André Lambregts hanteert de plukbak <strong>FietsActief</strong>
ROUTE TERSCHELLING blaadjes vallen erdoorheen. En nee, hij heeft nooit last van zijn rug. Wel vertelt hij ons nog even dat het strafbaar is om te plukken als de pluk nog niet officieel is vrijgegeven. Maar dat hij dat als klein jongetje ‘natuurlijk’ wel deed. Ondertussen stopt hij, met een vette knipoog, een zak met versgeplukte cranberry’s in mijn fietstas. Fietsen wij nu met illegale waar verder over het eiland? GOUDEN VONDST De cranberry, het rode eilandgoud, is het belangrijkste exportproduct van Terschelling. En dat merk je. Overal zijn cranberryproducten te koop, van jam tot shampoo en van gin tot chutney. En de horeca heeft sorbets, theeën, wijnen en taartjes in vele cranberryvarianten. Tot 1965 werden de cranberry’s gedroogd, gesorteerd en verpakt in De Bessenschuur, in het bos bij West-Terschelling. Dit houten gebouw uit 1940 met vijf ontluchtingstorens werd gebouwd naar het voorbeeld van een all American barn. Nu is De Bessenschuur een koffie- en theehuis met – twee keer raden – een ruim cranberryaanbod. Achter de schuur is een kleine museumtuin met oude pluk-, kneus- en kurkmachines en informatie panelen. Hier wordt ook het verhaal verteld van jutter Pieter Sipkes Cupido, die in een stormachtige novembernacht halverwege de negentiende eeuw een zware houten ton op het strand vond, afkomstig van een Amerikaanse vrachtvaarder. Vol brandewijn, hoopte hij. In plaats van de verwachte drank bevatte de ton harde, zure bessen. Boos kieperde hij de inhoud van de ton in een duinpan, zo wil het verhaal. Jaren later stond de vlakte vol cranberrystruiken en ontdekten de eilanders de waarde van de Amerikaanse veenbes – want die bleek het te zijn. GEVARIEERD ELDORADO Op z’n Terschellings heten de duinvalleien waar cranberry’s groeien ‘plakken’. Elke vallei heeft zijn eigen naam. Op het Studentenplak deed een groep studenten ooit onderzoek naar het besje; op Douwkesplak liet eilander Douwe Hek zijn geiten grazen; op het Strafkamp is het moeilijk MAN, WAT IS HET HIER FIJN. HET IS NIET DRUK, HET IS NIET STIL, HET IS GEZELLIG OP TERSCHELLING. EN ELKE KILOMETER IS ANDERS plukken door de vele stekelige duindoorns. Eldorado, nu een waterrijk gebied met veel vogels en grote grazers, dankt zijn naam aan de vroegere rijke cranberryoogsten. Vlakbij het Studentenplak zitten wij zonnig en beschut op het terras van De Bessenschuur (Silvia: cranberrycheesecake, ik: cranberryappelgebak), maar kunnen we ondertussen amper wachten om verder te fietsen. Man, wat is het hier fijn. Het is niet druk, het is niet stil, het is gezellig op Terschelling. Schelpen knisperen onder de fietsbanden, de jas kan vaak uit en Terschelling is elke kilometer anders. We begonnen in West-Terschelling (een fijn dorp met de vuurtoren in het midden) en hadden na vier kilometer al strand, dennenbossen en duinvalleien gezien. En dan komen nog de polders, de waddendijk (een topfietspad van vijftien kilometer lang), het Meertje van Hee en die andere leuke dorpen. Midsland heeft een gezellige hoofdstraat. Formerum, met de enige molen van het eiland, is leuk. Hoorn heeft een kerk uit 1200-zoveel en Oosterend (die naam is niet toevallig) lijkt het einde van de wereld. UREN TUREN OVER DE WADDENZEE We weerstaan de cranberrysorbet van De Koffiemolen in Formerum, hoeveel goeds we daar ook over gehoord hebben. We willen fietsen. En afstappen. Om een hoog duin te beklimmen, om een leuk winkeltje van voor naar achter te bekijken, om languit op de waddendijk te liggen en schaapjes te tellen. We turen een uur over de Waddenzee, ons afvragend waar die schepen allemaal naartoe gaan. Terug over de fietspaden door de duinen zien we meer cranberryvalleien. We durven alleen maar naar de rode bessen te kijken, onze illegale waar grijnst ons dwars door de fietstas toe. Maar mooi dat die wél meegaat naar huis. Het is niet alle dagen dat we met een eerste oogst thuiskomen. <strong>FietsActief</strong> 67