Handreiking MEP/GEP - Stowa
Handreiking MEP/GEP - Stowa
Handreiking MEP/GEP - Stowa
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Europese Kaderrichtlijn Water/<strong>Handreiking</strong> <strong>MEP</strong>/<strong>GEP</strong><br />
• Hagmolenbeek.<br />
De Hagmolenbeek is een van nature aanwezig oppervlaktewater en dus<br />
niet kunstmatig.<br />
• Westerschelde.<br />
Het systeem is niet kunstmatig, want het gaat om een natuurlijke rivierarm.<br />
De huidige vorm van de Westerschelde is wel in belangrijke mate<br />
het gevolg van menselijk ingrijpen. Vanaf de 12e eeuw is daarvoor de<br />
basis gelegd doordat vanaf dat moment bedijkingen langs de Westerschelde<br />
zijn uitgevoerd en de zeearm de Honte aansloot op de Schelde.<br />
De afdamming van de Kreekrak in 1867 en de aanleg van de Sloedam<br />
in 1871 hebben er uiteindelijk toe geleid dat de Westerschelde zijn huidige<br />
vorm heeft gekregen (Ref. 12).<br />
HANDELING 2.B. STEL HET WATERTYPE VAST<br />
Toelichting<br />
Het oorspronkelijke watertype is het uitgangspunt voor de aanwijzing als<br />
al dan niet natuurlijk waterlichaam. Let op, dit kan wat anders zijn dan het<br />
meest vergelijkbare type dat in de risicoanalyse veelal aan het waterlichaam<br />
is gekoppeld. Uitgangspunt is zoveel mogelijk de oorspronkelijke<br />
hydromorfologie en niet bijvoorbeeld de huidige voedselrijkdom of stromingskarakteristieken.<br />
Pas als blijkt dat er sprake is van een ‘substantiële<br />
verandering van de aard’ (stap 6), mag bij het bepalen van de norm (<strong>MEP</strong>/<br />
<strong>GEP</strong>) vervolgens worden uitgegaan van een best passend watertype.<br />
Tabel 1 bevat de lijst met natuurlijke typen waaruit een type kan worden<br />
geselecteerd voor de grotere waterlichamen.<br />
Voor kunstmatige waterlichamen vormt het meest vergelijkbare natuurlijke<br />
type het vertrekpunt voor maatregelen. De selectie dient wederom<br />
plaats te vinden op basis van hydromorfologische overeenkomst en niet<br />
op basis van de (huidige) fysisch-chemische of biologische situatie.<br />
De conceptmaatlatten (meren, rivieren, overgangswater en kustwateren;<br />
respectievelijk <strong>Stowa</strong>-rapport 2004 42, 43 en 44, Ref. 13, Ref. 14, Ref. 15)<br />
beschrijven de referentie, de GET en de overige klassen van de biologische<br />
kwaliteitselementen van ieder natuurlijk watertype. De status is nog<br />
voorlopig, omdat zij nog onderwerp zijn van een nationale validatie en de<br />
Europese Intercalibratie. De globale referentiebeschrijvingen zijn reeds<br />
gerapporteerd bij de karakterisering.<br />
De nationale validatie en vereenvoudiging zal leiden tot een aanpassing<br />
begin 2006. Aanpassingen ten gevolge van de Intercalibratie worden eind<br />
2006 doorgevoerd, waarna ook de bestuurlijke vaststelling zal plaatsvinden.<br />
Vooralsnog kunnen de bestaande maatlatten worden gebruikt. Een<br />
beschrijving van de GET van de fysisch-chemische kwaliteitselementen per<br />
type vindt momenteel nationaal plaats. Overige relevante stoffen als<br />
onderdeel van de Goede Ecologische Toestand worden eveneens nationaal<br />
ingevuld, maar hebben, evenals de stoffen die vallen onder de chemische<br />
toestand, geen relatie met de statusbepaling.<br />
Voorbeelden<br />
• Algemeen<br />
Natuurlijke diepe meren zijn een goed vergelijkbaar type voor kunstmatige,<br />
gegraven wingaten. Voor kanalen is er veelal geen goed vergelijk-<br />
31