04.05.2013 Views

drie brieven van Alphons Ariëns aan Gerhard Jannink - Historisch ...

drie brieven van Alphons Ariëns aan Gerhard Jannink - Historisch ...

drie brieven van Alphons Ariëns aan Gerhard Jannink - Historisch ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2 Documenten: <strong>drie</strong> <strong>brieven</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>Alphons</strong> <strong>Ariëns</strong> <strong>aan</strong> <strong>Gerhard</strong> J annink 1<br />

Inleiding<br />

L. Hesselink<br />

Hadden de samenstellers <strong>van</strong> de uitstekend verzorgde en rijk geannoteerde<br />

bronnen uitgave <strong>van</strong> <strong>Alphons</strong> <strong>Ariëns</strong> (1860-1929)2 de beschikking gehad<br />

over de onderst<strong>aan</strong>de <strong>drie</strong> <strong>brieven</strong> <strong>van</strong> <strong>Ariëns</strong> <strong>aan</strong> J annink, dan zouden<br />

deze documenten daarin zeker niet misst<strong>aan</strong> hebben. Met de publikatie<br />

<strong>van</strong> <strong>Ariëns</strong>' toespraken, <strong>brieven</strong> en artikelen uit de periode 1887 tot<br />

1901, de tijd dat <strong>Ariëns</strong> in Enschede als priester onder de arbeiders werkzaam<br />

is, wordt het volle licht op deze stuwende kracht achter het ontst<strong>aan</strong><br />

en de ontwikkeling <strong>van</strong> de katholieke arbeidersbeweging geworpen.<br />

<strong>Alphons</strong> <strong>Ariëns</strong> mag zonder twijfel als grondlegger <strong>van</strong> de katholieke<br />

stands- en vakorganisaties beschouwd worden. Dat neemt niet weg, dat<br />

<strong>Ariëns</strong> zich na 1895 zeer intensief bezig houdt met de interconfessionele<br />

(rooms-katholieke en protestants-christelijke) textielarbeiders bond 'U nitas'<br />

. Dit streven naar interconfessionalisme <strong>van</strong> <strong>Ariëns</strong> is onlangs in verband<br />

met het ontst<strong>aan</strong> <strong>van</strong> de verzuiling in Nederland door S . Stuurman<br />

nadrukkelijk naar voren gehaald. 3 Stuurman betoogt dat <strong>Ariëns</strong> met zijn<br />

voorkeur voor een interconfessionele vakbond niet direkt als een <strong>van</strong> de<br />

geestelijke vaders <strong>van</strong> de katholieke verzuiling is <strong>aan</strong> te merken. 4<br />

De bronnen uitgave maakt de persoon <strong>van</strong> <strong>Ariëns</strong>, wiens betekenis voor<br />

de (katholieke) arbeidersbeweging ver boven de Twentse verhoudingen<br />

uitsteekt, verder toegankelijk. Men kan gerust stellen dat <strong>Ariëns</strong> tussen<br />

1886 en 1901 een belangrijke rol speelt binnen de wording <strong>van</strong> de Nederlandse<br />

industriële samenleving.<br />

Echter ook <strong>Ariëns</strong>' speelruimte wordt in het maatschappelijke krachtenveld<br />

vooral politiek en sociaal beperkt. Op deze maatschappelijke tegenkrachten,<br />

onder meer gepersonificeerd door H. Schaepman en J. Brinkhuis,<br />

gaat elders in dit nummer L. Salemink nader in.<br />

Ook de textielfabrikanten vormen een maatschappelijke kracht, waar<br />

<strong>Ariëns</strong> in zijn Enschedese tijd terdege rekening mee moet houden. Uit<br />

<strong>Ariëns</strong>' <strong>brieven</strong>, toespraken en artikelen spreekt een zekere tweeslachtige<br />

houding ten opzichte <strong>van</strong> de fabrikanten. Deze houding is voor een groot<br />

44 THB 24(1984)


deel uit de katholieke traditie te verklaren. In de grond <strong>van</strong> de zaak verwijt<br />

<strong>Ariëns</strong> de fabrikanten, de dragers <strong>van</strong> een uitgesproken klassiek liberale<br />

mens- en maatschappij beschouwing dat zij de oude organische verbanden<br />

tussen patroon en arbeider verbroken hebben. In het gildesysteem<br />

zijn de verhoudingen tussen kapitaal en arbeid het beste gewaarborgd.<br />

Het gilde systeem bestaat weliswaar rond de eeuwwisseling formeel niet<br />

meer, maar <strong>Ariëns</strong> - en met hem vele andere katholieken - pogen een deel<br />

