10.08.2015 Views

Deze scriptie is geschreven door beide op persoonlijke titel

IT-control framework voor de Douanevereenvoudiging Self ... - Vurore

IT-control framework voor de Douanevereenvoudiging Self ... - Vurore

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

IT-Control framework voor de douanevereenvoudigingSelf AssessmentAfstudeer<strong>scriptie</strong> Postgraduate IT AuditTeam 1037StudentRichard van ’t HofStudentnummer 1904574Organ<strong>is</strong>atieBelastingdienst / DouaneE-Mailre.van.t.hof@belastingdienst.nlStudentNancy PijlsStudentnummer 1904582Organ<strong>is</strong>atieBelastingdienst / DouaneE-Mailnehj.pijls@belastingdienst.nlVU begeleiderE-MailDr. A. Shahim REabbas.shahim@atosorigin.comBelastingdienst / DouaneBegeleiderJ.N.G. Bosch REE-Mailjng.bosch@belastingdienst.nl<strong>Deze</strong> <strong>scriptie</strong> <strong>is</strong> <strong>geschreven</strong>, <strong>door</strong> <strong>beide</strong>, <strong>op</strong> <strong>persoonlijke</strong> <strong>titel</strong>


VoorwoordOm onze studie IT Auditing aan de Vrije Universiteit te Amsterdam af te ronden, hebben wijonderliggende <strong>scriptie</strong> <strong>geschreven</strong>. Het schrijven van deze <strong>scriptie</strong> <strong>is</strong> voor ons een grote uitdaginggeweest. Vooral de startfase, het <strong>op</strong>stellen van een voorstel, <strong>is</strong> ervaren als een periode vanvallen en <strong>op</strong>staan, maar ook zeer leerzaam. Ook zijn er veel avonden en weekenden besteed aanliteratuuronderzoek en het schrijven van deze <strong>scriptie</strong>. In het laatste collegejaar <strong>is</strong> Nancy bevallenvan een zoon. Al met al een zeer bewogen periode.Wij hebben het voorrecht gehad om ‘mee te doen’ met beleidsmedewerkers van het Min<strong>is</strong>terievan Financiën die belast zijn met de ontwikkeling van de douanevereenvoudiging Self Assessment<strong>op</strong> Eur<strong>op</strong>ees niveau. Langs deze weg willen wij Johan Sto<strong>op</strong>en MBA, Mr. Arjan deKlerk en Mr. Frank Heijmann hiervoor danken. Ook Leo Alewijnse RA RE, die eveneens bij deontwikkeling van deze vereenvoudiging <strong>is</strong> betrokken, bedanken wij.Wij willen twee personen in het bijzonder bedanken. In de eerste plaats noemen wij Dr. AbbasShahim RE. Wij bedanken hem voor zijn coaching, commentaar, deskundigheid, verbeterpuntenen de tijd die hij voor ons heeft vrijgemaakt. Dit leidde niet alleen tot een inhoudelijk betere<strong>scriptie</strong> maar ook tot meer inzicht in IT-auditing. Daarnaast bedanken wij Han Bosch RE. Continuheeft hij ons een spiegel voorgehouden, hoofdstukken krit<strong>is</strong>ch <strong>door</strong>genomen, besproken,de gedachten van de Belastingdienst/Douane verwoord en met ons meegedacht.Als laatste willen wij benadrukken dat wij deze <strong>scriptie</strong> met trots en vreugde hebben <strong>geschreven</strong>.Tijdens het schrijven van deze <strong>scriptie</strong> hebben wij veel <strong>op</strong>gestoken, veel daarvan komt nietterug in deze <strong>scriptie</strong>. Wij h<strong>op</strong>en ook dat u, als lezer, deze <strong>scriptie</strong> met vreugde zult lezen. H<strong>op</strong>elijkkunnen wij, de <strong>op</strong>gedane kenn<strong>is</strong>, <strong>op</strong> deze manier met u delen.Nancy Pijls & Richard van ’t Hof,Amsterdam, 30 maart 2011i


SamenvattingOns onderzoek presenteert een IT-control framework voor de douanevereenvoudiging Self Assessment,een regeling waarbij een onderneming vergaande faciliteiten krijgt voor het grensoverschrijdendgoederenverkeer. Het IT-control framework beschrijft de beheersdoelstellingenen beheersmaatregelen om daarmee de r<strong>is</strong>ico’s ten aanzien van informatiesystemen te mitigeren.Om een IT-control framework te presenteren zijn eerst de e<strong>is</strong>en, zowel uit de Eur<strong>op</strong>ese douanewetgevingals vanuit horizontaal toezicht, geformuleerd. Wij hebben echter geen r<strong>is</strong>icoanalysekunnen uitvoeren omdat de wetgeving niet eerder in werking treedt dan medio 2013. Vanuitde e<strong>is</strong>en zijn de IT-beheersdoelstellingen geformuleerd. Hierbij <strong>is</strong> gebruik gemaakt van Cobit.Bij de IT-beheersdoelstellingen zijn vervolgens een aantal illustratieve beheersmaatregelen genoemd.Het framework <strong>is</strong> vervolgens gepresenteerd aan en besproken met experts binnen enbuiten de Belastingdienst.Onze <strong>persoonlijke</strong> mening <strong>is</strong> dat het huidige gepresenteerde IT-control framework toegevoegdewaarde heeft voor zowel ondernemingen als Douane én past in het concept horizontaal toezicht.De beperking dat de vereenvoudiging nog in een ontwerpfase <strong>is</strong> doet geen afbreuk aan de toegevoegdewaarde van het IT-control framework. Zo kan het dienen bij de verdere ontwikkelingvan de vereenvoudiging, bijvoorbeeld bij de uitvoering van de business cases of bij de afstemmingvan de regelgeving tussen de lidstaten. Ook past het IT-control framework goed in hetverlengde van de AEO-guidelines.Het gepresenteerde IT-control framework geeft een onderneming de mogelijkheid om zich eenspiegel voor te houden en kan de onderneming ondersteunen bij het uitvoeren van een nulmeting.Het geeft de onderneming meer inzicht in haar IT-r<strong>is</strong>ico’s en de beheersing van deze r<strong>is</strong>ico’s.ii


InhoudHoofdstuk 1 Inleiding ..............................................................................................................................7§1.1 Aanleiding ................................................................................................................................7§1.2 Probleemstelling ..................................................................................................................... 10§1.3 Sc<strong>op</strong>e ...................................................................................................................................... 11§1.4 Aanpak onderzoek en leeswijzer ............................................................................................ 12Hoofdstuk 2 E<strong>is</strong>en vanuit Eur<strong>op</strong>ese wetgeving en toezicht ................................................................ 13§2.1 E<strong>is</strong>en vanuit Eur<strong>op</strong>ese douanewetgeving ................................................................................ 142.1.1 Author<strong>is</strong>ed Economic Operator (AEO).............................................................................. 142.1.2 Toegelaten Geadresseerde en Toegelaten Afzender .......................................................... 172.1.3 Douane-entrepot ................................................................................................................. 202.1.4 Inschrijving in de admin<strong>is</strong>tratie .......................................................................................... 202.1.5 Samenhang ......................................................................................................................... 212.1.6 Douanevereenvoudiging Self Assessment (DSA).............................................................. 222.1.7 Overige ontwikkelingen MCC ........................................................................................... 262.1.8 Analyse e<strong>is</strong>en afgeleid uit object ‘EC, wet- en regelgeving’ ............................................. 27§2.2 Toezicht .................................................................................................................................. 292.2.1 Toezicht vanuit het MCC ................................................................................................... 292.2.2 Horizontaal toezicht ........................................................................................................... 302.2.3 E<strong>is</strong>en afgeleid uit het object ‘Toezicht’ ............................................................................. 32Hoofdstuk 3 Infor matiesystemen en r<strong>is</strong>ico’s ....................................................................................... 33§3.1 Informatiesystemen en beheersing van r<strong>is</strong>ico’s ...................................................................... 33§3.2 R<strong>is</strong>ico’s en beheersing van r<strong>is</strong>ico’s ......................................................................................... 35§3.3 Informatiecriteria .................................................................................................................... 37Hoofdstuk 4 IT control framework ...................................................................................................... 40§4.1 Bepalen van de relevante Cobit-processen ............................................................................. 40§4.2 Vergelijking met IT-control framework SOx ......................................................................... 42§4.3 IT-control framework ............................................................................................................. 44Hoofdstuk 5 Validatie IT-control framework DSA ............................................................................ 53§5.1 Keuze onderzoeksmethode ..................................................................................................... 53§5.2 Brainstormsessie ..................................................................................................................... 53§5.3 Enquête intern ......................................................................................................................... 55§5.4 Enquête extern ........................................................................................................................ 56iii


Hoofdstuk 6 Conclusies ......................................................................................................................... 57§6.1 Beantwoording deelvragen ..................................................................................................... 57§6.2 Uitkomst validatie IT-control framework ............................................................................... 58§6.3 Conclusie ................................................................................................................................ 59§6.4 Vervolgonderzoeken ............................................................................................................... 59§6.5 Reflectie .................................................................................................................................. 59Bijlage 1 Literatuurlijst ................................................................................................................... 62Bijlage 2 Geraadpleegde websites ................................................................................................... 64Bijlage 3 Afkortingen ....................................................................................................................... 65Bijlage 4 Definities ........................................................................................................................... 66Bijlage 5 Artikel 116 MCC .............................................................................................................. 69Bijlage 6 Cobit .................................................................................................................................. 70Bijlage 7 COSO ................................................................................................................................ 73Bijlage 8 Totstandkoming framework ........................................................................................... 76Bijlage 9 Deelnemers brainstormsessie / enquêtes ........................................................................ 78Bijlage 10 Vragenlijst intern ............................................................................................................. 79Bijlage 11 Vragenlijst extern............................................................................................................. 80iv


Overzicht van figurenFIGUUR 1: WAAROM EUROPESE DOUANEWETGEVING? (EUROPEAN COMMISSION, 2008B) ...........................................7FIGUUR 2: HOE MODERNISEREN VAN DE DOUANEWETGEVING ( EUROPEAN COMMISSION, 2008B) ..................................8FIGUUR 3: INVLOED EC EN DOUANE OP ONDERNEMING ........................................................................................ 10FIGUUR 4: STRUCTUUR ONDERZOEKSAANPAK ...................................................................................................... 12FIGUUR 5: DOELSTELLING: CERTIFICEREN 80% VAN DE GOEDERENSTROOM EN 5% FYSIEK OP HET RESTANT (VERTICAALTOEZICHT) ..................................................................................................................................... 15FIGUUR 6: INDELING VAN ONDERNEMINGEN (MARKTDEELNEMERS) IN DE TOELEVERINGSKETEN ..................................... 17FIGUUR 7: GLOBALE WEERGAVE VAN DE GOEDERENSTROOM MET DE COMMUNICATIE TUSSEN ONDERNEMING EN DOUANE 22FIGUUR 8: GLOBALE WEERGAVE VAN DE GOEDERENSTROOM EN COMMUNICATIE TUSSEN ONDERNEMING EN DOUANE METTOEPASSING SELF ASSESSMENT ......................................................................................................... 24FIGUUR 9: GLOBALE (MOGELIJKE) WEERGAVE BERICHTENSTROOM TUSSEN ONDERNEMING EN DOUANE ......................... 25FIGUUR 10: VIERLAGENMODEL BETZ (BETZ, 1995) ............................................................................................. 34FIGUUR 11: TYPE INFORMATIESYSTEMEN (O’BRIEN EN MARAKAS,, 2008) ............................................................... 35FIGUUR 12: TRANSACTIEMODEL GEBASEERD OP (BELASTINGDIENST, 2006) .............................................................. 36FIGUUR 13: AFBEELDING VAN HET TOTALE COBIT RAAMWERK (ITGI 2007) .............................................................. 71FIGUUR 14: COSO KUBUS (BRON: COSO, 2004) .............................................................................................. 74v


Overzicht van tabellenTABEL 1: TYPEN CERTIFICATEN AEO................................................................................................................ 15TABEL 2: EISEN VANUIT DE WET- EN REGELGEVING DIE NIET VAN TOEPASSING ZIJN VOOR ONS ONDERZOEK .................... 28TABEL 3: EISEN VANUIT DE WET- EN REGELGEVING ............................................................................................. 29TABEL 4: EISEN VANUIT TOEZICHT ................................................................................................................... 32TABEL 5: SAMENGEVAT OVERZICHT VAN EISEN UIT WETGEVING EN TOEZICHT VOOR DSA ........................................... 38TABEL 6: RELEVANTE INFORMATIECRITERIA VOOR DE DSA................................................................................... 39TABEL 7: OVERZICHT EERSTE SELECTIE COBIT-PROCESSEN VOOR DSA .................................................................... 41TABEL 8: OVERZICHT BEHEERSDOELSTELLINGEN EN COBIT-PROCESSEN VOOR SOX (SHAHIM, 2009) ........................... 42TABEL 9: OVERZICHT VERSCHILLEN COBIT-PROCESSEN VOOR DSA EN SOX ............................................................. 42TABEL 10: IT-BEHEERSDOELSTELLINGEN RELEVANT VOOR DSA ............................................................................... 43TABEL 11: DEFINE THE INFORMATION ARCHITECTURE (PO2) ................................................................................. 44TABEL 12: ASSESS AND MANAGE IT RISK (PO9) .................................................................................................. 44TABEL 13: ACQUIRE AND MAINTAIN APPLICATION SOFTWARE (AI2) ........................................................................ 45TABEL 14: ACQUIRE AND MAINTAIN TECHNOLOGY INFRASTRUCTURE (AI3)............................................................... 45TABEL 15: ENABLE OPERATIONS (PO6, PO8, AI6, DS13) .................................................................................... 46TABEL 16: INSTALL AND ACCREDIT SOLUTIONS AND CHANGES (AI7) ........................................................................ 46TABEL 17: MANAGE CHANGES (AI6, AI7) ......................................................................................................... 47TABEL 18: DEFINE AND MANAGE SERVICE LEVELS (DS1) ....................................................................................... 47TABEL 19: MANAGE THIRD-PARTY SERVICES (DS2).............................................................................................. 48TABEL 20: ENSURE SYSTEMS SECURITY (DS5) ..................................................................................................... 49TABEL 21: MANAGE THE CONFIGURATION (DS9) ................................................................................................ 50TABEL 22: MANAGE PROBLEMS AND INCIDENTS (DS10)....................................................................................... 50TABEL 23: MANAGE DATA (DS11)................................................................................................................... 51TABEL 24: MANAGE THE PHYSICAL ENVIRONMENT (DS12) ................................................................................... 51TABEL 25: MANAGE OPERATIONS (DS13) ......................................................................................................... 52TABEL 26: ENSURE COMPLIANCE WITH EXTERNAL REQUIREMENTS (ME3) ................................................................ 52TABEL 27: PROVIDE IT GOVERNACE (ME4)........................................................................................................ 52TABEL 28: KWALITEITSCRITERIA VOLGENS COBIT (ITGI, 2007) .............................................................................. 70TABEL 29: OVERZICHT COBIT- PROCESSEN MET INFORMATIECRITERIA EN MIDDELEN (ITGI, 2007) ................................ 76TABEL 30: OVERZICHT COBIT-PROCESSEN RELEVANT VOOR DSA ............................................................................ 77vi


Hoofdstuk 1Inleiding<strong>Deze</strong> <strong>scriptie</strong> <strong>is</strong> <strong>geschreven</strong> in het kader van het afstuderen aan de IT-audit<strong>op</strong>leiding aande Vrije Universiteit Amsterdam. Wij hebben onderzoek verricht naar een algemeentoepasbaar IT-control framework voor de Douanevereenvoudiging Self Assessment(DSA). Alle douanevereenvoudigingen worden vergund. Dit betekent dat indien eenonderneming gebruik wil maken van een vereenvoudiging, bijvoorbeeld de DSA, de onderneminghiervoor een vergunning moet aanvragen. Voorafgaande aan de afgifte van de vergunningstelt de Douane een onderzoek in naar de inrichting van de admin<strong>is</strong>tratie en de beheersing vande relevante processen van de onderneming.De reden voor deze keuze als onderwerp <strong>is</strong> tweeledig. Ten eerste, onze ervaring 1 leert dat deDouane geen voorgedefinieerde normen hanteert voor de IT-omgeving van een ondernemingdie een vergunning aanvraagt. Wij merken <strong>op</strong> dat de Douane geen framework <strong>op</strong>stelt omdat zijeen contingentie benadering hanteert bij afgifte van vergunningen, dat wil zeggen verschillendesituaties vragen om verschillende <strong>op</strong>lossingen en keuzes (maatwerk). Daarom spreken wij inons onderzoek over een algemeen toepasbaar IT-control framework dat dan nog steeds, persituatie, <strong>op</strong> maat gemaakt dient te worden. Ten tweede <strong>is</strong> vanuit het bedrijfsleven vraag naareen IT-control framework voor douanevereenvoudigingen dat het bedrijfsleven de mogelijkheidgeeft zelf vast te stellen of het voldoet aan de e<strong>is</strong>en voor haar IT-omgeving.§1.1 AanleidingIn de laatste decennia heeft er een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden dat van invloed <strong>is</strong> <strong>op</strong>de bestaande Eur<strong>op</strong>ese douanewetgeving. In figuur 1 <strong>is</strong> een groot aantal ontwikkelingen ge-Figuur 1: Waarom Eur<strong>op</strong>ese douanewetgeving? (Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion, 2008b)1 Onze ervaring bestaat uit 10 jaar werkervaring als edp-auditmedewerkers bij de Belastingdienst/Douane7


noemd vanuit de invalshoeken internationaal, gemeenschap en Douane, bijvoorbeeld het faciliterenvan de handel, toename van het grensoverschrijdend goederenvolume en safety & security.De ontwikkelingen, genoemd in figuur 1, hebben ertoe geleid de bestaande douanewetgeving,weergegeven met term Community Customs Code, te modern<strong>is</strong>eren.Hoe de Eur<strong>op</strong>ese Comm<strong>is</strong>sie (EC) dit real<strong>is</strong>eert, komt tot uiting in figuur 2. Enerzijds regelt deEC de modern<strong>is</strong>ering <strong>door</strong> de douanewetgeving te vereenvoudigen, toegankelijker te maken enverder te harmon<strong>is</strong>eren, resulterend in het Modern<strong>is</strong>ed Customs Code 2 (MCC) (Eur<strong>op</strong>eanComm<strong>is</strong>sion, 2008a). Anderzijds gaat de EC in haar wetgeving meer gebruik maken van demogelijkheden die informatietechnologie biedt.De DSA <strong>is</strong> één ontwikkeling die past in het verder faciliteren van de handel (het waarom). <strong>Deze</strong>vereenvoudiging <strong>is</strong> vooral mogelijk gemaakt (het hoe) <strong>door</strong> verdere harmon<strong>is</strong>atie van wetgevingbinnen de Eur<strong>op</strong>ese Unie, eenvoudiger wetgeving en toepassing van informatietechnologie.Bijvoorbeeld, een elektron<strong>is</strong>che aangifte <strong>is</strong> de standaard en wordt ingediend via een SingleWindow3 . Dit laatste <strong>is</strong> alleen mogelijk indien de dataset, behorende bij de aangifte, binnen degehele Eur<strong>op</strong>ese Unie <strong>is</strong> geharmon<strong>is</strong>eerd.Figuur 2: Hoe modern<strong>is</strong>eren van de douanewetgeving ( Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion, 2008b)De bas<strong>is</strong> van de DSA <strong>is</strong> <strong>op</strong>genomen in artikel 116 MCC 4 . Voor een toelichting <strong>op</strong> dit artikelzijn gesprekken gevoerd met beleidsmedewerkers van het Min<strong>is</strong>terie van Financiën en mede-2 Het MCC treedt medio 2013 in werking3 Het begrip ‘Single Window’ <strong>is</strong> alleen in overweging 9 van het MCC genoemd. De strekking van overweging 9 <strong>is</strong> dathet wenselijk <strong>is</strong> de informatie, verstrekt <strong>door</strong> de marktdeelnemer, wordt gedeeld <strong>door</strong> de douaneautoriteiten onderlingalsook met andere betrokken controle-instanties (politie, veterinaire diensten et cetera.) en dat de controles <strong>door</strong> dieinstanties worden geharmon<strong>is</strong>eerd. Kortom, een marktdeelnemer verstrekt eenmaal de informatie, de eventuele vantoepassing zijnde controles worden verricht <strong>op</strong> hetzelfde tijdstip <strong>op</strong> dezelfde plaats. Dit betekent ook dat de verstrektegegevens gedeeld worden <strong>door</strong> verschillende instanties en dat gegevensbescherming hier een belangrijke rol speelt.Bron: (Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion, 2008a pag. 2)4 Volledige tekst van artikel 116 MCC <strong>is</strong> <strong>op</strong>genomen in bijlage 5.8


werkers van de Douane die betrokken zijn bij de ontwikkeling van de wetgeving en de uitvoeringvan de business cases. Onze interpretatie van dit artikel en de gevoerde gesprekken <strong>is</strong> datdeze vereenvoudiging effect heeft <strong>op</strong> een drietal objecten.- Bedrijfsprocessen: de DSA bestaat vooral uit het vervallen van formaliteiten (bijvoorbeeld,het doen melden van de aankomst van een vrachtwagen bij het douane-entrepot) en hetdoen van een periodieke aangifte die te vergelijken <strong>is</strong> met het doen van een BTW-aangifte.Vooral het log<strong>is</strong>tieke proces dient hier<strong>door</strong> sneller te verl<strong>op</strong>en met voor een ondernemingals resultaat een admin<strong>is</strong>tratieve kostenvermindering en een verbetering van de concurrentiepositie;- Admin<strong>is</strong>tratieve Organ<strong>is</strong>atie en Interne Controle (AO/IC): om de DSA aan een ondernemingtoe te staan, dient de AO/IC aan voorwaarden te voldoen die genoemd zijn in de wetenregelgeving. De belangrijkste wet- en regelgeving voor ons onderzoek zijn het eerdergenoemdeartikel in het MCC en de uitvoeringsbepalingen <strong>op</strong>genomen in het Modern<strong>is</strong>edCustoms Code Implementation Prov<strong>is</strong>ions 5 (MCCIP) in Titel 5 hoofdstuk 2, sectie 5, subsectie2. (Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion, 2010a). <strong>Deze</strong> normen komen nog uitgebreid aan bod inons onderzoek;- Toezicht: de DSA heeft ook tot doel dat de Douane haar aandacht kan verschuiven naarondernemingen zonder DSA én dat zij haar toezicht <strong>op</strong> de ondernemingen met DSA anderskan uitvoeren. Ju<strong>is</strong>t het toezichtproces <strong>is</strong> in de Eur<strong>op</strong>ese Unie in ontwikkeling. In plaats vande klassieke transactiegerichte controle waarbij de controlewerkzaamheden <strong>door</strong> de Douaneworden uitgevoerd (verticaal toezicht), wordt onderzocht of een systeemgerichte controletot de mogelijkheden behoort. In Nederland verschuift de controle achteraf – uitgevoerd<strong>door</strong> de Douane - (verticaal toezicht) steeds meer naar controle in de actualiteit en steunen<strong>op</strong> de werkzaamheden die al <strong>door</strong> de onderneming zijn uitgevoerd. Dit laatste <strong>is</strong> gebaseerd<strong>op</strong> het steunen <strong>op</strong> de f<strong>is</strong>cale beheersingssystemen in de onderneming (systeemgerichte controle).Dit model van toezicht wordt ‘horizontal<strong>is</strong>ering van het toezicht’ genoemd. Daarbijdient de onderneming aan te tonen ‘f<strong>is</strong>caal in control’ te zijn. Systeemgerichte controle <strong>is</strong>alleen mogelijk indien de onderneming <strong>op</strong> transactiebas<strong>is</strong> in control <strong>is</strong>. Vanuit de invalshoekvan ‘horizontal<strong>is</strong>ering van het toezicht’ zijn eveneens voorwaarden van toepassing <strong>op</strong>het eerder genoemde object ‘Admin<strong>is</strong>tratieve Organ<strong>is</strong>atie en Interne Controle’.In figuur 3 <strong>is</strong> het vorenstaande afgebeeld. Het object ‘Onderneming’ bestaat uit drie sub objecten.De IT ondersteunt de AO/IC en de bedrijfsprocessen. De AO/IC draagt bij aan de beheersbaarheidvan de bedrijfsprocessen. Het object ‘Onderneming’ wordt enerzijds beïnvloed <strong>door</strong>wet- en regelgeving uitgevaardigd <strong>door</strong> de Eur<strong>op</strong>ese Comm<strong>is</strong>sie en anderzijds <strong>door</strong> de Douanedie de taak heeft toezicht uit te oefenen <strong>op</strong> de uitvoering van de wet- en regelgeving. Zowelvanuit de wet- en regelgeving als vanuit het uit te voeren toezicht zijn voorwaarden af te leidenvoor de onderneming. De voorwaarden hebben vooral betrekking <strong>op</strong> de AO/IC van een onderneming.Omdat de IT onlosmakelijk <strong>is</strong> verbonden met de AO/IC van een onderneming zijn devoorwaarden voor de AO/IC verbonden met de IT.5 Voor ons onderzoek <strong>is</strong> uitgegaan van rev<strong>is</strong>ie 1.3 van het MCCIP9


Bij de belangrijkste faciliteit van de DSA, het doen van een douaneaangifte in de vorm die vergelijkbaar<strong>is</strong> met de BTW-aangifte, speelt eveneens de IT een essentiële rol. Het rapporteringsproces(waaronder het aangifteproces), <strong>is</strong> namelijk verbonden met IT-systemen. <strong>Deze</strong> ITsystemenbieden dus enerzijds ondersteuning aan alle relevante processen en anderzijds wordenzij benut voor het inbrengen, <strong>op</strong>slaan, verwerken en rapporteren van de gegevens die van belangzijn voor de douaneaangifte. De betrouwbaarheid van de aangifte <strong>is</strong> dan ook onlosmakelijkverbonden met een ingerichte, beheerste en werkende IT-omgeving.§1.2 ProbleemstellingFiguur 3: Invloed EC en Douane <strong>op</strong> ondernemingBij de Douane ontbreekt een algemeen toepasbaar IT-control framework waaraan de ITomgevingvan de onderneming moet voldoen om in aanmerking te komen voor de DSA. Ditalgemeen toepasbaar IT-control framework dient de beheersdoelstellingen en -maatregelen tebevatten die voortvloeien uit de voorwaarden uit de wet- en regelgeving over de DSA en vanuithet toe te passen toezichtsmodel. Het IT-control framework <strong>is</strong> dan bruikbaar voor:a) ondernemingen: voor het zelfstandig beoordelen in welke mate zij voldoen aan de beheersdoelstellingen.b) Douane: bij haar onderzoek naar de afgifte van een DSA.Bij de DSA speelt de digitale gegevensuitw<strong>is</strong>seling tussen ondernemingen en de Douane eenbelangrijke rol. Een digitaal bericht kan verschillend zijn in:a) content,b) moment in het log<strong>is</strong>tieke proces,c) frequentieBijvoorbeeld, het plaatsen van goederen onder de DSA vraagt om specifieke gegevens en dientper zending plaats te vinden (bijvoorbeeld <strong>op</strong> het moment dat de goederen de Eur<strong>op</strong>ese Unieworden binnengebracht). Op een later tijdstip in het log<strong>is</strong>tiek proces worden de goederen in hetvrije verkeer gebracht, dat wil zeggen ingevoerd. De bijbehorende gegevens dienen cumulatief10


te worden <strong>op</strong>genomen in een <strong>op</strong> een later moment in te dienen periodieke aangifte, bijvoorbeeldmaandelijks. De bas<strong>is</strong> van de kwaliteit van alle berichten wordt mede gevormd <strong>door</strong> de ITomgeving.Doelstelling:Het <strong>op</strong>stellen van een algemeen toepasbaar IT-control framework van toepassing <strong>op</strong> de douanevereenvoudigingSelf Assessment. Dit framework helpt toe te zien <strong>op</strong> informatiesystemenvan ondernemingen om daarmee de r<strong>is</strong>ico’s verbonden aan de verplichte digitale gegevensuitw<strong>is</strong>seling(content) tussen ondernemingen en Douane te mitigeren.Centrale vraagstelling:Welke beheersdoelstellingen en -maatregelen dient de Douane te stellen in het kader van SelfAssessment aan informatiesystemen van ondernemingen om daarmee de r<strong>is</strong>ico’s geassocieerdmet gegevensuitw<strong>is</strong>seling te mitigeren?Om deze centrale vraagstelling te beantwoorden <strong>is</strong> een aantal deelvragen ontwikkeld.Deelvragen:1. Wat <strong>is</strong> de relevante regelgeving en wat zijn de relevante ontwikkelingen in het kader vandouanevereenvoudiging Self Assessment? Welke e<strong>is</strong>en <strong>op</strong> het gebied van IT vloeien hieruitvoort?2. Welke r<strong>is</strong>ico’s zijn te onderkennen voor de gegevensuitw<strong>is</strong>seling tussen een ondernemingen de Douane?3. Welke beheersdoelstellingen zijn te herleiden uit de e<strong>is</strong>en uit vraag 1 en de r<strong>is</strong>ico’s uitvraag 2?4. Welke beheersmaatregelen kunnen worden gedefinieerd <strong>op</strong> bas<strong>is</strong> van de vastgestelde beheersdoelstellingen?5. Welk IT control framework <strong>is</strong> samen te stellen <strong>op</strong> bas<strong>is</strong> van ons onderzoek voor de gegevensuitw<strong>is</strong>selingtussen de onderneming en de Douane?§1.3 Sc<strong>op</strong>eOns onderzoek <strong>is</strong> gericht <strong>op</strong> het ontwikkelen van een algemeen toepasbaar IT-control frameworkvoor de DSA dat zowel kan worden gebruikt <strong>door</strong> een onderneming 6 als de Douane. Eenonderneming kan het IT-control framework gebruiken om haar IT te beoordelen in het kadervan een DSA. De Douane kan het IT-control framework gebruiken bij haar beoordeling van deIT van een onderneming.De sc<strong>op</strong>e van ons onderzoek richt zich <strong>op</strong> informatiesystemen (bijvoorbeeld Enterpr<strong>is</strong>e ResourcePlanning of Douane Management Systeem) en de activiteiten daar omheen waaronder beheer,beveiliging en beheersing.6 Zie voor definitie van ondernemingen: bijlage 4.11


