You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SU RIN AME
‘Hebben jullie al last
van een houten kont?’
vraagt gids ‘Donboy’
Majokko, terwijl hij
comfortabel onderuitgezakt
in onze korjaal
(boomstamkano) zit.
‘Zeg maar gerust een verstéénde kont!’
antwoorden fotograaf Tim en ik.
Na vier uur varen vanaf rivierhavenplaats
Atjoni hebben onze billetjes het zwaar
te verduren. Een kussentje zou geen overbodige
luxe zijn. De overige locals in de
korjaal draaien hun hand echter niet om
voor een urenlange boottocht. Of zoals
Donboy het zo mooi verwoordt: ‘No spang,
no spang’ − relax, relax! Op den duur ebt
de zadelpijn weg, omdat achter iedere
bocht een nieuwe afleiding schuilgaat.
De ene keer zijn het halfnaakte stamvrouwen
die de was doen aan de rivier en
dan weer is het een overvliegende toekan,
brullende brulaap of statige kankantri, een
kapokboom die door de lokale bevolking
wordt geassocieerd met geesten. We zijn
een goed eind op weg naar de rand van
de Amazone. Het enorme oerwoud is er
deels verantwoordelijk voor dat Suriname
tot de groenste landen ter wereld behoort,
met een bosbedekking van negentig
procent. Dat komt neer op 28 hectare bos
per inwoner. Insiders beschouwen Zuid-
Suriname − en niet Noord-Brazilië − dan
ook als het minst verstoorde deel van de
Amazone. Het landschap is er nog volledig
ongerept en het tropisch bos onaangetast.
In het spoor van de Marrons
Tim en ik brachten voorafgaand aan onze
jungle-expeditie een bezoek aan Plantage
Frederiksdorp, op drie kwartier rijden van
Paramaribo. Met gids Albert Hagemeijer,
wiens familie de plantage een poosje in
bezit had, sprak ik er uitvoerig over het
slavernijverleden. Toen ik wegliep had ik
een brok in mijn keel. Dat onze Nederlandse
voorouders geen lieverdjes waren
en in slaven handelden, wist ik. Maar
hoe bruut ze daarbij precies te werken
gingen, stond vroeger nooit beschreven in
mijn geschiedenisboekje. Op dat moment
besliste ik dat ons jungle-avontuur een
extra laag moest krijgen: een zoektocht
naar de afstammelingen van de West-
Afrikaanse slaven die naar het binnenland
vluchtten. De eindbestemming van onze
250 kilometer lange boottocht is daarom
de Sintia Dam, ter hoogte van de ruïnes
van Libang Konde, de zuidelijkste slavennederzetting.
Slaven werden gezien als dieren.
En zo werden ze ook behandeld; gekocht,
gebruikt en gedood. De blanke was de
enige die ertoe deed. Bij aankomst in
de Waag in Nieuw-Amsterdam, zoals
Paramaribo toentertijd heette, moest er
een dansje worden gedaan om indruk te
maken op de overwegend Nederlandse
plantage-eigenaren. Wie gekocht werd
kreeg een brandmerk met de initialen
VORIGE PAGINA’S
IK VOE L ME BE NE VE LD
Toen we kort na zonsopgang boven
de Sintia Dam onze DJI Mavic-drone
de lucht instuurden, hadden we niet
gerekend op dit wattendeken van
nevelwolken. Want geloof het of
niet: van de grond hadden we hier
helemaal niets van door.
E E N ST U KJE BE ZINNING
De locals uit het Boven-Suriname-rivierengebied grijpen een lange boottocht
aan om even lekker tot bezinning te komen. Zo ook Metsen Sane, onze
bootjongen en stille kracht. Hij kan urenlang stoïcijns en onverstoorbaar voor
zich uit staren. Alsof hij de prachtige oevers voor het eerst in zich opneemt.
114