<strong>van</strong> het oude vertrouwde corporatistische gedachtengoed binnen de nieuwe<br />

industriële verhoudingen een plaats te geven. Samenwerking tussen<br />

kapitaal en arbeid, twee delen <strong>van</strong> één lichaam, is daarbij wezenlijk. De<br />

R.K. arbeidersvereniging (standsorganisatie) èn de R.K. Fabrieksarbeidersbond<br />

(vakorganisatie) zijn voor <strong>Ariëns</strong> de oplossing <strong>van</strong> de keuze tussen<br />

corporatistische droom en kapitalistische werkelijkheid.<br />

De stands- en de vakorganisatie weerspiegelen de tweeslachtigheid, het tegelijkertijd<br />

ontkennen en erkennen <strong>van</strong> belangentegenstellingen, in de<br />

persoon <strong>van</strong> <strong>Ariëns</strong>.<br />

Deze dubbelzinnigheid zien we ook terug in de houding <strong>van</strong> <strong>Ariëns</strong> ten<br />

opzichte <strong>van</strong> de fabrikanten. De grondtoon is er een <strong>van</strong> overleg, harmonie<br />

en samenwerking. Indien echter, vooral in de konfliktsituaties de fabrikanten<br />

onomwonden de konfrontatie ook met hun katholieke arbeiders<br />

<strong>aan</strong>g<strong>aan</strong>, treedt de meer kritische houding <strong>van</strong> <strong>Ariëns</strong> ten opzichte <strong>van</strong> de<br />

werkgevers op de voorgrond.<br />

Het erkennen <strong>van</strong> tegenstellingen ontlokt de zachtmoedige <strong>Ariëns</strong> ten tijde<br />

<strong>van</strong> de staking bij Ter Kuile-Morsman in 1890 de uitspraak: 'de heren<br />

fabrikanten zijn zo hard als het staal <strong>van</strong> hun brandkast'.5 Wellicht zijn<br />

het dit soort uitlatingen en het klimaat rond de Fabrieksarbeidersbond,<br />

die de fabrikant J annink wat argwanend maken naar de rol, die <strong>Ariëns</strong><br />

in deze organisatie speelt. Per slot <strong>van</strong> rekening is de Bond op 2 oktober<br />

1891 nog geen jaar oud. De persoon <strong>van</strong> <strong>Ariëns</strong> is anderhalf jaar daarvoor<br />

in huize<strong>Jannink</strong> ook al eens ter sprake gekomen. Engbert<strong>Jannink</strong>, de vader<br />

<strong>van</strong> <strong>Gerhard</strong><strong>Jannink</strong>, vindt in 1890, dat konflikten in de verhouding<br />

tussen fabrikant en arbeider uit zichzelf moeten genezen en het is verkeerd<br />

dat iemand [A. <strong>Ariëns</strong>] al is het met de beste bedoelingen voor bemiddelaar<br />

wil spelen. '6 Ook een bemiddelende <strong>Ariëns</strong> zien de fabrikanten niet<br />

graag.<br />

Buitenst<strong>aan</strong>ders, staat noch kerk, moeten zich met de verhouding tussen<br />

fabrikant en arbeider bemoeien. Vanuit het standpunt <strong>van</strong> de fabrikant<br />

moet de priester <strong>Ariëns</strong> zich in feite alleen met de kerk en niet met de arbeidsverhoudingen<br />

bezig houden. Dat leert de liberale theorie. In de sociale<br />

praktijk <strong>van</strong> eind 1ge en begin 20e eeuw accepteren de ondernemers<br />

dikwijls maar al te graag de bemiddelende rol <strong>van</strong> priesters en dominees<br />

en ook <strong>Ariëns</strong> treedt op als bemiddelaar.<br />

HESSELINK DOCUMENTEN ARIËNS 45


Als priester en sociaal bewogen voorman geniet <strong>Ariëns</strong> immers in Enschede,<br />

vooral bij de katholieke textielarbeiders, een groot vertrouwen. De<br />

toegang tot de fabrikanten verloopt ontegenzeggelijk gemakkelijker door<br />

de sociale status die <strong>Ariëns</strong> qua afkomst en opleiding mee naar Enschede<br />

brengt. <strong>Ariëns</strong> werd geboren als zoon <strong>van</strong> een Utrechtse advocaat, hij<br />

werd opgeleid <strong>aan</strong> de seminaria Rolduc en Rijssenburg en promoveerde<br />

in Rome met lof tot doctor in de theologie. Deze achtergrond maakt dat<br />

de sociale afstand <strong>van</strong> <strong>Ariëns</strong> tot de textielfabrikanten niet zo groot is.<br />