§1.4 Aanpak onderzoek en leeswijzerIn aanvulling <strong>op</strong> de deelvragen uit paragraaf 1.2 geeft figuur 4 een overzicht van de <strong>door</strong> onsgehanteerde onderzoeksaanpak en de structurering van de hoofdstukken.Ons onderzoek <strong>is</strong> gestart met een studie naar de voorwaarden. De e<strong>is</strong>en zijn afgeleid uit de Eur<strong>op</strong>esedouanewetgeving en horizontaal toezicht. De Eur<strong>op</strong>ese douanewetgeving en horizontaaltoezicht komen overeen met de objecten ‘Eur<strong>op</strong>ese Comm<strong>is</strong>sie, wet- en regelgeving MCCMCCIP’ en ‘Douane’ uit figuur 3. De e<strong>is</strong>en komen overeen met de pijlen 1 en 2 uit figuur 3. Derelevante e<strong>is</strong>en zijn <strong>op</strong>genomen in de tabellen 3 en 4 in hoofdstuk 2.Vervolgens <strong>is</strong>, in hoofdstuk 3, onderzocht welke informatiesystemen relevant zijn voor ons onderzoeken hoe informatie in de transactieverwerkende systemen wordt beheerst. Hierna gaanwij in <strong>op</strong> de r<strong>is</strong>icoanalyse voor de DSA, beschrijven wij het overkoepelend r<strong>is</strong>ico voor de Douaneen werken <strong>op</strong> bas<strong>is</strong> van de e<strong>is</strong>en uit hoofdstuk 2 dit uit naar relevante informatiecriteria.In hoofdstuk 4 presenteren wij het IT-control framework, gebaseerd <strong>op</strong> het Cobit-raamwerkversie 4.1. Op bas<strong>is</strong> van de informatiecriteria en een tweetal verfijningen <strong>is</strong> een eerste selectievan Cobit-processen gemaakt. <strong>Deze</strong> selectie <strong>is</strong> vergeleken met een beschreven IT-control frameworkvoor SOx. De verschillen zijn geanalyseerd en heeft geresulteerd in een IT-controlframework voor de DSA.Het IT-control framework voor de DSA <strong>is</strong> voorgelegd aan experts binnen en buiten de Belastingdienst.Met experts binnen de Belastingdienst <strong>is</strong> een brainstormsessie gehouden. Daarnaast<strong>is</strong> er aan zowel experts binnen als buiten de Belastingdienst een enquête toegezonden. In hoofdstuk5 zijn de resultaten hiervan beschreven. In hoofdstuk 6 beantwoorden wij de deelvragen,worden de bevindingen van de experts in relatie gebracht met het beschreven IT-control frameworkvoor de DSA, worden aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoeken en vindt u eenreflectie.Figuur 4: Structuur onderzoeksaanpak12


Hoofdstuk 2E<strong>is</strong>en vanuit Eur<strong>op</strong>ese wetgeving en toezichtDit hoofdstuk geeft een overzicht van de e<strong>is</strong>en voor het sub object AO/IC uit figuur 3 die zijnafgeleid uit:- de Eur<strong>op</strong>ese douanewetgeving (MCC en MCCIP) en rekening houdend met:- de d<strong>is</strong>cussienota van de Eur<strong>op</strong>ese Comm<strong>is</strong>sie, Directoraat Generaal Belastingen enDouane-unie (Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion, 2010b),- de business case uitgevoerd bij een Franse onderneming (Min<strong>is</strong>terie van Financiën,2010),- onze interpretatie van de gesprekken met (beleids)medewerkers van het Min<strong>is</strong>terie vanFinanciën Directoraat Generaal F<strong>is</strong>cale Zaken belast met de invulling van de DSA en- het toezicht uit te voeren <strong>door</strong> de Douane.De DSA <strong>is</strong> een vereenvoudiging die een onderneming meer vrijheid geeft in het log<strong>is</strong>tieke procesmet als doel de admin<strong>is</strong>tratieve lasten te verminderen en de concurrentiepositie <strong>op</strong> de wereldmarktte verbeteren. Het <strong>is</strong> echter niet de enige vereenvoudiging die deze doelen nastreeft,het <strong>is</strong> wel de uiterste vorm. Hiermee zinspelen wij er<strong>op</strong> dat er andere vereenvoudigingen (ofregelingen met een gelijke strekking) bestaan die tevens faciliteiten verlenen.Het uitgangspunt van Nederland <strong>is</strong> dat de DSA een verzameling <strong>is</strong> van een aantal vereenvoudigingenin één vergunning met daaraan toegevoegd extra faciliteiten die de DSA biedt. Echter debenodigde individuele vereenvoudigingen zijn per onderneming verschillend. Dit <strong>is</strong> bijvoorbeeldafhankelijk van de plaats in de log<strong>is</strong>tieke keten en in welke branche de ondernemingwerkzaam <strong>is</strong>. Kortom de keuze <strong>is</strong> maatwerk en vormt een combinatie van regelingen uit hettotaal aan mogelijke vereenvoudigingen.Dit laatste heeft gevolgen voor ons onderzoek. Voor ons onderzoek <strong>is</strong> daarom gekozen voor demeest gangbare combinatie aan vereenvoudigingen, bestaande uit:- toegelaten geadresseerde en toegelaten afzender (zie paragraaf 2.1.2),- douane-entrepot (zie paragraaf 2.1.3),- inschrijving in de admin<strong>is</strong>tratie (zie paragraaf 2.1.4).Tussen haakjes <strong>is</strong> aangegeven in welk paragraaf het onderwerp wordt toegelicht. De toelichtingbestaat uit een beschrijving van de regeling, de faciliteiten en de e<strong>is</strong>en. Elk van deze componentenkan in figuur 3 geplaatst worden in het object ‘Eur<strong>op</strong>ese Comm<strong>is</strong>sie, Eur<strong>op</strong>ese wet- en regelgeving’.In paragraaf 2.1.5 wordt de samenhang van deze drie regelingen gegeven. Gelet <strong>op</strong>het eerder genoemde uitgangspunt dat de DSA al deze vereenvoudiging omvat, heeft dit totgevolg dat de totale som aan e<strong>is</strong>en van de verschillende regelingen van toepassing <strong>is</strong> <strong>op</strong> deDSA. In paragraaf 2.1.6 wordt ingegaan <strong>op</strong> de DSA. <strong>Deze</strong> paragraaf <strong>is</strong> vooral gebaseerd <strong>op</strong>gesprekken met medewerkers van het Min<strong>is</strong>terie van Financiën, een d<strong>is</strong>cussienota en een uitgevoerdebusiness case. Paragraaf 2.1.7 beschrijft nog een tweetal ontwikkelingen die van invloedzijn <strong>op</strong> de DSA. Het stelsel Author<strong>is</strong>ed Economic Operator <strong>is</strong> ook van belang. Dit stelsel geldtniet alleen als minimumvoorwaarde om in aanmerking te komen voor de DSA maar kan ookbeteken<strong>is</strong> hebben in de andere hiervoor genoemde regelingen. In paragraaf 2.1.1 wordt dan ookingegaan <strong>op</strong> het stelsel AEO. Uiteindelijk <strong>is</strong> in paragraaf 2.1.8 tabel 3 gegeven met de e<strong>is</strong>en dieuit de paragrafen 2.1.1 tot en met 2.1.6 zijn af te leiden en dit komt overeen met pijl 1 uit figuur3.13


In paragraaf 2.2 wordt ingegaan <strong>op</strong> het onderwerp toezicht en de e<strong>is</strong>en die daaruit zijn af te leidenvoor een onderneming. In figuur 3 <strong>is</strong> dit weergegeven met pijl 2. Wij beschrijven toezichtvanuit twee invalshoeken:- toezicht vanuit het MCC (paragraaf 2.2.1), en- toepassing van horizontaal toezicht (HT) <strong>door</strong> de Nederlandse Douane (paragraaf 2.2.2);In hoofdstuk 1 <strong>is</strong> <strong>op</strong>gemerkt dat het toezicht <strong>door</strong> de Douane binnen de Eur<strong>op</strong>ese Unie (sterk)in ontwikkeling <strong>is</strong>. Wij doelen hiermee <strong>op</strong> de verschuiving van verticaal toezicht naar horizontaaltoezicht. Verticaal toezicht, de klassieke controlemethode, kenmerkt zich <strong>door</strong> wantrouwen,de Douane selecteert en controleert. HT kenmerkt zich <strong>door</strong> haar uitgangspunt: starten <strong>op</strong>bas<strong>is</strong> van vertrouwen. HT vraagt daarmee meer dan alleen voldoen aan wet- en regelgeving.HT <strong>is</strong> zoals eerder aangegeven de toezichtsvorm die het best past in de context van de DSA. Inparagraaf 2.2.3 <strong>is</strong> tabel 4 <strong>op</strong>genomen met de e<strong>is</strong>en die afgeleid zijn vanuit het onderwerp toezicht.§2.1 E<strong>is</strong>en vanuit Eur<strong>op</strong>ese douanewetgeving2.1.1 Author<strong>is</strong>ed Economic Operator (AEO)Eerder <strong>is</strong> al <strong>op</strong>gemerkt dat AEO een minimumvoorwaarde <strong>is</strong> om in aanmerking te komen voorde DSA. In deze paragraaf gaan wij in <strong>op</strong>:- het ontstaan van het stelsel AEO en soortgelijke stelsels in de rest van de wereld,- de soorten, de geldigheid en de voordelen van een certificaat,- de relatie met HT,- de vier hoofde<strong>is</strong>en om in aanmerking te komen voor een AEO-certificaat,- de IT-aspecten die een rol spelen in het stelsel van AEO.Op 11 september 2001 hebben er aanslagen plaatsgevonden <strong>op</strong> het World Trade Centre in NewYork en het Pentagon in Washington. Dit heeft onder meer geleid dat de Douane haar aandachtmeer ging richten <strong>op</strong> de security & safety bij internationale goederenbewegingen. Ook deWorld Customs Organ<strong>is</strong>ation 7 ( WCO) onderkende deze verschuiving in douanetaken wat blijktuit de <strong>op</strong>name van Author<strong>is</strong>ed Economic Operator in het SAFE Framework of standards eenkader met als doel de wereldhandel te verbeteren (te vergemakkelijken) en tevens te beveiligentegen terror<strong>is</strong>me. In dit raamwerk zijn normen <strong>op</strong>genomen voor zowel de douaneorgan<strong>is</strong>atiesals de ondernemingen. De meeste leden van de WCO 8 hebben zich geconfirmeerd aan ditraamwerk en hebben de normen uit het SAFE Framework in hun wet- en regelgeving verderuitgewerkt. In de Verenigde Staten <strong>is</strong> dit raamwerk bekend onder de naam C-TPAT (Customs-Trade Partnership Against Terror<strong>is</strong>m) 9 . In de Eur<strong>op</strong>ese Unie <strong>is</strong> dit uitgewerkt in het stelsel vanAuthor<strong>is</strong>ed Economic Operators dat <strong>is</strong> <strong>op</strong>genomen in de Eur<strong>op</strong>ese douanewetgeving 10 (Eur<strong>op</strong>eanComm<strong>is</strong>sion, 1992 en Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion 1993). De doelstelling van de WCO <strong>is</strong> dat alle7 World Custom Organ<strong>is</strong>ation <strong>is</strong> een internationale intergouvernementele organ<strong>is</strong>atie, bestaande uit 176douaneorgan<strong>is</strong>aties waaronder de Nederlandse Douane, die toeziet <strong>op</strong> de douaneprocedures voorgrensoverschrijdend goederenverkeer. Zie voor meer informatie: www.wcoomd.org8 Zie welke leden zich aan het SAFE framework hebben geconfirmeerd of de intentie daartoe hebben:http://www.wcoomd.org/files/1.%20Public%20files/PDFandDocuments/Enforcement/FOS_bil_04.pdf9 Zie voor meer informatie: http://www.cbp.gov/10 Zie voor definitie van Eur<strong>op</strong>ese douanewetgeving: bijlage 414


implementaties van het SAFE Framework <strong>door</strong> alle leden van de WCO worden geaccepteerd.Hier<strong>door</strong> ontstaan er supply chains die als veilig en integer worden gekenmerkt.Het AEO stelsel in de Eur<strong>op</strong>ese Unie verschilt echter <strong>op</strong> één aspect van de andere implementatiesvan het SAFE Framework, het heeft een breder toepassingsgebied. Naast certificering voorhet aspect safety & security (vaak aangeduid als AEO S) <strong>is</strong> ook certificering mogelijk voor vereenvoudigdeprocedures 11 en het <strong>is</strong> daarmee gerelateerd aan compliance met douanewetgeving.Het laatste wordt vaak aangeduid met de afkorting AEO C. Omdat ook een combinatie mogelijk<strong>is</strong>, kunnen de volgende drie certificaten worden onderscheiden:Type certificaatAEO COfficiële beteken<strong>is</strong>CustomsSimplificationsToelichtingDouanevereenvoudigingen: voor marktdeelnemersdie voor vereenvoudigingen volgens dedouanewetgeving in aanmerking willen komenAEO S Safety and security Veiligheid: voor marktdeelnemers die in aanmerkingwensen te komen voor faciliteiten bijde douanecontroles betreffende de veiligheid bijbinnenkomst van goederen in het douanegebiedvan de Gemeenschap of bij het verlaten van ditgebiedAEO F Full Douanevereenvoudigingen en veiligheid: voormarktdeelnemers die voor <strong>beide</strong> in aanmerkingwensen te komenTabel 1: Typen certificaten AEOHet voornaamste doel van het stelsel AEO <strong>is</strong> het aanbrengen van een scheiding tussen veiligeen onveilige of onbekende goederenstromen om de toename van het volume in het goederenverkeeraan te kunnen.De betrouwbare bedrijven worden gecertificeerd en gefaciliteerd (groene deel in figuur 5). Eencertificaat <strong>is</strong> geldig in de gehele Eur<strong>op</strong>ese Unie. Voorbeelden van faciliteiten zijn:- minder fysieke (en documentatie) controles,- voorafgaande kenn<strong>is</strong>geving van fysieke controle,- voorrang krijgen bij fysieke controle <strong>op</strong> niet-gecertificeerde marktdeelnemers,- minder gegevens verstrekken in de summiere aangifte,- een verlaagde zekerheid,- minder gecontroleerd worden bij een aanvraag van een douanevereenvoudiging (bijv.DSA).100%gecertificeerde goederenstroomTijdFiguur 5: Doelstelling: certificeren 80% van de goederenstroom en 5% fysiek <strong>op</strong> het restant (verticaal toezicht)11 Zie voor definitie van vereenvoudigde procedures: bijlage 415


Voor de Nederlandse Douane <strong>is</strong> invoering van de AEO status een belangrijke stap in de samenwerkingmet het bedrijfsleven. Het past in het streven om het toezicht te ‘horizontal<strong>is</strong>eren’.Hiermee wordt bedoeld dat bedrijfsleven en Douane samen verantwoordelijk zijn voor veiligeen integere buitengrensoverschrijdende goederenstromen. Het biedt de mogelijkheid om samente zorgen voor een veilige en snellere log<strong>is</strong>tieke keten. In paragraaf 2.2.2 komen wij terug <strong>op</strong>horizontal<strong>is</strong>ering van het toezicht.Om een geautor<strong>is</strong>eerde marktdeelnemer 12 te kunnen worden moet een onderneming aan eenaantal e<strong>is</strong>en voldoen 13 , namelijk:AEO 1. de onderneming heeft een goede staat van dienst <strong>op</strong> het gebied van naleving van douane-en f<strong>is</strong>cale verplichtingen;AEO 2. de onderneming voert een deugdelijke handels- en in voorkomend geval, vervoersadmin<strong>is</strong>tratiedie passende douanecontroles mogelijk maken;AEO 3. de onderneming toont haar solvabiliteit aan;AEO 4. ingeval een onderneming gebruik wenst te maken van de vereenvoudigingen waarinovereenkomstig de douanewetgeving wordt voorzien, toont de onderneming de prakt<strong>is</strong>chevakbekwaamheid of beroepskwalificaties aan die rechtstreeks samenhangen metde verrichte activiteit; 14AEO 5. ingeval een geautor<strong>is</strong>eerde marktdeelnemer gebruik wenst te maken van faciliteiten metbetrekking tot douanecontroles inzake beveiliging en veiligheid, dient de ondernemingpassende beveiligings- en veiligheidsmaatregelen te hebben getroffen.Het hart van het aanvraagproces van een certificaat <strong>is</strong> het uitvoeren van een self assessmentwaarvan een samenvatting dient te worden verstrekt aan de douaneautoriteiten. Het selfassessment in het kader van het aanvraagproces <strong>is</strong> een zelfbeoordeling <strong>door</strong> de onderneming.Ten behoeve van de zelfbeoordeling heeft de Eur<strong>op</strong>ese Comm<strong>is</strong>sie een richtlijn <strong>op</strong>gesteld (Eur<strong>op</strong>eanComm<strong>is</strong>sion, 2007). De richtlijn kent een drietal doelen:- het verstrekken van een handvat met als doel een ju<strong>is</strong>te aanvraag te kunnen maken;- het verzekeren van een gezamenlijk (EU-breed) begrip en hier<strong>door</strong> het real<strong>is</strong>eren van eenuniforme aanvraag;- het garanderen van transparantie en een gelijke behandeling.De richtlijn bestaat uit drie delen die zowel gebruikt kunnen worden <strong>door</strong> de onderneming alsde douaneautoriteiten. Het eerste deel <strong>is</strong> algemeen waarin onderwerpen worden behandeld zoalstype certificaten, hoe de gids te gebruiken, de voordelen, de aanvraagprocedure et cetera.Het tweede deel <strong>is</strong> een vragenlijst. Enerzijds wordt hiermee een algemeen klantbeeld gevormden anderzijds wordt een beeld gevormd in welke mate een onderneming aan de vier criteria 15voldoet. De vragenlijst <strong>is</strong> <strong>op</strong>gesplitst in afdelingen en onderafdelingen. De afdeling wordt voorafgegaan<strong>door</strong> een norm. Een voorbeeld hiervan <strong>is</strong> hiervoor gegeven bij AEO 1: de ondernemingheeft een goede staat van dienst <strong>op</strong> het gebied van naleving van douane- en f<strong>is</strong>cale verplichtingen.De subafdeling kent dan afgeleide normen. Voor ons onderzoek zijn de afgeleide12 Zie voor definitie van marktdeelnemer: bijlage 4.13 Artikel 14 MCC: toekenning van de status (Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion 2008a)14 Een nieuwe e<strong>is</strong> die pas in werking treedt medio 201315 De richtlijn <strong>is</strong> ten tijde van ons onderzoek nog niet aangevuld met uitwerking voor criterium d: de prakt<strong>is</strong>chevakbekwaamheid of beroepskwalificaties die rechtstreeks samenhangen met de verrichte activiteit16


normen verder niet van belang. Onder de afgeleide normen zijn de vragen <strong>op</strong>genomen. De vragenzijn meer aandachtspunten met daaraan gerelateerde r<strong>is</strong>ico’s.Welke vragen uit de vragenlijst van toepassing zijn <strong>is</strong> afhankelijk van de plaats van de ondernemingin de toeleveringsketen. In figuur 6 <strong>is</strong> de indeling van de ondernemingen afgebeeld. Detoelichting over wat onder een producent, exporteur en anderen wordt verstaan, <strong>is</strong> te vinden inhet eerste deel van de richtlijn (Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion, 2007). In deel 3 van de richtlijn <strong>is</strong> aangegevenwelke criteria van toepassing zijn <strong>op</strong> welke groep van marktdeelnemers in de toeleveringsketen.Figuur 6: Indeling van ondernemingen (marktdeelnemers) in de toeleveringsketenPer aandachtspunt geeft de onderneming een oordeel over de mate van beheersing van dat aandachtspunt.Dit <strong>is</strong> een cijfer tussen de 0 (geen beheersmaatregelen – ad hoc bas<strong>is</strong>) en de 5 (lerendeorgan<strong>is</strong>atie).In 2007 hebben Piepers en Egmond (2007) onderzoek gedaan naar welke e<strong>is</strong>en <strong>op</strong> IT-gebiedmoeten worden gesteld voor het afgeven van een AEO certificaat aan carga<strong>door</strong>s 16 . In dit onderzoekzijn een aantal conclusies getrokken die voor ons onderzoek van belang zijn:- ondanks dat eerder <strong>is</strong> <strong>op</strong>gemerkt dat de vragenlijst (normen) afhankelijk <strong>is</strong> van de positievan de onderneming in de log<strong>is</strong>tieke keten, zijn de IT-aspecten voor alle actoren in de toeleveringsketenhetzelfde;- de guidelines zijn niet dwingend, echter indien een onderneming aan de guidelines voldoetkan een AEO certificaat niet geweigerd worden. De onderzoekers spreken van zachte wetgeving;- voor de invulling van een normenkader voor IT gaat de voorkeur uit naar Cobit, zijnde eenbestaande en breed gedragen framework <strong>door</strong> douaneautoriteiten en ondernemingen.De onderzoekers hebben vervolgens een aanbeveling gegeven voor de invulling van het normenkadervoor certificering van carga<strong>door</strong>s. Gelet <strong>op</strong> de eerste conclusie <strong>is</strong> de aanbeveling vantoepassing <strong>op</strong> alle ondernemingen. Omdat het slechts een aanbeveling <strong>is</strong> en geen onderbouwingervan <strong>is</strong> <strong>op</strong>genomen verwijzen wij er ook slechts naar (Piepers en Egmond, 2007).2.1.2 Toegelaten Geadresseerde en Toegelaten AfzenderIn de douanewetgeving <strong>is</strong> het toezicht gebaseerd <strong>op</strong> aangiften en identificatiemaatregelen (bijvoorbeeldverzegeling). Daarom dient elke handeling met douanegoederen te worden gedekt<strong>door</strong> een douaneaangifte. Het vervoeren van douanegoederen <strong>is</strong> een voorbeeld van een handelingen <strong>is</strong> het onderwerp van deze paragraaf. Een ander voorbeeld van een handeling <strong>is</strong> hetplaatsen van goederen in een douane-entrepot. Dit onderdeel wordt in paragraaf 2.3 behandeld.Douanevervoer betekent voor de Douane het transport van goederen, die onder toezicht van deDouane staan, binnen of over de grenzen van de Eur<strong>op</strong>ese Unie. Het douanevervoer wordt onderscheidenin:16 Zie voor definitie van carga<strong>door</strong>: bijlage 4.17


- intern douanevervoer: van intern douanevervoer <strong>is</strong> sprake indien communautaire goederenworden vervoerd tussen twee plaatsen in het douanegebied van de Gemeenschap over buitendat gebied gelegen grondgebied, en- extern douanevervoer: van extern douanevervoer <strong>is</strong> sprake als niet-communautaire goederenworden vervoerd tussen twee plaatsen in het douanegebied van de Gemeenschap zonderdat zij onderworpen worden aan de invoerrechten, andere heffingen en handelspolitiekemaatregelen (zijnde de faciliteiten).Het verschil tussen intern en extern heeft dus te maken met de status van de goederen en nietmet het gebied waarbinnen het vervoer plaatsvindt. Omdat ons onderzoek <strong>is</strong> gericht <strong>op</strong> nietcommunautairegoederen wordt intern douanevervoer verder buiten beschouwing gelaten.Extern douanevervoer kan plaatsvinden met de regeling voor extern communautair douanevervoer,carnet TIR, Rijnvaartmanifest of met documenten gebaseerd <strong>op</strong> andere internationaleovereenkomsten. Omdat de regeling extern communautair douanevervoer veruit het meestvoorkomend <strong>is</strong>, <strong>is</strong> voor deze regeling gekozen binnen ons onderzoek.Bij deze regeling wordt de aangifte gedaan in het internationale douanesysteem TransitNCTS 17 . Dit komt neer <strong>op</strong> het verzenden van een elektron<strong>is</strong>ch bericht aan de Douane. De ondernemingdient hiertoe te beschikken over een vergunning ‘elektron<strong>is</strong>ch aangeven douanevervoer’.<strong>Deze</strong> vergunning moet de handtekening waarborgen bij de elektron<strong>is</strong>che aangifte.Het kantoor van vertrek en het kantoor van bestemming worden in de aangifte <strong>op</strong>gegeven enmoeten voorkomen <strong>op</strong> de lijst met douanekantoren zoals <strong>door</strong> de Eur<strong>op</strong>ese Comm<strong>is</strong>sie <strong>is</strong> gepubliceerden die aangesloten zijn <strong>op</strong> het systeem NCTS. De goederen moeten ook bij de Douaneworden aangebracht, bij vertrek en bij aankomst. Pas als de ondertekende, van alle vermeldingenvoorziene aangifte <strong>is</strong> ingediend bij een bevoegd kantoor van vertrek en de goederen zijnaangebracht kan een aangifte worden aanvaard waarna de goederen mogen worden vervoerd.18Uitsluitend de Douane mag volgens de normale procedure de aankomst van de goederen reg<strong>is</strong>trerenin het systeem Transit NCTS.De Douane kent een aantal vereenvoudigde procedures <strong>op</strong> de regeling extern communautairdouanevervoer. Voor ons onderzoek zijn de vereenvoudigingen ‘Toegelaten afzender’ (TA) en‘Toegelaten geadresseerde’ (TG) van belang. Voor het gebruik van deze vereenvoudigingenheeft de onderneming een vergunning nodig.De vergunning TA kent een aantal vereenvoudigingen voor de formaliteiten die aan het kantoorvan vertrek dienen te worden vervuld. Zo behoeven de goederen noch de bijbehorende aangiftevoor douanevervoer bij het kantoor van vertrek aan te worden gebracht. De goederen mogenrechtstreeks, van in de vergunning aangewezen locaties, worden vervoerd. Ook kunnen zij zelfvervoermiddelen of colli verzegelen. De vergunning TG biedt de onderneming de mogelijkheidhaar goederen, die geplaatst zijn onder de regeling douanevervoer, direct in haar bedrijf te ontvangen,dus de goederen en de aangifte hoeven niet eerst te worden aangeboden <strong>op</strong> het (douane)kantoorvan bestemming. Ook brengt de onderneming zelf de resultaten van de controle(ontvangst) in het systeem Transit NCTS. Indien het vervoer verzegeld <strong>is</strong>, dan mag zij, na toestemmingvan de Douane, tevens de aangebrachte verzegeling zelf afnemen.17 De acroniem NCTS staat voor New Computer<strong>is</strong>ed Transit System. Dit systeem wordt gebruikt in alle lidstaten van deEur<strong>op</strong>ese Unie en in de EVA-landen.18 De normale procedure <strong>is</strong> te vinden <strong>op</strong> de www.douane.nl , presentatie ‘Douaneprocessen in beeld’.18


Om de beschikking te krijgen over de vergunningen moet de onderneming aan een aantal e<strong>is</strong>envoldoen. Wij gaan alleen in <strong>op</strong> de admin<strong>is</strong>tratieve e<strong>is</strong>en voor <strong>beide</strong> vergunningen zoals dat inhet MCCIP 19 <strong>is</strong> <strong>op</strong>genomen, namelijk:TATG 1. de onderneming voert een admin<strong>is</strong>tratie aan de hand waarvan de douaneautoriteiteneen doeltreffende controle kan uitvoeren met het oog <strong>op</strong> een correct beheer van devereenvoudigingen;TATG 2. de onderneming voert een admin<strong>is</strong>tratie zodanig dat de douaneautoriteiten het gebruikvan de regelingen kan controleren zonder dat daarvoor admin<strong>is</strong>tratieve maatregelenmoeten worden genomen die niet in verhouding staan tot de behoeften van de betrokkene.In de paragraaf over AEO <strong>is</strong> <strong>op</strong>gemerkt dat een AEO certificaat een aantal faciliteiten verleent.Een van de faciliteiten <strong>is</strong> ‘minder gecontroleerd worden bij een aanvraag van een douanevereenvoudiging’.De regelingen TA en TG zijn vereenvoudigingen waar<strong>op</strong> een AEO certificaateffect heeft. Indien een onderneming in het bezit <strong>is</strong> van een AEO certificaat (type C of F)dan geeft de regelgeving aan dat aan voorwaarde TATG 1 geacht <strong>is</strong> te zijn voldaan.In de huidige versie van het MCCIP <strong>is</strong> de e<strong>is</strong> TATG 1 niet verder uitgewerkt. Omdat deze e<strong>is</strong>engelijk zijn aan de huidige douanewetgeving (Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion, 1992 en Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion,1993) zijn deze e<strong>is</strong>en nader ingevuld <strong>op</strong> bas<strong>is</strong> van de bestaande douanewetgeving.Voor de regeling Toegelaten afzender zijn dan de volgende e<strong>is</strong>en van toepassing:TA 1. de onderneming voert een admin<strong>is</strong>tratie aan de hand waarvan de Douane de goederenbewegingkan controleren, met een verwijzing naar de voorafgaande douaneregeling ende persoon die verantwoordelijk <strong>is</strong> voor de regeling. Hier moet gedacht worden aan gegevenszoals aantal en de soort van het colli en de soort en hoeveelheid van de goederen.De admin<strong>is</strong>tratie moet toegankelijk zijn <strong>op</strong> bas<strong>is</strong> van aangiftenummer en datum verzending;TA 2. de onderneming bewaart alle gegevens met betrekking tot de aangifte ten minste zevenjaar in haar admin<strong>is</strong>tratie <strong>op</strong> een manier die met de Douane <strong>is</strong> overeengekomen. Hiermoet onder meer gedacht worden aan de vrachtbescheiden, de <strong>op</strong>dracht tot het makenvan de aangifte et cetera.En de admin<strong>is</strong>tratieve e<strong>is</strong>en voor de vergunning Toegelaten geadresseerde zijn:TG 1. de onderneming voert een admin<strong>is</strong>tratie aan de hand waarvan de Douane de goederenbewegingkan controleren, met een verwijzing naar de volgende douaneregeling en depersoon die verantwoordelijk <strong>is</strong> voor de regeling. Hier moet gedacht worden aan gegevenszoals aantal en de soort van het colli en de soort en hoeveelheid van de goederen.De admin<strong>is</strong>tratie moet toegankelijk zijn <strong>op</strong> bas<strong>is</strong> van aangiftenummer en datum ontvangst;TG 2. de onderneming bewaart alle gegevens met betrekking tot de aangifte ten minste zevenjaar in haar admin<strong>is</strong>tratie <strong>op</strong> een manier die met de Douane <strong>is</strong> overeengekomen. Hiermoet onder meer gedacht worden aan de vrachtbescheiden, de <strong>op</strong>dracht tot ontvangst vande goederen, de uitslag van de bevindingen bij het in ontvangst nemen en lossen van degoederen, et cetera.19 Zie de artikelen 722-26 e.v. MCCIP (Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion, 2010a)19


