtweg, Noord-Hollands Archief.<br />
de bezoekers, op de fysieke studiezaal<br />
en online, blijft voor het <strong>NHA</strong> natuurlijk<br />
onverminderd belangrijk!<br />
1 Haarlem is hier een voorbeeld en kan vervangen<br />
worden door welke andere aangesloten<br />
gemeente dan ook.<br />
Enschedé<br />
Vanaf 2019 vinden bezoekers in<br />
de Janskerk een aantrekkelijke en<br />
representatieve tentoonstelling over<br />
300 jaar drukken in Haarlem, op basis<br />
van de veelzijdige en unieke collecties<br />
van bedrijf en familie Enschedé. Een<br />
deel van de tentoonstelling heeft een<br />
permanente en een ander deel een<br />
wisselende opstelling.<br />
42 43
# <strong>10</strong> | Wat zit er onder het topje van de ijsberg?<br />
Tekst: Nico Vriend / beeld: Noord-Hollands Archief<br />
Wat zit er onder het<br />
topje van de ijsberg?<br />
Het <strong>NHA</strong> beheert ongeveer 55 strekkende kilometer aan archieven en collecties, waarvan ongeveer de<br />
helft bestaat uit handgeschreven teksten. Slechts van het spreekwoordelijke ‘topje van de ijsberg’ is<br />
de inhoud bekend. Stel je voor dat je die handgeschreven teksten woordelijk zou kunnen doorzoeken!<br />
44<br />
Lang leek het een utopische gedachte.<br />
Tegenwoordig worden echter grote<br />
stappen gezet in het door de computer<br />
laten maken van transcripties van<br />
handgeschreven teksten. Deze techniek<br />
wordt ‘Handwritten Text Recognition’<br />
(HTR) genoemd. Omdat het <strong>NHA</strong> nieuwe<br />
mogelijkheden ziet om de collecties<br />
op deze manier voor het voetlicht te<br />
brengen is het een overeenkomst aangegaan<br />
met het programma Transkribus,<br />
ontwikkeld door de Universität<br />
Innsbruck en onderdeel van het door<br />
de Europese Unie gesubsidieerde project<br />
READ (Recognition and Enrichment<br />
of Archival Documents).<br />
Belangrijke rol<br />
Handwritten Text Recognition maakt<br />
het mogelijk om handgeschreven teksten<br />
om te zetten in ‘machine leesbare<br />
teksten’ en deze full-text te doorzoeken.<br />
Of het nu gaat om middeleeuwse<br />
of twintigste-eeuwse handschriften.<br />
Daar moet echter wel wat voor gedaan<br />
worden, want voor iedere handeling<br />
moet de computer eerst ‘getraind’ worden.<br />
Waar op een document bevinden<br />
zich bijvoorbeeld tekstregio’s? Hoeveel<br />
verschillende handschriften kunnen<br />
daarop onderscheiden worden? En in<br />
welke taal en in welke tijdsperiode is<br />
het document geschreven?<br />
Dit zijn elementen die een rol spelen<br />
binnen Transkribus en effect hebben<br />
op de uiteindelijke kwaliteit van de<br />
HTR-resultaten. Het belangrijkste onderdeel<br />
van de computertraining is het<br />
aanleveren van de correcte transcripties<br />
van een deel van de documenten.<br />
De computer kan zo leren om de op de<br />
documenten voorkomende woorden en<br />
karakters te interpreteren.<br />
De mens speelt een belangrijke rol in<br />
deze training en zal dit ook in de (nabije)<br />
toekomst blijven doen. Zo zorgen<br />
vrijwilligers op dit moment voor het<br />
creëren van correcte transcripties. Hoe<br />
meer trainingsdata er echter gegenereerd<br />