In de <strong>drie</strong> <strong>brieven</strong> komen we een beleefde en voorkomende <strong>Ariëns</strong> tegen.<br />

Eigenlijk <strong>Ariëns</strong> ten voeten uit: een behoedzame intermediair tussen kapitaal<br />

en arbeid. <strong>Ariëns</strong> wil bijeen houden, wat ooit als een eenheid ervaren<br />

is . In de brief <strong>van</strong> 2-10-1891 licht <strong>Ariëns</strong> zijn positie ten opzichte <strong>van</strong> de<br />

Bond toe. Hierin schuilt het belang <strong>van</strong> dit document. Tussen 1891 en<br />

1893 zijn de katholieke arbeiders zelfstandig, dat wil zeggen functioneren<br />

zonder geestelijk adviseur, in hun betrekkingen tot de fabrikanten. Dus<br />

in feite vrij <strong>van</strong> de invloed <strong>van</strong> de kerk inzake de arbeidsverhoudingen.<br />

Dat is precies wat <strong>Ariëns</strong> in zijn brief <strong>aan</strong> G. J annink benadrukt. Desondanks<br />

moet <strong>Ariëns</strong> zich in zijn brief enerzijds vrijpleiten <strong>van</strong> vermeende<br />

invloed op het bestuur <strong>van</strong> de Fabrieksarbeidersbond en zich anderzijds<br />

voor de 'radicaliteit', althans in de ogen <strong>van</strong> <strong>Jannink</strong>, <strong>van</strong> de katholieke<br />

arbeiders verantwoorden.<br />

Het document zegt niets over de aard <strong>van</strong> de 'grieven' . Noch heb ik in<br />

het archief <strong>van</strong> de voormaiige firma <strong>Jannink</strong> enige <strong>aan</strong>wijzing daaromtrent<br />

kunnen vinden. Wel kwamen twee andere <strong>brieven</strong> <strong>van</strong> <strong>Ariëns</strong> <strong>aan</strong><br />

G. <strong>Jannink</strong> boven water, die evenals de langere brief, in al hun summierheid<br />

onmiskenbaar de houding <strong>van</strong> <strong>Ariëns</strong> ten opzichte <strong>van</strong> een Enschedees<br />

fabrikant anno 1891 laten zien.<br />

46 THB 24(1984)


Brief <strong>aan</strong> G. J annink 7 ; Enschede 2 October 1891<br />

WelEdele Heer,<br />

Het is niet om mij in zaken te mengen die mij niet <strong>aan</strong>g<strong>aan</strong>, maar integendeel,<br />

om mij er uit te trekken - in zoover ik er onwillekeurig ben ingehaald<br />

- dat ik mij veroorloof UEd. eenige regelen te schrijven.<br />

Ik heb nl. vernomen, dat mijn naam genoemd is als actief deelgenoot in den<br />

stap, dien eenige bestuursleden <strong>van</strong> den R.K. Bonds onlangs te Uwen<br />

opzichte ged<strong>aan</strong> hebben. Ik vind dat zeer natuurlijk: dezer dagen nog gewerd<br />

mij <strong>van</strong> bevriende zijde buitenaf de opmerking, dat ik dergelijke vermoedens,<br />

althans voorloopig, niet zou keeren. Maar toch vergist men zich;<br />

en, wijl ieder mensch terecht afkeerig is <strong>van</strong> de inmenging <strong>van</strong> vreemde<br />

elementen, en een vermoeden als hier bedoeld wordt, dus ook noodzakelijk<br />

kwade gevolgen moet hebben, acht ik mij verplicht UEd. mijnefeitelijke<br />

verhouding tot den RK Bond met een paar woorden toe te lichten.<br />

Bij'na geene enkele bestuursvergadering wordt door mij bijgewoond.<br />

Niet éene beslissing <strong>van</strong> <strong>aan</strong>belang herinner ik mij, welke genomen zou zijn<br />

op mijn initiatief.<br />

Van het oogenblik af, dat ik onze arbeiders overhaalde ons onder hunne<br />

eigene gematigde leiders op te treden, was mijne taak voor 90% afged<strong>aan</strong>.<br />

