De Wilde Roos #3 - uitgave mei 2019
Waar klimaatverandering lange tijd een abstract vooruitzicht was, begint het nu concreet waarneembare vormen aan te nemen. Het ene na het andere temperatuurrecord wordt gebroken. Het afkalven van de ijskappen kan met het blote oog worden waargenomen. Natuurrampen die eens een zeldzaamheid waren, zijn alledaags nieuwsitems geworden. Deze tijd vraagt om een andere politiek. Niet de aloude polderpolitiek van rustig aan dan breek het lijntje niet. We leven immers in een wereld die niet in balans is. De laatste jaren doet een nieuwe internationale beweging van zich spreken. Het speerpunt van haar beleid is de Green New Deal, een ambitieus programma dat sociale en ecologische doelen met elkaar verbindt. De beweging rond de New Green Deal doet daarbij een beroep op ideeën die afkomstig zijn uit de traditie van het democratisch socialisme. Deze koppeling tussen groen en rood lijkt anachronistisch maar is het niet. Het klimaatbeleid zal sociaal zijn of niet zijn. ------------- Dit is de derde uitgave in de hernieuwde reeks van De Wilde Roos. Het is de volledige tekst van de Koos Vorrinklezing uitgesproken op 1 mei 2019 door Merijn Oudenampsen in het Koos Vorrinkhuis in Lage Vuursche, één van de dertien natuurvriendenhuizen van het Nivon. De Wilde Roos was een “bonte rij van kleine geschriften” onder redactie van Koos Vorrink. De serie werd uitgegeven voor het Instituut voor Arbeidersontwikkeling [IvAO]. De eerste Wilde Roos verscheen in 1927. De werkgroep Nivon Historie kreeg een paar exemplaren ervan in handen. Dat was voor ons de aanleiding De Wilde Roos een nieuw leven te geven. Niet omdat we kritiekloos staan tegenover Koos Vorrink, zeker niet, maar omdat het voor ons een goede vorm lijkt discussie binnen het Nivon te voeden.
Waar klimaatverandering lange tijd een abstract vooruitzicht was, begint het nu concreet waarneembare vormen aan te nemen. Het ene na het andere temperatuurrecord wordt gebroken. Het afkalven van de ijskappen kan met het blote oog worden waargenomen. Natuurrampen die eens een zeldzaamheid waren, zijn alledaags nieuwsitems geworden. Deze tijd vraagt om een andere politiek. Niet de aloude polderpolitiek van rustig aan dan breek het lijntje niet. We leven immers in een wereld die niet in balans is. De laatste jaren doet een nieuwe internationale beweging van zich spreken. Het speerpunt van haar beleid is de Green New Deal, een ambitieus programma dat sociale en ecologische doelen met elkaar verbindt. De beweging rond de New Green Deal doet daarbij een beroep op ideeën die afkomstig zijn uit de traditie van het democratisch socialisme. Deze koppeling tussen groen en rood lijkt anachronistisch maar is het niet. Het klimaatbeleid zal sociaal zijn of niet zijn.
-------------
Dit is de derde uitgave in de hernieuwde reeks van De Wilde Roos. Het is de volledige tekst van de Koos Vorrinklezing uitgesproken op 1 mei 2019 door Merijn Oudenampsen in het Koos Vorrinkhuis in Lage Vuursche, één van de dertien natuurvriendenhuizen van het Nivon.
De Wilde Roos was een “bonte rij van kleine geschriften” onder redactie van Koos Vorrink. De serie werd uitgegeven voor het Instituut voor Arbeidersontwikkeling [IvAO]. De eerste Wilde Roos verscheen in 1927. De werkgroep Nivon Historie kreeg een paar exemplaren ervan in handen. Dat was voor ons de aanleiding De Wilde Roos een nieuw leven te geven. Niet omdat we kritiekloos staan tegenover Koos Vorrink, zeker niet, maar omdat het voor ons een goede vorm lijkt discussie binnen het Nivon te voeden.
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In 1963 publiceerde de PvdA het rapport Om de kwaliteit van
het bestaan. 19 De inhoud was gebaseerd op het werk van de
Amerikaanse econoom en zelfverklaarde socialist John Kenneth
Galbraith en zijn boek The Affluent Society. Zoals Galbraith stelde
zou de groei van de productie niet de allesbepalende toetssteen
moeten zijn van maatschappelijke vooruitgang’. Galbraith observeerde
een dramatische groei van de private rijkdom in de naoorlogse
periode maar zag dat het publieke domein verwaarloosd
werd: ‘private opulence, public squalor’. Eenzelfde observatie deed
Den Uyl: ‘In de naoorlogse periode, lezen we in zijn rapport, ‘is de
private welvaart gegroeid, maar zijn de publieke voorzieningen
sterk achtergebleven. Juist deze konden een belangrijke bijdrage
leveren aan socialistische doelstellingen.’
‘In de geduldige cijfers van het nationale inkomen,’ schreef Den
Uyl in 1963, ‘telt de elektrische tandenborstel evenzeer als de
verpleeghulp, de reclame-uitgaven voor het definitieve kalmeringsmiddel
evenzeer als de entreeprijzen voor de schouwburg,
het commissarissentantième evenzeer als de blindenrente.’ 20 De
grootte van de economie was geen goede indicatie van de maatschappelijke
welvaart. ‘Groei van het nationale inkomen per hoofd
van de bevolking op zichzelf is geen waarborg voor het welzijn,
voor de verbetering van de kwaliteit van het bestaan.’
In de jaren zeventig richtte het socialisme zich op het vraagstuk
van een duurzame, rechtvaardige economische orde. In 1972
verscheen Grenzen aan de groei, het beroemde rapport van de
Club van Rome, een internationale organisatie van geëngageerde
20