worden, door de vrijwilligers en<br />
Het leek een<br />
utopische gedachte<br />
door andere (Nederlandstalige) gebruikers<br />
van Transkribus, hoe beter de<br />
resultaten van de computer zullen zijn<br />
en hoe minder de hulp van de mens<br />
uiteindelijk nog nodig is.<br />
Twee vliegen in één klap<br />
Op dit moment voert het <strong>NHA</strong> een pilot<br />
uit op de grote correspondentieseries<br />
in het archief van het gemeentebestuur<br />
van Haarlem, over de periode 1886-<br />
1898. Online is deze serie nu vrijwel<br />
onvindbaar. Om hierin verandering te<br />
brengen, wordt er gebruik gemaakt van<br />
45
de toegangen die er destijds op deze<br />
duizenden documenten zijn gemaakt,<br />
een soort postregistratie. Door deze<br />
toegangen woordelijk doorzoekbaar te<br />
maken, wordt aan het brede publiek<br />
getoond welke documenten schuilgaan<br />
in de grote correspondentieseries van<br />
de gemeente Haarlem. Niet alleen de<br />
kwaliteit van HTR wordt zo getest, deze<br />
wordt ook op een efficiënte manier<br />
ingezet om een zo groot mogelijk deel<br />
van de ijsberg zichtbaar te maken:<br />
twee vliegen in één klap.<br />
Er is nog een reden om te kiezen voor<br />
een experiment met de negentiendeeeuwse<br />
postregistratie. Deze is namelijk<br />
zeer eenvormig: iedere pagina is<br />
exact hetzelfde qua lay-out en slechts<br />
door een aantal klerken beschreven.<br />
Hoewel Transkribus kan werken met<br />
allerlei soorten handschriften, in allerlei<br />
talen en uit diverse tijdsperioden,<br />
speelt eenvormigheid een belangrijke<br />
rol in de uiteindelijke kwaliteit van de<br />
HTR. Hoe meer verschillende handschriften<br />
er op documenten voorkomen<br />
en hoe meer divers hun lay-outs, hoe<br />
moeilijker het voor de computer wordt<br />
om goede transcripties te maken.<br />
In de pilot werkt het <strong>NHA</strong> samen<br />
met het Nationaal Archief in Den<br />
Haag, waar vergelijkbaar materiaal<br />
voor Transkribus is geselecteerd. De<br />
resultaten kunnen dan niet alleen<br />
met elkaar worden vergeleken, maar<br />
ook de traingingsdata kunnen worden<br />
gecombineerd om betere resultaten te<br />
verkrijgen.<br />
Negentiende-eeuwse spreadsheets?<br />
Hoewel de lay-out van iedere pagina<br />
uit de negentiende-eeuwse postregistratie<br />
hetzelfde is, bestaat deze in<br />
beginsel uit een complexe tabelstructuur.<br />
Het is zaak om de computer de<br />
rijen en kolommen uit deze tabellen te<br />
laten herkennen en interpreteren. Met<br />
behulp van de Technische Universität<br />
Wien, een van de Transkribus-partners,<br />
is het <strong>NHA</strong> daarom bezig om deze<br />
tabelstructuren digitaal te reproduceren.<br />
Dit moet niet alleen de resultaten<br />
van HTR verbeteren, het bepaalt ook de<br />
mogelijkheden van wat archieven en<br />
onderzoekers uiteindelijk kunnen met<br />
de data. Als deze reproductie succesvol<br />
is, dan kunnen de negentiende-eeuwse<br />
documenten bijvoorbeeld als een<br />
spreadsheet worden (her)gebruikt. Dit<br />
maakt verdere koppelingen en verrijkingen<br />
van deze data mogelijk. De<br />
Voorbeeld voor kolom en regelherkenning.<br />
Links Depot Noord-Hollands Archief.<br />
