In de dissertatie van Jan Bouterse is een - Historisch Centrum ...
In de dissertatie van Jan Bouterse is een - Historisch Centrum ...
In de dissertatie van Jan Bouterse is een - Historisch Centrum ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Lydie <strong>van</strong> Dijk<br />
Bassonfluit uit Vollenhove<br />
<strong>In</strong> <strong>de</strong> colleetie <strong>van</strong> het Ste<strong>de</strong>lijk Museum Zwolle bevindt zich <strong>een</strong> muziekinstrument<br />
dat tot het bruikl<strong>een</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> VORG behoort. Het <strong>is</strong> niet bekend wanneer<br />
dit instrument, <strong>een</strong> zogenaam<strong>de</strong> bassonfluit, in het museum terecht<br />
kwam. Wel <strong>is</strong> dui<strong>de</strong>lijk waarom het aan <strong>de</strong> h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>che colleetie <strong>is</strong> toegevoegd.<br />
De inscriptie op <strong>de</strong> koperen ban<strong>de</strong>n geven aan dat <strong>de</strong>ze teksten hebben te<br />
maken met <strong>de</strong> patriotten in Vollenhove. Dit blaasinstrument werd daarom ook<br />
uitgel<strong>een</strong>d voor <strong>de</strong> expositie ter gelegenheid <strong>van</strong> het Gso-jarig bestaan <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />
stad in 2004- Toen was niet bekend, dat het ou<strong>de</strong>r <strong>is</strong> dan aan<strong>van</strong>kelijk gedacht<br />
werd. Ook <strong>is</strong> daarna pas ont<strong>de</strong>kt wie het gemaakt heeft.<br />
<strong>In</strong> dit artikel wordt uitgelegd wat <strong>een</strong> bassonfluit <strong>is</strong>, wie <strong>de</strong> maker <strong>is</strong> en waar,<br />
zoals hierboven aangeduid, hij in ie<strong>de</strong>r geval gebruikt <strong>is</strong>.<br />
Adreskaart <strong>van</strong> Coenraad<br />
Rijkel, ca. 1705<br />
OHB 121estuk 2006 Bassonjluit uit Vollenhove 8r
Het instrument<br />
De bassonfluit, zoals <strong>de</strong>ze in <strong>de</strong> inventar<strong>is</strong> <strong>van</strong> het museum genoemd wordt, <strong>is</strong><br />
<strong>een</strong> fagot. De benaming <strong>is</strong> afkomstig <strong>van</strong> het Franse woord voor fagot, basson.<br />
Het <strong>is</strong> <strong>een</strong> houten blaasinstrument met con<strong>is</strong>che boring en <strong>een</strong> mondstuk dat<br />
bestaat uit <strong>een</strong> dubbelgebogen stuk riet. Vanwege <strong>de</strong> lengte, nodig om <strong>de</strong> lage<br />
tonen te produceren, <strong>is</strong> het instrument dubbelgevouwen in <strong>een</strong> u-vormige pijp.<br />
Het mondstuk met het riet zit op <strong>een</strong> s-vormige koperen bu<strong>is</strong>. Deze 'S'vormt<br />
<strong>de</strong> verbinding tussen het riet en <strong>de</strong> samengekoppel<strong>de</strong> dubbele houten bu<strong>is</strong>. De<br />
houten bu<strong>is</strong> bestaat feitelijk uit vier on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len: <strong>de</strong> vleugelpijp (<strong>een</strong> enkelvoudige<br />
bu<strong>is</strong>), <strong>de</strong> laars (<strong>een</strong> blok hout met twee boringen, dat on<strong>de</strong>raan <strong>is</strong> afge<strong>de</strong>kt<br />
met <strong>een</strong> kurk), <strong>de</strong> baspijp (enkelvoudig), en <strong>de</strong> klankbeker, die vaak fraai <strong>is</strong><br />
vormgegeven en eindigt met <strong>een</strong> witte ring. <strong>In</strong> dit geval <strong>is</strong> <strong>de</strong>ze ring niet aanwezig<br />
en loopt <strong>de</strong> klankbeker tuitvormig uit.<br />