2.1.3 Douane-entrepotOpslag <strong>is</strong> net als douanevervoer aangemerkt als een bijzondere regeling 20 . Onder een <strong>op</strong>slagregelingkunnen niet-communautaire goederen in het douanegebied van de Gemeenschap worden<strong>op</strong>geslagen zonder dat zij onderworpen worden aan invoerrechten, andere heffingen en handelspolitiekemaatregelen (de faciliteiten). Een van de <strong>op</strong>slagregelingen <strong>is</strong> de regeling douaneentrepots.Voor het beheer van een douane-entrepot <strong>is</strong> een vergunning vere<strong>is</strong>t. De vergunningwordt slechts verleend indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. De e<strong>is</strong>en, die gesteldzijn aan een douane-entrepot zijn:DE 1. De onderneming voert een admin<strong>is</strong>tratie in een <strong>door</strong> de Douane goedgekeurde vorm. Ditbetekent onder meer dat de onderneming een voorraadadmin<strong>is</strong>tratie bijhoudt. Uit dievoorraadadmin<strong>is</strong>tratie moet te allen tijde zijn vast te stellen welke goederen zich onderde regeling van het douane-entrepot bevinden en de voorraadadmin<strong>is</strong>tratie bevat daartoede noodzakelijke gegevens over de goederen (minimaal die gegevens die in dehandelspraktijk worden gebruikt voor de identificatie van die goederen). Gedacht kanworden aan de gebruikelijke handelsbenaming, de hoeveelheid van de goederen enuiteraard de datum van inschrijving;DE 2. Een admin<strong>is</strong>tratie te voeren die voldoende waarborgen kent voor een ju<strong>is</strong>te vastleggingvan de bedrijfshandelingen;DE 3. De admin<strong>is</strong>tratie van de onderneming stelt de Douane in staat zijn toezicht (doeltreffend)uit te oefenen <strong>op</strong> de regeling, met name wat de identificatie, de douanestatus en het verkeervan de onder de regeling geplaatste goederen betreft;DE 4. De onderneming overlegt aan de douaneautoriteiten <strong>op</strong> vastgestelde tijdstippen een lijstvan de goederen in voorraad. De goederen worden bij aankomst in de <strong>op</strong>slagplaats vande onderneming in de voorraadadmin<strong>is</strong>tratie in<strong>geschreven</strong> en uiterlijk bij uitslag uit de<strong>op</strong>slagplaats wordt in de voorraadadmin<strong>is</strong>tratie vermeld dat de regeling <strong>is</strong> aangezuiverd.2.1.4 Inschrijving in de admin<strong>is</strong>tratieOm goederen te kunnen plaatsen onder een douaneregeling dient een douaneaangifte bij deDouane te worden ingediend en moeten de goederen worden aangebracht bij de Douane. Eerder<strong>is</strong> het indienen van een douaneaangifte beschreven bij het plaatsen van goederen onder dedouaneregeling douanevervoer. Hoofdregel <strong>is</strong> dat de douaneaangifte wordt ingediend metbehulp van elektron<strong>is</strong>che gegevensverwerking.De douaneautoriteiten mogen toestaan dat de douaneaangifte plaatsvindt in de vorm van eeninschrijving in de admin<strong>is</strong>tratie 21 . De aangiftevorm ‘inschrijving in de admin<strong>is</strong>tratie’ kanbetrekking hebben <strong>op</strong> het plaatsen van goederen onder verschillende douaneregelingen. Voorons onderzoek zijn de volgende ‘inschrijvingen in de admin<strong>is</strong>tratie’ van toepassing:- Plaatsen van goederen onder de regeling douane-entrepot (inslag douane-entrepot);- Plaatsen van goederen in het vrije verkeer (uitslag douane-entrepot).20 Zie voor definitie van bijzondere regeling: bijlage 4.21 Voorheen, in het CDW en TCDW, stond de inschrijving in de admin<strong>is</strong>tratie bekend als een vereenvoudigdeprocedure en meer specifiek onder de naam: domiciliëringsprocedure. Tijdens ons onderzoek <strong>is</strong> deze aangiftevormgeen vereenvoudigde procedure maar een standaard vorm geworden, echter er zijn sterke geluiden dat in het MCCalsnog de ‘oude’ domiciliëringsprocedure terugkomt.20


De onderneming moet om deze aangiftevorm toe te mogen passen wel weer een vergunninghebben. Ook aan deze vergunning zijn voorwaarden gek<strong>op</strong>peld. Zo dient de onderneming:IA 1. de douaneautoriteiten toegang te verstrekken tot de gegevens in het elektron<strong>is</strong>ch systeemvan de onderneming;IA 2. de gegevens gelijk aan een normale of een vereenvoudigde aangifte <strong>op</strong> te nemen in deadmin<strong>is</strong>tratie, alsook de eventuele bewijsstukken;IA 3. de plaats en de datum waar de goederen beschikbaar zijn voor controle in de admin<strong>is</strong>tratie<strong>op</strong> te nemen;IA 4. de douaneautoriteiten, <strong>op</strong> verzoek, in te lichten waar de goederen zich bevinden;IA 5. een veilig systeem te hebben, aantonend wie de vastleggingen heeft geraadpleegd,wanneer het heeft plaatsgevonden en wat er <strong>is</strong> uitgevoerd;IA 6. periodiek, bijvoorbeeld maandelijks, een aanvullende aangifte te overleggen bij deDouane van de goederen die met deze aangiftevorm onder een douaneregeling zijn geplaatst(gegevensuitw<strong>is</strong>seling);IA 7. een admin<strong>is</strong>tratie te voeren zodanig dat de Douane aan de hand van die admin<strong>is</strong>tratieeen doeltreffende controle kan verrichten, vooral een controle achteraf;IA 8. te voldoen aan de e<strong>is</strong>en die gesteld zijn voor een certificaat AEO C of F of in het bezitte zijn van een dergelijk certificaat.2.1.5 SamenhangDe normale procedure om goederen van buiten de Eur<strong>op</strong>ese Unie de Gemeenschap binnen tebrengen <strong>is</strong> weergegeven <strong>op</strong> de website van de Douane 22 . In de paragrafen 2.2, 2.3 en 2.4 zijneen aantal belangrijke vereenvoudigingen beschreven. In deze paragraaf <strong>is</strong> een korte toelichtinggegeven <strong>op</strong> de samenhang van de verschillende regelingen en welke communicatie(controlemomenten) tussen de Douane en de onderneming plaatsvindt. Wij merken vooraf <strong>op</strong>dat wij in de figuren hierna niet een uitputtend beeld geven. Ons doel <strong>is</strong> om een beeld teschetsen van <strong>op</strong>eenvolgende communicaties tussen een onderneming en de Douane in desituatie dat de hiervoor genoemde vereenvoudigingen van toepassing zijn. Het moge duidelijkzijn dat voor elke communicatie een onderneming meerdere activiteiten moet uitvoeren. In deparagraaf 2.6 vindt een vergelijking plaats met de DSA.In figuur 7 komen de onderwerpen van de vorige alinea’s terug. De twee AEO certificatengeven het verschil in reikwijdte aan. Het certificaat voor safety en security ziet toe <strong>op</strong> hetbinnenbrengen van de goederen. Het certificaat voor douanevereenvoudigingen <strong>is</strong> vooralgericht <strong>op</strong> het in aanmerking komen van vereenvoudigingen zoals ‘inschrijving in deadmin<strong>is</strong>tratie’ en de regelingen ‘Toegelaten afzender’ en ‘Toegelaten geadresseerde’.In dit voorbeeld worden de goederen na lossing van een zeeschip onder de regeling tijdelijke<strong>op</strong>slag geplaatst (terminal). Vervolgens worden de goederen onder de regeling externcommunautair douanevervoer geplaatst (lees: het doen van aangifte) en vervoerd naar hetentrepot van onderneming X. Bij aankomst dient de onderneming dit te melden in NCTS en natoestemming en eventuele controle <strong>door</strong> de Douane mag de onderneming de goederen lossen.Daarna wil de onderneming de goederen <strong>op</strong>slaan in een douane-entrepot. Hiertoe dientonderneming X de goederen in te schrijven in de admin<strong>is</strong>tratie. Van die inschrijving dient deonderneming X periodiek (maandelijks) een aanvullende aangifte in te dienen bij de Douane. Inde daar<strong>op</strong> volgende maanden dient de onderneming eveneens een aanvullende aangifte inwaar<strong>op</strong> <strong>is</strong> af te leiden dat de goederen nog aanwezig zijn en welke toegestane handelingen met22 Zie www.douane.nl presentatie ‘Douaneprocessen in beeld’.21


de goederen hebben plaatsgevonden. Wanneer de goederen uitgeslagen worden en in ditvoorbeeld <strong>is</strong> sprake van in het vrije verkeer brengen (invoer), moet daarvan eveneens eeninschrijving in de admin<strong>is</strong>tratie worden gedaan. Aan het einde van de periode dient deonderneming X ook van de ingevoerde goederen een aanvullende aangifte te overleggen. Deaanvullende aangifte omvat dan alle van belang zijnde gegevens voor de bepaling van de af tedragen rechten.Figuur 7: Globale weergave van de goederenstroom met de communicatie tussen onderneming en DouaneUit deze korte weergave blijkt dat de onderneming nog steeds moet voldoen aan een aantalformaliteiten (bijvoorbeeld het indienen van aanvullende aangiften), waarvan een aantal ooktijdrovend kunnen zijn (wachten <strong>op</strong> de Douane indien een zending bij aankomst douaneentrepot<strong>is</strong> geselecteerd voor fysieke controle). De DSA wil deze lasten verlagen.2.1.6 Douanevereenvoudiging Self Assessment (DSA)De DSA <strong>is</strong> ingebracht bij de EC <strong>op</strong> initiatief van Nederland. De staatssecretar<strong>is</strong> was het eensmet dit initiatief <strong>op</strong> voorwaarde dat het Nederland geen belasting<strong>op</strong>brengsten zal kosten, tenzijer sprake <strong>is</strong> van een substantiële lastenverlichting voor het bedrijfsleven of van flankerendemaatregelen die een financiële compensatie zouden inhouden. Het voorstel (Min<strong>is</strong>terie van Financiën,2006), zoals gedaan <strong>door</strong> Nederland, verduidelijkt wel de context van de DSA en omvathet volgende:- de mogelijkheid voor één enkele vergunning voor alle mogelijke procedures en onder dezevergunning kunnen alle douaneprocedures zonder verdere formaliteiten worden afgewikkeld;- er moet altijd wel een verbinding kunnen worden gelegd met het douaneproces binnenbrengenin de Eur<strong>op</strong>ese Unie, dan wel met het douaneproces uitgaan van het douanegebiedvan de Gemeenschap;- er zullen geen aangifteverplichtingen meer zijn en ook geen meldingsverplichtingen. Ditbetekent ook dat er geen aanvullende maandaangifte ingediend hoeft te worden;- de vergunninghouder berekent zelf de afdracht aan rechten en dit naar analogie van de omzetbelasting.Dit betekent dus afdracht <strong>op</strong> aangifte en cumulatief;22


- de goederen van de vergunninghouder zijn aan weinig fysieke controles onderworpen. Redenhiervan <strong>is</strong> dat r<strong>is</strong>ico’s zoveel mogelijk worden uitgesloten tijdens de pre audit voorafgaandaan het verlenen van de vergunning DSA;- controle <strong>door</strong> de Douane vindt grotendeels plaats <strong>door</strong> post audits (admin<strong>is</strong>tratieve controle);- de vergunning kan een grensoverschrijdende werking hebben;- aan veiligheid gerelateerde procedures vallen buiten het (voorl<strong>op</strong>ige) concept van de DSA;- m<strong>is</strong>bruik of onju<strong>is</strong>t gebruik van de vergunning leidt tot schorsing of intrekking van de vergunning.In 2008 heeft er een seminar plaatsgevonden <strong>op</strong> initiatief van Nederland, Zweden en het VerenigdKoninkrijk. Een van de aanbevelingen was om het bedrijfsleven meer bij de ontwikkelingvan de DSA te betrekken (<strong>is</strong> het voorstel uitvoerbaar voor een onderneming, ontbreken er belangrijkeonderwerpen) en tevens een kosten baten analyse uit te voeren (Min<strong>is</strong>terie van Financiën,2008). Als gevolg van deze aanbeveling zijn een aantal business cases <strong>op</strong>gesteld. Eén businesscase <strong>is</strong> inmiddels uitgevoerd. De belangrijkste bevindingen van de business case, waarbijeen groot fabrikant voor gehomogen<strong>is</strong>eerde tabak in Frankrijk geparticipeerd heeft, zijn (Min<strong>is</strong>terievan Financiën, 2010):- Een onderneming moet ‘in control’ zijn, vooral voor wat betreft de douaneprocessen. Eencompliance (met douanewet- en regelgeving) programma dient beschikbaar te zijn en uitgedragente worden <strong>door</strong> het hoogste management;- Een onderneming moet een plaats in de supply chain hebben waar<strong>door</strong> zij verantwoordelijk<strong>is</strong> voor de <strong>op</strong>erationele uitvoering uitgevoerd in de supply chain die minimaal in overeenstemming<strong>is</strong> met de reikwijdte van de DSA. Moet een onderneming steunen <strong>op</strong> andere ondernemingendan beperkt dit de mogelijkheden voor beheersing van de douaneprocessendie onder de regeling DSA vallen. Anders gezegd: de plaats van de onderneming in de log<strong>is</strong>tiekeketen heeft directe gevolgen voor de beheersing van de douaneprocessen en <strong>is</strong>daarmee van invloed <strong>op</strong> de mogelijkheden binnen de DSA (het te kiezen arrangement);- Het initiële onderzoek dat voorafgaat aan de verlening van een vergunning DSA omvat tevenseen IT-audit. De IT-audit dient vast te stellen of een onderneming ‘in control’ <strong>is</strong> voorde gekozen combinatie aan douaneprocedures (samen vormend DSA) alsook dat toezicht<strong>door</strong> de douaneautoriteiten mogelijk <strong>is</strong> <strong>op</strong> een acceptabel niveau;- Standaard<strong>is</strong>atie van de functionaliteit en gegevens in de ERP-systemen vere<strong>is</strong>t voor de douaneaangelegenhedenkunnen een belangrijke bijdrage leveren aan een effectieve toepassingvan de DSA en de implementatiekosten voor DSA aanmerkelijk verminderen en zo ookvoor het toezicht uitgevoerd <strong>door</strong> de douaneautoriteiten;- Softwareleveranciers dienen ook betrokken te zijn bij de verdere ontwikkelingen van DSA.Dit om standaard IT-<strong>op</strong>lossingen vast te stellen die haalbaar zijn en DSA ondersteunen, zekermet betrekking tot de admin<strong>is</strong>tratieve organ<strong>is</strong>atie en interne beheersing van de onderneming.De DSA <strong>is</strong> eigenlijk een douanepakket, één vergunning waarin alles wat van belang <strong>is</strong> in derelatie tussen de onderneming en de Douane <strong>is</strong> verankerd. De vergunningen TA, TG, douaneentrepot,inschrijving in de admin<strong>is</strong>tratie zijn dus gebundeld in één toestemming. Het extra datde DSA biedt <strong>is</strong> dat resterende formaliteiten, gebaseerd <strong>op</strong> de verschillende vergunningen, nogverder vervallen, dan wel worden overgenomen <strong>door</strong> de onderneming zelf. De DSA <strong>is</strong> dus eenverregaande vereenvoudiging van douaneprocedures. Om de verschillen te verduidelijken <strong>is</strong>hierna de situatie uit figuur 7 omgezet naar een situatie met de douanevereenvoudiging SelfAssessment. Nogmaals, het <strong>is</strong> slechts een voorbeeld van een mogelijke situatie.23


Figuur 8: Globale weergave van de goederenstroom en communicatie tussen onderneming en Douanemet toepassing Self AssessmentHet <strong>is</strong> duidelijk dat de periodieke aanvullende aangiften zijn vervallen. Ook het vervoer onderde regeling TA <strong>is</strong> vervallen en daarmee ook de formaliteiten die daarbij horen. Hetzelfde geldtvoor de ontvangst van de goederen <strong>op</strong> bas<strong>is</strong> van de regeling TG. In de bovenste groene balk <strong>is</strong>de belangrijkste communicatie tussen de onderneming en de Douane weergegeven. Periodiekwordt elektron<strong>is</strong>ch een cumulatieve aangifte ingediend (rechts in groene balk) van de goederendie in het vrije verkeer zijn gebracht in de periode waar<strong>op</strong> de aangifte betrekking heeft. De frequentievan deze communicatievorm <strong>is</strong> laag, slechts eenmaal per maand. Het moment van dezecommunicatie <strong>is</strong> dan ook nagenoeg een vast tijdstip. De content <strong>is</strong> summier en bevat de gegevensvergelijkbaar met de BTW-aangifte 23 .Per zending (links in groene balk) worden de goederen geplaatst onder de regeling Self Assessment.In het voorbeeld <strong>is</strong> uitgegaan van het plaatsen van de goederen onder de regeling SelfAssessment <strong>op</strong> een moment nadat de summiere aangifte waar<strong>op</strong> de goederen de Gemeenschap24zijn binnengebracht, <strong>is</strong> gedaan . Het plaatsen van de goederen onder de regeling vindt elektron<strong>is</strong>chplaats. De frequentie van de berichten <strong>is</strong> hoog, het moment <strong>is</strong> sterk verschillend en decontent <strong>is</strong> gestandaard<strong>is</strong>eerd. In figuur 9 <strong>is</strong> een weergave gegeven van de communicatie dieplaatsvindt tussen onderneming X en de douaneautoriteiten in de situatie die aansluit bij figuur8. Alleen <strong>is</strong> in figuur 9 het voorbeeld verder uitgewerkt waarbij de goederen de Gemeenschapworden binnengebracht in Nederland en de onderneming <strong>is</strong> gevestigd in Frankrijk.23 Voor de eenvoud <strong>is</strong> in dit voorbeeld er van uitgegaan dat alle goederen uiteindelijk worden ingevoerd. De goederenkunnen bijvoorbeeld ook geplaatst worden onder een andere douaneregeling, zoals douanevervoer of overbrengennaar een andere onderneming die tevens in bezit <strong>is</strong> van een vergunning Self Assessment.24 Het plaatsen onder de regeling Self Assessment kan ook <strong>op</strong> een ander moment plaatsvinden, bijvoorbeeld als degoederen worden overgebracht van een andere onderneming die in het bezit <strong>is</strong> van een vergunning Self Assessment,of <strong>op</strong> het moment dat de goederen worden aangebracht onder de regeling douanevervoer bij de onderneming.EORI staat voor Economic Operator Reg<strong>is</strong>tration and Identification nummer en identificeert een marktdeelnemer(onderneming) in alle lidstaten.24


Figuur 9: Globale (mogelijke) weergave berichtenstroom tussen onderneming en Douane<strong>Deze</strong> berichtenstroom <strong>is</strong> gebaseerd <strong>op</strong> het final seminar report uit 2008 (Min<strong>is</strong>terie van Financiën,2008) en komt overeen met het tijdstip P uit figuur 8.Tijdens het seminar <strong>is</strong> een eerste definitie gegeven van Self Assessment: namelijk:“Author<strong>is</strong>ation by customs for economic <strong>op</strong>erators to take responsibilityfor and perform customs formalities and controls normally undertakenby customs as specified.” (Min<strong>is</strong>terie van Financiën, 2008)De essentie van deze definitie <strong>is</strong> de verschuiving van verantwoordelijkheden voor douaneformaliteitenen douanecontroles van de Douane naar de onderneming. Naast de definitie zijn erook uitgangspunten en een groot aantal aanbevelingen gedaan in het rapport. De twee belangrijksteuitgangspunten zijn:- de Douane houdt toezicht <strong>op</strong> deze ondernemingen <strong>door</strong> gebruik te maken van de bedrijfsenfinanciële admin<strong>is</strong>tratie van de onderneming en van haar onderliggende ondersteunendeIT-systemen.- DSA kan alleen aan die ondernemingen worden gegund die een geautomat<strong>is</strong>eerd systeemhebben met een volledige audit trail om alle <strong>op</strong>erationele activiteiten te kunnen volgen.Een groot aantal aanbevelingen <strong>is</strong> al gereal<strong>is</strong>eerd, bijvoorbeeld de voorwaarde dat minimaalmoet worden voldaan aan de e<strong>is</strong>en die gesteld worden aan het certificaat AEO C. Een andereaanbeveling <strong>is</strong> om een systeemgerichte benadering en de DSA samen te brengen omdat zij veelgemeenschappelijk hebben. Overigens <strong>is</strong> ook de conclusie getrokken dat een transactiegerichtebenadering relevant en noodzakelijk blijft.25


Het MCC en het MCCIP 25 komen met het vorenstaande overeen. Zo <strong>is</strong> in het MCC <strong>op</strong>genomendat ondernemingen toestemming kunnen krijgen om bepaalde formaliteiten, die in beginsel<strong>door</strong> douaneautoriteiten worden vervuld, zelf uit te voeren. Artikel 116 MCC <strong>is</strong> nader uitgewerktin het MCCIP. Daarin <strong>is</strong> aangegeven voor welke douaneaangiften de DSA kan wordentoegepast, bijvoorbeeld invoer, <strong>op</strong>slag in douane-entrepot en actieve veredeling. Ook formaliteitenworden genoemd, bijvoorbeeld formaliteiten en controles gerelateerd aan <strong>op</strong>slag en verwerkingvan goederen kunnen onder de DSA <strong>op</strong>gevat worden (Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion, 2010b).Belangrijk zijn ook de voorwaarden die worden genoemd in het MCCIP, te weten:DSA 1. dat de onderneming bewijs van het vervullen van de douaneformaliteiten moet vastleggenin de vorm van transacties in de admin<strong>is</strong>tratie van de marktdeelnemer;DSA 2. dat de onderneming minimaal aan de criteria voor een AEO-certificaat (C of F) moetvoldoen of in het bezit daarvan moet zijn;DSA 3. dat de onderneming de douaneautoriteiten, <strong>op</strong> verzoek, toegang geeft tot de admin<strong>is</strong>tratievevastleggingen;DSA 4. dat de onderneming in staat <strong>is</strong> de douaneformaliteiten te monitoren en compliant <strong>is</strong> aande regelgeving geldend voor de vereenvoudiging DSA;DSA 5. dat de onderneming in het bezit <strong>is</strong> van de vere<strong>is</strong>te informatie voor de controle <strong>op</strong> deberekening van de douaneschuld;DSA 6. dat de onderneming een veilig systeem heeft aantonend wie en wanneer toegang tot devastleggingen heeft gekregen en welke acties zijn verricht <strong>op</strong> het systeem;DSA 7. dat de onderneming een <strong>door</strong>l<strong>op</strong>ende zekerheid heeft verstrekt voor zowel de invoeralsde uitvoerrechten en andere heffingen die in het geding zijn.De e<strong>is</strong>en die hier genoemd zijn, <strong>op</strong> DSA 7 na, zijn allemaal van invloed <strong>op</strong> de IT van de onderneming.Wij merken (nogmaals) <strong>op</strong> dat ten tijde van het onderzoek en het schrijven van deze<strong>scriptie</strong> de reikwijdte van de DSA niet volledig <strong>is</strong> afgebakend. Dit komt <strong>door</strong>dat het MCCIP(Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion, 2010a) voor de DSA nog in ontwerpfase <strong>is</strong>.2.1.7 Overige ontwikkelingen MCCIn figuur 3.3 <strong>is</strong> een situatie geschetst waarbij meerdere lidstaten betrokken zijn. Dit <strong>is</strong> alleen tereal<strong>is</strong>eren met toepassing van IT. Een eerste belangrijke ontwikkeling daarin <strong>is</strong> Single Window.Dit begrip <strong>is</strong> in hoofdstuk 1 al behandeld en <strong>op</strong>genomen in figuur 2 als één van de ontwikkelingenin hoe de Eur<strong>op</strong>ese Comm<strong>is</strong>sie de handel verder wilt faciliteren. De gedachte achter SingleWindow <strong>is</strong> het creëren van een one st<strong>op</strong> sh<strong>op</strong>, dus alle controles (transactiegericht) <strong>door</strong> de verschillendebetrokken instanties <strong>op</strong> één plaats en <strong>op</strong> één tijdstip.Een tweede essentiële ontwikkeling, eveneens gebaseerd <strong>op</strong> mogelijkheden die de IT biedt, <strong>is</strong>Central<strong>is</strong>ed Clearance. <strong>Deze</strong> ontwikkeling houdt in dat een onderneming elektron<strong>is</strong>ch communiceertmet slechts één douanekantoor, het kantoor waar de onderneming <strong>is</strong> gevestigd. De goederenkunnen zich fysiek ergens anders bevinden. In figuur 3 <strong>is</strong> dat ook van toepassing waar deonderneming in Frankrijk <strong>is</strong> gevestigd en de goederen fysiek in Nederland zijn aangebracht.Uiteraard heeft dit gevolgen voor wie (douanekantoor) verantwoordelijk <strong>is</strong> voor wat en <strong>op</strong> talvan andere bepalingen, bijvoorbeeld de BTW-kwestie. Echter dat valt verder buiten ons onderzoek.Zowel Single Window als Central<strong>is</strong>ed Clearance kan grote voordelen voor de ondernemingen<strong>op</strong>leveren.25 Meer specifiek: artikel 116 lid 2 letter d van het MCC (Eur<strong>op</strong>ean comm<strong>is</strong>sion, 2008a) en de artikelen 525-2-01 t/m 04van het MCCIP (Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion, 2010a)26


IA 7 §2.1.4(21)IA 8 §2.1.4(21)DSA 1 §2.1.6(26)DSA 2 §2.1.6(26)DSA 3 §2.1.6(26)DSA 4 §2.1.6(26)DSA 5 §2.1.6(26)DSA 6 §2.1.6(26)§2.2 ToezichtDe onderneming voert een admin<strong>is</strong>tratie zodanig dat de Douane aan dehand van die admin<strong>is</strong>tratie een doeltreffende controle kan verrichten;De onderneming dient te voldoen aan de e<strong>is</strong>en die gesteld zijn voor eencertificaat AEO C of F of in het bezit te zijn van een dergelijk certificaat;De onderneming legt een bewijs van het vervullen van de douaneformaliteitenvast in de vorm van transacties in de admin<strong>is</strong>tratie;De onderneming voldoet aan of <strong>is</strong> in het bezit van een certificaat AEO Cof F (audit trail <strong>is</strong> een onderdeel);De onderneming zorgt ervoor dat de douaneautoriteiten, <strong>op</strong> verzoek,toegang hebben tot de admin<strong>is</strong>tratieve vastleggingen;De onderneming <strong>is</strong> in staat de douaneformaliteiten die zij uitvoert te monitorenen <strong>is</strong> compliant aan de regelgeving geldend voor de vereenvoudigingDSA ;De onderneming <strong>is</strong> in het bezit van de vere<strong>is</strong>te informatie voor de berekeningvan de douaneschuld en voor de controle <strong>op</strong> die berekening;De onderneming maakt gebruik van een veilig systeem aantonend wie enwanneer toegang tot de vastleggingen heeft gekregen en welke actieszijn verricht <strong>op</strong> het systeem.2.2.1 Toezicht vanuit het MCCTabel 3: E<strong>is</strong>en vanuit de wet- en regelgevingOm het begrip toezicht af te bakenen sluiten wij aan <strong>op</strong> wat in het MCC <strong>is</strong> <strong>geschreven</strong> over toezicht.Niet vreemd <strong>is</strong> dat toezicht voorkomt in de m<strong>is</strong>sie van de douaneautoriteiten. In het MCC<strong>is</strong> de m<strong>is</strong>sie als volgt gegeven:“De douaneautoriteiten hebben voornamelijk als <strong>op</strong>dracht toezicht tehouden <strong>op</strong> het internationale handelsverkeer van de Gemeenschap en aldusbij te dragen tot eerlijke en <strong>op</strong>en handel, de uitvoering van de externeaspecten van de interne markt, van het gemeenschappelijk handelsbeleiden van ander gemeenschappelijk communautair beleid dat verband houdtmet de handel en de algemene veiligheid van de toeleveringsketen. Dedouaneautoriteiten stellen maatregelen vast die met name strekken tot:a) de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap enhaar lidstaten;b) de bescherming van de Gemeenschap tegen oneerlijke en illegale handelen de ondersteuning van de legale handel;c) het garanderen van de veiligheid en de beveiliging van de Gemeenschapen haar ingezetenen, en de bescherming van het milieu, in voorkomendgeval in nauwe samenwerking met andere autoriteiten;d) het handhaven van een billijk evenwicht tussen de douanecontroles ende facilitering van de legale handel.” (Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion, 2008a)Wat het MCC precies verstaat onder toezicht, en in deze situatie <strong>is</strong> het beter te spreken vandouanetoezicht, <strong>is</strong>:“De activiteiten die <strong>door</strong> de douaneautoriteiten in het algemeen wordenontplooid teneinde te zorgen voor de naleving van de douanewetgevingen, in voorkomend geval, van de andere bepalingen die <strong>op</strong> goederen onderdouanetoezicht van toepassing zijn.” (Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion, 2008a)29


