15.01.2019 Views

augustus 2017 nummer 4

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

SUCCULENTENNIEUWTJES<br />

Wolter ten Hoeve<br />

Avonia (34-3) bevat een scala van rijk geïllustreerde<br />

artikelen. Sean Gildenhuys geeft een kort<br />

overzicht van de geslachten der aloë-achtigen in<br />

het noordoosten van Zuid-Afrika. Zijn bijdrage is<br />

verluchtigd met foto’s van diverse soorten. Keith<br />

Green heeft vier dagen in het Zuid-Afrikaanse<br />

Pofadder doorgebracht. Tijdens dat verblijf ging<br />

hij op zoek naar lithopsen en zijn artikel toont<br />

diverse door hem gevonden planten uit de geslachten<br />

Lithops en Conophytum. Dat het vinden<br />

van zulke verstekelingen veel tijd kost, moge<br />

blijken uit Greens opmerking dat hij in totaal zes<br />

uur op zoek was geweest naar Lithops dorotheae,<br />

om uiteindelijk één plant te vinden. Het heeft<br />

Josef Ježek ongetwijfeld minder tijd gekost om de<br />

in Slowakije inheemse Sempervivum montanum<br />

subsp. heterophyllum te vinden. Hij beschrijft een<br />

vindplaats bij de ruïne van de burcht Starý Hrad,<br />

waar deze soort op steile hellingen voorkomt.<br />

Massimo Afferno bespreekt Petrosedum montanum,<br />

P. erectum en P. thartii, drie soorten die lastig<br />

te onderscheiden zijn. W. Jürgen Schreck behandelt<br />

enkele ‘succulente’ profiteurs in de USA, o.a.<br />

Orobanche cooperi, Monotropa uniflora, Sarcodes<br />

sanguinea en Pholisma arenarium. Van deze interessante<br />

parasieten komen sommige in kurkdroge<br />

gebieden voor. Joachim Beyenbach doet<br />

een poging om caudexplanten te beschrijven. Hij<br />

licht zijn poging toe met talrijke foto’s. Svetlana<br />

Shchavelina brengt een algemene bespreking<br />

van het geslacht Hoya. Ettelijke bloemrijke foto’s<br />

vergezellen haar artikel.<br />

Het Amerikaanse Cactus and Succulent Journal<br />

(12-2) is een special die geheel gewijd is aan<br />

‘Landscaping with succulents’, oftewel tuinaanleg<br />

met succulenten. Gezien de grote klimatologische<br />

verschillen tussen de USA en Nederland heeft het<br />

weinig zin om voor het Nederlandse publiek een<br />

samenvatting te maken van de artikelen, temeer<br />

daar het in vrijwel alle artikelen tuinen in California<br />

betreft.<br />

In Kakteen und andere Sukkulenten (67-10)<br />

doet Gerhard Heimen verslag van zijn uitstapje<br />

in de bergen van Urandi (Bahia, Brazilië). Ver-<br />

schillende soorten melocactus en arrojadoa, en<br />

daarnaast diverse andere cactussen, konden<br />

gefotografeerd worden. Manfred Hartl brengt<br />

een portret van zijn bloeiende Oreocereus trollii.<br />

Lennart Artinger is dicht bij huis gebleven in zijn<br />

zoektocht naar succulenten. In de Chiemgauer<br />

Alpen, in het zuiden van Duitsland, komt Sedum<br />

atratum voor. Deze eenjarige sedum is op diverse<br />

plekken te vinden, vanaf 1000 meter hoogte. In<br />

de Karteikarten wordt aandacht besteed aan<br />

Haworthia truncata en Echeveria runyonii. Een<br />

nieuwbeschrijving is van de hand van Jaroslav<br />

Šnicer en Libor Kunte. Het betreft Turbinicarpus<br />

nikolae, een soort die eigenlijk al lange tijd in cultuur<br />

voorkwam, en dan soms de naam T. roseiflorus<br />

droeg (maar niet gelijk was aan T. roseiflorus<br />

sensu Backeberg / Frank). De auteurs hebben T.<br />

nikolae in de Sierra Gorda in de Mexicaanse staat<br />

San Luis Potosí ontdekt. Ze laten de mogelijkheid<br />

open dat T. nikolae bij nader onderzoek als<br />

ondersoort van T. alonsoi gekwalificeerd zal gaan<br />

worden. Friederike Hübner en Ulrich Tränkle<br />

hebben een geslaagde speurtocht ondernomen<br />

naar Crassula susannae. Dit vrijwel onzichtbare<br />

kleinood viel, dankzij haar boven de bodem uitstekende<br />

bloemen, ten prooi aan de camera’s van<br />

de auteurs. Het november<strong>nummer</strong> van de KuaS<br />

(67-11) start met de nieuwbeschrijving van Rhipsalis<br />

barthlottii door Ralf Bauer en Nadja Korotkova.<br />

Ook deze nieuwe soort is een oudgediende, want<br />

Barthlott ontdekte de soort al in 1973. Deze plant<br />

is destijds als Rauh 35831 in omloop gekomen.<br />

De naam die er naderhand aan gegeven werd<br />

was R. oblonga, maar nader onderzoek heeft uitgewezen<br />

dat R. barthlottii afwijkt van R. oblonga en<br />

om die reden een nieuwe naam gekregen heeft.<br />

Matthias Kist had zich een jaar geleden beklaagd<br />

over zijn slechtbloeiende Mammillaria senilis. Zijn<br />

publiek geklaag heeft effect gesorteerd, want hij<br />

meldt nu dat er afgelopen voorjaar talrijke bloemen<br />

verschenen zijn. De remedie was: heel veel<br />

licht in herfst en winter (een paar graden vorst<br />

was geen enkel probleem). Rudolf Schmied wijdt<br />

zijn bijdrage aan Delosperma sphalmanthoides.<br />

Succulenta jaargang 96 (4) <strong>2017</strong> 189

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!