eerste resultaten in het automatisch<br />
laten herkennen van rijen en kolommen<br />
zijn inmiddels binnen. Ook hierin<br />
wordt de computer verder getraind en<br />
is de mens voorlopig onmisbaar.<br />
Toekomst<br />
Hoewel HTR-technieken nog experimenteel<br />
zijn, bieden ze zeer interessante<br />
nieuwe mogelijkheden. Als de<br />
pilot succesvol is, kan deze techniek<br />
bijvoorbeeld worden toegepast op andere<br />
(informatierijke) bronnen binnen<br />
en buiten het <strong>NHA</strong>. De ijsberg wordt<br />
daarmee niet alleen meer zichtbaar,<br />
ook de manier van het doorzoeken van<br />
handgeschreven bronnen zal fundamenteel<br />
kunnen veranderen, waardoor<br />
een reusachtige hoeveelheid nu nog<br />
verborgen kennis ter beschikking komt.<br />
47
Tekst: Alexander de Bruin / beeld: Noord-Hollands Archief<br />
De collectie Provinciale<br />
Atlas Noord-Holland<br />
Het Noord-Hollands Archief presenteert en beheert de beeldcollectie van de provincie Noord-Holland;<br />
de Provinciale Atlas. De collectie bestaat uit prenten, tekeningen, kaarten en foto’s die betrekking<br />
hebben op de hele provincie. In totaal bestaat de collectie uit 82.000 objecten, die een duidelijk beeld<br />
geven hoe Noord-Holland er uit zag en hoe het zich in de loop van de tijd heeft ontwikkeld.<br />
De zeventiende-eeuwse tekeningen vormen een bijzonder onderdeel van de collectie. Hieronder bevinden zich tekeningen<br />
van kunstenaars zoals Pieter Saenredam (1597-1665), Claes Jansz. Visscher (II) (1587-1652), Adriaen van de Velde (1636-<br />
1672) en Matthias Withoos (1627-1703). De collectie telt ruim zevenenvijftig bladen met zeventiende-eeuwse tekeningen,<br />
van kunstenaars geboren tussen 1590 en 1675.<br />
Profiel van Beverwijk in 1628, Daniël van Breen (1599-1665).<br />
Boven Slot Purmersteyn, anoniem, toegeschreven aan<br />
Pieter Saenredam (1597-1665).<br />
Onder Ontwerp voor gebrandschilderd raam, door Romeyn<br />
de Hooghe, 1703.<br />
48<br />
49
# <strong>10</strong> | Cultuursocioloog P.J. Bouman, schrijver met een filmische blik<br />
Tekst: Marlies Bouman / beeld: Noord-Hollands Archief<br />
Cultuursocioloog<br />
P.J. Bouman, schrijver<br />
met een filmische blik<br />
In januari <strong>2018</strong> is het archief van Pieter Jan Bouman (1902-1977) in bruikleen gegeven. Zijn manuscripten<br />
en papieren zijn een bijzondere aanvulling op de belangrijke en veelzijdige collectie wetenschapsarchieven<br />
in het Noord-Hollands Archief.<br />
50<br />
Leeswoede<br />
De wetenschapsarchieven van het<br />
<strong>NHA</strong> documenteren de verhalen van<br />
begaafde en bevlogen wetenschappers<br />
die, gedreven door verwondering<br />
en nieuwsgierigheid, de werking van<br />
de wereld om hen heen onderzoeken.<br />
Ook het verhaal van Pieter Jan Bouman<br />
hoort daar zonder meer in thuis.<br />
Piet Bouman werd in 1902 geboren in<br />
Batavia, het huidige Jakarta. Tijdens de<br />
Eerste Wereldoorlog keerde hij met zijn<br />
ouders uit Indië terug naar Nederland.<br />
In Rotterdam ging hij naar de HBS en<br />
gaf hij – zoals hij zelf later schreef 1 –<br />
ruimschoots toe aan zijn leeswoede,<br />
zonder een onderscheid te maken tussen<br />