De Belastingdienst heeft gekozen voor responsief toezicht. De belastingdienst wil de verantwoordelijkhedendaar neerleggen waar ze thu<strong>is</strong> horen. Ze zal het toezicht dan ook aanpassennaar de mate van het vrijwillig compliant zijn van de belastingplichtige. De onderliggendedoelstelling <strong>is</strong> om de toezichtactiviteiten zo effectief en efficiënt mogelijk in te richten. Responsieftoezicht/handhaven <strong>is</strong> een mengmodel waar de inzet van de handhavingsmiddelen afhankelijk<strong>is</strong> van het gedrag en de houding van de belastingplichtige. De Douane kent daarintwee uiterste vormen: verticaal 26 en horizontaal toezicht.2.2.2 Horizontaal toezichtHorizontaal toezicht <strong>is</strong> gedefinieerd als:“toezicht waarbij de Belastingdienst en belastingplichtige een relatie <strong>op</strong>bouwen<strong>op</strong> bas<strong>is</strong> van wederzijds vertrouwen, transparantie en gelijkwaardigheidom te komen tot naleving van wet- en regelgeving”. (Herrijgers,2010)De Belastingdienst wil dit bereiken <strong>door</strong> met de onderneming in de actualiteit te werken en testeunen <strong>op</strong> de werkzaamheden 27 die <strong>door</strong> de onderneming of derden 28 zijn uitgevoerd, de ondernemingmoet daartoe f<strong>is</strong>caal in control zijn. Wederzijds vertrouwen, <strong>op</strong>enheid, zelfreguleringen transparantie vormen de bas<strong>is</strong>ingrediënten 29 . Bij horizontaal toezicht zal er gezochtworden naar gezamenlijke belangen. Het moge duidelijk zijn uit deze toelichting dat deze vormvan toezicht voor elke onderneming apart, en indien mogelijk, wordt gereal<strong>is</strong>eerd.De bas<strong>is</strong> van HT, vooral vertrouwen en zelfregulering, past binnen het uitgangspunt om ondernemingenmeer eigen verantwoordelijkheid te laten dragen en sluit aan bij de regels die voorandere doeleinden zijn ontworpen: die rond corporate governance en financiële verslaglegging.Sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw <strong>is</strong> een aantal toonaangevende ondernemingen in problemengekomen of soms zelfs failliet gegaan. Wat wij bij al deze boekhoudschandalen zagen,waren falende interne en externe controlesystemen. Als reactie hier<strong>op</strong> <strong>is</strong> een groot aantal corporategovernance codes en wetten ingevoerd. Wij noemen slechts de Nederlandse CorporateGovernance Code ontwikkelt <strong>door</strong> de comm<strong>is</strong>sie Tabaksblat en de Sarbanes-Oxley Act (SOx)een wet ingevoerd in de Verenigde Staten. Beide regelingen geven een belangrijke rol aan deinterne beheersing en e<strong>is</strong>en een ‘in control statement’ waarin de leiding van een ondernemingbevestigt dat zij de processen binnen de onderneming beheerst. Om een dergelijk statement afte geven moet een onderneming een business (of internal) control framework (BCF) ingevoerd26 Verticaal toezicht wordt verder niet behandeld omdat, uit gesprekken met beleidsmedewerkers van het Min<strong>is</strong>terievan Financiën duidelijk <strong>is</strong> gebleken dat horizontaal toezicht de toezichtsvorm <strong>is</strong> voor de DSA.27 Met werkzaamheden wordt bedoeld de inrichting van de interne beheersing en monitoringfunctie voor wat betreft demate waarin de Douane kan steunen <strong>op</strong> de algemene interne beheersing en daarmee de gegevensgerichtevolledigheidscontrole geheel of gedeeltelijk achterwege kunnen laten. Voor de ju<strong>is</strong>theidscontrole wordt gesteund <strong>op</strong> deuitgevoerde stat<strong>is</strong>t<strong>is</strong>che steekproef in zoverre dat deze aan de voorwaarden voldoet (bijv. de materialiteit). Voor DSA <strong>is</strong>het ook nodig dat de Douane zicht heeft <strong>op</strong> de data kwaliteit in de keten omdat men hiervan afhankelijk <strong>is</strong>.28 Een derde <strong>is</strong> bijvoorbeeld de <strong>op</strong>enbare accountant of een externe deskundige.29 Voor meer informatie over de begrippen wederzijds vertrouwen, transparantie et cetera. zie (Belastingdienst, 2010b)of www.douane.nl.30


hebben. Een bekend model, dat ook <strong>door</strong> de Belastingdienst als voorbeeld wordt aangedragen,<strong>is</strong> het COSO-model 30 .31Ziet het BCF <strong>op</strong> de beheersing van alle bedrijfsprocessen, het Tax Control Framework (TCF)<strong>is</strong> een f<strong>is</strong>cale r<strong>is</strong>icobeheersings- en controlesysteem. Het kan een onderneming in staat stellende f<strong>is</strong>caal <strong>op</strong>erationele en financiële doelen te bereiken en de f<strong>is</strong>cale strategie uit te voeren <strong>op</strong>een beheersbare en controleerbare wijze. Het TCF dient ervoor te zorgen dat de ondernemingaan kan tonen ‘f<strong>is</strong>caal in control’ 32 te zijn. In welke mate een onderneming f<strong>is</strong>caal in control <strong>is</strong>,<strong>is</strong> bepalend voor de voor de mate waarin (horizontaal) toezicht wordt toegepast.Een onderneming <strong>is</strong> f<strong>is</strong>caal in control indien zij haar f<strong>is</strong>caliteit beheerst, dus dat de f<strong>is</strong>cale beheersingsmaatregelenper belastingmiddel adequaat zijn <strong>op</strong>gezet en werken (e<strong>is</strong> HT 1). Ditheeft tot gevolg dat de aangiften ju<strong>is</strong>t, volledig en tijdig zijn ingediend, de onderneming heeftvoldaan aan de relevante f<strong>is</strong>cale en wet- en regelgeving, het bestuur <strong>door</strong>l<strong>op</strong>end kenn<strong>is</strong> heeftvan de mate waarin de f<strong>is</strong>cale <strong>op</strong>erationele en – strateg<strong>is</strong>che doelstellingen zijn bereikt en dathet f<strong>is</strong>cale r<strong>is</strong>ic<strong>op</strong>rofiel ju<strong>is</strong>t en volledig <strong>is</strong>. <strong>Deze</strong> uitleg van f<strong>is</strong>caal in control stemt overeen metde definitie van ‘in control’ gegeven in Driessen et al (2003):“In control kan worden gedefinieerd als de wijze van sturen, beheersen entoezichthouden gericht <strong>op</strong> een effectieve en efficiënte real<strong>is</strong>atie van strateg<strong>is</strong>cheen <strong>op</strong>erationele doelstellingen alsmede het hierover <strong>op</strong> een <strong>op</strong>enwijze communiceren en verantwoording afleggen ten behoeve van belanghebbende”.Een TCF omvat daartoe alle <strong>op</strong> de betreffende onderneming van toepassing zijnde belastingenén andere activiteiten, die in relatie staan met de wet- en regelgeving waarvoor de douaneautoriteitenverantwoordelijk zijn voor de uitvoering. Een TCF raakt dan ook bijna alle bedrijfsprocessen.Uiteraard vallen de volledigheid, ju<strong>is</strong>theid en tijdigheid van het doen van aangiften enbetalingen binnen de sc<strong>op</strong>e van het TCF. Maar, bijvoorbeeld, een onderneming moet ook incontrol zijn <strong>op</strong> het gebied van milieuregelgeving voor grensoverschrijdend goederenverkeer.Een TCF moet leiden naar een <strong>op</strong>timaal functionerende douanefunctie binnen een onderneming.De Douane stelt geen minimale e<strong>is</strong>en aan een TCF, maar reikt wel handvatten (Belastingdienst2008), (Belastingdienst, 2010a), (Belastingdienst, 2010b) aan om tot een goed TCF te komen.Zo wordt, zoals al eerder <strong>is</strong> <strong>op</strong>gemerkt, het COSO-model <strong>door</strong> de belastingdienst als log<strong>is</strong>chuitgangspunt genoemd (e<strong>is</strong> HT 2), omdat dit de internationale standaard <strong>is</strong> <strong>op</strong> het gebied voorhet <strong>op</strong>zetten van een intern beheersingssysteem en <strong>door</strong> veel ondernemingen al gebruikt wordtvoor het <strong>op</strong>zetten van een business control framework (BCF). Voor de Douane <strong>is</strong> het wel vanbelang dat de onderneming de verklaring ‘in control zijn’ voldoende kan onderbouwen met documenten.Van daaruit moet de Douane kunnen afleiden wat het proces <strong>is</strong> achter de verklaring30 Een toelichting <strong>op</strong> COSO <strong>is</strong> <strong>op</strong>genomen in bijlage 7.31 Het TCF <strong>is</strong> niets meer dan een naamgeving, het gaat om het geheel van de beheersmaatregelen ongeacht hoe eenonderneming dat noemt.32 Het <strong>is</strong> wellicht beter te spreken van ‘douane in control’, omdat het in control zijn meer omvat dan alleen de f<strong>is</strong>caliteit.Zo dienen de goederen bijvoorbeeld ook te voldoen aan gezondheidse<strong>is</strong>en, milieu e<strong>is</strong>en et cetera. Voor de eenvoud <strong>is</strong>wel de term ‘f<strong>is</strong>caal in control’ gebruikt, maar de lezer dient wel rekening te houden met de bredere beteken<strong>is</strong> ervan. Ditgeldt dus ook voor het begrip ‘f<strong>is</strong>caal’.31


en waarom de onderneming vindt dat zij ‘in control’ <strong>is</strong>. Ook kan de Douane bij het uitoefenenvan het toezicht gebruik maken van de r<strong>is</strong>icoanalyse die ten grondslag ligt aan de verklaring.Daarnaast kan de onderneming beschikken over andere certificaten die van belang kunnen zijnen waar<strong>op</strong> de Douane kan steunen, bijvoorbeeld een ISO 27001 certificaat.Een TCF raakt de meeste bedrijfsprocessen en deze bedrijfsprocessen worden ondersteund <strong>door</strong>IT-systemen. Veel maatregelen om r<strong>is</strong>ico’s te mitigeren worden in IT-systemen ingericht. Derol van IT <strong>is</strong> dan ook essentieel in een TCF. Het belang van de IT maken wij hierna duidelijk<strong>door</strong> het geven van een korte beschrijving van de verschillende fasen van het TCF methodiek(Belastingdienst, 2010b):1. Planning.2. Inzicht. In deze fase <strong>is</strong> een brede oriëntatie <strong>op</strong> de organ<strong>is</strong>atie nodig om te onderkennenwaar en <strong>op</strong> welke manier de f<strong>is</strong>caliteit ingrijpt <strong>op</strong> de processen in de onderneming, zodateen goede r<strong>is</strong>icoanalyse kan plaatsvinden. Omdat de soft controls van grote invloed zijn <strong>op</strong>het adequaat werken van de hard controls wordt hieraan ook aandacht besteed (tone at thet<strong>op</strong>). IT heeft een actieve rol in deze fase bij het analyseren van processen en IT-systemen.Bij het uitvoeren van een r<strong>is</strong>icoanalyse kan een IT-auditor ook zijn ervaring inbrengen.3. Ontwerp. Waar mogelijk zullen de maatregelen in de automat<strong>is</strong>eringsomgeving wordenneergelegd, omdat geautomat<strong>is</strong>eerde beheersingsmaatregelen veelal efficiënter en effectieverzijn dan handmatige maatregelen. IT heeft een actieve rol bij het inventar<strong>is</strong>eren van bestaande-en het bepalen van toekomstige beheersmaatregelen in de f<strong>is</strong>caal relevante ITsystemen.4. Implementatie. Communicatie met alle betrokken medewerkers en afdelingen <strong>is</strong> cruciaal indeze fase. Indien nodig moeten medewerkers worden voorgelicht, geïnstrueerd en getraind.Het spreekt voor zich dat de rol van IT in deze fase ook belangrijk <strong>is</strong> om een prakt<strong>is</strong>ch werkendTCF te implementeren.5. Monitoring. Naast beoordeling van de processen betreft dit ook bestandsanalyse (steekproeven).De bevindingen die voortkomen uit de toetsing vormen samen met wijzigingen inde interne en externe omgeving de bas<strong>is</strong> voor continue aanpassingen en verbeteringen vanhet TCF.2.2.3 E<strong>is</strong>en afgeleid uit het object ‘Toezicht’In dit hoofdstuk zijn wij ingegaan <strong>op</strong> het object ‘toezicht’. De Douane in Nederland stimuleertde nieuwe toezichtsvorm HT. Het TCF speelt daarin een belangrijke rol, omdat hiermee eenonderneming aan dient te tonen ‘f<strong>is</strong>caal in control’ te zijn. Om dit aan te tonen kan de onderneminggebruik maken van het COSO-model. Dit vertaalt naar de DSA houdt dit in dat eenonderneming in control moet zijn voor haar Douane gerelateerde r<strong>is</strong>ico’s. Daarnaast zijn e<strong>is</strong>envan toepassing <strong>op</strong> het gedrag van de onderneming, zoals vertrouwen, wederzijds respect, <strong>op</strong>enheiden transparantie. Het geheel leidt tot het volgende overzicht van e<strong>is</strong>en:E<strong>is</strong>nr. Par.(Pag.)HT 1 §2.2.2(31)HT 2 §2.2.2(31)OmschrijvingDe onderneming <strong>is</strong> ‘f<strong>is</strong>caal (douane) in control’, voor douane gerelateerder<strong>is</strong>ico’s heeft de onderneming een f<strong>is</strong>cale r<strong>is</strong>icobeheersings- en controlesysteem.De onderneming heeft het COSO-model (of een soortgelijk raamwerk)geïmplementeerd.Tabel 4: E<strong>is</strong>en vanuit toezicht32


Hoofdstuk 3Informatiesystemen en r<strong>is</strong>ico’sIn dit hoofdstuk behandelen wij in paragraaf 3.1 de informatiestromen binnen een onderneming,de plaats van informatiesystemen in een onderneming en waarom informatie nodig <strong>is</strong>. Dit<strong>is</strong> gedaan <strong>op</strong> bas<strong>is</strong> van het vierlagenmodel van Betz. Vervolgens stellen wij vast <strong>op</strong> welk typeinformatiesystemen, binnen de derde laag van het vierlagenmodel van Betz, ons onderzoek vantoepassing zijn. Hierbij hebben wij ons gebaseerd <strong>op</strong> het onderscheid in informatiesystemen dieO’Brien en Marakas hebben gepubliceerd.Het produceren van informatie <strong>is</strong> aan vele r<strong>is</strong>ico’s onderhevig. <strong>Deze</strong> r<strong>is</strong>ico’s dienen te wordenbeheerst. In paragraaf 3.2 gaan wij eerst in <strong>op</strong> hoe r<strong>is</strong>ico’s kunnen worden beheerst waarbij wijonderscheid maken in application en IT-general controls. Vervolgens gaan wij in <strong>op</strong> de r<strong>is</strong>ico’sgerelateerd aan de DSA. Omdat een r<strong>is</strong>icoanalyse niet mogelijk <strong>is</strong> hebben wij een overkoepelendr<strong>is</strong>ico beschreven gebaseerd <strong>op</strong> het transactiemodel. Het overkoepelend r<strong>is</strong>ico, alles wathet proces van de transactie naar de primaire, secundaire vastleggingen en uiteindelijk de verantwoordingverstoort. Dit <strong>is</strong> een algemene bedreiging voor de informatiecriteria. Omdat eenr<strong>is</strong>icoanalyse niet heeft kunnen plaatsvinden zijn vervolgens de e<strong>is</strong>en die zijn beschreven inhoofdstuk 2 gek<strong>op</strong>peld aan de informatiecriteria (Cobit). In paragraaf 3.3 <strong>is</strong> in tabel 6 het resultaatgegeven van welke informatiecriteria van belang zijn en daarmee de bas<strong>is</strong> vormen voor het<strong>op</strong>stellen van het IT-control framework.§3.1 Informatiesystemen en beheersing van r<strong>is</strong>ico’sIn figuur 3 <strong>is</strong> een onderneming ontleed in drie objecten: bedrijfsprocessen, AO/IC en IT. Omdatwij het nu gaan hebben over informatiestromen binnen een onderneming <strong>is</strong> het beter om aan tesluiten <strong>op</strong> het vierlagenmodel van Betz. In dit, in figuur 10 weergegeven model, onderscheidBetz de informatiestromen in een onderneming in vier bouwstenen, namelijk (Chr<strong>is</strong>tiaanse enVan Praat, 2005 en Van Praat, 2009):- organ<strong>is</strong>atiestructuur: de verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden overpersonen en afdelingen in de organ<strong>is</strong>atie en de relaties die daartussen worden gelegd. <strong>Deze</strong>laag valt buiten de sc<strong>op</strong>e van ons onderzoek;- organ<strong>is</strong>atieprocessen: gestructureerde en weloverwogen groepen van activiteiten zodanigontworpen om een specifieke prestatie te leveren. Binnen ons onderzoek gaan wij er van uitdat de bedrijfsprocessen worden beheerst <strong>door</strong> de AO/IC van de onderneming;- informatiesystemen: toepassingsprogramma’s die er<strong>op</strong> gericht zijn gegevens te verwerken,<strong>op</strong> te slaan, te veredelen en te verstrekken aan de gebruiker(s) van die informatiesystemen;- techn<strong>is</strong>che infrastructuur: het geheel van techn<strong>is</strong>che hulpmiddelen die ervoor zorgen dat deinformatiesystemen adequaat kunnen functioneren ten behoeve van de organ<strong>is</strong>atie.De organ<strong>is</strong>atiestructuur (laag 1) kan niet los worden gezien van de bedrijfsprocessen (laag 2).Om te waarborgen dat de activiteiten <strong>op</strong> het ju<strong>is</strong>te tijdstip, <strong>op</strong> de ju<strong>is</strong>te plaats, <strong>op</strong> de ju<strong>is</strong>te wijzeen in de ju<strong>is</strong>te samenstelling plaatsvinden, <strong>is</strong> informatie nodig. Voor elke activiteit wordt daarominzichtelijk gemaakt:- welke informatie nodig <strong>is</strong> om de activiteit aan te vangen- welke informatie nodig <strong>is</strong> om de activiteit uit te voeren- welke informatie gereg<strong>is</strong>treerd dient te worden,- welke informatie verstrekt dient te worden voor de <strong>op</strong>volgende activiteiten33


- welke informatie voor de interne en externe verantwoording met betrekking tot de uitvoeringvan de activiteit dient te worden gereg<strong>is</strong>treerdFiguur 10: Vierlagenmodel Betz (Betz, 1995)Die informatie <strong>is</strong> afkomstig uit informatiesystemen (laag 3), bestaande uit de gebruikersinterface,de toepassing en de gegevens (database) en die maken gebruik van de techn<strong>is</strong>che infrastructuur(laag 4) waaronder de besturingssystemen database management systemen en datacommunicatievoorzieningen(Chr<strong>is</strong>tiaanse en Van Praat, 2005).Wij richten ons onderzoek <strong>op</strong> laag 3: de informatiesystemen en een gedeelte van laag 4: detechn<strong>is</strong>che infrastructuur voor zover deze betrekking heeft <strong>op</strong> het beheer en beveiliging van deinfrastructuur. Wij gaan er verder vanuit dat er baselines zijn afgesproken die onder andere betrekkinghebben <strong>op</strong> de applicaties en het netwerk.Informatiesystemen kunnen worden onderscheiden in systemen voor <strong>op</strong>erationele ondersteuningen in systemen voor ondersteuning van de besluitvorming. Systemen voor <strong>op</strong>erationeleondersteuning zijn de systemen die gegevens verwerken voor de bedrijfsvoering en leveren informatieproductenvoor intern en extern gebruik. Voor informatie voor managers worden dezegegevens nader verwerkt in systemen uit de categorie systemen voor ondersteuning van de besluitvorming(O’Brien en Marakas, 2008).Transactieverwerkende systemen, als subcategorie van systemen voor <strong>op</strong>erationele ondersteuning,zijn de systemen die gegevens verwerken die voortkomen uit bedrijfstransacties, actual<strong>is</strong>erenvan de <strong>op</strong>erationele databases en het produceren van bedrijfsdocumenten. Voorbeeldenhiervan zijn verwerking van verk<strong>op</strong>en en voorraadmutaties. De gegevens benodigd voor hetproduceren van een douaneaangifte komen uit dit type informatiesystemen. Ons onderzoek <strong>is</strong>dan ook gericht <strong>op</strong> deze subcategorie van informatiesystemen.34


Figuur 11: Type informatiesystemen (O’Brien en Marakas,, 2008)De transactieverwerkende systemen verwerken dus de <strong>op</strong>erationele bedrijfsgegevens. Dit leidttot een vastlegging van gegevens ten aanzien van de wijze waar<strong>op</strong> processen zijn uitgevoerd.Die vastgelegde gegevens vormen de bas<strong>is</strong> voor de informatievoorziening, bijvoorbeeld voorhet afleggen van externe verantwoording, zoals de douaneaangifte of intern ten behoeve van debijsturing van de onderneming. Het <strong>is</strong> van groot belang dat alle aspecten in de transactieverwerkendesystemen worden beheerst. Ofwel er moeten maatregelen zijn getroffen voor de r<strong>is</strong>ico’sbetreffende de informatiesystemen. In paragraaf 3.2 gaan wij <strong>op</strong> r<strong>is</strong>ico’s geredeneerd vanuitde DSA en de beheersing van de r<strong>is</strong>ico’s.§3.2 R<strong>is</strong>ico’s en beheersing van r<strong>is</strong>ico’sOm r<strong>is</strong>ico’s te mitigeren zijn in de transactieverwerkende informatiesystemen application controls<strong>op</strong>genomen, dat zijn alle faciliteiten die in geautomat<strong>is</strong>eerde informatiesystemen zijn <strong>op</strong>genomenom de transactieverwerking goed te laten verl<strong>op</strong>en. Geprogrammeerde controles zijncontroles gericht <strong>op</strong> het vergelijken van een gegeven met een norm en een afwijking wordt gevolgd<strong>door</strong> een signalering aan de gebruiker waar<strong>op</strong> de gebruiker besl<strong>is</strong>t tot accepteren of corrigeren.Dit <strong>is</strong> een onderdeel van de application controls. De geprogrammeerde controles spelenvooral bij het invoeren van gegevens een belangrijke rol, zij waarborgen de kwaliteit van deingebrachte gegevens. Voorbeelden van geprogrammeerde controles bij het invoeren van gegevenszijn bestaanbaarheidscontroles, redelijkheidscontroles, verbandscontroles, totaalcontrolesen volledigheidscontroles. Maar application controls zijn meer. Bijvoorbeeld ook die faciliteitendie er voor zorgen dat alle gegevens worden afgedrukt óf het controlespoor (Van Praat,2009).Een application control moet functioneren in een veilige en betrouwbare omgeving. Met deomgeving bedoelen wij de vierde laag van het vierlagenmodel uit figuur 10. Die omgeving bestaatuit:- de verwerkingsapparatuur, de apparatuur die nodig <strong>is</strong> om de toepassingen te laten functioneren;- de <strong>op</strong>slagapparatuur, de apparatuur die nodig <strong>is</strong> om de gegevensverzamelingen <strong>op</strong> te slaan;35


- de communicatieverbindingen tussen verwerkingsapparatuur onderling en tussen verwerkingsapparatuuren <strong>op</strong>slagapparatuur;- besturingssystemen, databasemanagementsystemen en datacommunicatievoorzieningen omde hiervoor genoemde apparatuur en verbindingen met elkaar te laten samenwerken.Om de r<strong>is</strong>ico’s te beheersen in de derde laag van het vierlagenmodel, de informatiesystemen,zijn er dus application controls geïmplementeerd. In de vierde laag zijn er IT general controlsvan toepassing om de r<strong>is</strong>ico’s te beheersen. Beide vormen van controls vormen dus een subsetvan de interne beheersing van een onderneming. De IT general controls zijn, in tegenstelling totde application controls, van toepassing <strong>op</strong> alle geautomat<strong>is</strong>eerde informatiesystemen. Bedrijvenzullen de r<strong>is</strong>ico’s dienen te beheersen.Figuur 12: Transactiemodel gebaseerd<strong>op</strong> (Belastingdienst, 2006)Een specifieke r<strong>is</strong>icoanalyse voor de DSA kan niet worden uitgevoerd, omdat de wet nog inontwerpfase <strong>is</strong>. Wij hebben daarom gekozen voor een beschrijving van wat wij verstaan onderinformatier<strong>is</strong>ico’s en hebben ons daarbij gebaseerd <strong>op</strong> het transactiemodel. Dit <strong>is</strong> één van dedenkmodellen die de Belastingdienst gebruikt bij de beschrijving van de controleaanpak vooreen belastingcontrole 33 (Belastingdienst, 2008). Het transactiemodel (figuur 12) beschrijft eenonderneming als een verzameling transacties. De gegevens van de transacties worden vastgelegdin informatiesystemen (primaire vastlegging). De informatiesystemen produceren informatiedie wordt gebruikt voor sturing en het afleggen van verantwoording (douaneaangifte) endient om die reden betrouwbaar te zijn. De admin<strong>is</strong>tratieve organ<strong>is</strong>atie en de maatregelen vaninterne beheersing dienen ervoor te zorgen dat de informatie betrouwbaar <strong>is</strong>.Het transactiemodel maakt de relatie tussen de interne informatiebronnen en de externe controleduidelijk <strong>door</strong> de controledoelen te formuleren (Belastingdienst, 2008):34• vaststellen of alle transacties zijn verantwoord; de overgang van de ‘real world’ naar deprimaire vastleggingen speelt hier een belangrijke rol;33 Zie voor definitie van belastingcontrole: bijlage 4.34 Eén controledoel <strong>is</strong> niet genoemd: vaststellen of schattingsposten ju<strong>is</strong>t zijn. Reden van uitsluiting <strong>is</strong> dat dezebeoordeling buiten het kader van ons onderzoek valt.36