De fagot <strong>is</strong> <strong>een</strong> bas-blaasinstrument dat in <strong>de</strong> qe eeuw werd ontwikkeld uit <strong>de</strong><br />
dulciaan (<strong>een</strong> dubbelriet, uit één stuk bestaand instrument uit <strong>de</strong> I6e eeuw).<br />
Aan<strong>van</strong>kelijk had het acht gaten voor <strong>de</strong> vingers en twee kleppen. <strong>In</strong> <strong>de</strong> q<strong>de</strong><br />
eeuw waren er vooral in Frankrijk veel fagotspelers en -makers actief, o.a. uit <strong>de</strong><br />
familie Hotteterre.' <strong>In</strong> Ne<strong>de</strong>rland was Amsterdam niet all<strong>een</strong> het centrum <strong>van</strong><br />
het muziekleven in <strong>de</strong> Noor<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, maar ook het centrum <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
productie <strong>van</strong> muziekinstrumenten. <strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>d<strong>is</strong>sertatie</strong> <strong>van</strong> <strong>Jan</strong> <strong>Bouterse</strong> <strong>is</strong> <strong>een</strong><br />
uitgebrei<strong>de</strong> inventar<strong>is</strong>atie opgenomen <strong>van</strong> <strong>de</strong> nog bestaan<strong>de</strong> instrumenten en<br />
hun bouwers in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> tussen 1660 en 1760.2 <strong>In</strong> <strong>de</strong> Ige eeuw werd <strong>de</strong> fagot<br />
ver<strong>de</strong>r verbeterd door o.a. Johann Heckel (1812-1877): in 1843 kreeg hij 18 kleppen<br />
en <strong>een</strong> bereik <strong>van</strong> meer dan 4 octaven.<br />
De maker<br />
Ter voorbereiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> tentoonstelling in Vollenhave wer<strong>de</strong>n niet all<strong>een</strong> <strong>de</strong><br />
koperen ban<strong>de</strong>n gepoetst, maar ook werd het hout schoongemaakt. Dui<strong>de</strong>lijk<br />
te zien <strong>is</strong> dat <strong>de</strong> klankbeker uit an<strong>de</strong>r hout gedraaid <strong>is</strong> dan <strong>de</strong> overige <strong>de</strong>len.<br />
Ook <strong>de</strong> vorm hier<strong>van</strong> past niet bij <strong>de</strong> rest. Op drie <strong>van</strong> <strong>de</strong> vier houten on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> fagot zijn <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> merktekens te zien. Dit in het hout geslagen of<br />
gebrand merkteken bestaat uit <strong>een</strong> ban<strong>de</strong>rol met <strong>de</strong> letters C. RIJKEL waarboven<br />
<strong>de</strong> kop <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>een</strong>hoorn staat en eron<strong>de</strong>r <strong>een</strong> fleur-<strong>de</strong>-l<strong>is</strong>. Dit <strong>is</strong> het merk<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> blaasinstrumentenbouwer Coenraad Rijkel. Op <strong>de</strong> beker staat het merk<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> fluitenbouwer Bruggemann uit Lei<strong>de</strong>n.<br />
Deze barok-fagot <strong>is</strong> niet opgenomen in <strong>de</strong> inventar<strong>is</strong>atie <strong>van</strong> <strong>Bouterse</strong>: in g<strong>een</strong><br />
enkele publicatie over houten muziekinstrumenten wordt hij genoemd. Hij<br />
was tot nu toe onbekend bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundigen <strong>van</strong> ou<strong>de</strong> blaasinstrumenten. <strong>Bouterse</strong><br />
heeft <strong>de</strong> fagot in april zooô bekeken! en hem vervolgens in zijn inventar<strong>is</strong>atie<br />
opgenomen als Coenraad Rijkel- nr. 7, fagot in Bes?"'?", Hij omschrijft <strong>de</strong><br />