literaire, historische of maatschappelijk<br />
geëngageerde auteurs. Goethe,<br />
Marx of Freud, hij las ze allemaal en<br />
besteedde er al zijn zakgeld aan. Die<br />
grote liefde voor het geschreven woord<br />
zou hij zijn hele leven behouden.<br />
Na de HBS ging Bouman studeren aan<br />
de Nederlandse Handels Hoogeschool<br />
in Rotterdam. De keuze voor deze economische<br />
studie was noodgedwongen:<br />
thuis was er niet genoeg geld om naar<br />
een echte universiteit in een andere<br />
plaats te gaan en daar deel te nemen<br />
aan het studentenleven. Eigenlijk kon<br />
het hem niet zoveel schelen waar en<br />
wat hij ging studeren, hij wist alleen<br />
zeker dát hij wilde studeren. Wat ervan<br />
zou komen, zo dacht hij, had hij zelf in<br />
de hand. Dat bleek ook zo te zijn.<br />
Promotie<br />
Na zijn afstuderen werd hij in 1926<br />
leraar handelswetenschappen én<br />
geschiedenis in Middelburg. Daarvoor<br />
moest hij wel zijn akte mo geschiedenis<br />
halen, terwijl hij toen ook al was<br />
gestart met een promotieonderzoek<br />
op het terrein van de economische<br />
geschiedenis. In 1931 promoveerde hij<br />
bij zijn leermeester Z.W. Sneller op de<br />
historische economische band tussen<br />
Rotterdam en het Duitse achterland.<br />
In de tussentijd was hij getrouwd<br />
en waren twee van zijn drie zonen<br />
geboren.<br />
Bouman was een enorm productieve<br />
man die naast zijn baan en zijn jonge<br />
gezin, in rap tempo boeken en artikelen<br />
begon te schrijven. Daarbij ging<br />
zijn interesse naar eigen zeggen niet<br />
meer zozeer uit naar zijn promotieonderwerp<br />
– de economische geschiedenis<br />
– maar eerder naar de cultuurgeschiedenis<br />
en cultuursociologie. Dat<br />
nam niet weg dat hij op meerdere<br />
vakgebieden begon te schrijven; in<br />
1938 kwam zijn eerste algemeen<br />
historisch-sociologische studie uit, Van<br />
Renaissance tot Wereldoorlog. Tegelijkertijd<br />
publiceerde hij een leerboek<br />
–Economische geschiedenis – en een<br />
handboek: Sociologie, begrippen en<br />
problemen. Zijn kennis op dat laatste
# <strong>10</strong> | Cultuursocioloog P.J. Bouman, schrijver met een filmische blik<br />
Links Nota promotiediner,<br />
1 februari 1931.<br />
Rechts Dr. P.J. Bouman in 1932,<br />
tekening door Dolf van der Haar.<br />
52<br />
terrein – de sociologie – verwierf hij<br />
overigens grotendeels door systematische<br />
zelfstudie.<br />
Aan een van zijn zoons legde hij ooit<br />
het verschil uit tussen een socioloog en<br />
een historicus: de socioloog bestudeert<br />
hoe de samenleving in elkaar steekt<br />
en de historicus bestudeert hoe dat<br />
allemaal zo gekomen is.<br />
Zeer vernieuwend<br />
In 1946 werd hij, mede vanwege eerdergenoemd<br />
handboek over sociologie,<br />
hoogleraar Sociologie aan de Rijksuniversiteit<br />
Groningen.<br />
Ook als hoogleraar bleef Bouman zeer<br />
productief. Naast het lesgeven, de<br />
ontwikkeling van een curriculum, de<br />
opbouw van de faculteit, het bestuur<br />
van de universiteit als rector magnificus<br />
en advieswerk voor ondernemingen<br />
en maatschappelijke organisaties,<br />
bleef hij zeer veel publiceren. Niet<br />