• vaststellen of van de transacties de soorten gegevens volledig vastgelegd zijn; niet zeldenworden er immers gegevens aan de primaire vastleggingen toegevoegd waar<strong>door</strong> de organ<strong>is</strong>atiebeter kan worden gestuurd en beheerst, terwijl tegelijkertijd verantwoording kanworden afgelegd. Een belangrijke randvoorwaarde <strong>is</strong> dat een controlespoor (‘audit trail’)wordt gecreëerd;• vaststellen of de gegevens over de transacties ju<strong>is</strong>t verantwoord zijn, wat in beginsel gecontroleerdmoet kunnen worden <strong>door</strong> de boekingen (in het grootboek of in een van de voedendesystemen) te vergelijken met de primaire vastleggingen.Op bas<strong>is</strong> van deze controledoelen <strong>is</strong> een beschrijving te geven van het overkoepelend r<strong>is</strong>icovoor de Douane, namelijk: alles wat het proces van de transactie naar de primaire, secundairevastleggingen en uiteindelijk de verantwoording verstoort, ofwel het r<strong>is</strong>ico van onbetrouwbareinformatie. Dit r<strong>is</strong>ico geldt ook voor de DSA.§3.3 InformatiecriteriaOmdat een r<strong>is</strong>icoanalyse niet heeft kunnen plaatsvinden (zie paragraaf 3.2) hebben wij e<strong>is</strong>en,die zijn beschreven in hoofdstuk 2 (zie de tabellen 3 en 4), in relatie gebracht met de informatiecriteriauit Cobit 35 . Op bas<strong>is</strong> van deze analyse hebben wij een conclusie getrokken welke informatiecriteriavoor ons onderzoek van belang zijn. <strong>Deze</strong> informatiecriteria vormen dan deinput voor het <strong>op</strong>stellen van het IT-control framework.Cobit kent zeven informatiecriteria. Dit zijn:- effectiviteit;- efficiëntie;- vertrouwelijkheid;- integriteit;- beschikbaarheid;- compliance;- betrouwbaarheid.In bijlage 6 zijn de werkdefinities gegeven voor de zeven informatiecriteria.Voordat de e<strong>is</strong>en zijn gerelateerd aan de informatiecriteria, zijn de e<strong>is</strong>en nader geanalyseerd.Vastgesteld <strong>is</strong> dat de e<strong>is</strong>en van de diverse douaneregelingen uit de tabellen 3 en 4 voor een deelgelijk en/of overlappend zijn. Bijvoorbeeld de e<strong>is</strong>en AEO 2 en TATG 1 geven <strong>beide</strong>, in verschillendebewoordingen, aan dat een douanecontrole effectief en efficiënt uitgevoerd moetkunnen worden. De reikwijdte van de e<strong>is</strong> <strong>is</strong> echter wel verschillend. Voor de duidelijkheid zijndaarom eerst de verschillende e<strong>is</strong>en verder geanalyseerd. Waar mogelijk zijn de e<strong>is</strong>en gebundeld.In tabel 5 <strong>is</strong> het resultaat gegeven van deze analyse. Dit zijn de e<strong>is</strong>en waarmee wij in onsonderzoek verder gaan. In de linker kolom van tabel 5 <strong>is</strong> de verwijzing <strong>op</strong>genomen naar de oorspronkelijkee<strong>is</strong> in de tabellen 3 en 4. Zijn in de linker kolom meerdere verwijzingen <strong>op</strong>genomendan <strong>is</strong> er sprake van een bundeling van e<strong>is</strong>en. In de rechter kolom <strong>is</strong> de e<strong>is</strong> overgenomen35 Wij maken in ons onderzoek gebruik van Cobit, omdat dit raamwerk <strong>is</strong> gericht <strong>op</strong> de beheersing van de IT, het eenbest practice <strong>is</strong> en het meest gekende c.q. gebruikte raamwerk <strong>is</strong> in de praktijk. Die bekendheid <strong>is</strong> ontstaan omdatondernemingen bijvoorbeeld moeten voldoen aan de Sarbanes Oxley wetgeving (SOx) of omdat ondernemingen debehoefte hebben om IT-governance te implementeren of te verbeteren. In bijlage 6 <strong>is</strong> een nadere toelichting <strong>op</strong>genomenover het Cobit-raamwerk.37


van tabel 3 of 4 en indien sprake <strong>is</strong> van een bundeling van e<strong>is</strong>en dan <strong>is</strong> de e<strong>is</strong> <strong>op</strong>nieuw geformuleerd.TA1 TG1IA 2 IA 3DSA 1DSA 5IA 1DSA 3AEO 2TATG 1TATG 2DE 1DE 2DE 3IA 7 IA 8DSA 2IA 5DSA 6TATG 2TA 2TG 2DSA 4HT 1HT 2E<strong>is</strong> <strong>is</strong> gebundeld naar:De onderneming legt alle gegevens vast in de admin<strong>is</strong>tratie die vere<strong>is</strong>t zijn voor deaangifte dan wel de controle.E<strong>is</strong> <strong>is</strong> gebundeld naar:De onderneming zorgt ervoor dat de Douane toegang heeft tot de gegevens in haar(digitale) admin<strong>is</strong>tratie.E<strong>is</strong> <strong>is</strong> gebundeld naar:De onderneming voert een, <strong>door</strong> de douane goedgekeurde vorm, deugdelijke handels-en voorraadadmin<strong>is</strong>tratie die passende douanecontroles / toezicht mogelijkmaken. Onder deugdelijke admin<strong>is</strong>tratie wordt tevens verstaan dat er voldoendewaarborgen zijn getroffen voor een ju<strong>is</strong>te vastlegging van de bedrijfshandelingen.Met passende controle wordt tevens bedoeld dat de Douane de controle effectief enefficiënt kan uitvoeren, rekening houdend met de verleende faciliteiten aan de onderneming.E<strong>is</strong> <strong>is</strong> gebundeld naar:De onderneming maakt gebruik van een veilig systeem aantonend wie en wanneertoegang tot de vastleggingen heeft gekregen en welke acties zijn verricht <strong>op</strong> het systeem.De onderneming bewaart alle gegevens met betrekking tot de aangiften ten minstezeven jaar in haar admin<strong>is</strong>tratie <strong>op</strong> een manier die met de Douane <strong>is</strong> overeengekomen.De onderneming <strong>is</strong> in staat de douaneformaliteiten die zij uitvoert te monitoren en<strong>is</strong> compliant aan de wet- en regelgeving.De onderneming <strong>is</strong> ‘f<strong>is</strong>caal (douane) in control’, voor douane gerelateerde r<strong>is</strong>ico’sheeft de onderneming een f<strong>is</strong>cale r<strong>is</strong>icobeheersings- en controlesysteem.De onderneming heeft het COSO-model (of een soortgelijk raamwerk) geïmplementeerd.Tabel 5: Samengevat overzicht van e<strong>is</strong>en uit wetgeving en toezicht voor DSADe e<strong>is</strong>en uit tabel 5 zijn vervolgens tegen de informatiecriteria aangehouden. In tabel 6 <strong>is</strong>hiervan het resultaat gegeven. Op bas<strong>is</strong> van deze analyse zijn wij tot de conclusie gekomen datde informatiecriteria vertrouwelijkheid, integriteit, beschikbaarheid en compliance van belangzijn voor de DSA. De informatiecriteria effectiviteit, efficiency en betrouwbaarheid zijn, zoalshet er nu naar uitziet, niet van directe invloed <strong>op</strong> het weigeren van de vergunning.Wij zijn van mening dat, indien niet wordt voldaan aan de informatiecriteria effectiviteit enefficiency, het r<strong>is</strong>ico tot uiting komt via een ander informatiecriterium. Bijvoorbeeld, eenonderneming heeft gekozen om de gegevens handmatig, in plaats van geautomat<strong>is</strong>eerd, van hetene systeem naar het andere systeem over te zetten. Dit <strong>is</strong> niet efficient voor de ondernemingmaar brengt ook r<strong>is</strong>ico’s mee ten aanzien van het informatiecriterium integriteit. De Douaneverwacht dan aanvullende beheersmaatregelen bij de onderneming om de daaraan gerelateerder<strong>is</strong>ico’s te mitigeren. Overigens kunnen de informatiecriteria effectiviteit en efficiency welgevolgen hebben voor de uitvoering van het toezicht <strong>door</strong> de Douane. Dat wil zeggen dat deDouane onderzoekt of zij, <strong>op</strong> bas<strong>is</strong> van hetgeen zij heeft vastgesteld bij de onderneming,effectief en efficient toezicht kan uitvoeren. Is dit niet mogelijk dan kan de vergunning welworden geweigerd.38


Het informatiectiterium betrouwbaarheid <strong>is</strong> voor ons onderzoek niet van belang. Hetinformatiecritia betrouwbaarheid heeft volgens Cobit betrekking <strong>op</strong> een ju<strong>is</strong>te weergave van deinformatie voor de besluitvorming en <strong>is</strong> daarmee een interne aangelegenheid.Kwaliteitscriterium E<strong>is</strong>Vertrouwelijkheid De onderneming maakt gebruik van een veilig systeem aantonend wie enwanneer toegang tot de vastleggingen heeft gekregen en welke acties zijnverricht <strong>op</strong> het systeem.Integriteit De onderneming voert een, <strong>door</strong> de douane goedgekeurde vorm, deugdelijkhandels en voorraadadmin<strong>is</strong>tratie die passende douanecontroles / toezichtmogelijk maken. Onder deugdelijke admin<strong>is</strong>tratie wordt tevens verstaandat er voldoende waarborgen zijn getroffen voor een ju<strong>is</strong>te vastleggingvan de bedrijfshandelingen. Met passende controle wordt tevens bedoelddat de Douane de controle effectief en efficiënt kan uitvoeren rekeninghoudend met de verleende faciliteiten aan de onderneming.Beschikbaarheid De onderneming legt alle gegevens vast in de admin<strong>is</strong>tratie die vere<strong>is</strong>t <strong>is</strong>voor de aangifte dan wel de controle. De onderneming zorgt ervoor dat deDouane toegang heeft tot de gegevens in haar (digitale) admin<strong>is</strong>tratie. Deonderneming bewaart alle gegevens met betrekking tot de aangiften tenminste zeven jaar in haar admin<strong>is</strong>tratie <strong>op</strong> een manier die met de Douane<strong>is</strong> overeengekomen.Compliance De onderneming <strong>is</strong> in staat de douaneformaliteiten die zij uitvoert te monitorenen <strong>is</strong> compliant aan de wet- en regelgeving. De onderneming <strong>is</strong>‘f<strong>is</strong>caal (douane) in control’, voor douane gerelateerde r<strong>is</strong>ico’s heeft deonderneming een f<strong>is</strong>cale r<strong>is</strong>icobeheersings- en controlesysteem. De ondernemingheeft het COSO-model (of een soortgelijk raamwerk) geïmplementeerd.Tabel 6: Relevante informatiecriteria voor de DSA39


Hoofdstuk 4IT control frameworkIn dit hoofdstuk introduceren wij het IT-control framework voor de DSA, een model bestaandeuit beheersdoelstellingen en illustratieve beheersmaatregelen. Het model <strong>is</strong> algemeen toepasbaarvoor ondernemingen en Douane en dient eerst specifiek te worden gemaakt voor de situatievan de onderneming waarna de normen kunnen worden geformuleerd.Voor het <strong>op</strong>stellen van het framework <strong>is</strong> gebruik gemaakt van het Cobit framework 4.1 36 . Inhoofdstuk 3 hebben wij onderzocht welke informatiecriteria voor ons onderzoek relevant zijn,namelijk: vertrouwelijkheid, integriteit, beschikbaarheid en compliance. <strong>Deze</strong> vier informatiecriteriavormen de input voor het <strong>op</strong>stellen van het IT-control framework.Op bas<strong>is</strong> van deze vier informatiecriteria zijn de Cobit-processen geselecteerd en daar<strong>op</strong> zijn, inparagraaf 4.1, een tweetal onderbouwde verfijningen toegepast. <strong>Deze</strong> geselecteerde Cobitprocessenzijn vervolgens in paragraaf 4.2 vergeleken met het IT-control framework dat voorSOx <strong>is</strong> beschreven <strong>door</strong> Dr. A. Shahim RE. De verschillen en overeenkomsten tussen de <strong>beide</strong>modellen worden in paragraaf 4.2 inzichtelijk gemaakt alsook de gevolgen hiervan voor onsonderzoek. <strong>Deze</strong> analyse resulteert in een overzicht (tabel 10) van relevante ITbeheersdoelstellingenwaaraan de e<strong>is</strong>en uit tabel 5 weer gek<strong>op</strong>peld zijn. In paragraaf 4.3 <strong>is</strong>, <strong>op</strong>bas<strong>is</strong> van de relevante IT-beheersdoelstellingen het IT-control framework voor de DSA.§4.1 Bepalen van de relevante Cobit-processenCobit heeft 34 gedefinieerde IT-processen beschreven en die verdeeld over 4 domeinen (zievoor meer informatie bijlage 6). Om vast te stellen welke processen voor de DSA van belangzijn <strong>is</strong> eerst vastgesteld welke processen invloed hebben <strong>op</strong> de informatiecriteria vertrouwelijkheid,beschikbaarheid, integriteit en compliance. Hiertoe maakt Cobit bij elk proces gebruikvan de aanduidingen ‘P’ 37 en ‘S’ 38 . In bijlage 8 in tabel 29 <strong>is</strong> een totaaloverzicht gegeven vande Cobit-processen en de invloed ervan <strong>op</strong> de verschillende informatiecriteria. <strong>Deze</strong> tabel <strong>is</strong>volledig gebaseerd <strong>op</strong> Cobit versie 4.1.Op bas<strong>is</strong> van tabel 29 uit bijlage 8 <strong>is</strong> een eerste selectie van mogelijke relevante Cobitprocessengemaakt. De eerste selectie bevat alle Cobit-processen die een relatie hebben met éénof meer van de in de vorige alinea genoemde informatiecriteria. Het resultaat <strong>is</strong> in bijlage 8 tabel30 weergegeven.Een tweede verfijning heeft plaatsgevonden <strong>door</strong> een inhoudelijke beoordeling van de Cobitprocessengenoemd in tabel 30. Wij komen dan tot de conclusie dat de processen PO6 , PO8, AI5,DS3 , DS4, ME1 en ME2 niet van belang zijn voor de DSA. Hierna staat een korte toelichting perproces:36 Zie voor meer informatie over Cobit bijlage 637 De aanduiding ‘P’ staat voor primair en dat betekent dat het IT-proces direct van invloed <strong>is</strong> <strong>op</strong> het informatiecriterium38 De aanduiding ‘S’ staat voor secundair en dat betekent dat het IT-proces indirect of beperkt van invloed <strong>is</strong> <strong>op</strong> hetinformatiecriterium40


- PO6 <strong>is</strong> gericht <strong>op</strong> de verwachtingen van het management ten aanzien van IT. <strong>Deze</strong>beheersdoelstelling <strong>is</strong> verwoord in ME4 waar wij aangeven dat de IT governance in lijn moet zijn dede business governance;- PO8 <strong>is</strong> vooral intern van belang. Indien de onderneming een kwaliteitssysteem heeft, kan de Douanehier wel <strong>op</strong> steunen. De Douane zal het echter niet e<strong>is</strong>en;- AI5 ziet <strong>op</strong> aanschaf van IT-middelen en dat betreft vooral effectiviteit en efficiency wat voor deDSA niet direct van belang <strong>is</strong>;- DS3 <strong>is</strong> net als ME1 gericht <strong>op</strong> de performance van IT en <strong>is</strong> niet direct van belang voor de DSA- DS4 gaat over de continuïteit van een dienst en <strong>is</strong> nauw verbonden met DS11 (Manage da-ta) enhebben wij hierin <strong>op</strong>genomen;- ME1 ziet <strong>op</strong> de performance van de IT en <strong>is</strong> niet direct van belang voor de DSA;- ME2 ziet <strong>op</strong> effectieve en efficiënte interne controle <strong>op</strong> IT en wij hebben deze criteria uit-gesloten,doch bij ME4 (zie later het IT-control framework voor DSA) wordt wel verwezen naar ME2.Het resultaat, de Cobit-processen die mogelijk van toepassing zijn voor de DSA, zijn hieronder<strong>op</strong>genomen in tabel 7.COBIT 4.1VertrouwelijkheidIntegriteitBeschikbaarheidComplianceApplicatieInformatieInfrastructuurMensenPlan and Organ<strong>is</strong>eP02 Define the Information Architecture S P X XP09 Assess and Manage IT R<strong>is</strong>ks P P P S X X X XAcquire and ImplementAI2 Acquire and Maintain Application Software S XAI3 Acquire and Maintain Technology Infrastructure S S XAI4 Enable Operation and Use S S S X X XAI6 Manage Changes P P X X X XAI7 Install and Accredit Solutions and Changes S S X X X XDeliver and SupportDS1 Define and Manage Service Levels S S S S X X X XDS2 Manage Third-party Services S S S S X X X XDS5 Ensure Systems Security P P S S X X X XDS9 Manage the Configuration S X X XDS10 Manage Problems S X X X XDS11 Manage Data P XDS12 Manage the Physical Environment P P XDS13 Manage Operations S S X X X XMonitor and EvaluateME3 Ensure Compliance With External Requirements P X X X XME4 Provide IT Governance S S S S X X X XTabel 7: Overzicht eerste selectie Cobit-processen voor DSA41


§4.2 Vergelijking met IT-control framework SOxOns onderzoek richt zich <strong>op</strong> de grote ondernemingen. De meeste hiervan zijn bekend met SOx,hebben SOx geïmplementeerd of zijn zelfs SOx-plichtig. De Douane wil steunen <strong>op</strong> de beheersingsmaatregelendie de onderneming heeft genomen. Interessant zijn daarom de mogelijke<strong>op</strong>lossingen die andere onderzoekers hebben aangedragen voor IT-governance. Wij verwijzenin dit kader naar een onderzoek van A. Shahim. In zijn boek IT governance Attestation (2009)beschrijft hij een IT-control framework met daarin de IT-beheersdoelstellingen voor SOx (Shahim,2009). Dit IT-control framework <strong>is</strong> in onderstaande tabel samengevat weergegeven:CobitprocesAI2AI3AI4AI6AI7DS1DS2DS5DS8DS9DS10DS11DS12DS13IT-beheersdoelstellingAcquire and maintain application softwareAcquire and maintain technology infrastructureEnable <strong>op</strong>erationsInstall and accredit solutions and changesManage changesDefine and manage services levelsManage third-party servicesEnsure system securityManage service desk and incidentsManage configurationManage problemsManage dataManage the pysical environmentManage <strong>op</strong>erationsTabel 8: Overzicht Beheersdoelstellingen en Cobit-processen voor SOx (Shahim, 2009)Indien wij een vergelijking maken tussen de geselecteerde Cobit-processen uit tabel 7 (paragraaf4.1) met de geselecteerde Cobit-processen in relatie tot SOx (zie tabel 8) blijkt, dat er eengroot aantal overeenkomsten en slechts een klein aantal verschillen zijn. De verschillen zijnhieronder in tabel 9 weergegeven. De ‘X’ in kolom DSA of kolom SOx geeft aan dat het Cobitprocesvoorkomt in de bijbehorende tabel voor DSA respectievelijk SOx.COBIT 4.1DSASOxPO2 Define the information architecture XPO9 Assess and manage IT r<strong>is</strong>k XDS8 Manage service desk and incidents XME3 Ensure compliance with external requirement XME4 Provide IT governance XTabel 9: Overzicht verschillen Cobit-processen voor DSA en SOxIndien proces DS8, service desk en incidenten, inhoudelijk wordt beoordeeld dan ziet dit procestoe <strong>op</strong> efficiency en effectiviteit. Dit zijn criteria die wij in paragraaf 3.3 hebben uitgesloten. Overigensstaan incidenten in relatie met proces DS10: problem manage problems. Dit laatste proces hebben wijwel meegenomen in het IT-control framework.42


Op bas<strong>is</strong> van deze analyse <strong>is</strong> in tabel 10 een volledig overzicht gegeven van de relevante Cobitprocessenvoor de DSA. In de meest rechtse kolom hebben we de verwijzing <strong>op</strong>genomen naarde e<strong>is</strong>en uit tabel 5 waar<strong>op</strong> het betreffende Cobit-proces een relatie heeft.CobitprocesPO2PO9AI2AI3Omschrijving CobitprocesDefine the informationarchitectureAssess and manageIT r<strong>is</strong>ksAcquire and maintainapplicationsoftwareAcquire and maintaintechnology infrastructureEnable <strong>op</strong>erationand useE<strong>is</strong>enAEO 2,TATG 1, TATG 2, DE 1 DE 2, DE 3, IA 7, IA 8,DSA 2AEO 2,TATG 1, TATG 2, DE 1 DE 2, DE 3, IA 7, IA 8,DSA 2IA 1, DSA 3, TA1, TG1, TA2, TG2, IA 2, IA 3, DSA 1, DSA 5IA5, DSA 6 DSA 4, HT1, HT2AEO 2,TATG 1, TATG 2, DE 1 DE 2, DE 3, IA 7, IA 8,DSA 2AEO 2,TATG 1, TATG 2, DE 1 DE 2, DE 3, IA 7, IA 8,DSA 2IA 1, DSA 3, TA1, TG1, TA2, TG2, IA 2, IA 3, DSA 1, DSA 5AI4AEO 2,TATG 1, TATG 2, DE 1 DE 2, DE 3, IA 7, IA 8,DSA 2IA 1, DSA 3, TA1, TG1, TA2, TG2, IA 2, IA 3, DSA 1, DSA 5DSA 4, HT1, HT2AI6 Manage changes AEO 2,TATG 1, TATG 2, DE 1 DE 2, DE 3, IA 7, IA 8,DSA 2AI7DS1DS2DS5Install and accreditsolutions andchangesDefine and manageservices levelsManage third-paryservicesEnsure systems securityIA 1, DSA 3, TA1, TG1, TA2, TG2, IA 2, IA 3, DSA 1, DSA 5AEO 2,TATG 1, TATG 2, DE 1 DE 2, DE 3, IA 7, IA 8,DSA 2IA 1, DSA 3, TA1, TG1, TA2, TG2, IA 2, IA 3, DSA 1, DSA 5AEO 2,TATG 1, TATG 2, DE 1 DE 2, DE 3, IA 7, IA 8,DSA 2IA 1, DSA 3, TA1, TG1, TA2, TG2, IA 2, IA 3, DSA 1, DSA 5IA5, DSA 6 DSA 4, HT1, HT2AEO 2,TATG 1, TATG 2, DE 1 DE 2, DE 3, IA 7, IA 8,DSA 2IA 1, DSA 3, TA1, TG1, TA2, TG2, IA 2, IA 3, DSA 1, DSA 5IA5, DSA 6 DSA 4, HT1, HT2AEO 2,TATG 1, TATG 2, DE 1 DE 2, DE 3, IA 7, IA 8,DSA 2IA 1, DSA 3, TA1, TG1, TA2, TG2, IA 2, IA 3, DSA 1, DSA 5IA5, DSA 6 DSA 4, HT1, HT2IA 1, DSA 3, TA1, TG1, TA2, TG2, IA 2, IA 3, DSA 1, DSA 5DS9 Manage the configurationDS10 Manage problems IA 1, DSA 3, TA1, TG1, TA2, TG2, IA 2, IA 3, DSA 1, DSA 5DS11 Manage data AEO 2,TATG 1, TATG 2, DE 1 DE 2, DE 3, IA 7, IA 8,DSA 2DS12 Manage the physicalenvironmentAEO 2,TATG 1, TATG 2, DE 1 DE 2, DE 3, IA 7, IA 8,DSA 2IA 1, DSA 3, TA1, TG1, TA2, TG2, IA 2, IA 3, DSA 1, DSA 5DS13 Manage <strong>op</strong>erations AEO 2,TATG 1, TATG 2, DE 1 DE 2, DE 3, IA 7, IA 8,DSA 2IA 1, DSA 3, TA1, TG1, TA2, TG2, IA 2, IA 3, DSA 1, DSA 5ME3 Ensure compliance DSA 4, HT1, HT2with external requirementME4 Provide IT governanceAEO 2,TATG 1, TATG 2, DE 1 DE 2, DE 3, IA 7, IA 8,DSA 2IA 1, DSA 3, TA1, TG1, TA2, TG2, IA 2, IA 3, DSA 1, DSA 5IA5, DSA 6 DSA 4, HT1, HT2Tabel 10:IT-beheersdoelstellingen relevant voor DSA43


§4.3 IT-control frameworkOp bas<strong>is</strong> van tabel 10 <strong>is</strong> het IT-control framework voor DSA samengesteld. Hierboven <strong>is</strong> aangegevendat er veel overeenkomsten zijn met het IT-control framework voor SOx. Ondanks datde reikwijdte van dit framework beperkt <strong>is</strong> tot financial reporting, zijn wij van mening dat debeheersdoelstellingen en –maatregelen eveneens van toepassing zijn <strong>op</strong> de reikwijdte van onsonderzoek.Hieronder zijn voor de Cobit-processen uit tabel 10 de beheersdoelstellingen en illustratievebeheersmaatregelen weergegeven. Voor de duidelijkheid <strong>is</strong> gekozen voor dezelfde <strong>op</strong>bouw alsbijlage C uit (Shahim, 2009).Define the information architecture (PO2)Control objective: management should establ<strong>is</strong>h an enterpr<strong>is</strong>e data model that incorporates adata classification to ensure the integrity and cons<strong>is</strong>tency of all data.Illustrative controlsCobitEstabl<strong>is</strong>h and maintain an enterpr<strong>is</strong>e information model PO2.1to enable applications devel<strong>op</strong>ment and dec<strong>is</strong>ionsupportingactivities, cons<strong>is</strong>tent with IT plans.Define and implement procedures to ensure the integrityand cons<strong>is</strong>tency of all data stored in electronic form,PO2.2, PO2.3, PO2.4such as databases, data warehouses and data archives.Tabel 11:Define the information architecture (PO2)Assess and manage IT r<strong>is</strong>k (PO9)Control objective: management should ensure that the company’s r<strong>is</strong>ks mapped and controlled.Also the IT-r<strong>is</strong>ks are in line with those of the organ<strong>is</strong>ation.Illustrative controlsAssess on a current bas<strong>is</strong> the likelihood and impact ofall r<strong>is</strong>ks and devel<strong>op</strong> and maintain a r<strong>is</strong>k responseprocessIdentify events (an important real<strong>is</strong>tic threat that exploitsa significant applicable vulnerability) with a potentialnegative impact on the goalsTabel 12:CobitPO9.3, PO9.4, PO9.5, ME4.5PO9.1, PO9.6Assess and manage IT r<strong>is</strong>k (PO9)44


Acquire and maintain application software (AI2)Control objective: controls provide reasonable assurance that application and system software<strong>is</strong> acquired or devel<strong>op</strong>ed that effectively supports the business requirementsIllustrative controlsThe organization has a system devel<strong>op</strong>ment lifecyclemethodology (SDLC), which includes security andprocessing integrity requirements of the organizationThe organizations SDLD policies and procedures considerthe devel<strong>op</strong>ment and acqu<strong>is</strong>ition of new systemsor major changes to ex<strong>is</strong>ting systemsThe SDLD methodology includes requirements thatinformation systems be designs to include applicationcontrols that support complete, accurate, authorized andvalid transaction processingThe organization has an acqu<strong>is</strong>ition and planningprocess that aligns with its overall strategic directionTo maintain a reliable environment, IT-managementinvolves users in the design of applications, selection ofpackaged software and the testing thereofPost-implementation reviews are performs to verifythat controls are <strong>op</strong>erating effectivelyThe organization acquires/devel<strong>op</strong>s application systemssoftware in accordance with its acqu<strong>is</strong>ition, devel<strong>op</strong>mentand planning processTabel 13:CobitPO8.3, AI2.3, AI2.4PO6.3, AI2, AI6.3AI1, AI2.3PO4.3, AI3.1AI1, AI2.1, AI2.2, AI7.2AI7.12AI2Acquire and maintain application software (AI2)Acquire and maintain technology infrastructure (AI3)Control objective: controls provide reasonable assurance that technology infrastructure <strong>is</strong> acquiredso that it provides the appr<strong>op</strong>riate platform to support applicationsIllustrative controlsEr zijn procedures die waarborgen dat de infrastructuur, zoalsnetwerk en software, wordt aangeschaft volgens de richtlijnenvan de (bijv. financiële) applicaties die ze ondersteunenTabel 14:AI3Acquire and maintain technology infrastructure (AI3)Cobit45


Enable <strong>op</strong>erations (PO6, PO8, AI6, DS13)Control objective: controls provide reasonable assurance that policies and procedures that definerequired acqu<strong>is</strong>ition and maintenance process have been devel<strong>op</strong>ed and are maintained,and that they define the documentation needed to support the pr<strong>op</strong>er use of the applicationsand the technological solutions put in placeIllustrative controlsThe organization has policies and procedures regarding programdevel<strong>op</strong>ment, program change, access to programs anddata, and computer <strong>op</strong>erations, which are periodically reviewed,updated and approved by managementThe organization devel<strong>op</strong>s, maintains and <strong>op</strong>erates its systemsand applications in accordance with its supported, documentedpolicies and proceduresTabel 15:Enable <strong>op</strong>erations (PO6, PO8, AI6, DS13)CobitPO6.1, PO6.3, PO8.1,PO8.2, PO8,3, POAI6.1,DS13.1PO6.1, PO6.3, PO8.1,PO8.2, PO8.3, AI6.1,DS13.1Install and accredit solutions and changes (AI7)Control objective: control provide reasonable assurance that the systems are appr<strong>op</strong>riatelytested and validated prior to being placed into production processes and that associated controls<strong>op</strong>erate as intended and support the business requirementsIllustrative controlsA testing strategy <strong>is</strong> devel<strong>op</strong>ed and followed for all significantchanges in applications and infrastructure technology, whichaddresses unit, system, integration and user acceptance-leveltesting so that devel<strong>op</strong>ed systems <strong>op</strong>erate as intendedLoad and stress testing <strong>is</strong> performed according to a test plan andestabl<strong>is</strong>hed testing standardsInterfaces with other systems are tested to confirm that datatransm<strong>is</strong>sions are complete, accurate and validThe conversion of data <strong>is</strong> tested between their origin and theirdestination to confirm that the data are complete, accurate andvalidTabel 16:CobitAI7.2, AI7.4, AI7.6, AI7.7AI7.2AI7.5AI7.5Install and accredit solutions and changes (AI7)46


Manage changes (AI6, AI7)Control objective: control provide reasonable assurance that the significant system changes areauthorized and appr<strong>op</strong>riately tested before being moved to productionIllustrative controlsRequests for program changes, system and maintenance (includingchanges tot system software) are standardized, logged,approved, documented and subject to formal change managementproceduresEmergency change requests are documented and subject toformal change management proceduresControls are in place to restrict migration of programs to productionby authorized individuals onlyIT management implements system software that does not je<strong>op</strong>ardizethe security of the data and programs being store donthe systemTabel 17:Manage changes (AI6, AI7)CobitAI6.1, AI6.2, AI6.4, AI6.5,AI7.3, AI7.8, AI7.9,AI7.10, AI7.11AI6.3, AI7.10AI7.8AI6.2, AI7.4, AI7.9Define and manage service levels (DS1)Control objective: control provide reasonable assurance that service levels are defined andmanaged in a manner that sat<strong>is</strong>fies the business requirements and provides a common understandingof performance levels by which the quality of services will be measuresIllustrative controlsCobitService levels are defined and managed to support the business DS1.2, DS1.3, DS1.5,requirementsA framework <strong>is</strong> defined to establ<strong>is</strong>h appr<strong>op</strong>riate performanceindicators to manage service-level agreements, both internallyand externallyTabel 18:Define and manage service levels (DS1)DS1.6DS1.1, DS1.347