fagot als volgt: 'Vier<strong>de</strong>lige barokjagot in vruchtbomenhout (pruimen of kersen),<br />
donleerbruin gebeitst of verkleurd, met messing ban<strong>de</strong>n boven aan <strong>de</strong> vleugel en aan<br />
<strong>de</strong> boven- en on<strong>de</strong>rkant <strong>van</strong> <strong>de</strong> laars. Het draaiwerk <strong>is</strong> vormgegeven in <strong>de</strong> stijl die<br />
rond 1700 gangbaar was. Er zijn vier messing kleppen: voor <strong>de</strong> Bes en <strong>de</strong> D op <strong>de</strong> bas-<br />
82 Lydie <strong>van</strong> Dijk
De bassonfluit (Ste<strong>de</strong>lijk Museum<br />
Zwolle)<br />
Bassonjluit uit Vollenhove 83
pijp, voor <strong>de</strong> F op <strong>de</strong> laars, terwijl <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> en mogelijk niet originele klep zich bevindt<br />
aan <strong>de</strong> achterkant <strong>van</strong> <strong>de</strong> laars en mogelijk dient om <strong>een</strong> F<strong>is</strong> (eventueel G<strong>is</strong>) te kunnen<br />
spelen De beker <strong>is</strong> <strong>van</strong> esdoornhout en - evenals <strong>de</strong> bij <strong>de</strong> fagot bewaard<br />
gebleven messing'S' - niet origineel.'<br />
De maker <strong>van</strong> <strong>de</strong> beker, Ignatius Brüggeman, was <strong>een</strong> opticien en houtdraaier,<br />
werkzaam in Lei<strong>de</strong>n. <strong>In</strong> 1842 adverteer<strong>de</strong> hij als maker <strong>van</strong> <strong>een</strong> klarinet en <strong>een</strong><br />
fluit. Hij overleed in 188!. Hij heeft <strong>de</strong> beker als ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> het ontbreken<strong>de</strong><br />
of <strong>de</strong>fecte <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> fagot gemaakt.<br />
Coenraad Rijkel was <strong>een</strong> leerling <strong>van</strong> <strong>de</strong> belangrijkste fluitenbouwer in het laatste<br />
kwart <strong>van</strong> <strong>de</strong> 17<strong>de</strong> eeuw in Amsterdam, Richard Haka (1642/46-17°5). Rijkels<br />
va<strong>de</strong>r was kleermaker Hendrik Rijkel. Vóór 1660 verhu<strong>is</strong><strong>de</strong> <strong>de</strong>ze <strong>van</strong>uit<br />
Lon<strong>de</strong>n naar Amsterdam, waar hij in 1664 trouw<strong>de</strong> met Maria Hacka, <strong>de</strong> zuster<br />
<strong>van</strong> fluitenbouwer Richard Haka. Coenraad <strong>is</strong> rond 1664 geboren. Dit blijkt<br />
uit het leerlingencontract dat in 1679 werd opgesteld, waarin staat dat hij ongeveer<br />
vijftien jaar oud <strong>is</strong>. Richard Haka verplichtte zich volgens dit contract:<br />
... dat hij voor <strong>de</strong>n tyd <strong>van</strong> seven agter<strong>een</strong>volgen<strong>de</strong> jaren, ingaen<strong>de</strong> dato <strong>de</strong>ses (12 september),<br />
geduren<strong>de</strong> welcke hy comparant belooft synen voornoem<strong>de</strong> d<strong>is</strong>cipel nopen<strong>de</strong><br />
het maken <strong>van</strong> jleuten en an<strong>de</strong>re blaes-instrumeruen waarme<strong>de</strong> hy han<strong>de</strong>lt, sodanige<br />
instructie te geven als hem <strong>een</strong>igsints mogelyk sal syn, alsook <strong>de</strong>selve in die tyd versorgen<br />
met mon<strong>de</strong>est en behoorlycke slaepplaets ...<br />
Ook <strong>van</strong> Hendrik Rijkel werd e.e.a. verwacht: hij moest zijn zoon <strong>van</strong> nieuw<br />
linnen en wollen goed voorzien en instaan voor zijn 'getrouwigheyd.' Wanneer<br />