Op een 'Niet te hard!' - 'Denkt er nog eens over' - 'Geen haat, geen klassenstrijd'<br />

- komt bijna alles neer.<br />

Met name geldt dit, waar de verhouding tusschen patroon en arbeider op<br />

het spel staat. Herhaaldelijk heb ik <strong>aan</strong> onze arbeiders gezegd, dat ik<br />

daar<strong>van</strong> de verantwoordelijkheid niet dragen kan of mag, evenzoo min als<br />

<strong>van</strong> een civiel proces.<br />

Wat de <strong>aan</strong>hangige zaak betreft (den brief <strong>van</strong> den R.K. Bond enz.,) kan<br />

ik UEd. verklaren: 1 ° dat het bestuur daarover lang onderhandeld had,<br />

vóórdat ik <strong>van</strong> iets hoorde; 2° dat de eerste brief werd verzonden tijdens<br />

mijne afwezigheid, en tot den tweeden door het bestuur geheel eigenmachtig<br />

besloten werd. Opsteller was een bestuurslid.<br />

Gelezen heb ik den tweeden brief, dat is waar; en, indien ik mij schrap gezet<br />

had, was hij waarschijnlijk niet verstuurd; maar ik meende alles wel<br />

beschouwd, de arbeiders hun eigen gang te moeten laten g<strong>aan</strong>, vooral<br />

hierom, wijl ik op mijne vraag, 'of de zaak dan zóo erg was' ten antwoord<br />

kreeg: 'Ja, er kan te eeniger tijd wel eene werkstaking uit voortkomen, en<br />

dan zijn wij in alle geval verantwoord. De meesten zullen eerder stoken<br />

dan klagen'. Een tweede reden, waarom ik meende hen te moeten laten<br />

beg<strong>aan</strong>, of liever, waarom ik geen afkeurend advies gaf - want zij zijn volkomen<br />

vrij <strong>van</strong> mij en volgen mijn wenschen niet altijd op! - was deze: ik<br />

48 THB 24(1984)


was overtuigd dat zij het goed meenden; zij wilden noch staken noch<br />

kwetsen; over UEd. had ik hen met lofhooren spreken en, naar zij zeiden,<br />

wilden zij eenvoudig in vertrouwen mededeelen wat volgens hunne meening<br />

UEd. onbekend was. Ten minste niet in zijn geheelen om<strong>van</strong>g.<br />

Ik wensch natuurlijk in de verste verte geen oordeel uit te spreken over<br />

de 'grieven' zelf. Dit ware niet alleen voorbarigheid, maar onverstand en<br />

onrechtvaardigheid. Ik weet te goed, hoe grieven vaak als sneeuw voor de<br />

zon verdwijnen, wanneer de andere partij gehoord wordt, en ik heb zelf<br />

tot twee- <strong>drie</strong>maal toe <strong>aan</strong> onze arbeiders gezegd, wat m .i. gemakkelijk<br />

door UEd. zou geantwoord worden.<br />

Het doel <strong>van</strong> mijn schrijven was alleen, mij zelf te zuiveren <strong>van</strong> een verkeerden<br />

schijn, die - ik geef dit gaarne toe - voor een oningewijde op mij<br />

rusten moest,· alsook om kwade gevolgen te verhoeden, die daaruit noodzakelijk<br />

zouden voortvloeien.<br />

Een Bond, die in zuivere arbeidszaken gedirigeerd werd door een geestelijke,<br />

zou niet anders dan heeren fabrikanten onwelkom en den arbeiders na­<br />

deelig kunnen zijn.<br />

Gelieve, Weledele Heer, de genomen vrijheid ten goede te houden en de<br />

verzekering te <strong>aan</strong>vaarden mijne bijzondere hoogachting, waarmede ik de<br />

eer heb te zijn.<br />

Brief <strong>aan</strong> G. <strong>Jannink</strong>; Enschede, 5-10-1891<br />

WelEdele Heer,<br />

UEd. dw.dr.<br />

Dr. Alph. <strong>Ariëns</strong><br />

Zeer gaarne neem ik Uw <strong>aan</strong>bod <strong>van</strong> een mondeling onderhoud <strong>aan</strong>,<br />

hoofdzakelijk wijl het gelegenheid biedt tot bespreking <strong>van</strong> eenige zaken<br />