Manage third-party services (DS2)Control objective: control provide reasonable assurance that third party services are secure,accurate and available; support processing integrity; and are defined appr<strong>op</strong>riately in performancecontractsIllustrative controlsCobitA designated individual <strong>is</strong> responsible for regular monitoring DS2.2and reporting on the achievement of the third party service levelperformance criteriaSelection of vendors for outsourced services <strong>is</strong> performed in PO1.4, PO6.3, DS2accordance with the organizations vendor management policyIT management determines that, before selection, potential third DS2.3parties are pr<strong>op</strong>erly qualified through an assessment of theircapability to deliver the required service and a review of theirfinancial viabilityThird party service contracts address the r<strong>is</strong>k, security controls DS2.3and procedures for information systems and networks in thecontract between partiesProcedures ex<strong>is</strong>t and are followed that include requirements DS2.3that for third party services a formal contract be defined andagreed to before work <strong>is</strong> initiated, including definition of internalcontrol requirements and acceptance of the organizationspolicies and proceduresA regular review of security and processing integrity <strong>is</strong> performedby third party serviceME2.6providersTabel 19:Manage third-party services (DS2)48


Ensure systems security (DS5)Control objective: control provide reasonable assurance that the systems and subsystems areappr<strong>op</strong>riately secures to prevent unauthorized use, d<strong>is</strong>closure, modification, damage or loss ofdataIllustrative controlsCobitAn information security policy ex<strong>is</strong>t and has been approved by PO6.3, PO6.5, DS5.2an appr<strong>op</strong>riate level of executive managementA framework of security standards has been devel<strong>op</strong>ed that PO8.2, DS5.2supports the objectives of the security policyAn IT security plan ex<strong>is</strong>t that aligned with overall IT strategic DS5.2plansAn II security plan <strong>is</strong> updates to reflect changes in the IT environmentas well as security requirements of specific systemsDS5.2Procedures ex<strong>is</strong>t and are followed to authenticate all users of DS5.3the system (both internal and external) to support the ex<strong>is</strong>tenceof transactionsProcedures ex<strong>is</strong>t and are followed to maintain the effectiveness DS5.3, DS5.4of authentication and access mechan<strong>is</strong>ms (e.g. regular passwordschanges)Procedures ex<strong>is</strong>t and are followed relating to timely action for DS5.4requesting, establ<strong>is</strong>hing, <strong>is</strong>suing, suspending and closing useraccounts (include procedures for authenticating transactionsoriginating outside the organization)A control process ex<strong>is</strong>t and <strong>is</strong> followed to periodically review DS5.4and conform access rightsWhere appr<strong>op</strong>riate, controls ex<strong>is</strong>t so that neither party van deny DS11.6transactions, and controls are implemented to provide nonrepudiationof origin or receipt, proof of subm<strong>is</strong>sion, and receiptof transactionAppr<strong>op</strong>riate controls, including firewalls, intrusion detection DS5.10and vulnerability assessments, ex<strong>is</strong>t and are used to prevent unauthorizedaccess via public networksIT security admin<strong>is</strong>tration monitors and logs security activity at DS5.5the <strong>op</strong>erating system, application, and database levels and identifiedsecurity violations are reported to senior managementControls relating to appr<strong>op</strong>riate segregation of duties over requestingand granting access to systems and data ex<strong>is</strong>t and areDS5.3, DS5.4followedAccess to facilities <strong>is</strong> restricted to authorized personnel and requiresappr<strong>op</strong>riate identification andDS12.2, DS12.3authenticationTabel 20:Ensure systems security (DS5)49


Manage the configuration (DS9)Control objective: control provide reasonable assurance that IT components, as they relate tosecurity and processing, are well protected, would prevent any unauthorized changes, and ass<strong>is</strong>tin the verification and recording of the current configurationIllustrative controlsCobitOnly authorized software <strong>is</strong> permitted for use by employees DS9.2using company IT assetsSystem infrastructure, including firewalls, routers, switches, DS5.3, DS5.4, DS5.10network <strong>op</strong>erating systems, servers and other related devices, <strong>is</strong>pr<strong>op</strong>erly configured to prevent unauthorized accessApplication software and data storage systems are pr<strong>op</strong>erly DS5.4configured to prov<strong>is</strong>ion access based on the individuals demonstratedneed to view, add, change or delete dataIT management has establ<strong>is</strong>hed procedures across the organizationto protect information systems and technology from com-DS5.9puter virusesPeriodic testing and assessments <strong>is</strong> performed to conform that AI3.2, AI3.3the software and network infrastructure <strong>is</strong> appr<strong>op</strong>riate configuredTabel 21:Manage the configuration (DS9)Manage problems and incident (DS10)Control objective: control provide reasonable assurance that any problems and/or incidents arepr<strong>op</strong>erly responded to, recorded, resolve or investigated for pr<strong>op</strong>er resolutionIllustrative controlsCobitIT management has defines and implemented an incident and DS8problem management system such that data integrity and accesscontrol incidents are recorded, analyzed, resolved in a timelymanner and reported to managementThe problem management system provides for adequate audit DS10.2trail facilities, which allow tracing from the problem or incidentto underlying causeA security incident response process ex<strong>is</strong>t to support timelyresponse and investigation of unauthorized activitiesTabel 22:Manage problems and incidents (DS10)DS5.6, DS8.3, DS10.1,DS10.350


Manage data (DS11)Control objective: control provide reasonable assurance that data recorded, processed and reportedremain completed, accurate and valid throughout the update and storage processIllustrative controlsCobitPolicies and procedures ex<strong>is</strong>t for the d<strong>is</strong>tribution and retention DS11.1, DS11.2, DS11.6of data and reporting outputManagement protects sensitive information – logically and DS11.6physically, in storage and during transm<strong>is</strong>sion – against unauthorizedaccess or modificationPolicies and procedures ex<strong>is</strong>t for continuous IT-servicesRetention periods and storage terms for documents, data, programs,reports and messages (incoming and outgoing) as wellas the data (keys, certificates) used for their encryption and authenticationManagement has implemented a strategy for cyclical backup ofdata and programsThe restoration of information <strong>is</strong> periodically testedChanges to data structures are authorized, made in accordancewith design specifications and implemented in a timely mannerTabel 23:Manage data (DS11)DS4.2, DS4.9DS11.2DS11.5DS11.5AI6Manage the physical environment (DS12)Control objective: control provide reasonable assurance that only authorized persons haveaccess to prem<strong>is</strong>es buildings and business areasMogelijke maatregelenDefine and implement physical security measures in line withbusiness requirements to ensure the location and the physicalassets and define and implement procedures to grant, limit andrevoke access to prem<strong>is</strong>es, buildings and areas according tobusiness needDesign and implement measures for protection against environmentalfactorsTabel 24:CobitDS13.2, DS13.3DS12.4Manage the physical environment (DS12)51


Manage <strong>op</strong>erations (DS13)Control objective: control provide reasonable assurance that authorized programs are executedas planned and deviated from scheduled processing are identified and investigated, includingcontrols over job scheduling, processing and error monitoringIllustrative controlsManagement has establ<strong>is</strong>hed, documented and follows standardprocedures for IT <strong>op</strong>erations, including job scheduling andmonitoring and responding to security and processing integrityeventsSystem event data are sufficiently retained to provide chronologicalinformation and logs to enable the review, examinationand reconstruction of system and data processingSystem event data are designed to provide reasonable Assuranceas to completeness and timeliness of system and dataprocessingTabel 25:Manage <strong>op</strong>erations (DS13)CobitDS13.1, DS13.2DS13.3DS11.1, DS13.3Ensure compliance with external requirements (ME3)Control objective: control provide reasonable assurance that that the business <strong>is</strong> compliantwith all local and international lawsIllustrative controlsIdentify on a continuous bas<strong>is</strong>, local and international laws regulationand other requirements that must be complied with andreview and adjust IT policies, standards, procedures and methodologieswith Legal requirements.Integrate IT reporting on legal, regulatory and contractual requirements.Obtain and report of compliance and adherence toall internal policies derives from the requirements, conformingthat any corrective actions to address any compliance gaps havebeen taken by the responsible process ownerTabel 26:CobitME3.1, ME3.2, ME3.3ME3.4, ME3.5Ensure compliance with external requirements (ME3)Provide IT governance (ME4)Control objective: control provide reasonable assurance that there <strong>is</strong> an IT governance frameworkand that the framework <strong>is</strong> align with the overall enterpr<strong>is</strong>e governance environmentIllustrative controlsCobitDefine, establ<strong>is</strong>h and align an IT governance framework with ME4.1, ME2.1the overall enterpr<strong>is</strong>e governance and control environment.Work with the board to define the enterpr<strong>is</strong>es appetite for r<strong>is</strong>k, PO9, ME2.4, ME4.5and obtain reasonable Assurance that IT r<strong>is</strong>k management practicesare appr<strong>op</strong>riate to ensure that the actual r<strong>is</strong>k does not exceedthe boards r<strong>is</strong>k appetiteTabel 27:Provide IT governace (ME4)52


Hoofdstuk 5Validatie IT-control framework DSAIn dit hoofdstuk wordt het <strong>door</strong> ons ontwikkelde IT-control framework voor DSA, een modelbestaande uit beheersdoelstellingen en illustratieve beheersmaatregelen, gevalideerd. Voor hetontwikkelen van het framework <strong>is</strong> gebruik gemaakt van het Cobit framework 4.1. De beschrijvingvan de totstandkoming van het framework <strong>is</strong> weergegeven in hoofdstuk 4. Voor het validerenvan het framework wordt eerst stil gestaan bij de diverse onderzoeksmethoden.§5.1 Keuze onderzoeksmethodeEr zijn diverse onderzoeksmethoden, waaronder de survey, het experiment, de casestudy en hetbureauonderzoek. <strong>Deze</strong> onderzoeksmethoden zijn allen te kwalificeren als empir<strong>is</strong>ch onderzoekmet uitzondering van het bureauonderzoek. Bij een empir<strong>is</strong>ch onderzoek dienen de onderzoekerszelf gegevens te verzamelen. Bij de keuze van de onderzoeksstrategie dienen onderstaandedrie besl<strong>is</strong>singen te worden genomen:1. Een keuze tussen breedte en diepgang van het onderzoek2. Bepalen of het onderzoek kwalitatief of kwantitatief van aard <strong>is</strong>3. Keuze tussen een bureauonderzoek of een empir<strong>is</strong>ch onderzoek.Wij hebben gekozen voor een empir<strong>is</strong>ch onderzoek <strong>door</strong> middel van een brainstormsessie eneen enquête. Door middel van deze strategie wordt namelijk een breed beeld verkregen overeen relatief groot aantal onderzoekseenheden (collega’s).Om het framework te valideren <strong>is</strong> het framework voorgelegd aan mensen uit de praktijk. Binnende Belastingdienst <strong>is</strong> gekozen voor de methoden brainstormsessie en enquête. Als eerste <strong>is</strong>er samen met een vertegenwoordiging van de Belastingdienst een brainstormsessie belegd. Hethoofddoel van de brainstormsessie was om te bepalen of het framework bruikbaar <strong>is</strong> voor deDouane. Daarnaast zijn er vragenlijsten bij IT-auditors 39 binnen de Belastingdienst uitgezet. Ditlaatste <strong>is</strong> gedaan voor een meer inhoudelijke reactie en om een grotere doelgroep binnen deBelastingdienst te bereiken. De vragenlijst <strong>is</strong> <strong>op</strong>genomen in bijlage 10.Het framework <strong>is</strong> niet in de praktijk kunnen worden getoetst omdat de wetgeving nog in deontwerpfase <strong>is</strong>. Doordat de douane geen framework gaat voorschrijven moet het frameworkuiteindelijk omarmd worden <strong>door</strong> het bedrijfsleven. Daarom <strong>is</strong> het framework met een vragenlijstnaar een viertal accountantskantoren gestuurd om hun mening te peilen over de bruikbaarheidvan het framework. Die vragenlijst <strong>is</strong> <strong>op</strong>genomen in bijlage 11.§5.2 BrainstormsessieOm goed invulling te geven aan de brainstormsessie en onze onafhankelijkheid te kunnen bewaren,hebben wij onze positie ten <strong>op</strong>zichte van de inhoud en het proces van de brainstormsessiegescheiden. Het brainstormproces stond onder leiding van een dagvoorzitter. Voor het bereikenvan ons onderzoeksdoel en het welslagen van de brainstormsessie was het van belang39 Of accountants die tevens affiniteit hebben met IT-auditing.53


dat de deelnemers voldoende expert<strong>is</strong>e hadden <strong>op</strong> het gebied van IT én toezicht. In bijlage 9 <strong>is</strong>de deelnemerslijst van de brainstormsessie <strong>op</strong>genomen.De inhoud van de brainstormsessie <strong>is</strong> in de hierna gegeven samenvatting gescheiden in tweeaspecten. In de eerste plaats <strong>is</strong> ingegaan <strong>op</strong> de inhoud van de voorgaande hoofdstukken en in detweede plaats <strong>is</strong> de waarde van het IT-control framework voor de DSA behandeld.Uit de sessie bleek dat wij de ju<strong>is</strong>te informatiecriteria hebben geselecteerd. Wel was er d<strong>is</strong>cussieover het uitsluiten van de informatiecriteria efficiency en effectiviteit omdat deze wel vaninvloed kunnen zijn <strong>op</strong> het uitvoeren van toezicht <strong>door</strong> de Douane. Uit die d<strong>is</strong>cussie kwam naarvoren dat indien een onderneming niet efficiënt / effectief <strong>is</strong> de Douane hiervan de gevolgentijdens haar controle tegenkomt bij de andere criteria. Op bas<strong>is</strong> van de d<strong>is</strong>cussie <strong>is</strong> de uitlegover het uitsluiten van de twee criteria in hoofdstuk 3 aangescherpt.Ook de wijze van selectie van de Cobit-processen konden de deelnemers volgen. De mappingmet SOx gaf enige d<strong>is</strong>cussie, omdat SOx van toepassing <strong>is</strong> <strong>op</strong> de jaarrekening terwijl de douanebreder kijkt, namelijk naar integere en veilige goederenstromen. Indien de Cobit-processen dievan toepassing zijn <strong>op</strong> SOx breder worden getrokken dan alleen de financiële systemen kunnende Cobit-processen worden gebruikt. <strong>Deze</strong> d<strong>is</strong>cussie heeft ertoe geleid dat wij de toelichtingvan de mapping met SOx in hoofdstuk 4 hebben aangepast.De laatste inhoudelijke d<strong>is</strong>cussie ging over de gekozen combinatie van vergunningen die gegroepeerdworden in één vergunning, de DSA (zie inleiding hoofdstuk 2) en de gevolgen daarvanvoor het beschreven IT-control framework voor de DSA. De vraag komt er<strong>op</strong> neer of hetIT-control framework aangepast moet worden voor andere mogelijke combinatie van douaneregelingen.De d<strong>is</strong>cussie leidde ertoe dat het beschreven framework aangemerkt kan worden alsde ‘Mercedes’. Dit betekent dat bij het specifiek maken van het framework ook gelet moetworden <strong>op</strong> andere combinaties van vergunningen die gegroepeerd worden in de DSA.Veel d<strong>is</strong>cussietijd ging echter over de toepasbaarheid van het IT-control framework voor deDSA binnen de huidige ontwikkelingen bij de Belastingdienst/Douane. Binnen het concept vanhorizontaal toezicht wordt gezocht naar parallelliteit van belangen. Daar waar de Douane enonderneming een gezamenlijk belang hebben, kan een snelle winst worden behaald. Door tekiezen voor een breed toepasbaar framework, wordt hieraan tegemoet gekomen. De groep vindthet framework algemeen toepasbaar, maar wijst er<strong>op</strong> dat het IT-control framework per auditspecifiek gemaakt moet worden. De douane gaat geen framework voorschrijven, maar het frameworkkan wel dienen als richtlijn. Door het presenteren van het IT-control framework aanhet bedrijfsleven stelt de Douane zich transparant en daarmee kwetsbaar <strong>op</strong>. In dit kader kwamhet begrip moral hazard ter sprake. Moral hazard betreft hier informatie asymmetrie en houdt indat de onderneming, <strong>door</strong>dat zij over meer informatie beschikt, anders handelt (immoreel) dande douane wenst. Zo kan de onderneming compliant gedrag vertonen, waar<strong>door</strong> de controlesvan de douane afnemen, terwijl zij er een geheime agenda <strong>op</strong> na houdt en fraude pleegt. Echterin het concept van horizontaal toezicht past <strong>op</strong>enheid en transparantie en mag de Douane er dusvanuit gaan dat de onderneming hier goed mee om gaat.De term self assessment leverde enige verwarring <strong>op</strong>. In ons onderzoek komt deze term metmeerdere beteken<strong>is</strong>sen voor. De term self assessment die wij met ons onderzoek bedoelen <strong>is</strong>een douanevereenvoudiging, waarbij de onderneming zelf bijvoorbeeld de verschuldigde belastingberekent, douanecontroles uitvoert et cetera. Het begrip self assessment bij AEO <strong>is</strong> een zelfbeoordeling waarbij de onderneming zichzelf beoordeelt of zij voldoet aan de voorwaardenvoor de AEO-status. De onderneming geeft <strong>op</strong> bas<strong>is</strong> van deze zelf beoordeling aan wat haarvolwassenheidsniveau <strong>is</strong>. De douane stelt vast of het totstandkomingsproces van het self assessmentaan de voorwaarden heeft voldaan, de interpretatie van de beoordelingsniveaus ju<strong>is</strong>t zijntoegepast en of de beoordelingsniveaus voldoende zijn. Indien alles voldoende <strong>is</strong>, wordt hetcertificaat verleend. De status wordt daarna <strong>door</strong> de Douane gemonitord.54


Bij afgifte van vergunningen, dus ook de DSA, verlo<strong>op</strong>t het proces anders. Voorafgaande aande afgifte van een vergunning stelt de Douane een initieel onderzoek in of de onderneming voldoetaan de voorwaarden. Na afgifte van de vergunning kan de Douane een admin<strong>is</strong>tratievecontrole instellen om te beoordelen of de onderneming heeft voldaan en nog steeds voldoet aande voorwaarden. Tijdens de brainstormsessie <strong>is</strong> ged<strong>is</strong>cussieerd over de mogelijkheid om ook bijhet proces ‘afgifte van de vergunning’ gebruik te maken van een zelf beoordeling, waarbij deonderneming <strong>op</strong> bas<strong>is</strong> van het IT-control framework haar volwassenheidsniveau (bijvoorbeeldper Cobit-proces) aangeeft. Voor de volwassenheidsniveaus kan aansluiting gezocht wordenmet het volwassenheidsniveau die Cobit hanteert. <strong>Deze</strong> wijken echter af van de AEOvolwassenheidsniveaus.Indien een onderneming haar volwassenheidsniveau aangeeft bij deafgifte van de vergunning kan de Douane dit periodiek monitoren. De douane zou hiervoor bijvoorbeeldeen dashboard kunnen ontwikkelen. De conclusie uit de sessie <strong>is</strong>, dat het een naderonderzoek waardig <strong>is</strong> om vast te stellen of een zelf beoordeling, met gebruikmaking van het ITcontrolframework voor DSA, mogelijk <strong>is</strong> en, in die situatie, of het mogelijk <strong>is</strong> volwassenheidsniveausin het framework <strong>op</strong> te nemen. Als laatste conclusie en zeker niet de minst belangrijke<strong>is</strong> dat het framework wordt voorgelegd aan het bedrijfsleven met het verzoek ervaring met hetIT-control framework <strong>op</strong> te doen en ons te informeren over de ervaringen (verbetervoorstellen).§5.3 Enquête internIn de vorige paragraaf <strong>is</strong> met name ingegaan <strong>op</strong> de bruikbaarheid van het framework voor deDouane. In deze paragraaf gaan wij dieper in <strong>op</strong> het framework zelf en de geselecteerde Cobitprocessen.Wij zullen antwoord geven <strong>op</strong> de vragen van de enquête. De antwoorden zijngebaseerd <strong>op</strong> de resulaten van de enquêtering binnen de Belastingdienst. In bijlage 9 zijn deinterne medewerkers van de Belastingdienst genoemd waarvan wij een reactie hebbenontvangen.In deze paragraaf worden de onderzoeksvragen <strong>op</strong> een kernachtige wijze beantwoord, zonder teverzanden in allerlei details. <strong>Deze</strong> details zijn voor de <strong>scriptie</strong>begeleiders wel beschikbaar,maar omwille van de omvang niet <strong>op</strong>genomen in deze <strong>scriptie</strong>.1. Vindt u dat wij de ju<strong>is</strong>te informatiecriteria hebben afgeleid uit de e<strong>is</strong>en, ofwel zijn deverschillende criteria (volgens Cobit) terecht gekozen?Uit de enquête komt naar voren dat de ju<strong>is</strong>te criteria zijn geselecteerd. Enkelegeënquêteerden twijfelen of de criteria effecient en effectiviteit toch hadden moetenworden meegenomen. Een geënquêteerde merkte <strong>op</strong> dat er binnen de criteria nog eenonderverdeling naar belangrijkheid kan worden gemaakt. De belangrijkste criteriahebben betrekking <strong>op</strong> informatiebeveiliging (CIA). De criteria compliance enbetrouwbaarheid ziet een gedeelte van de groep geënquêteerden als minder IT-auditgerelateerde criteria. Betrouwbaarheid als criterium hebben wij overigens uitgesloten.2. Wat vindt u van de selectie van Cobit-processen?a) Vindt u de weg die wij bewandeld hebben om van de informatiecriteria naar de Cobitprocessenduidelijk en kunt u zich hierin vinden?b) Kunt u zich vinden in de mapping van de <strong>door</strong> ons geselecteerde Cobit-processen met SOx?c) Wat vindt u van de afweging om bepaalde processen wel/niet mee te nemen?Op één geënquêteerde na blijkt uit de enquête dat het proces van de e<strong>is</strong>en naaruiteindelijk de Cobit-processen goed <strong>is</strong> te volgen. Het uitsluiten van bepaaldeprocessen vindt men goed, omdat dit het framework meer DSA specifiek maakt.Verder <strong>is</strong> men verbaasd dat SOx de ME criteria niet meeneemt. Dit valt echter buitenons onderzoek. Een geënquêteerde geeft aan dat de processen PO8 en ME2 wel vanbelang zijn voor de douane. <strong>Deze</strong> processen hebben wij na een inhoudelijke55


eoordeling uitgesloten. PO8 ziet met name toe <strong>op</strong> de interne kwaliteit. ME2 zit vooreen groot deel ook in ME4.3. Wat vindt u van de <strong>op</strong>bouw en inhoud van het IT-control framework?De geënquêteerden hebben aangegeven dat het IT-control framework een goede<strong>op</strong>bouw en inhoud heeft. De <strong>op</strong>bouw begint bij de r<strong>is</strong>icoanalyse en eindigt bij demonitoring. Het framework omvat dus het geheel aan interne beheersmaatregelen. Elkproces heeft een beheersdoelstelling die wordt uitgewerkt met maatregelen <strong>op</strong> hetniveau van het “wat”. Het “hoe” wordt overgelaten aan het bedrijf. Dit past goed bij de<strong>op</strong>en normen die ook bij AEO en HT worden gebruikt. Een aantal medewerkers m<strong>is</strong>sende tests ofwel de controles die de Douane uit zou kunnen voeren.4. Vindt u dat het framework (als bas<strong>is</strong>) bruikbaar <strong>is</strong> voor de Belastingdienst?Uit de enquête blijkt dat het goed <strong>is</strong> dat er een framework <strong>is</strong>, omdat dit bijdraagt aanhet uitvoeren van eenheid van beleid. De Douane zal echter geen frameworkvoorschrijven aan het bedrijfsleven. Het framework <strong>is</strong> daarom een richtlijn en zal <strong>door</strong>het bedrijfsleven moeten worden gebruikt. Voorkomen moet worden dat het frameworkwordt aangemerkt als zachte wetgeving (zie ook paragraaf 2.1.1). Een geënquêteerdegeeft aan dat het framework goed kan dienen bij de afgifte van de vergunning. Indieneen onderneming het framework samen met de aanvraag van de vergunning indiend,kan dit het proces van verguningafgifte bevorderen. Verder sluit het framework goedaan bij de benadering van HT. Het framework <strong>is</strong> vooral <strong>op</strong>gezet vanuit de e<strong>is</strong>en dieworden gesteld aan een douaneaangifte, dus ook toepasbaar voor de f<strong>is</strong>cale aangiften.Zou dus een goede aanvulling kunnen zijn <strong>op</strong> het onderdeel IT van het TCF. VoorAEO-veiligheid <strong>is</strong> informatiebeveiliging belangrijk en dat zit ook in dit framework.5. Denkt u dat het framework ook bruikbaar <strong>door</strong> externen?De mening van de medewerkers <strong>is</strong> dat het framework wel bruikbaar <strong>is</strong> voor externen,alleen zullen zij zelf ook aandacht willen besteden aan efficiëntie en effectiviteit.§5.4 Enquête externOm het IT-control framework <strong>door</strong> derden te laten valideren, zijn de eerste vier hoofdstukkenen een vragenlijst (bijlage 11) naar de vier grote accountantskantoren toegestuurd. Aan decontactpersonen, de senior Douane medewerkers, <strong>is</strong> gevraagd de vragenlijst samen met een ITauditorin te vullen. Van Deloite <strong>is</strong> direct een reactie ontvangen dat zij voorl<strong>op</strong>ig geen tijdhebben om de vragenlijst te behandelen. De contactpersoon van PricewaterhouseCo<strong>op</strong>ers heeftniet kunnen reageren omdat hij nu en voorl<strong>op</strong>ig nog met vakantie <strong>is</strong>. De contactpersonen bijErnst & Young en bij KPMG Meijburg hebben laten weten te reageren. Ondanks aandringenzijn echter geen reacties ontvangen.56