Coenraad zijn tijd bij Haka niet uitdien<strong>de</strong>, moest er voor elk jaar hon<strong>de</strong>rd gui<strong>de</strong>n<br />
betaald wor<strong>de</strong>n. Ook moest hij alle scha<strong>de</strong> die zijn zoon bewust zou aanrichten,<br />
vergoe<strong>de</strong>n.<br />
Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> leerperio<strong>de</strong> die hij <strong>van</strong> 1679 tot 1686 liep, maakte Coenraad Rijkel<br />
niet all<strong>een</strong> instrumenten, hij speel<strong>de</strong> ook fagot in het theater. Verschillen<strong>de</strong><br />
keren werd zijn naam vermeld als muzikant, met name als fagotspeler. in <strong>de</strong><br />
schouwburg. <strong>In</strong> <strong>de</strong>cember 1680 werd hem het bedrag <strong>van</strong> 51 gul<strong>de</strong>n en 5 stuivers<br />
uitbetaald voor 41 keer spelen op <strong>de</strong> fagot.<br />
Omstreeks 1691 was <strong>de</strong> werkplaats en winkel genaamd '<strong>de</strong> Vergul<strong>de</strong> Basjluit'<br />
gevestigd op het Spui. <strong>In</strong> 1696 nam Rijkel <strong>de</strong> zaak over. Zijn oom was inmid<strong>de</strong>ls<br />
verhu<strong>is</strong>d naar <strong>de</strong> Singel in <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong> Lutherse Kerk en later<br />
naar <strong>een</strong> hu<strong>is</strong> dat hij had laten bouwen aan <strong>de</strong> Keizersgracht.<br />
Op 28 <strong>de</strong>cember 1697 ging Coenraad Rijkel, speelinstrumentenmaker, 30 jaar<br />
oud, in on<strong>de</strong>rtrouw met <strong>de</strong> 19-jarige Anna Pasmooy uit <strong>de</strong> Rozenstraat. Heeft<br />
Rijkel zich hier jonger voorgedaan dan hij in werkelijkheid was? Volgens het<br />
leerlingencontract zou hij in 1697 ongeveer 33jaar oud moeten zijn.<br />
Kort hierna begon <strong>de</strong> ruzie tussen Haka en Rijkel. Haka plaatste in 1698 <strong>een</strong><br />
advertentie in <strong>de</strong> Amsterdamse Courant. <strong>In</strong> 1691 had hij ook allast gehad <strong>van</strong><br />
qualyk geintentioneer<strong>de</strong> luy<strong>de</strong>n die geruchten rondstrooi<strong>de</strong>n dat hij dood was of<br />
opgehou<strong>de</strong>n zou zijn met het maken <strong>van</strong> instrumenten. Dit keer moest hij<br />
weer in actie komen tegen zijn eigen leerling en neef. <strong>In</strong> <strong>de</strong> advertentie <strong>van</strong> 16<br />
84 Lydie <strong>van</strong> Dijk
oktober 1698 beschuldigt hij zijn neef er<strong>van</strong> zijn merkteken te hebben nagemaakt<br />
en dit op <strong>de</strong> fluiten te laten drukken. Bovendien staat <strong>de</strong> naam R. Haka<br />
nog op <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>ur, wat <strong>de</strong> indruk zou wekken dat Haka hier nog zijn beroep<br />
uitoefen<strong>de</strong>. Die had klaarblijkelijk zo'n goe<strong>de</strong> naam dat Rijkel hier<strong>van</strong> probeer<strong>de</strong><br />
te profiteren.<br />
Rijkel plaatste <strong>een</strong> jaar later, op 31oktober 1699, <strong>een</strong> advertentie om <strong>de</strong>ze problemen<br />
op te lossen die als volgt luid<strong>de</strong>: Coenraeâ Rykel, Fluytemaker, zyn<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
Susters Soon en Neef<strong>van</strong> R: Haka, die het maken <strong>van</strong> allerley Blaes-<strong>In</strong>strumenten<br />
met sijn Oom R: Haka, wel 25 jaar heeft gedaen, daer on<strong>de</strong>r 8jaren met hem R.<br />
Haka self <strong>is</strong> in Compagnie geweest, welke Coenraet Rijkel, nu omtrent 3jaren, het<br />
huys, winkel, gereetsehappen «( C., <strong>van</strong> sijn Oom heeft overgenomen, en <strong>de</strong> naam <strong>van</strong><br />