alleen op zijn officiële vakgebied de<br />
sociologie, maar ook op het terrein<br />
van de economie en de<br />
geschiedenis. En niet alleen<br />
in strikt wetenschappelijke<br />
zin maar óók daarbuiten:<br />
de ‘vrije’ publicaties, zoals<br />
hij ze zelf aanduidde.<br />
Al verschilden vakgebied,<br />
methode, vorm en<br />
doelgroep, zijn insteek<br />
bleef vrijwel steeds gelijk:<br />
Bouman schreef over de<br />
relatie tussen het individu<br />
en de westerse maatschappij,<br />
met zijn industrialisatie,<br />
kapitalisme, verstedelijking,<br />
wereldoorlogen en het<br />
menselijk lijden als gevolg daarvan.<br />
Bij zijn ‘vrije’ boeken was het door hem<br />
toegepaste procedé voor die tijd zeer<br />
vernieuwend: de filmische aanpak. In<br />
zijn eigen woorden: het schijnwerperlicht,<br />
het bewegend cameraoog, de<br />
dynamiek van een wisseling van scènes<br />
en de close-up. Een prachtige manier<br />
om lezers een verhaal in te trekken en<br />
te boeien, ook als dat verhaal complex<br />
en veelgelaagd is. De lezers in binnenen<br />
buitenland lieten zich er dan ook intrekken<br />
en lazen zijn boeken en masse.<br />
De titels van zijn bestsellers waren<br />
allemaal pakkend en nieuwsgierig makend:<br />
Roep en Roeping, Samenleving in<br />
puin, Volk in beweging, Vijfstromenland,<br />
In de ban der geschiedenis, Een handvol<br />
mensen, Voor en na de zondvloed,<br />
Van tijd naar tijd en de grote bestseller:<br />
Revolutie der eenzamen.<br />
Bevlogen<br />
Zeker vanwege Revolutie der Eenzamen,<br />
met ruim dertig herdrukken<br />
en in vele talen vertaald, werd hij<br />
een bekende Nederlander in een tijd<br />
waarin niemand nog van dat begrip<br />
had gehoord. (Inmiddels wordt hij<br />
ook wel de Geert Mak van zijn dagen<br />
genoemd.) Als publieke intellectueel<br />
verzorgde hij vele voordrachten op de<br />
radio, verscheen hij als deskundige<br />
op de televisie (bijvoorbeeld bij de<br />
eerste maanlanding) en onderhield hij<br />
geruime tijd nauwe banden met het<br />
Koningshuis.<br />
Na ruim twintig jaar als hoogleraar te<br />
hebben gewerkt ging hij in 1967 met<br />
pensioen, om zich de hem resterende<br />
tijd volledig te kunnen wijden aan zijn<br />
‘vrije’ werk. Hij overleed in Epe in 1977.<br />
Bouman heeft als econoom, historicus<br />
en socioloog vele jaren lang de<br />
wereld om zich heen bestudeerd en<br />
beschreven. Daarnaast heeft hij, zeer<br />
begaan met het lot van alle individuen<br />
in die wereld, steeds geprobeerd om<br />
iedereen (wetenschappers, studenten<br />
en vooral ook ‘gewone’ lezers) zo goed<br />
en begrijpelijk mogelijk zijn kennis en<br />
inzichten bij te brengen op een originele,<br />
bevlogen manier. Daarmee heeft<br />
hij een groot aantal mensen weten te<br />
bereiken, niet alleen in Nederland maar<br />
ook daarbuiten. Nog steeds wordt zijn<br />
werk met enige regelmaat aangehaald<br />
in de wetenschap en in de media.<br />
1<br />
Bouman heeft over zijn leven geschreven in:<br />
Voor en na de zondvloed, uitgeverij De Arbeiderspers,<br />
1970. Op dit moment werkt drs. C.<br />
Strootman aan een uitgebreide biografie over<br />
leven en werken van P.J. Bouman.