Hoofdstuk 6ConclusiesIn dit hoofdstuk beantwoorden wij eerst de vijf deelvragen uit paragraaf 1.2. Vervolgensbeschrijven wij de uitkomst van het valideringsproces van het beschreven IT-controlframework voor de DSA, waarna een algehele conclusie wordt gegeven of de doelstelling vanons onderzoek <strong>is</strong> gereal<strong>is</strong>eerd. Aan het einde van het hoofdstuk geven wij nog een overzichtvan mogelijke vervolgonderzoeken en een korte reflectie <strong>op</strong> ons onderzoek.§6.1 Beantwoording deelvragenDe essentie van ons onderzoek <strong>is</strong> het <strong>op</strong>stellen van een model voor de IT-beheersdoelstellingenen illustratieve beheersmaatregelen die de Douane stelt aan informatiesystemen van ondernemingenin het kader van de douanevereenvoudiging Self Assessment (DSA) om daarmee der<strong>is</strong>ico’s geassocieerd met gegevensuitw<strong>is</strong>seling te mitigeren. <strong>Deze</strong> essentie <strong>is</strong> verwoord in dedoelstelling en in de centrale vraagstelling (zie paragraaf 1.2).De centrale vraagstelling <strong>is</strong> in een vijftal deelvragen uitgewerkt en <strong>op</strong> deze wijze <strong>is</strong> richtinggegeven aan het onderzoek. De vijf deelvragen en de beantwoording van die vijf deelvragenzijn hieronder (samengevat) weergegeven.Deelvraag 1: Wat <strong>is</strong> de relevante regelgeving en wat zijn de relevante ontwikkelingen inhet kader van douanevereenvoudiging Self Assessment? Welke e<strong>is</strong>en <strong>op</strong> het gebied van ITvloeien hieruit voort.<strong>Deze</strong> vraag <strong>is</strong> behandeld in hoofdstuk 2. Relevante ontwikkelingen voor het ontwikkelenvan de DSA zijn verwoord in hoofdstuk 1, bijvoorbeeld de toename van de grensoverschrijdendegoederenstromen, de aandacht voor safety & security en het verder faciliterenvan de handel. De ter zake zijnde regelgeving <strong>is</strong> vooral artikel 116 van hetModern<strong>is</strong>ed Community Code en de bijbehorende uitvoeringsbepalingen in het Modern<strong>is</strong>edCommunity Code Implementation Prov<strong>is</strong>ions. Verder <strong>is</strong> voor het vaststellen vande e<strong>is</strong>en gebruik gemaakt van interne stukken zoals de d<strong>is</strong>cussienota van de Eur<strong>op</strong>eseComm<strong>is</strong>sie, Directoraat Generaal Belastingen en Douane-unie en het final seminar report.Belangrijk in dit kader waren ook de gesprekken met beleidsmedewerkers van hetMin<strong>is</strong>terie van Financiën Directoraat Generaal F<strong>is</strong>cale Zaken en de uitvoering van eenbusiness case. <strong>Deze</strong> informatie hebben uiteindelijk geleid tot de <strong>op</strong>somming van e<strong>is</strong>endie genoemd zijn in tabel 3. Niet alleen zijn e<strong>is</strong>en af te leiden uit regelgeving, ook zijne<strong>is</strong>en af te leiden uit het toezicht <strong>op</strong> de DSA. Wij hebben ons hier gericht <strong>op</strong> horizontaaltoezicht omdat de DSA met deze vorm van toezicht het best tot haar recht komt.De e<strong>is</strong>en die afgeleid zijn uit het toezicht zijn <strong>op</strong>genomen in tabel 4. Ter vereenvoudiginghebben wij in paragraaf 3.3 in tabel 5 een samenvatting gegeven van alle e<strong>is</strong>en uitde tabellen 3 en 4.Deelvraag 2: Welke r<strong>is</strong>ico’s zijn te onderkennen voor de gegevensuitw<strong>is</strong>seling tussen eenonderneming en de Douane?Om hier<strong>op</strong> een antwoord te geven zijn er, in hoofdstuk 3, twee nadere afbakeningen /verduidelijkingen gegeven voor ons onderzoek. Ten eerste <strong>is</strong> <strong>op</strong> bas<strong>is</strong> van het vierlagenmodelvan Betz verduidelijkt dat wij met ons onderzoek richten <strong>op</strong> de derde laag,de informatiesystemen en een gedeelte van de vierde laag, de techn<strong>is</strong>che infrastructuur.Voor de vierde laag zijn wij ervan uitgegaan dat er baselines zijn afgesproken die onder57


meer betrekking hebben <strong>op</strong> applicaties en het netwerk. Het te ontwikkelen IT-controlframework dient de beheersdoelstellingen en -maatregelen binnen deze reikwijdte teomvatten waar<strong>door</strong> de informatie uit de informatiesystemen aan de e<strong>is</strong>en voldoen. Inhoofdstuk 3 zijn wij echter tot de conclusie gekomen dat het niet mogelijk <strong>is</strong> een r<strong>is</strong>icoanalyseuit te voeren. Reden hiervan <strong>is</strong> dat de wetgeving nog in ontwerpfase <strong>is</strong>. Daarom<strong>is</strong> gekozen tot het beschrijven van een overkoepelend r<strong>is</strong>ico gebaseerd <strong>op</strong> het transactiemodel.Het overkoepelend r<strong>is</strong>ico <strong>is</strong> omschreven als: alles wat het proces van detransactie naar de primaire, secundaire vastleggingen en uiteindelijk de verantwoordingverstoort. Voor het vervolg van ons onderzoek <strong>is</strong> gebruik gemaakt van Cobit versie 4.1.Onderzocht <strong>is</strong> welke informatiecriteria van toepassing zijn, dit gebaseerd <strong>op</strong> de e<strong>is</strong>envanuit de wet- en regelgeving en vanuit horizontaal toezicht (samengevat in tabel 5).De conclusie <strong>is</strong> dat de criteria effectiviteit, efficiency en betrouwbaarheid voor ons onderzoekbeduidend minder van belang zijn. De overige vier informatiecriteria, zie tabel6, vormden de bas<strong>is</strong> voor het beschrijven van het IT-control framework voor de DSA.Deelvraag 3: Welke beheersdoelstellingen zijn te herleiden uit de e<strong>is</strong>en uit vraag 1 en der<strong>is</strong>ico’s uit vraag 2?Deelvraag 4: Welke beheersmaatregelen kunnen worden gedefinieerd <strong>op</strong> bas<strong>is</strong> van devastgestelde beheersdoelstellingen?Deelvraag 5: Welk IT-control framework <strong>is</strong> samen te stellen <strong>op</strong> bas<strong>is</strong> van ons onderzoekvoor de gegevensuitw<strong>is</strong>seling tussen de onderneming en de Douane?De deelvragen 3, 4 en 5 zijn in hoofdstuk 4 beantwoord. Op bas<strong>is</strong> van de informatiecriteriavertrouwelijkheid, integriteit, beschikbaarheid en compliance zijn de Cobitprocessengeselecteerd. Een tweetal verfijningen hebben geleid tot een overzicht van16 Cobit-processen (tabel 7). <strong>Deze</strong> selectie <strong>is</strong> vervolgens vergeleken met het IT-controlframework voor SOx beschreven <strong>door</strong> Dr. A. Shahim RE. Reden hiervoor <strong>is</strong> geweestdat ons onderzoek <strong>is</strong> gericht <strong>op</strong> ondernemingen die bekend zijn met SOx, SOx hebbengeïmplementeerd hebben of zelfs SOx-plichtig zijn. Op deze manier kon het IT-controlframework voor DSA worden verfijnd, worden getoetst en het verschil tussen <strong>beide</strong>frameworks kan helpen draagvlak te creëren bij deze ondernemingen. De vergelijkingheeft geleid tot een definitief overzicht van IT-beheersdoelstellingen die relevant zijnvoor de DSA (tabel 10). Op bas<strong>is</strong> van tabel 10 hebben wij de beheersdoelstellingen enbeheersmaatregelen geformuleerd. Dit hebben wij verwerkt in een model dat <strong>is</strong> <strong>op</strong>genomenin hoofdstuk 4, tabellen 11 tot en met 27.§6.2 Uitkomst validatie IT-control frameworkVoor het valideren van het IT-control framework voor de DSA heeft er een brainstormsessieplaatsgevonden en zijn er enquêtes, zowel binnen als buiten de Belastingdienst, uitgezet. Debelangrijkste conclusies zijn:- de acceptatie van het totstandkomingsproces van het IT-control framework;- de bruikbaarheid van het framework voor zowel de Douane als voor ondernemingen.Wel gelden er twee belangrijke voorwaarden die van toepassing zijn <strong>op</strong> de bruikbaarheid vanhet framework. Ten eerste moet het framework voor elke situatie (onderneming) specifiek wordengemaakt. Ten tweede dient nog onderzocht te worden in welke mate ondernemingen moetenvoldoen aan de Cobit-processen in de specifieke situaties. Voor dit laatste <strong>is</strong> voorgesteld omhet framework aan het bedrijfsleven voor te leggen en er ervaring mee <strong>op</strong> te doen. Inmiddels <strong>is</strong>de toezegging gedaan het IT-control framework voor de DSA in het overleg tussen de Douaneen het bedrijfsleven voor te leggen.58


§6.3 ConclusieDe conclusie <strong>is</strong> dat er binnen de Belastingdienst draagvlak <strong>is</strong> voor het IT-control frameworkvoor DSA. Zowel binnen de Douane (IT-auditors) als DG-Bel (hoofdhandelsrelaties en adv<strong>is</strong>eurvan het management van de Douane) (Min<strong>is</strong>terie van Financiën) wordt het framework gezienals zeer nuttig met de mogelijkheden het verder te ontwikkelen naar een tool voor ondernemingenom <strong>op</strong> bas<strong>is</strong> van zelf beoordeling vast te stellen of zij voldoet aan de IT-voorwaardenvoor de vergunning DSA. De medewerker van DG-Bel heeft aangegeven het IT-control frameworkvoor te leggen aan het bedrijfsleven in een landelijk overleg tussen de Douane en het bedrijfsleven.Van buiten de Belastingdienst <strong>is</strong> het draagvalk nog niet bekend. Omdat de verschillen met hetIT-control framework voor SOx (tabel 8) niet groot <strong>is</strong> en de mogelijkheid het IT-control frameworkverder te ontwikkelen naar een vorm van een zelf beoordeling, verwachten wij dat hetdraagvlak buiten de Belastingdienst zeker aanwezig <strong>is</strong>.Naar onze mening voldoet het framework hiermee aan de e<strong>is</strong>en uit de doelstelling van het<strong>op</strong>stellen van een algemeen en toepasbaar IT-control framework van toepassing <strong>op</strong> de douanevereenvoudigingSelf Assessment. Het framework <strong>is</strong> gepresenteerd in hoofdstuk 4 paragraaf5.§6.4 VervolgonderzoekenIn de hoofdstukken 5 en hiervoor in 6 <strong>is</strong> aangegeven dat verder onderzoek dient plaats te vinden.Hierna zijn een aantal mogelijke vervolgonderzoeken genoemd die de toepasbaarheid vanhet framework zullen verhogen:- onderzoek naar vere<strong>is</strong>te volwassenheidsniveaus voor de verschillende Cobit-processen enafstemming met de volwassenheidsniveaus die het AEO-stelsel kent;- onderzoek naar Cobit-processen die minimaal aan een voor<strong>geschreven</strong> volwassenheidsniveaudienen te voldoen voordat de vergunning DSA kan worden afgegeven, (overige Cobitprocessenmogen dan binnen een afgesproken periode groeien naar het vere<strong>is</strong>te volwassenheidsniveau).;- onderzoek naar de invulling van het proces toezicht <strong>op</strong> de monitoringsprocessen van eenonderneming, en daarbij het gebruik van dashboards.§6.5 ReflectieIn het voorwoord <strong>is</strong> al aangegeven dat ons onderzoek een proces van vallen en <strong>op</strong>staan was.Vooral het schrijven van een goed voorstel heeft ons veel energie en tijd gekost. De belangrijksteredenen die wij hiervoor kunnen aanvoeren, zijn ons enthousiasme en de wil om alle betrokkenpartijen tevreden te houden.Gedurende het onderzoek zijn veel contacten gelegd <strong>op</strong> verschillende niveaus. De uitvoeringvan de business case bij een onderneming in Frankrijk heeft de politieke gevoeligheid van onsonderzoek blootgelegd. De gesprekken met medewerkers van het Min<strong>is</strong>terie van Financiën warenzeer constructief en zijn als zeer leerzaam ervaren, zoals de ontwikkeling van nieuwe wetgeving,verschillende belangen van de lidstaten. Daarentegen hebben wij hen duidelijk kunnenmaken wat de toegevoegde waarde <strong>is</strong> van de IT-auditor in het totstandkomingsproces van wetgeving.Wij durven en kunnen dan ook zeggen dat we de deur ook <strong>op</strong> dat niveau <strong>op</strong>en hebbengezet.59


Gevoelig lag ook, aan het einde van het onderzoeksproces, het presenteren van het IT-controlframework voor de DSA aan de experts binnen de Belastingdienst. Dit in relatie met de gedachtedat de Belastingdienst geen frameworks voorschrijft. Daarbij komt dat Cobit, het IT-controlframework dat wij als uitgangspunt hebben gekozen, binnen de Belastingdienst niet p<strong>op</strong>ulair <strong>is</strong>.Kortom, <strong>op</strong> voorhand al een uitwedstrijd. Toch <strong>is</strong> het gelukt het IT-control framework voorDSA geaccepteerd te krijgen en wordt het zelfs uitgezet in het bedrijfsleven voor verdere ontwikkeling.Wij zijn er zeker van dat de (leer)ervaringen uit het onderzoeksproces ons bij de toekomstigewerkzaamheden ten gunste komen.60


Bijlagen61


Bijlage 1 LiteratuurlijstBelastingdienst. (2006). Het Tax Control Framework.Beschikbaar: niet <strong>op</strong>enbaarBelastingdienst. (2008). Nieuwsbrief Controle: De CAB-modellen ‘reloaded’.Beschikbaar: niet <strong>op</strong>enbaarBelastingdienst. (2010a). Handreiking Horizontaal ToezichtBeschikbaar: niet <strong>op</strong>enbaarBelastingdienst. (2010b). Leidraad Horizontaal Toezicht binnen de Individuele Klantbehandeling(MGO/OCK en ZGO)Beschikbaar:http://download.belastingdienst.nl/belastingdienst/docs/leidraad_horizo_toezicht_binnen_indv_klant_dv4061z1pl.pdfBetz, B., Roelofs, J., Vrins, J. (1995). Integraal ontwikkelen van organ<strong>is</strong>atie en informatiesystemen.Chr<strong>is</strong>tiaanse en Van Praat. (2005). Inrichten en beheersen van organ<strong>is</strong>aties.Beschikbaar: ISBN 9006950696 (ThiemeMeulenhoff)COSO. (2004). Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Comm<strong>is</strong>sion. Enterpr<strong>is</strong>eR<strong>is</strong>k Management Framework (ERMF), Executive summaryBeschikbaar: http://www.coso.org/documents/COSO_ERM_ExecutiveSummary.pdfDriessen, Kamstra en Molenkamp. (2003). In control statementsBeschikbaar <strong>op</strong>:http://www.auditing.nl/resources/files/loadfile.php?id=24&dir=bibliotheek/&sum=b926fcf1f29913aee3f0459a6c539564Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion. (1992). Pb EG L 302 Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raadvan 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek.(gebruik gemaakt van situatie per 01 november 2011)Beschikbaar: http://eur-lex.eur<strong>op</strong>a.eu/Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion. (1993). Pb Eg L 253 Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Comm<strong>is</strong>sievan 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening(EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek.(gebruik gemaakt van situatie per 01 november 2011Beschikbaar: http://eur-lex.eur<strong>op</strong>a.eu/Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion. (2007). TAXUD/2006/1450. Gecertificeerde bedrijven (bedrijven meteen AEO certificaat) gids, versie 29 juni 2007Beschikbaar: http://download.belastingdienst.nl/douane/docs/aeo_guidelines_do4431z1pl.pdfEur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion. (2008a). PbEU 2008 L 145. Regulations (EC) No 450/2008 of theEur<strong>op</strong>ean Parliament and of the Council of 23 April 2008 laying down the Community CustomsCode (Modern<strong>is</strong>ed Customs Code)Beschikbaar: http://eur-lex.eur<strong>op</strong>a.eu/Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion. (2008b). The main reasons for modern<strong>is</strong>ing customs leg<strong>is</strong>lation andthe expected benefits for both economic <strong>op</strong>erators and customs services.Beschikbaar (presentatie dia 2 en 3): http://ec.eur<strong>op</strong>a.eu/taxation_customs/resources/documents/customs/ procedural_aspects/general/community_code/pres_mccc_en.pdfEur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion. (2010a). TAXUD/1717/2008 Rev. 1.3. Consolidated preliminarydraft of the MCCIP, only for information purpose.Beschikbaar: http://www.sitpro.org.uk/policy/eur<strong>op</strong>e/mccips06012010.pdfEur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion. (2010b). D<strong>is</strong>cussion paper on implementing prov<strong>is</strong>ions on Article 116MCC, TAXUD /C4/0008/2010.Beschikbaar: niet <strong>op</strong>enbaar.Herrijgers. (2010). De belastingverklaring: het assuranceproduct van de toekomst. Een onderzoeknaar de mogelijkheid tot implementatie van de belastingverklaring binnen horizontaal.62


Beschikbaar: www.pleinplus.nl/algemeen/toonbijlage.asp?id=12185IT Governance Institute (ITGI). (2007). Cobit 4.1 Framework, Control Objectives, ManagementGuidelines and Maturity Models:Beschikbaar: : http://www.<strong>is</strong>aca.org/Min<strong>is</strong>terie van Financiën. (2006). Nederlandse inzet bij het modern<strong>is</strong>eringstraject van hetCommunautair Douanewetboek : self assessment.Beschikbaar: niet <strong>op</strong>enbaar.Min<strong>is</strong>terie van Financiën. (2008). Final Seminar Report, High Level seminar on self assessmentand other related <strong>is</strong>sues.Beschikbaar: niet <strong>op</strong>enbaarMin<strong>is</strong>terie van Financiën. (2010). Report Business Case SA onderneming X version 3.0 FinalDraftBeschikbaar: niet <strong>op</strong>enbaarO’Brien en Marakas. (2008). Leerboek ICT-toepassingen 14 e drukBeschikbaar: ISBN 978 90 395 2568 5 (Academic Services)Piepers en Egmond. (2007). IT- audit bij de AEO-certificering van carga<strong>door</strong>s, <strong>op</strong>lossingenbij het certificeren tot Author<strong>is</strong>ed Economic Operator.Beschikbaar: http://www.vurore.nl/templates/downloads/716_AEO_certificering_Douane_Van_Egmond_Piepers.pdfShahim. (2009). IT Governance attestationBeschikbaar: ISBN 9789012581257 (Atos Origin)Uiterlinden R. RC. (2006). Het COSO Enterpr<strong>is</strong>e R<strong>is</strong>k Management – Integrated FrameworkBeschikbaar:Van Praat. (2009). De ICT CyclusBeschikbaar: verstrekt tijdens college63


Bijlage 2 Geraadpleegde websiteshttp://www.douane.nlhttp://www.wikipedia.org/http://www.coso.org/http://wcoomd.org/http://www.<strong>is</strong>aca.org/64


Bijlage 3 AfkortingenAFKORTINGAEOCBPCOBITCOSOCDWDKDSAECEORIEVA-landenHTISACAISOITGIITILMCCMCCIPNCTSNENNISTOGCTATCDWTGWCOBETEKENISAuthor<strong>is</strong>ed Economic OperatorU.S. Customs and Border ProtectionControl Objectives for Information and related TechnologyThe Committee of Sponsoring Organ<strong>is</strong>ations of the Treadway Comm<strong>is</strong>sionCommunautair Douane WetboekDouanekantoorDouanevereenvoudiging Self AssessmentEur<strong>op</strong>ese Comm<strong>is</strong>sieEconomic Operator Reg<strong>is</strong>tration and Identification nummerDit zijn Noorwegen, IJsland, Zwitserland en LiechtensteinHorizontaal Toezicht (of Horizontal<strong>is</strong>ering van het Toezicht)Information Systems Audit and Control AssociationInternational Organization for StandardizationInformation Technology Governance InstituteInformation Technology Infrastructure LibraryModern<strong>is</strong>ed Customs CodeModern<strong>is</strong>ed Customs Code Implementation Prov<strong>is</strong>ionsNew Computer<strong>is</strong>ed Transit SystemNederlandse Normal<strong>is</strong>atie Instituut (NEN = NEderlandse Normen)National Institute of Standards and Technology (US)Office of Government CommerceToegelaten afzenderToepassingsverordening Communautair Douane WetboekToegelaten geadresseerdeWorld Customs Organ<strong>is</strong>ation65


Bijlage 4 DefinitiesBEGRIPApplication controlBeheersdoelstelling(Control objective)Beheersmaatregel(Control)BelastingcontroleBest practiceBijzondere regelingBETEKENISEen controle die in applicaties <strong>is</strong> <strong>op</strong>genomen. (Cobit)Formulering van het gewenste resultaat of doel dat moet worden bereikt<strong>door</strong> het implementeren van beheerprocedures in een bepaaldproces. (Cobit)Het beleid, de procedures, de methoden en de organ<strong>is</strong>atiestructuren, diezijn ontworpen voor het bieden van redelijke zekerheid dat bedrijfsdoelstellingenworden behaald en dat ongewenste gebeurten<strong>is</strong>sen wordenvoorkomen of waargenomen en gecorrigeerd. (Cobit)Belastingcontrole <strong>is</strong> een onderzoek waarin de aanvaardbaarheid vaneen financiële verantwoording (de douaneaangifte) wordt onderzocht.Verzamelde kenn<strong>is</strong> van een groep deskundigen over een bepaald onderwerp.Verschil met ‘standaard’ <strong>is</strong> dat het niet <strong>is</strong> uitgebracht <strong>door</strong>een gerenommeerd normal<strong>is</strong>atie instituut zoals ISO, NIST of NENCarga<strong>door</strong>Communautaire goederenIn dit figuur zijn de drie hoofdgroepen van douaneregelingen weergegeven(zie ook definitie douaneregeling). Onder de bijzondere regelingenworden verstaan douanevervoer, <strong>op</strong>slag, specifieke bestemmingenen veredeling. In onze <strong>scriptie</strong> zijn alleen de douanevervoer (bijv. toegelatenafzender), veredeling en <strong>op</strong>slag (bijv. douane-entrepot) relevant.Voor alle douaneregelingen geldt dat de goederen geplaatst moetenworden onder de douaneregeling, dit vindt plaats <strong>door</strong> het doen vaneen douaneaangifte. Zie verder de definities voor douane-entrepot, veredelingen douanevervoer.Een carga<strong>door</strong> <strong>is</strong> een scheepsbevrachter die gebruik maakt van eenaantal schakels in de internationale d<strong>is</strong>tributieketen, zonder zelf fysiekebemoeien<strong>is</strong> te hebben met de lading.Goederen behorende tot een van de volgende groepen:a) goederen die geheel en al zijn verkregen in het douanegebied vande Gemeenschap (Eur<strong>op</strong>ese Unie) zonder toevoeging van goederen66


Douane-entrepotDouaneregelingDouanevereenvoudigingDouanevereenvoudigingSelf AssessmentEur<strong>op</strong>ese douanewetgevingdie zijn ingevoerd uit landen of gebieden buiten het douanegebiedvan de Gemeenschap;b) goederen die in het douanegebied van de Gemeenschap zijnbinnengebracht uit landen of gebieden buiten dat gebied en die inhet vrije verkeer zijn gebracht (invoer);c) goederen die in het douanegebied van de Gemeenschap zijnverkregen of vervaardigd, hetzij uitlsuitend uit goederen alsbedoeld bij b), hetzij uit goederen als bedoeld onder a) en b).(artikel 4 lid 18 MCC)Een <strong>op</strong>slagruimte waar niet-communautaire goederen worden <strong>op</strong>geslagenzonder dat zij worden onderworpen aan invoerrecht, andere heffingen,handelspolitieke maatregelen et cetera. In het MCC wordtgesproken van publieke douane-entrepots type I, type II en type III.Type III zijn de entrepots die worden beheerd <strong>door</strong> dedouaneautoriteiten. Bij type II ligt de verantwoordelijkheid dat degoederen niet onttrokken worden aan het douanetoezicht en dat deverplichtingen worden nagekomen uit de <strong>op</strong>slag onder de regelingdouane-entrepot uitsluitend bij de houder van de regeling. Bij type Iliggen die verantwoordelijkheden bij de houder van de vergunning enbij de houder van de regeling. De vergunninghouder moet eenadmin<strong>is</strong>tratie voeren in een <strong>door</strong> de douaneautoriteiten goedgekeurdevorm. Aan de hand van die admin<strong>is</strong>tratie moeten de douaneautoriteitenin staat zijn toezicht uit te oefenen, vooral wat de identificatie, dedouanestatus en het verkeer van de onder de regeling douane-entrepotgeplaatste goederen betreft. Goederen die onder de regeling douaneentrepotzijn geplaatst, mogen gebruikelijke behandelingen ondergaanom ze in goede staat te bewaren.Een van de onderstaande regelingen waaronder goederen overeenkomstighet MCC kunnen worden geplaatst:a. in het vrije verkeer brengen.b. bijzondere regelingen:i. douanevervoer, inhoudende extern en intern douanevervoer;ii. <strong>op</strong>slag, inhoudende tijdelijke <strong>op</strong>slag, douaneentrepoten vrije zones;iii. specifieke bestemming, inhoudende tijdelijke in-iv.voer en bijzondere bestemming;veredeling, inhoudende actieve en passieve veredeling;c. uitvoer.Voor ons onderzoek zijn alleen a. bi. en bii. van toepassing.Het versoepelen van formaliteiten en procedures.Verlenen van toestemming (vergunning) aan een (geautor<strong>is</strong>eerde)marktdeelnemer voor het uitvoeren van douaneformaliteiten en –controles die normaal <strong>door</strong> de Douane worden uitgevoerd.Eur<strong>op</strong>ese douanewetgeving <strong>is</strong> het geheel van regels betreffende de inenuitvoer van goederen, bijvoorbeeld met betrekking tot de rechten bij67


General IT-controlsIT-control frameworkIn het vrije verkeerInvoerinvoer die verschuldigd zijn bij het binnenbrengen van goederen in hetdouanegebied. De huidige Eur<strong>op</strong>ese douanewetgeving bestaat vooraluit het CDW (Eur<strong>op</strong>ean Comm<strong>is</strong>sion, 1992) en TCDW (Eur<strong>op</strong>eanComm<strong>is</strong>sion, 1993).Beheersmaatregelen die het r<strong>is</strong>ico minimal<strong>is</strong>eren voor het algehelefunctioneren van de IT-systemen en -infrastructuur van de organ<strong>is</strong>atieen voor een breed bereik aan geautomat<strong>is</strong>eerde applicaties. (Cobit)Een kader bestaande uit beheersdoelstellingen en illustratieve beheersmaatregelen.Het wijzigen van de douanestatus van de goederen van nietcommunautairnaar communautair en daarbij aan alle verplichtingenvoldoen, bijvoorbeeld, doen van een aangifte en betaling van dedouanerechten.Zie: in het vrije verkeer brengen.Marktdeelnemer Een marktdeelnemer <strong>is</strong> een persoon (natuurlijk persoon ofrechtspersoon of wanneer de geldende voorschriften in dezemogelijkheid voorzien: een vereniging van personen die alshandelingsbekwaam wordt erkend zonder wettelijke status vanrechtspersoon te bezitten) die zich in het kader van zijn bedrijfsvoeringbezighoudt met activiteiten die onder de douanewetgeving vallen en <strong>is</strong>gevestigd in het douanegebied van de Eur<strong>op</strong>ese Unie (artikel 4 lid 5MCC). Van een geautor<strong>is</strong>eerde marktdeelnemer <strong>is</strong> sprake als demarktdeelnemer in het bezit <strong>is</strong> van een certificaat AEO.Niet-communautairegoederenOndernemingVeredelingVereenvoudigde procedureZijn andere goederen dan communautaire goederen of de goederen diede communautaire status hebben verloren (zie communautairegoederen). (artikel 4 lid 19 MCC)Onder onderneming wordt verstaan die ondernemingen waarmee deBelastingdienst/Douane een convenant in het kader vanhorizontal<strong>is</strong>ering van het toezicht heeft ondertekend.Het bewerken van niet-communautaire goederen in de Eur<strong>op</strong>ese Unie(actieve veredeling) of van communautaire goederen buiten de Eur<strong>op</strong>eseUnie (passieve veredeling).Regeling waarbij sprake <strong>is</strong> van versoepeling van formaliteiten en douaneproceduresvoor de onderneming.68


Bijlage 5 Artikel 116 MCCOp grond van dit artikel zijn andere vereenvoudigingen mogelijk, niet alleen <strong>op</strong> aangiften maarook, en dat <strong>is</strong> nieuw, <strong>op</strong> formaliteiten en controles. Onder dit artikel kan Self Assessment wordengeplaatst. Self Assessment wordt dan omschreven als een ver(der)gaande douanevereenvoudigingvoor ondernemingen <strong>door</strong> middel van zo min mogelijk formaliteiten waarbij deDouane zich volledig baseert <strong>op</strong> de financiële of bedrijfsadmin<strong>is</strong>tratie en het compliante gedragvan de vergunninghouder. Self Assessment laat tevens de klassieke transactiegerichte controleaanpaklos en stelt een systeemgerichte aanpak voor.Artikel 116Vereenvoudiging van douaneformaliteiten en -controles1. De douaneautoriteiten mogen andere dan de in afdeling 3 van dit hoofdstukbedoelde vereenvoudigingen van douaneformaliteiten en -controles toestaan.2. Maatregelen tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening<strong>door</strong> haar aan te vullen, die met name regels met betrekking tot:a) de in lid 1 bedoelde verlening van toestemming;b) de gevallen waarin de toestemming wordt herzien en de voorwaarden voortoezicht <strong>op</strong> het gebruik ervan <strong>door</strong> de douaneautoriteiten;c) de voorwaarden waar<strong>op</strong> de toestemming wordt verleend;d) de voorwaarden waar<strong>op</strong> een marktdeelnemer toestemming kan krijgen ombepaalde douaneformaliteiten, die in beginsel <strong>door</strong> de douaneautoriteitenmoeten worden vervuld, uit te voeren, zoals het zelf bepalen van in- en uitvoerrechtenen het uitvoeren van bepaalde controles onder toezicht van dedouane;vastleggen, worden vastgesteld volgens de in artikel 184, lid 4, bedoelde regelgevingsproceduremet toetsing.In die maatregelen wordt rekening gehouden met:- de douaneformaliteiten en -controles die om beveiligings- en veiligheidsredenenmoeten worden vervuld en uitgevoerd met betrekking tot goederen diehet douanegebied van de Gemeenschap binnenkomen of verlaten;- de <strong>op</strong> grond van artikel 25, lid 3, aangenomen regels;- ten aanzien van punt d), wanneer er meer dan één lidstaat bij <strong>is</strong> betrokken, <strong>is</strong>aan de aanvrager volgens de criteria in artikel 14 de status van geautor<strong>is</strong>eerdemarktdeelnemer verleend;- et cetera69