Haka op sijn <strong>In</strong>strumenten gebruykt: <strong>is</strong> <strong>van</strong> m<strong>een</strong>ing n.u voortaen en in toekomen<strong>de</strong>,<br />
sijn eygen naem te gebruyken, en.op <strong>de</strong> <strong>In</strong>strumen.ten te drukken C: Rykel. Dienen<strong>de</strong><br />
tot narigt, aen alle Liefhebbers en winkeliers, die <strong>een</strong>ige <strong>van</strong> sijne <strong>In</strong>strumenten <strong>van</strong><br />
n.oo<strong>de</strong>n hebben, aen hem Coenraet Rykel te sehryven, welke nog <strong>is</strong> won.en<strong>de</strong> op het<br />
Spuy, in. het selve huys, daer in. hy met sijn Oom R: Haka, in Compagnie heeft<br />
gedaen, zyn<strong>de</strong> tuesehen. <strong>de</strong> Ossesluys en Luthersehe Ou<strong>de</strong> Kerk, tot Amsterdam,<br />
alwaer <strong>de</strong> Vergul<strong>de</strong> Basfluyt boven <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur staet.<br />
Deze advertentie vertelt waarschijnlijk niet geheel <strong>de</strong> waarheid. Het leerlingencontract<br />
<strong>is</strong> <strong>van</strong> twintig jaar daarvoor en Rijkel claimt nu 25 jaar met zijn oom<br />
gewerkt te hebben. Wanneer Rijkel na zijn leerlingenperio<strong>de</strong>, dus <strong>van</strong>af 1686,<br />
acht jaar met zijn oom als compagnon heeft gewerkt en tot 1699 drie jaar zelfstandig<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> naam Haka, ontbreken twee jaren.<br />
Hiermee houdt <strong>de</strong> strijd tussen oom en neef niet op. Tot driemaal toe liet Haka<br />
in januari en februari 1700 <strong>een</strong> advertentie plaatsen in <strong>de</strong> Amsterdamse Courant<br />
met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> inhoud: Richard Haka, Fluytemaker, die 15jaar gewoont<br />
heeft op 't Spuy by <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong> Lutherse Kerk, maekt bekent dat hy verhuyst <strong>is</strong>, en tegen.waardig<br />
woonachtig op <strong>de</strong> Singel, tusschen <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong> Luvterse Kerk en <strong>de</strong> Appelmarkt,<br />
by <strong>de</strong> Heysteeg, alwaer hy met sijn Soon in het self<strong>de</strong> werk, gelyk voor <strong>de</strong>se, blyft continueeren.<br />
<strong>In</strong> of omstreeks 1705 liet Rijkel bij Ignatius Lux zijn adreskaart drukken met<br />
daarop <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> tekst: Coenraad Rjikel, Mr. Flujitemaker Susters Zoon <strong>van</strong>.<br />
Richard Haka, welke 25 jaren met <strong>de</strong>zelve zulks geoeffend heeft daar on<strong>de</strong>r 8jaren<br />
met hem in Compagnie geweest: maakt en verkoopt al<strong>de</strong>r han<strong>de</strong> Blaas instrumenten<br />
woon.t in. het zelve Huj<strong>is</strong>, daar met gemel<strong>de</strong> zjin Oom R.Haka heeft gewoond op het<br />
Spuji tusschen <strong>de</strong> Osse Sluj<strong>is</strong> en <strong>de</strong> Lujitersche Ou<strong>de</strong> Kerk in <strong>de</strong> Vergul<strong>de</strong> Bas-Flujit<br />
t'Amsterdam.<br />
Blijkbaar was Richard Haka als fluitenmaker nog zo befaamd dat het in 1705<br />
nog nodig was <strong>de</strong>ze als aanbeveling op <strong>de</strong> adreskaart te vermel<strong>de</strong>n. Rijkel zelf<br />
overleed in 1726. Haka was al in 1705 gestorven.<br />
Het gebruik<br />
Over <strong>de</strong> herkomst <strong>van</strong> <strong>de</strong> fagot <strong>is</strong> niet meer bekend dan dat hij door <strong>de</strong> patriotten<br />
in Vollenhove <strong>is</strong> gebruikt. Dit blijkt uit <strong>de</strong> inschriften in <strong>de</strong> koperen ban<strong>de</strong>n<br />