# <strong>10</strong> | Nieuwe archieven en collecties<br />
Tekst: Helen van der Eem / beeld: Noord-Hollands Archief<br />
Nieuwe archieven<br />
en collecties<br />
Bij het Noord-Hollands Archief zijn de afgelopen maanden diverse nieuwe archieven<br />
binnengekomen. In deze rubriek aandacht voor enkele van die archieven, die ondertussen<br />
te raadplegen zijn in de studiezaal.<br />
Boven Haarlemsche Motet- en Madrigaalvereeniging,<br />
circa 1930-1935.<br />
Instellingen in de<br />
provincie<br />
Aanvullingen op de collectie van<br />
Losse Aanwinsten (verkregen<br />
vanaf 1984) van het <strong>NHA</strong>, 1580-<br />
2006: 0,<strong>10</strong> m<br />
Inv. nrs. 260-263: Stukken betreffende<br />
de Haarlemsche Motet- en<br />
Madrigaalvereeniging, 1928-1939. De<br />
vereniging (later Haarlemse Motet- en<br />
Madrigaalvereniging) is opgericht in<br />
oktober 1928 en stond twaalf jaar<br />
lang onder leiding van Samuel (Sem)<br />
Dresden (1881-1957). Een hoogtepunt<br />
vond plaats op 25 december 1931 toen<br />
de vereniging de muzikale omlijsting<br />
mocht verzorgen bij de voor de radio<br />
uitgesproken kerstgroet door Koningin<br />
Wilhelmina. Het tienjarig bestaan van<br />
de vereniging in 1938 werd op 27 februari<br />
1939 gevierd met een feestelijk<br />
concert in het Concertgebouw en na<br />
afloop een receptie in de kroonzaal van<br />
Brinkmann.<br />
Centrale Bestuursdienst van<br />
de provincie Noord-Holland te<br />
Haarlem, (1957) 1989-1997<br />
(2001): 21,80 m<br />
Provinciale Dienst Milieu en Water<br />
te Haarlem, (1986) 1989-1996<br />
(1998): 11,50 m<br />
Provinciale Dienst Wegen, Verkeer<br />
en Vervoer te Haarlem, (1980)<br />
1989-1997 (2002): 11,00 m<br />
In mei 1989 vond er een grote reorganisatie<br />
plaats van de Algemene<br />
Dienst van de provincie Noord-Holland.<br />
In plaats van de Griffie en de drie<br />
diensten Provinciale Waterstaat (PWS),<br />
Provinciale Planologische Dienst en<br />
Economisch Technologische Dienst,<br />
kwamen er vijf nieuwe diensten. De<br />
Centrale Bestuursdienst, de Dienst Milieu<br />
en Water, de Dienst Wegen, Verkeer<br />
en Vervoer, de Dienst Ruimte en Groen<br />
en de Dienst Welzijn, Economie en<br />
Bestuur. De Dienst Milieu en Water was<br />
een samenvoeging van de vroegere<br />
Provinciale Waterstaat en de griffie<br />
afdelingen Milieu en Water. De Dienst<br />
Wegen, Verkeer en Vervoer was vóór<br />
1989 een onderdeel van de Provinciale<br />
Waterstaat van Noord-Holland. In de<br />
nieuwe organisatie werd een integratie<br />
doorgevoerd van beleidsondersteunende<br />
en uitvoerende taken. De vijf<br />
diensten hebben van 1989 tot 1997<br />
bestaan.<br />
Aangesloten<br />
gemeenten<br />
HAARLEM<br />
Sector Welzijn, Sociale Zaken en<br />
Gezondheid van de gemeente<br />
Haarlem, (1982) 1991-1999<br />
(2002): 29,50 m<br />
Na de reorganisatie van het gehele<br />
bestuurlijke en ambtelijke apparaat<br />
van de Gemeente Haarlem in 1991 zijn<br />
de oorspronkelijke twintig diensten<br />
en bedrijven en de secretarie van de<br />
Gemeente Haarlem omgevormd tot zes<br />
sectoren en de Bestuursdienst. Alle<br />
sectoren behartigen een of meerdere<br />
beleidsvelden, waarbij beleid en<br />
uitvoering zijn geïntegreerd. Het doel<br />
daarbij was om zo meer samenhang<br />
in de organisatie te krijgen en de<br />
gemeente beter bestuurbaar te maken.<br />
Een tweede reorganisatie van de sectoren<br />
volgde in 1996-1997, waarbij een<br />
aantal sectoren werd samengevoegd,<br />