<strong>van</strong> meer algemeen belang, waarbij niemand schade en menigeen voordeel<br />

kan ondervinden.<br />

In afwachting dat ik nader plaats en uur verneem, waar en waarop ik<br />

UEd. ontmoeten mag, verblijf ik<br />

Met verschuldigde hoogachting, WelEdele Heer,<br />

UEd., dw. dr.<br />

Dr. Alph. <strong>Ariëns</strong><br />

HESSELINK DOCUMENTEN ARIËNS 49


Brief <strong>aan</strong> G. <strong>Jannink</strong>; Enschede, 19-10-1891<br />

WelEdele Heer,<br />

Ik heb het voornaamste <strong>van</strong> hetgeen U mij onlangs gezegd heeft <strong>aan</strong> het<br />

Bestuur <strong>van</strong> onzen Bond medegedeeld, en tot mijn genoegen kan ik er bijvoegen<br />

dat het op goede aarde gevallen is, - al schijnen een paar kleine incidenten<br />

daarmede ook in tegenspraak.<br />

Een paar bijzonderheden dien<strong>aan</strong>g<strong>aan</strong>de zou ik gaarne mondeling mededelen,<br />

en, zoo ik geen tegenbericht ont<strong>van</strong>g, zal ik zoo vrij zijn, deze avond<br />

tegen 8 uur even bij U te komen. Meer dan 5 minuten heb ik niet noodig.<br />

Hoogachtend noem ik mij, WelEdele Heer,<br />

UEd. dw. dr.<br />

Dr. Alph. <strong>Ariëns</strong><br />

50 THB 24(1984)


Noten<br />

De oorspronkelijke brief <strong>van</strong> 2-10-1891 is in bezit <strong>van</strong> de familie T. J annink<br />

te Enschede. De <strong>brieven</strong> gedateerd 5-10 en 19-10-1891 bevinden zich in het archief<br />

<strong>van</strong> de firmaJ annink. Dit archief is <strong>aan</strong>wezig in het Gemeentearchief <strong>van</strong><br />

Enschede.<br />

2 Bronnen <strong>van</strong> de katholieke arbeidersbeweging in Nederland. Toespraken, <strong>brieven</strong> en artikelen<br />

<strong>van</strong> <strong>Alphons</strong> <strong>Ariëns</strong>, 1887-1901. Uitgegeven door Jan Roes (Baarn 1982).<br />

3 Siep Stuurman, Verzuiling, KaPitalisme en Patriarchaat, Aspecten <strong>van</strong> de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> de moderne staat in Nederland (Nijmegen 1983) 76, 77, 159 en 160.<br />

4 ibid. 77.<br />

5 G. Brom, Alfons <strong>Ariëns</strong>, Deel I (Amsterdam 1941) 152.<br />

6 B. Hesselink, <strong>Gerhard</strong><strong>Jannink</strong> & Zonen, te Enschede, 1853-1938. Jaren <strong>van</strong> rationalisatie<br />

en verzet (Hengelottel 1983) 21 e. v.<br />

7 <strong>Gerhard</strong><strong>Jannink</strong> (1873-1938) textielfabrika nt te Enschede. Sinds 1902 lid <strong>van</strong><br />

de firma <strong>Gerhard</strong> <strong>Jannink</strong> & Zonen.<br />

8 Van 1891 tot 1893 kende de Twentse katholieke arbeidersbeweging twee los<br />

<strong>van</strong> elkaar st<strong>aan</strong>de arbeidersorganisaties: a) De, in 1889 opgerichte, R.K. arbeidersvereniging.<br />

Een standsorganisatie met een zedelijk/religieus doel en<br />

met een geestelijk adviseur.<br />

b) De op 16-1-1891 opgerichte R.K. Fabrieksarbeidersbond. De eerste echte<br />

katholieke vakorganisatie, zonder geestelijk adviseur, die zich beijverde voor<br />

specifieke materiële vakbelangen. De verhouding tussen vak- en standsorganisatie<br />

zou in de toekomst een bron <strong>van</strong> konflikten worden. Vgl. Bronnen <strong>van</strong> de<br />

katholieke arbeidersbeweging. Inleiding. Zie ook de bijdrage <strong>van</strong> L. Salemink elders<br />

in dit nummer <strong>van</strong> THB.<br />

HESSELINK DOCUMENTEN ARIËNS 51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!