om <strong>de</strong> fagot en uit <strong>een</strong> vergeeld vel papier dat bij het object behoort. Hierop<br />
Bassonfluit uit Vollenhove 85
staat geschreven: Opschriften op <strong>de</strong> kapere ban<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> Basson hangen<strong>de</strong> ter<br />
gedagten<strong>is</strong> op het stadhu<strong>is</strong> op <strong>de</strong> Secretariie, zijn<strong>de</strong> <strong>de</strong>zelve <strong>van</strong> het soa genaamt<br />
Patriott<strong>is</strong>ch Vollenhoovsch Excercitie Genootschap tot sinspreuk gevaert hebben<strong>de</strong><br />
Pro Ar<strong>is</strong> et Foc<strong>is</strong>, en ontwaapent met alle <strong>de</strong> overigen in <strong>de</strong>n jaare 1787<br />
Op <strong>de</strong> <strong>een</strong>e band:<br />
IK MOESTDEN WAAPEN-KREETDER PATRIOTTENBLAASEN,Aa 1785<br />
NU HEB IK UITGEDIENT, EN TOON HET LOTDIER DWAASEN.Aa 1787<br />
Op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re band:<br />
PRO ARIS ET FOClS FALSO CANTAMINE<br />
PLEBEMDECIPIENDO DECEPTI,EXARMATI1787<br />
[Pro Ar<strong>is</strong> et Foc<strong>is</strong> heeft met <strong>een</strong> vals gezang het volk m<strong>is</strong>leid, en <strong>is</strong> in 1787 ontwapend]<br />
Conclusie<br />
De bassonfluit, <strong>een</strong> fagot, blijkt <strong>een</strong> bijzon<strong>de</strong>r instrument te zijn. Afgezien dat<br />
er maar weinig bassons uit het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> I8<strong>de</strong> eeuw bekend zijn, <strong>is</strong> er <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong>ze maker niet één. <strong>In</strong> <strong>de</strong> inventar<strong>is</strong>atie <strong>van</strong> <strong>Bouterse</strong> komen zes instrumenten<br />
<strong>van</strong> Rijkel voor, drie altblokfluiten. aile drie in buitenlandse musea, en drie<br />
hobo's, waar<strong>van</strong> twee in het Haags Gem<strong>een</strong>temuseum. Van leermeester Haka<br />
<strong>is</strong> één fagot bekend.<br />
Het exemplaar in <strong>de</strong> museumcollectie moet vervaardigd zijn tussen eind 1699,<br />
toen Rijkel zijn eigen naam als merkteken ging gebruiken en zijn dood in<br />
1726.<br />
Noten<br />
, Kopp, James B., The Emergence of the Late-Baroque Bassoon,in: The Double Reed,vo1.22-4,<br />
p.73-87<br />
2 8outerse, <strong>Jan</strong>, Ne<strong>de</strong>rlandse houtblaasinstrumentenbouwers en hun instrumenten, 1660-<br />
1760, <strong>d<strong>is</strong>sertatie</strong>, Utrecht 2001. De gegevens over Coenraad Rijkel en zijn oom Richard Haka<br />
zijn groten<strong>de</strong>els ontl<strong>een</strong>d aan <strong>de</strong>ze <strong>d<strong>is</strong>sertatie</strong>. De han<strong>de</strong>lseditie <strong>is</strong> in het Engelsverschenen<br />
als boek met cd-rom: Dutch Woodwind <strong>In</strong>struments and Their Makers 1660-1760,<strong>Jan</strong> <strong>Bouterse</strong>,<br />
uitg. Koninklijke Vereniging voor Ne<strong>de</strong>rlandse Muziekgeschie<strong>de</strong>n<strong>is</strong>, Utrecht, 2005.<br />
3 Op 12 april 2006 hebben <strong>de</strong> heren <strong>Jan</strong> <strong>Bouterse</strong> en Peter <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Poel, fagot-bouwer, het instrument<br />
uitgebreid bekeken en opgemeten. De heer Van <strong>de</strong>r Poel zalover enige tijd <strong>een</strong><br />
nog exactere opmeting doen, zodat <strong>de</strong> fagot nagebouwd zou kunnen wor<strong>de</strong>n. Deze gegevens<br />
zullen dan gepubliceerd wor<strong>de</strong>n.<br />
86 Lydie <strong>van</strong> Dijk