opgeheven en nieuwe sectoren werden<br />
gecreëerd. Het ontstaan van de nieuwe<br />
sectoren Publieksdienst en Maatschappelijke<br />
Ontwikkeling betekende het<br />
einde van de sector WSG op 31 december<br />
1999.<br />
Theresia MAVO te Haarlem, Collectie<br />
van de, 1962-1990: 0,50 m<br />
De Theresia MULO – MAVO na de<br />
Mammoetwet van 1968 – heeft<br />
bestaan van 1915 tot 1995. De school<br />
was aan de Kleine Houtweg 24 gevestigd<br />
van 1915 tot 1982. Op 14 oktober<br />
Haarlemsche Motet- en Madrigaalvereeniging,<br />
circa 1930-1935.<br />
1982 verhuisde de school naar een<br />
nieuwe locatie in Schalkwijk aan het<br />
Spijkerboorpad. In 1995 is de Theresia<br />
MAVO opgegaan in het Linnaeus<br />
College te Haarlem; ontstaan na fusie<br />
van de Spaarne Scholengemeenschap,<br />
Theresia MAVO, Grafische School en<br />
Ewald Scholengemeenschap.<br />
Het onderwijs werd tot in de jaren<br />
zestig verzorgd door de Zusters van<br />
Liefde uit Tilburg, die derhalve ook het<br />
schoolhoofd leverden. In 1966 werd de<br />
heer Habraken aangesteld als eerste<br />
mannelijke leidinggevende met de titel<br />
directeur, in plaats van schoolhoofd,<br />
die bovendien niet was verbonden aan<br />
een religieuze orde of congregatie. De<br />
54<br />
55
# <strong>10</strong> | Nieuwe archieven en collecties<br />
Links Boekenlegger Sint Theresiaschool<br />
ter gelegenheid van hun gouden feest<br />
in 1965.<br />
Onder ‘t Spiegeltje, Schoolblad van de<br />
Sint Theresia-ulo Haarlem, 1965.<br />
school maakte tot 1982 deel uit<br />
van het schoolbestuur Stichting<br />
de Drie Klaveren en vanaf 1982<br />
van Stichting Sint Bavo.<br />
HEEMSTEDE<br />
Foto’s van het Verzorgingshuis<br />
Het Overbos te<br />
Heemstede, Collectie van,<br />
(1953) 1968-2007: 1,75 m<br />
Het Overbos aan de Burgemeester<br />
Van Lennepweg 35 is gebouwd<br />
in opdracht van de Stichting<br />
Huize Sint Bavo en geopend<br />
op 5 <strong>juni</strong> 1968. Het bestuur<br />
was in handen van de Stichting<br />
Katholiek Bejaardentehuis Het<br />
Overbos, later Stichting Katholiek<br />
Zorgcentrum Het Overbos geheten.<br />
De collectie bevat ook foto’s<br />
en een afscheidsreceptieboek<br />
van de Zusters Franciscanessen<br />
van Charitas in Huize Sint Bavo<br />
aan de Kerklaan in Heemstede.<br />
Kleindierensportvereniging<br />
De Eendracht te Heemstede,<br />
1917-2013: 0,70 m<br />
De vereniging is opgericht in<br />
1906 met als doel het zo goed<br />
mogelijk fokken van hoenders,<br />
dwerghoenders, konijnen, sierduiven<br />
en kleine knagers volgens<br />
de richtlijnen van de standaard<br />
die is uitgegeven door de landelijke<br />
vereniging Kleindier Liefhebbers Nederland.<br />
Vrouwen van Nu, afdeling<br />
Heemstede, 1977-2015: 0,30 m<br />
De afdeling Heemstede is opgericht in<br />
1977 als lokale afdeling van de Nederlandse<br />
Bond van Plattelandsvrouwen.<br />
De vereniging staat open voor vrouwen<br />
van alle gezindten en onthoudt zich<br />
van elke partijpolitiek. In 1979 formuleerde<br />
de landelijke vereniging de<br />
doelstelling als volgt: ‘De vereniging<br />
heeft ten doel door vorming en ontwikkeling<br />
van vrouwen hun besef van<br />
verantwoordelijkheid voor en deelname<br />
aan de samenleving te bevorderen, in<br />
het bijzonder in plattelands gebieden.’<br />
Voor de leden van Vrouwen van Nu<br />
worden maatschappelijke, culturele en<br />
sportieve activiteiten georganiseerd,<br />
zoals lezingen en uitstapjes. Naast het<br />
