You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nu vraag je misschien: hoe gedragen onze longen zich wanneer wij ons bij grote diepten aan<br />
zo’n hoge druk blootstellen. Klappen ze daarbij niet in elkaar als een natte zak en worden ze<br />
daarbij niet verpletterd?<br />
Bij alle landzoog<strong>dieren</strong> zijn alleen de luchtpijpen en de grote bronchiën met kraakbeenringen<br />
uitgerust, opdat ze bij het inhaleren van lucht open blijven. Je kent die verstevigingen ook<br />
wel van de slang van een stofzuiger. Maar bij walvissen heeft de Schepper deze versterking<br />
tot in de kleinste vertakkingen van de bronchiën doorgevoerd. Onze luchtwegen kunnen dus<br />
niet samengedrukt worden. Bovendien staat deze constructie een snelle luchtverversing van<br />
onze longen toe.<br />
Om een zo lang mogelijke duiktijd voor ons mogelijk te maken, heeft de Schepper ook nog<br />
een weergaloos energiebesparend programma ontworpen. Tijdens het duiken slaat het hart<br />
nog maar half zo snel als aan de oppervlakte. Minder belangrijke lichaamsdelen of gebieden<br />
die niet direct van levensbelang zijn, kunnen wij tijdelijk van de bloedsomloop ‘afsluiten’. De<br />
bloedstroom wordt door een systeem van spieren die aders afsluiten verdeeld en geregeld<br />
zoals bij een net van eenrichtingswegen. Tijdens de duikfase worden op deze manier<br />
belangrijke organen zoals hersenen, hart en ruggenmerg van zuurstof voorzien. Een<br />
onmisbaar orgaan voor onze zeer specialistische duiktechniek is het zogenaamde<br />
wondernetwerk (rete mirabile), dat de Schepper alleen bij ons walvissen ingebouwd heeft.<br />
Jullie wetenschappers hebben nog niet alle complexe functies onderzocht, maar voor de<br />
zuurstofvoorziening en bij de druknivellering speelt het wondernetwerk een centrale rol.<br />
Maar waarvoor dient deze meesterlijke duikuitrusting? Waarom daal ik af in die afgrond,<br />
waar geen enkele zonnestraal doordringt – in de eeuwige nacht en donkerste diepten? Men<br />
zegt van mij dat ik de koning van de alleseters ben. Maar eerlijk gezegd, inktvissen zijn mijn<br />
lievelingsgerecht – en die zijn er alleen maar op grote diepte. Ik slok duizenden kleine<br />
inktvissen op. In de maag van een gedode soortgenoot telden jullie walvisvangers eens 28.000<br />
stuks. Grotere exemplaren eet ik zelfs per dozijn. Om de waarheid te zeggen, op de bodem<br />
van de oceaan kun je de grootste delicatesse van alles vinden: de reuzen inktvis. Dit dier<br />
waarover veel sagen in omloop zijn, kan acht meter lang worden met tentakels van wel 15<br />
meter. Zulke kanjers heb ik al in zijn geheel naar binnen geslokt. Weliswaar gaat er meestal<br />
een indrukwekkende ‘titanenstrijd’ aan vooraf, voordat zij in mijn maag belanden. Met mijn<br />
fijne oriënteringssysteem kan ik mijn buit absoluut zeker opsporen. Ik zend klikgeluiden uit,<br />
waarvan ik vervolgens de echo’s weer opvang. Ondanks de diepste duisternis informeert mijn<br />
sonarsysteem mij zeer nauwkeurig over het aantal en de grootte van de buit.<br />
Onze neus – niet midden in het gezicht, maar boven op de schedel<br />
In tegenstelling tot alle landzoog<strong>dieren</strong> bevindt zich onze neus niet midden in het gezicht,<br />
maar aan de bovenkant van de kop, op de schedel. Dat heeft de Schepper op deze manier<br />
gedaan, zodat wij als we horizontaal zwemmen de neus op het hoogste punt van het lichaam<br />
hebben. Onze neus is meer een soort snorkel die we gebruiken voor het inademen. Wanneer<br />
we niet ademen, houden wij de neus met een zware kringspier afgesloten. Samen met het in<br />
de vorm van een ganzensnavel verlengde strottenhoofd, dat ook nog een afsluitbaar ventiel<br />
bevat, wordt voorkomen dat via ons ademhalingssysteem water in de longen komt. In<br />
tegenstelling tot alle andere zoog<strong>dieren</strong> en de mensen hebben de neusgaten geen open<br />
verbinding met de mondholte. Daardoor kunnen wij onder water onze bek wijd openen,<br />
zonder gevaar te lopen dat er water in de longen komt. De neus is heel gecompliceerd<br />
gebouwd, en iedere walvissoort, stel je dat eens voor, heeft een eigen neusconstructie<br />
gekregen. Terwijl de baardwalvissen twee neusgaten hebben, hebben de tandwalvissen er<br />
slechts een. Aan onze dampstraal kun je dus op grote afstand al zien of je een baardwalvis of<br />
een tandwalvis voor je hebt. De dampstraal is dan ofwel in tweeën gedeeld, of je ziet maar<br />
één enkele wolk. In jullie kinderboeken worden wij dikwijls met een mooie uit de kop<br />
13