Bijlage 6 CobitCobit <strong>is</strong> de acroniem voor Control Objectives for Information and related Technology en <strong>is</strong>ontwikkeld <strong>door</strong> het Information Systems Audit and Control Association (ISACA) en het ITGovernance Institute (ITGI). Wij hebben gekozen voor het Cobit framework omdat het een interntionaalbest practice <strong>is</strong>, het een directe relatie legt tussen de bedrijfsprocessen en de IT ondersteuningen het geeft inzicht in de beheersing van IT <strong>door</strong> het aangeven van beheersdoelstellingen.Cobit <strong>is</strong> een <strong>op</strong>en industriestandaard dat tegemoet komt aan de behoefte van business en ITmanagers voor een raamwerk dat kan helpen bij de beveiliging, controle en beheer van informatiesystemen.Uitgangspunt van Cobit <strong>is</strong> dat IT steeds moet zijn afgestemd <strong>op</strong> de ondernemingen dat IT moet bijdragen tot het behalen van de doelstellingen van de onderneming. Ditlaatste sluit zeer goed aan met het begrip IT-governance. IT kan dit doen <strong>door</strong> ervoor te zorgendat informatie die zij produceert alsook de IT-processen voldoen aan de business vere<strong>is</strong>ten vande onderneming. Die business vere<strong>is</strong>ten zijn effectiviteit, efficiëntie, confidentialiteit, integriteit,beschikbaarheid, compliance en betrouwbaarheid. In tabel 28 zijn van deze criteria dewerkdefinities <strong>op</strong>genomen. Het <strong>is</strong> echter alleen moeilijk om deze vere<strong>is</strong>ten te vertalen naarconcrete situaties.Informatiecriterium Cobit toelichtingEffectiviteit Behandelt de relevantie en toepasbaarheid van informatie voor het bedrijf(Effectiveness) en het bedrijfsproces en behandelt of deze informatie <strong>op</strong> een tijdige, correcte,cons<strong>is</strong>tente en bruikbare vorm wordt geleverd.Efficiëntie Behandelt het <strong>op</strong>timaal (meest econom<strong>is</strong>che) gebruik van IT-middelen(Efficiency) voor het beschikbaar stellen van informatie.Vertrouwelijkheid Behandelt de bescherming van gevoelige informatie tegen ongeautor<strong>is</strong>eerdetoegang.(confidentiality)Integriteit Behandelt de ju<strong>is</strong>theid en volledigheid van gegevens in overeenstemming(Integrity)Beschikbaarheid(Availability)ComplianceBetrouwbaarheid(Reliabilty)met de bedrijfsverwachtingen.Behandelt het beschikbaar zijn van informatie <strong>op</strong> het moment dat deze <strong>is</strong>vere<strong>is</strong>t voor een bedrijfsproces, nu en in de toekomst. Het omvat ook hetbeveiligen van de noodzakelijke middelen.Behandelt de naleving van wet- en regelgeving en contractuele overeenkomstenwaaraan de bedrijfsprocessen zijn onderworpen, dat wil zeggenvan buitenaf <strong>op</strong>gelegde zakelijke criteria alsook het interne beleid.Behandelt dat de aangeleverde informatie aan het management of aan eenproces volledig correct <strong>is</strong> voor het maken van de ju<strong>is</strong>te besl<strong>is</strong>singenTabel 28: Kwaliteitscriteria volgens Cobit (ITGI, 2007)De huidige versie van Cobit <strong>is</strong> Cobit 4.1 en <strong>is</strong> gepubliceerd in 2007 (ITGI, 2007). Een van delaatste toegevoegde concepten <strong>is</strong> het k<strong>op</strong>pelen van bedrijfsdoelstellingen aan IT-doelstellingen(vanaf versie 4.0). Dit concept alsook het toevoegen van de verantwoordelijkheden binnen deIT-processen hebben ertoe geleid dat het Cobit-raamwerk meer en meer wordt gezien als eenalgemeen geaccepteerd raamwerk voor IT-governance.Aan de IT-doelstellingen zijn vervolgens de IT-processen gerelateerd die de IT-doelstellingenondersteunen. Op deze wijze <strong>is</strong> het eerder gesignaleerde probleem van het vertalen van informatiecriterianaar concrete situaties <strong>op</strong>gelost. Naast de bedrijfsdoelstellingen, IT-doelstellingen,informatiecriteria en IT processen verwijst Cobit ook naar de gerelateerde IT-middelen die ingezetkunnen worden. Die middelen zijn informatie, toepassingen, infrastructuur en mensen.70


Het totale Cobit raamwerk <strong>is</strong> afgebeeld in figuur 11. Vanuit de onderneming worden een aantalbedrijfsdoelstellingen en beheersdoelstellingen gedefinieerd. <strong>Deze</strong> doelstellingen hebben impact<strong>op</strong> de kwaliteit van de informatie (informatiecriteria) die de IT moet leveren. Om dit teverwezenlijken worden IT-middelen (IT-resources) ingezet. De IT-resources worden aangestuurd<strong>door</strong> 34 IT-processen die zijn verdeeld in vier domeinen. De vier domeinen zijn:- Planning and Organization: bepalen van de manier waar<strong>op</strong> IT kan bijdragen aan het verwezenlijkenvan de doelstellingen van de onderneming en hoe dit concreet moet gebeuren;- Acqu<strong>is</strong>ition and Implementation: het concret<strong>is</strong>eren van de IT-strategie- Delivery and Support: de werkelijke aflevering van de gevraagde diensten en omvat deklassieke processen die te maken hebben met de automat<strong>is</strong>eringsafdeling- Monitoring en evaluate; evalueren <strong>op</strong> kwaliteit en overeenkomst met de gestelde controlevere<strong>is</strong>ten van de processen van de eerste drie domeinenFiguur 13: Afbeelding van het totale Cobit raamwerk (ITGI 2007)Elk van de 34 processen kent één of meer beheerdoelstellingen, zijnde een uitspraak in verbandmet het gewenste resultaat of doelstellingen die moeten worden bereikt <strong>door</strong> het implementeren71


van specifieke maatregelen binnen de IT-activiteit . Dit laatste moet ervoor zorgen dat een acceptabelegarantie wordt geboden dat de doelstellingen van de onderneming worden gereal<strong>is</strong>eerden dat ongewenste effecten niet plaatsvinden of gedetecteerd en gecorrigeerd worden.Elk van de processen kent ook management guidelines. <strong>Deze</strong> geven meer informatie hoe eenIT-proces te organ<strong>is</strong>eren, te meten en aan te sturen. Zo zijn in de management guidelines deinputs voor een IT-proces gegeven die nodig zijn voor de activiteiten. Ook de outputs zijnzichtbaar gemaakt, ofwel in welke IT-processen het resultaat van een IT-proces vere<strong>is</strong>t <strong>is</strong>.Daarnaast zijn per IT-proces per activiteit de verantwoordelijkheden overzichtelijk weergegevenin een RACI diagram. De letter ‘R’ staat voor wie verantwoordelijk <strong>is</strong> voor de taak, de letter‘A’ staat voor wie richting geeft en autor<strong>is</strong>eert (staat dus hiërarch<strong>is</strong>ch boven de ‘R’), de letter‘C’ staat voor wie geconsulteerd wordt en de letter ‘I’ staat voor wie geïnformeerd moetworden.Voor het meten en sturen zijn in de management guidelines doelstellingen <strong>op</strong> drie niveaus gedefinieerd.Van hoog naar laag zijn dat:- Niveau van IT: IT goals- Niveau van IT proces: Process goals- Niveau van IT activiteiten: activity goals.Elk van de doelstellingen wordt vertaald in twee metrieken. Zo zijn er outcome measures, ookwel lag indicators genoemd, die bepaalde doelstellingen meten. Daarnaast zijn er performanceindicators, ook wel lead indicators genoemd, geven een indicatie in hoeverre de doelstellingenworden bereikt. De relatie <strong>is</strong> dat de outcome measures <strong>op</strong> elk niveau de performance indicatorszijn voor het hogere niveau.Prof. Dr. Van Grembergen en Steven de Haes geven aan dat de fusie tussen de business en ITen het ondersteunen en verder ontwikkelen van de bedrijfsdoelstellingen (strategic alignment ofbusiness/IT alignment) als de ultieme doelstelling vaak wordt gezien. Ook geven zij aan dat ditthema niet nieuw <strong>is</strong>, maar wel verhoogde aandacht kent vanwege de grotere afhankelijkheidvan IT. Zo staat COBIT momenteel vooral in de belangstelling <strong>door</strong>dat de huidige versie bijuitstek geschikt <strong>is</strong> om een organ<strong>is</strong>atie in staat te stellen aan te tonen te voldoen aan de regelgevingzoals die <strong>door</strong> Sarbanes-Oxley (SOx) en COSO worden gevraagd.Een ander kernpunt uit de definitie <strong>is</strong> de primaire verantwoordelijkheid van de raad van comm<strong>is</strong>sar<strong>is</strong>sen(Board of directors) en raad van Bestuur (executive management). Overigens moetIT-governance worden <strong>door</strong>getrokken naar de onderliggende IT en business niveaus.Een laatste kernpunt uit de definitie gaat in <strong>op</strong> de vraag hoe ondernemingen IT-governancekunnen implementeren ofwel hoe het doel van IT governance <strong>is</strong> te bereiken. De definitie verwijsthiertoe naar drie componenten: structuren, processen en relationele mechan<strong>is</strong>men. Structurenbetreft het bestaan van verantwoordelijke functies (bijv. IT strategie comité of de ChiefInformation Officer) en de positionering van de IT binnen de onderneming. Processen verwijzennaar de strateg<strong>is</strong>che besluitvorming en <strong>op</strong>volging. Hiervoor bestaan specifieke procesraamwerken, bijvoorbeeld Cobit waar<strong>op</strong> in deze paragraaf nog wordt ingegaan. Ook ITIL kanhier worden genoemd. Met relationele mechan<strong>is</strong>men wordt bedoeld de relatie tussen de businessmedewerkers en de IT medewerkers, waarvoor een goede interactieve communicatie moetbestaan om IT-governance succesvol te laten worden en te blijven.72


Bijlage 7 COSOIn 1992 publiceerde COSO het ‘Internal Control, Integrated Framework’. Het doel van dit rapport<strong>is</strong> ondernemingen te ondersteunen bij het verbeteren van haar interne controlesystemen.COSO definieert interne controle als een proces dat <strong>door</strong> de leiding en medewerkers van organ<strong>is</strong>atieswordt gebruikt om een redelijke zekerheid te verkrijgen met betrekking tot:1. De betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving2. De effectiviteit en efficiency van de ondernemingsprocessen3. Het voldoen aan wet- en regelgevingSindsdien <strong>is</strong> het framework meer en meer bas<strong>is</strong> geworden voor wetgeving en wordt het gebruiktbij het toepassen ter ondersteuning van het bereiken van de organ<strong>is</strong>atiedoelstellingen.In 2001 gaf COSO <strong>op</strong>dracht aan PricewaterhouseCo<strong>op</strong>ers om een nieuw framework te ontwikkelen.Dit framework diende geschikt te zijn om te worden toegepast <strong>door</strong> managers en bijdragenaan het verbeteren van het r<strong>is</strong>icomanagement. In 2004 <strong>is</strong> vervolgens het ‘Enterpr<strong>is</strong>e R<strong>is</strong>kManagement – Integrated Framework’ gepubliceerd, een <strong>door</strong>ontwikkeling <strong>op</strong> het eerder genoemdeframework en wordt vaak ook COSO II genoemd of afgekort naar COSO-ERM(2004).In COSO-ERM <strong>is</strong> enterpr<strong>is</strong>e r<strong>is</strong>k management als volgt gedefinieerd: “Ondernemingsr<strong>is</strong>icomanagement<strong>is</strong> een proces, aangestuurd <strong>door</strong> de Raad van Comm<strong>is</strong>sar<strong>is</strong>sen van een onderneming,management en ander personeel, toegepast bij de bepaling van de strategie en binnen het geheelvan de onderneming, ontworpen om potentiele gebeurten<strong>is</strong>sen die de onderneming zoudenkunnen bedreigen, te onderkennen waar<strong>door</strong> r<strong>is</strong>ico’s binnen de kaders van r<strong>is</strong>icovoorkeur gemanagedkunnen worden, teneinde een redelijke zekerheid te verschaffen dat de doelstellingenvan de onderneming worden bereikt”. Kortom alle r<strong>is</strong>ico’s die het behalen van doelstellingen inde weg staan, zijn onderdeel van ERM en gelet <strong>op</strong> de reikwijdte sluit dit aan <strong>op</strong> de Nederlandsecode voor corporate governance (Uiterlinden R. RC, 2006).In COSO-ERM worden ook de doelen van interne beheersing uitgewerkt. Dit zijn strateg<strong>is</strong>chebeheersing (bereiken van de strateg<strong>is</strong>che doelstellingen), <strong>op</strong>erationele beheersing (effectiviteiten efficiëntie van bedrijfsprocessen), compliance (naleving van relevante wet- en regelgeving)en verantwoordingsbeheersing (betrouwbaarheid van de - financiële - informatieverzorging).Onder de verantwoordingsbeheersing valt het bewaken van de betrouwbaarheid van alle informatiedie <strong>door</strong> een onderneming intern wordt geproduceerd en gebruikt en die extern ter beschikkingwordt gesteld. Aspecten als ju<strong>is</strong>theid, volledigheid en tijdigheid beschrijven de doelenvan verantwoordingsbeheersing. Zoals eerder <strong>is</strong> <strong>op</strong>gemerkt <strong>is</strong> de verantwoordingsbeheersingde grondslag voor SOx.Uit de eerder gegeven definitie voor ERM blijkt ook dat COSO uitgaat van een hol<strong>is</strong>t<strong>is</strong>che benadering,waarbij interne beheersing wordt gezien als een proces dat onderdeel uitmaakt vanhet normale managementproces en bijdraagt tot de real<strong>is</strong>atie van de vier genoemde doelstellingen.Dit managementproces <strong>is</strong> afgebeeld in acht gerelateerde onderdelen. Zonder <strong>op</strong> de onderdelendiep in te gaan, daarvoor verwijzen wij naar www.coso.org, noemen wij slechts de achtonderdelen met een korte omschrijving:1. Internal environment: interne omgeving (hoe kijkt men binnen de onderneming tegen r<strong>is</strong>ico’saan en hoe gaan zij daarmee om, bijv. r<strong>is</strong>k appetite, integriteit, eth<strong>is</strong>che normen)2. Objective setting: bepalen van de doelstellingen (zonder doelstellingen, afgestemd <strong>op</strong> dem<strong>is</strong>sie en r<strong>is</strong>icovoorkeur van de onderneming, <strong>is</strong> het onmogelijk vast te stellen welke r<strong>is</strong>ico’sworden gel<strong>op</strong>en)73


3. Event identification: identificatie van de interne en externe gebeurten<strong>is</strong>sen (mogelijk makenvan een onderscheid tussen kansen en bedreigingen en de laatste <strong>is</strong> de input voor r<strong>is</strong>kassessment)4. R<strong>is</strong>k assessment: r<strong>is</strong>ico-inschatting of de beoordeling van de geïdentificeerde r<strong>is</strong>ico’s (hetbepalen van de kans en impact om vast te kunnen stellen hoe met de r<strong>is</strong>ico’s om te gaan)5. R<strong>is</strong>k response: reactie <strong>op</strong> r<strong>is</strong>ico’s (management maakt keuze hoe te reageren <strong>op</strong> de r<strong>is</strong>ico’srekening houdend met de r<strong>is</strong>icovoorkeur en r<strong>is</strong>icotolerantie. Keuzes zijn: accepteren, vermijden,beheersen en delen)6. Control activities: implementeren en onderhouden van procedures en handelswijzen methet doel <strong>op</strong> een adequate manier r<strong>is</strong>ico’s te onderkennen en hier<strong>op</strong> te reageren (bijvoorbeeld:review van verantwoordingsverslagen,functiescheiding en fysiekecontroles)7. Information and Communication: analysevan de informatie die functionar<strong>is</strong>senin een onderneming nodig hebbenom hun taak uit te kunnen voerenen het organ<strong>is</strong>eren hiervan (om demensen in een onderneming in staat testellen hun taken en verantwoordelijkhedenuit te oefenen <strong>is</strong> informatie eenvere<strong>is</strong>te. De informatie moet wel gerichtzijn <strong>op</strong> de taak en verantwoordelijkhedenvan de persoon in de onderneming)8. Monitoring: het gehele bouwwerkERM moet gemonitord worden omvast te stellen dat het bouwwerk nogFiguur 14: COSO Kubus (bron: COSO, 2004)goed functioneert en adequaat <strong>is</strong> voorde situatie waarvoor het <strong>is</strong> ontworpen.Een derde dimensie dat in COSO-ERM voorkomt <strong>is</strong> dat de doelstellingen <strong>op</strong> verschillende niveausbinnen een onderneming zich manifesteren. Bijvoorbeeld <strong>op</strong> entiteit, div<strong>is</strong>ie of een businessunit. De relatie tussen de drie dimensies heeft COSO afgebeeld in een kubus. <strong>Deze</strong> kubus<strong>is</strong> hierboven weergegeven.De COSO-ERMF methodiek kent een r<strong>is</strong>ico-universum voor managementdoeleinden waarbinneneen vijftal r<strong>is</strong>icotypen betrekking hebben <strong>op</strong> de lagere hiërarch<strong>is</strong>che niveaus. Het betreftprocesr<strong>is</strong>ico’s, projectr<strong>is</strong>ico’s, <strong>op</strong>erationele sturingsr<strong>is</strong>ico’s, management informatier<strong>is</strong>ico’s enverantwoordingsr<strong>is</strong>ico’s:- Procesr<strong>is</strong>ico’s betreffen de gebeurten<strong>is</strong>sen die een bedreiging vormen voor het bereiken vande procesdoelstellingen. Het niet bereiken van procesdoelstellingen heeft mogelijk tot gevolgdat het achterliggende bedrijfsmodel van een organ<strong>is</strong>atie niet adequaat functioneert;- Projectr<strong>is</strong>ico’s ontstaan bij het uitvoeren van projecten en betreffen externe of interne factorendie het bereiken van projectdoelstellingen in de weg kunnen staan. Projectr<strong>is</strong>ico’s kunnenzowel proces- als productgeoriënteerd zijn. Met procesgeoriënteerde projectr<strong>is</strong>ico’sworden r<strong>is</strong>ico’s bedoeld welke samenhangen met de uitvoering van het project. Productgeoriënteerdeprojectr<strong>is</strong>ico’s hebben betrekking <strong>op</strong> de kwaliteit van de uitkomsten van hetproject zoals een blauwdruk, een plan van aanpak en dergelijke;- Operationele sturingsr<strong>is</strong>ico’s ontstaan bij het ontbreken van betrouwbare, tijdige en relevanteinformatie voor de <strong>op</strong>erationele aansturing van processen en projecten. De gevolgen74


van <strong>op</strong>erationele sturingsr<strong>is</strong>ico’s zijn direct merkbaar voor managementfuncties <strong>op</strong> tact<strong>is</strong>chniveau;- Management informatier<strong>is</strong>ico’s ontstaan als gevolg van <strong>op</strong>erationele sturingsr<strong>is</strong>ico’s. Zozullen <strong>op</strong>erationele sturingsr<strong>is</strong>ico’s in geaggregeerde vorm een effect hebben <strong>op</strong> de kwaliteitvan de management informatie <strong>op</strong> tact<strong>is</strong>ch en strateg<strong>is</strong>che niveau. Ook <strong>is</strong> het denkbaardat management informatier<strong>is</strong>ico’s zelfstandig ontstaan. Mogelijk dat informatie rondom deproces- en projectuitvoering kwalitatief van voldoende niveau <strong>is</strong>, maar dat het consolidatieprocesom tot een geaggregeerd inzicht te komen niet adequaat functioneert. Zo <strong>is</strong> er geensprake van <strong>op</strong>erationele sturingsr<strong>is</strong>ico’s maar wel van management informatie r<strong>is</strong>ico’s;- Verantwoordingsr<strong>is</strong>ico’s hebben betrekking <strong>op</strong> onbetrouwbare of niet tijdige rapportagesvan het t<strong>op</strong>management aan externen. Een onbetrouwbare jaarrekening <strong>is</strong> hiervan het meestbekende voorbeeld. Echter, ook ander soortige verantwoordingen zijn hierin te plaatsen.Denk bijvoorbeeld aan f<strong>is</strong>cale aangiftes, CBS-<strong>op</strong>gaven, het In Control Statement, deelverklaringeninzake <strong>op</strong>erationele bedrijfskengetallen en dergelijke.Wanneer een onderneming haar corporate governance principes wil uitdragen, <strong>is</strong> het noodzakelijkdat tevens haar IT <strong>op</strong> een deugdelijke manier wordt beheerd. De afhankelijkheid van IT inheel veel ondernemingen <strong>is</strong> zodanig dat een deugdelijk IT-beheer, IT governance, een vere<strong>is</strong>te<strong>is</strong>. IT-governance <strong>is</strong> dan ook een integraal onderdeel van corporate governance en gaat overdezelfde vraagstukken. Corporate governance zorgt er dan vooral voor dat het geïnvesteerdekapitaal van aandeelhouders <strong>op</strong> een zinvolle en rendabele manier wordt besteed. IT-governancezorgt er voor dat met de investeringen in IT waarde wordt gecreëerd voor de onderneming.75


Bijlage 8 Totstandkoming frameworkOnderstaand een overzicht van alle Cobit-processen. Per proces <strong>is</strong> aangegeven welke van onzegeselecteerde informatiecriteria worden geraakt <strong>door</strong> het proces. De aanduiding ‘P’ staat voorprimair en een ‘S’ staat voor secundair. Primair houdt in dat het proces direct van invloed <strong>is</strong> <strong>op</strong>een kwaliteitscriterium en secundair betekent dat de invloed <strong>op</strong> een kwaliteitscriterium beperkterof indirect <strong>is</strong>.COBIT 4.1VertrouwelijkheidIntegriteitBeschikbaarheidComplianceApplicatieInformatieInfrastructuurMensenPlan and Organ<strong>is</strong>eP01 Define a Strategic IT Plan X X X XP02 Define the Information Architecture S P X XP03 Determine Technological Direction X XP04 Define the IT Processes, Organ<strong>is</strong>ation and RelationshipsXP05 Manage the IT Investment X X XP06 Communicate Management Aims and Direction S X XP07 Manage IT Human Resources XP08 Manage Quality S X X X XP09 Assess and Manage IT R<strong>is</strong>ks P P P S X X X XP10 Manage Projects X X XAcquire and ImplementAI1 Identify Automated Solutions X XAI2 Acquire and Maintain Application Software S XAI3 Acquire and Maintain Technology Infrastructure S S XAI4 Enable Operation and Use S S S X X XAI5 Procure IT Resources S X X X XAI6 Manage Changes P P X X X XAI7 Install and Accredit Solutions and Changes S S X X X XDeliver and SupportDS1 Define and Manage Service Levels S S S S X X X XDS2 Manage Third-party Services S S S S X X X XDS3 Manage Performance and Capacity S X XDS4 Ensure Continuous Service P X X X XDS5 Ensure Systems Security P P S S X X X XDS6 Identify and Allocate Costs X X X XDS7 Educate and Train Users XDS8 Manage Service Desk and Incidents X XDS9 Manage the Configuration S X X XDS10 Manage Problems S X X X XDS11 Manage Data P XDS12 Manage the Physical Environment P P XDS13 Manage Operations S S X X X XMonitor and EvaluateME1 Monitor and Evaluate IT Performance S S S S X X X XME2 Monitor and Evaluate Internal Control S S S S X X X XME3 Ensure Compliance With External Requirements P X X X XME4 Provide IT Governance S S S S X X X XTabel 29: Overzicht Cobit- processen met informatiecriteria en middelen (ITGI, 2007)76


Op bovenstaande tabel <strong>is</strong> een verdere selectie gemaakt. Nu duidelijk <strong>is</strong> welke processen eenrelatie hebben met de informatiecriteria vertrouwelijkheid, integriteit, beschikbaarheid en compliancebetekent dit niet dat zij allen relevant of even relevant zijn voor ons onderzoek. Onderstaandetabel geeft een overzicht van eerste selectie van relevante DSA processen.COBIT 4.1VertrouwelijkheidIntegriteitBeschikbaarheidComplianceApplicatieInformatieInfrastructuurMensenPlan and Organ<strong>is</strong>eP02 Define the Information Architecture S P X XP06 Communicate Management Aims and Direction S X XP08 Manage Quality S X X X XP09 Assess and Manage IT R<strong>is</strong>ks P P P S X X X XAcquire and ImplementAI2 Acquire and Maintain Application Software S XAI3 Acquire and Maintain Technology Infrastructure S S XAI4 Enable Operation and Use S S S X X XAI5 Procure IT Resources S X X X XAI6 Manage Changes P P X X X XAI7 Install and Accredit Solutions and Changes S S X X X XDeliver and SupportDS1 Define and Manage Service Levels S S S S X X X XDS2 Manage Third-party Services S S S S X X X XDS3 Manage Performance and Capacity S X XDS4 Ensure Continuous Service P X X X XDS5 Ensure Systems Security P P S S X X X XDS9 Manage the Configuration S X X XDS10 Manage Problems S X X X XDS11 Manage Data P XDS12 Manage the Physical Environment P P XDS13 Manage Operations S S X X X XMonitor and EvaluateME1 Monitor and Evaluate IT Performance S S S S X X X XME2 Monitor and Evaluate Internal Control S S S S X X X XME3 Ensure Compliance With External Requirements P X X X XME4 Provide IT Governance S S S S X X X XTabel 30:Overzicht Cobit-processen relevant voor DSA77


Bijlage 9 Deelnemers brainstormsessie / enquêtesDeelnemerslijst brainstormsessieNaam Plaats FunctieDhr. R.J. (Robbert)Belastingdienst/Utrecht-Gooi IT-AuditorVeldhuizen RA REHandhavingsondersteuningDhr. F. (Fred) van IpenburgRA REDhr. Mr. F.H.A. (Frank)HeijmannDhr. J.N.G. (Han) Bosch REBelastingdienst/HaaglandenMin<strong>is</strong>terie van Financiën(DG-Bel) enDouane Landelijk KantoorBelastingdienst/DouaneEindhoven enDouane Landelijk KantoorDhr. R.E. (Richard) van ‘t Hof Belastingdienst/DouaneRotterdam RijnmondMevr. N.E.H.J. (Nancy) PijlsBelastingdienst/DouaneEindhovenIT-Auditor, Strateg<strong>is</strong>chadv<strong>is</strong>eurToezicht en Softwareontwikkeling (LTO)Hoofdhandelsrelatie DouaneNederland en adv<strong>is</strong>eur MT-DLKIT-auditorAuteur <strong>scriptie</strong>Auteur <strong>scriptie</strong>Deelnemerslijst interne enquêteNaamDhr. L. (Leo) Alewijnse RA REDhr W.F.A. (Wilfred) van den Berg RA REDhr. J.R. (Johan) van Duijnen RADhr. B.H. (Ben) Elfrink REDhr. E.J.A. (Bart) Mutsaers CISA RO i.o.Dhr. F.J.E. (Frans) Vermeulen RA REDhr. W. (Wim) V<strong>is</strong>scher RE78


Bijlage 10 Vragenlijst internWe willen u verzoeken om onderstaande vragen te beantwoorden. De vragenlijst bevat eenaantal gesloten vragen en een aantal <strong>op</strong>en vragen. Indien uw antwoord <strong>op</strong> een gesloten vraag‘Nee’ <strong>is</strong>, dan verzoeken wij u dit toe te lichten.1. Vindt u dat wij de ju<strong>is</strong>te informatiecriteria hebben afgeleid uit de e<strong>is</strong>en, ofwel zijnde verschillende criteria (volgens Cobit) terecht gekozen?a. t.a.v. de informatiecriterium vertrouwelijkheid? (Ja/Nee)b. t.a.v. de informatiecriterium integriteit? (Ja/Nee)c. t.a.v. de informatiecriterium beschikbaarheid? (Ja/Nee)d. t.a.v. de informatiecriterium compliance? (Ja/Nee)e. t.a.v. de informatiecriterium betrouwbaarheid? (Ja/Nee)f. ontbreken er volgens u criteria, en zo ja welke en waarom.2. Wat vindt u van de selectie van Cobit-processen?a. Vindt u de weg die wij bewandeld hebben van de informatiecriteria naar deCobit-processen duidelijk beschreven en kunt u zich hierin vinden?(Ja/Nee)b. Kunt u zich vinden in de mapping van de <strong>door</strong> ons geselecteerde Cobitprocessenmet SOx? (Ja/Nee)c. Wat vindt u van de afweging om bepaalde processen wel/niet mee tenemen? (<strong>op</strong>en vraag)3. Wat vindt u van de <strong>op</strong>bouw en inhoud van het IT-control framework? (<strong>op</strong>en vraag)4. Vindt u dat het framework (als bas<strong>is</strong>) bruikbaar <strong>is</strong> voor de Belastingdienst? (<strong>op</strong>envraag)5. Denkt u dat het framework ook bruikbaar <strong>is</strong> voor externen? (<strong>op</strong>en vraag)Mocht u nog vragen hebben of andere <strong>op</strong>merkingen, laat het ons dan weten.Alvast bedankt voor jullie medewerking.Met vriendelijke groet,Richard van ’t HofDouane Rotterdam, Kantoor Laan <strong>op</strong> ZuidEDP-audit, telnr: 06-52485439Nancy PijlsDouane Roermond, Kantoor EindhovenEDP-audit, telnr: 06-1365162879


Bijlage 11 Vragenlijst externWe willen u verzoeken om onderstaande vragen te beantwoorden. De vragenlijst bevat eenaantal gesloten vragen en een aantal <strong>op</strong>en vragen. Indien uw antwoord <strong>op</strong> een gesloten vraag‘Nee’ <strong>is</strong>, dan verzoeken wij u dit toe te lichten.1. Vindt u dat wij de ju<strong>is</strong>te informatiecriteria hebben afgeleid uit de e<strong>is</strong>en, ofwel zijnde verschillende criteria (volgens Cobit) terecht gekozen?a. t.a.v. de informatiecriterium vertrouwelijkheid? (Ja/Nee)b. t.a.v. de informatiecriterium integriteit? (Ja/Nee)c. t.a.v. de informatiecriterium beschikbaarheid? (Ja/Nee)d. t.a.v. de informatiecriterium compliance? (Ja/Nee)e. t.a.v. de informatiecriterium betrouwbaarheid? (Ja/Nee)f. ontbreken er volgens u criteria, en zo ja welke en waarom.2. Wat vindt u van de selectie van Cobit-processen?a. Vindt u de weg die wij bewandeld hebben van de informatiecriteria naar deCobit-processen duidelijk beschreven en kunt u zich hierin vinden?(Ja/Nee)b. Kunt u zich vinden in de mapping van de <strong>door</strong> ons geselecteerde Cobitprocessenmet SOx? (Ja/Nee)c. Wat vindt u van de afweging om bepaalde processen wel/niet mee tenemen?3. Wat vindt u van de <strong>op</strong>bouw en inhoud van het IT-control framework?4. Vindt u dat het framework (als bas<strong>is</strong>) bruikbaar <strong>is</strong> voor uw kantoor?5. Denkt u dat het framework ook bruikbaar <strong>is</strong> voor ondernemingen?Mocht u nog vragen hebben of andere <strong>op</strong>merkingen, laat het ons dan weten.Alvast bedankt voor uw medewerking.Met vriendelijke groet,Richard van ’t HofEDP-audit, telnr: 06-52485439Nancy PijlsEDP-audit, telnr: 06-1365162880

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!