aanbod in de eigen afdeling kunnen<br />
leden deelnemen aan door de landelijke<br />
en provinciale Vrouwen van Nu<br />
georganiseerde activiteiten.<br />
WETENSCHAPSARCHIEVEN<br />
Benthem, prof. dr. J.F.A.K. van, te<br />
Rijswijk (Zuid-Holland), 1961-<br />
2017: 7,<strong>10</strong> m<br />
Prof. dr. Johan van Benthem (1949–)<br />
is logicus. Hij studeerde natuurkunde,<br />
wiskunde en wijsbegeerte aan de Universiteit<br />
van Amsterdam. In 1977 werd<br />
hij benoemd als lector aan de Rijksuniversiteit<br />
Groningen, van 1986 tot 2015<br />
was hij hoogleraar aan de Universiteit<br />
van Amsterdam, in de periode 2011<br />
tot 2015 als universiteitshoogleraar.<br />
Sinds 1991 is hij ook hoogleraar aan<br />
de Stanford University in Californië,<br />
en sinds 2011 ook aan de Tsinghua<br />
University in Beijing. Zijn werk bestrijkt<br />
de mathematische modale logica,<br />
logica en natuurlijke taal, en verbanden<br />
tussen logica, wijsbegeerte, informatica<br />
en speltheorie. Hij is lid van de KNAW,<br />
de Academia Europaea, en de American<br />
Academy of Arts and Sciences. In 1991<br />
was hij de oprichter en eerste directeur<br />
van het Institute for Logic, Language<br />
and Computation van de Universiteit<br />
van Amsterdam. In 1996 ontving hij de<br />
Spinoza premie voor zijn oeuvre. Het<br />
archief bestrijkt zijn wetenschappelijke<br />
Johan van Benthem, foto: Nina Gierasimczuk.<br />
activiteiten in de periode 1961 tot en<br />
met 2017. (tekst: prof. dr. J.F.A.K. van<br />
Benthem)<br />
Visser, prof. dr. C., te Leiden,<br />
1929-1976: 0,05 m<br />
Prof. dr. Cornelis (roepnaam Kees)<br />
Visser (19<strong>10</strong>-2001) was wiskundige.<br />
Visser studeerde van 1927-1934 wisen<br />
natuurkunde aan de Universiteit<br />
Utrecht, waar hij op 23 september<br />
1935 promoveerde. Na zijn promotie<br />
zette hij zijn studie voort in de Verenigde<br />
Staten, in Cambridge (Massachusetts<br />
Institute of Technology) en<br />
Princeton. Vanaf 1936 was hij leraar<br />
aan de Gemeentelijke HBS te Dordrecht<br />
tot hij na de Tweede Wereldoorlog<br />
werd benoemd tot hoogleraar<br />
toegepaste wiskunde en theoretische<br />
mechanica aan de Technische Hogeschool<br />
in Delft. Op 1 juli 1956 werd hij<br />
benoemd tot hoogleraar toegepaste<br />
wiskunde aan de Universiteit Leiden.<br />
Kees Visser hield zijn afscheidscollege<br />
op 7 oktober 1976.<br />
56<br />
55
Hier is de geschiedenis<br />
Er staan vele namen geschreven<br />
ik ga ze u niet noemen<br />
teveel Jansheren om te eren<br />
kunstenaars, kastenvol geschriften<br />
hier is de geschiedenis<br />
hij begon: toen<br />
hoe dichtbij je kunt komen dat<br />
weten de speurders en de spitters<br />
hoe dichtbij je níet kunt komen<br />
dat weten zij ook<br />
denk niet dat helpt om alles te weten<br />
hoop dat het helpt om te wíllen weten<br />
veel verdween maar de kerk bleef staan<br />
overleefde de waan van de dag<br />
zag zeven eeuwen komen en gaan<br />
kan er nog eeuwen tegenaan<br />
wat de Janskerk heeft bewaard<br />
zal zo lang hij blijft gespaard<br />
de goudmijn van Noord-Holland zijn<br />
Haarlem, april <strong>2018</strong><br />
Willemien Spook, Stadsdichter<br />
PMS 871-Goud<br />
Janskerk<br />
Noord-Hollands Archief<br />
Postbus 3006<br />
2001 DA Haarlem<br />
(023) 5172<strong>700</strong><br />
www.noord-hollandsarchief.nl<br />
info@noord-hollandsarchief.nl<br />
www.facebook.com/nharchief<br />
www.twitter.com/nharchief<br />
www.instagram.com/nharchief