Template BA B168xh238 - bei Berner Torantriebe

NEDERLANDS
4 .3 Krachten aanleren
na het aanleren van de eindposities en de referentiecyclus
moeten krachtleercycli worden uitgevoerd. hiervoor zijn drie
ononderbroken bewegingen vereist waarvan geen enkele een
veiligheidsinstelling mag activeren. De registratie van de
krachten gebeurt in beide richtingen automatisch in de functie
met aanhoudend contact. tijdens het hele leerproces knippert
de groene lED. na het voltooien van de krachtleercycli brandt
deze constant (zie afbeelding 9 .1).
▶ Beide volgende processen moeten driemaal
uitgevoerd worden .
Krachtleercycli:
▶ Druk eenmaal op de printplaattoets T.
De aandrijving loopt automatisch tot in de eindpositie
OPEN.
▶ Druk eenmaal op de printplaattoets T.
De aandrijving loopt automatisch tot in de eindpositie
DICHT.
4 .3 .1
Krachtbegrenzing instellen
WAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijke letsels bij te hoge
krachtbegrenzing
Bij een te hoog ingestelde krachtbegrenzing stopt het
schuifhek bij het sluiten niet tijdig en kan daardoor
personen of voorwerpen klemmen.
▶ Stel geen te hoge krachtbegrenzing in.
OPMERKING:
Vanwege specifieke inbouwsituaties kan het gebeuren, dat de
vooraf geprogrammeerde krachten niet voldoende zijn, wat
tot onbedoelde terugkeercycli kan leiden. In zulke gevallen
kan de krachtbegrenzing bijgesteld worden.
De krachtbegrenzing van de schuifhekinstallatie wordt
ingesteld door een potentiometer die op de
besturingsprintplaat met kracht F is gemarkeerd
(zie afbeelding 9 .1).
1 . De verhoging van de krachtbegrenzing gebeurt in
procenten van de geprogrammeerde waarden. Daarbij
geeft de positie van de potentiometer de volgende
krachttoename aan:
Aanslag links + 0 % kracht
Middenpositie +15 % kracht
Aanslag rechts + 75 % kracht
2 . De geprogrammeerde kracht moet via een geschikte
krachtmetingsinrichting op toegelaten waarden getest
worden binnen het toepassingsbereik van de En 12453 en
En 12445 of de overeenstemmende nationale regelgeving.
4 .3 .2 Aandrijvingssnelheid
Indien de met behulp van de krachtmeetinrichting gemeten
kracht bij een positie van de potentiometer aan de
linkeraanslag nog te hoog is, kan dat door een lagere
loopsnelheid worden aangepast (zie afbeelding 9 .2).
Snelheid instellen:
1 . Stel DIL-schakelaar 15 in op ON.
2 . Voer drie opeenvolgende krachtleercycli uit ( zie
hoofdstuk 4.3).
3 . test opnieuw met behulp van de krachtmeetinrichting.
4 .3 .3
Krachtbegrenzing uitschakelen
OPMERKING
Niet voor gebruik in landen met EU-richtlijnen!
Door het doorsnijden van draadklem BR1 op de besturingsprintplaat
kan de krachtbegrenzing worden uitgeschakeld.
Indien er geen veiligheidsvoorzieningen zijn aangesloten
(DIL-schakelaars 3 – 6 op OFF) loopt de aandrijving
uitsluitend in dodemansmodus.
Indien weerstandscontactlijsten 8k2 zijn aangesloten
(DIL-schakelaars 3 – 6 op ON) loopt de aandrijving in
zelfhoudende functie zonder krachtbegrenzing.
Krachtbegrenzing deactiveren:
1 . Voer een reset naar de fabrieksinstellingen uit
(zie hoofdstuk 10).
2 . Knijp de draadklem BR1 af.
3 . Stel DIL-schakelaar 2 op ON en leer de aandrijving
opnieuw aan (zie hoofdstuk 4.2).
Indien de draadklem na het instellen of tijdens een beweging
van het schuifhek wordt afgekoppeld, beïnvloedt dit de
werking niet.
Krachtbegrenzing weer activeren:
1 . Voer een reset naar de fabrieksinstellingen uit
(zie hoofdstuk 10).
2 . Verbind draadklem BR1.
3 . Stel DIL-schakelaar 2 op ON en leer de aandrijving
opnieuw aan (zie hoofdstuk 4.2).
4 .4 Beginpunten van de vertraagde beweging bij
het openen en sluiten wijzigen
De afstand van de vertraagde beweging wordt na het
programmeren van de eindposities automatisch op een
basiswaarde van ca. 500 mm voor de eindposities ingesteld.
De beginpunten kunnen omgeprogrammeerd worden naar
een lengte van minimaal 300 mm tot de totale lengte van het
schuifhek (zie afbeelding 9 .3).
het wijzigen van de beginpunten van de vertraagde beweging
resulteert in het wissen van de reeds aangeleerde. Deze
moeten na het afsluiten van de verandering opnieuw worden
aangeleerd.
Posities instellen - vertraagde beweging:
1 . De eindposities moeten ingesteld zijn, het schuifhek moet
zich in de eindpositie DICHT bevinden en
DIL-schakelaar 2 moet op OFF staan.
2 . Stel DIL-schakelaar 12 in op ON.
3 . Druk de printplaattoets T in .
De aandrijving loopt in normale snelheid zelfhoudend in
de richting OPEN.
4 . Druk kort op de printplaattoets P wanneer het schuifhek
de gewenste positie voor het begin van de vertraagde
beweging voorbijloopt.
De aandrijving legt de rest van de afstand tot de
eindpositie OPEN in vertraagde beweging af.
5 . Druk nogmaals op de printplaattoets T.
De aandrijving loopt met normale snelheid zelfhoudend
terug in de richting DICHT.
6 . Druk kort op de printplaattoets P wanneer het schuifhek
de gewenste positie voor het begin van de vertraagde
beweging voorbijloopt.
De aandrijving legt de rest van de afstand tot de
eindpositie DICHT in vertraagde beweging af.
7 . Zet DIL-schakelaar 12 op OFF.
64 V1.0_D_I / C300_C800 RE / 10.2009