Planmatig Kruisen met Melkvee - Verantwoorde Veehouderij
Planmatig Kruisen met Melkvee - Verantwoorde Veehouderij
Planmatig Kruisen met Melkvee - Verantwoorde Veehouderij
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Volgens Hiemstra (2007) is Fleckvieh economisch beter maar als je typische melkkoeien wilt<br />
melken, moet je bij Holsteins blijven 19 . En hierin heeft hij gelijk, zo blijkt uit zowel de NRS<br />
gegevens als de enquête. Als je graag topmelker bent, zit jij zuiver HF uitstekend op je plek.<br />
Nauta (2005) meent dat kruisen pas interessant wordt bij gebrek aan goede Holsteinstieren.<br />
Hij betoogt dat kruisen een zwaktebod is omdat er binnen het ras voldoende te verbeteren valt<br />
en kruisen wel bepaalde punten vooruit helpt, maar meer andere punten achteruit. Als er goed<br />
en gestructureerd gefokt wordt <strong>met</strong> HF stieren, ziet Nauta geen enkele reden over te stappen<br />
omdat veel bedrijven in de praktijk prima cijfers halen <strong>met</strong> zuiver Holstein bloed.<br />
Ook binnen zuivere fokkerij is nog veel mogelijk Zo is er de optie om vaderlijnen en<br />
moederlijnen te scheiden in de zuivere fokkerij (Albera 2006). Dit is economisch zeer<br />
interessant en een aspect dat in de zuivere melkveefokkerij nog onderbelicht is gebleven.<br />
Gesteld kan dus worden dat nog niet alle mogelijkheden van selectie binnen het ras<br />
onderzocht zijn en dat dergelijke experimenten (als de suggestie van Albera) een kans<br />
verdienen.<br />
-Wat zijn redenen om wel te gaan kruisen?<br />
Voor de beantwoording van deze vraag worden gegevens gebruikt van alle geënquêteerden<br />
(er zijn dus in deze analyse geen cases geselecteerd). De redenen om te gaan kruisen, zitten<br />
hem vooral in de elementen waar de zwaktes van de HF koe zitten. Die kun je sneller<br />
verbeteren door andere rassen te pakken dan door binnen het ras te selecteren.<br />
Daarnaast blijken boeren te gaan kruisen omdat ze een ander type koe willen, ze willen meer<br />
probleemloosheid en minder input op het bedrijf. Zo is het opvallend dat 14% van de<br />
geënquêteerden een biologische bedrijfsvoering heeft (Prins en Smit (2003 : 19) melden dat in<br />
het totaal van de Nederlandse zuiveltak, biologisch een aandeel van 2,8% heeft) en dat het<br />
vooral om grote bedrijven gaat. Gemiddeld molken de geënquêteerden 84 melkkoeien tegen<br />
60 gemiddeld in Nederland in 2006 volgens www.prodzuivel.nl. Deze website laat overigens<br />
een statistische trend zien naar steeds grotere kuddes, zoals die er nu al zijn op de bedrijven<br />
die kruisen. In die zin zijn de kruisende boeren dus ook de boeren van de toekomst. Bedrijven<br />
waar de koeien niet in de watten gelegd kunnen worden, gaan op zoek naar alternatieven<br />
omdat de eenzijdig geselecteerde HF koe het niet redt in de gegeven omstandigheden. Het<br />
aantal kruislingdieren kan dus meegroeien <strong>met</strong> de groei van de bedrijven.<br />
Nieuwsgierigheid is niet echt een overweging om te gaan kruisen volgens de enquête. Wel<br />
zijn eiwit percentage, levensduur, vruchtbaarheid en verbetering klauwgezondheid dat<br />
volgens de uitkomsten van de enquête. Aangezien dit eigenschappen zijn waarin andere<br />
rassen sterker zijn dan de HF dieren, lijken de veehouders die de enquête ingevuld hebben op<br />
zijn minst hun kruising goed te overwegen. Of zij het werkelijk planmatig doen is een vraag<br />
voor een vervolgonderzoek.<br />
Groen et al. (1993: 33): “De verscheidenheid aan stieren afkomstig uit de fokprogramma’s<br />
moet goed benut worden. Een breed aanbod van stieren op de stierenkaart is gewenst om zo<br />
tegemoet te komen aan de diverse bestaande fokdoelen op bedrijfsniveau.” Dus hoe diverser<br />
een stierenkaart, hoe beter en hoe meer er te veranderen of te verbeteren valt vanaf deze<br />
stierenkaart. De keuze om te gaan kruisen hangt dus sterk samen <strong>met</strong> de beschikbaarheid van<br />
de diverse rassen. Als je eenvoudig aan bepaalde rassen kunt komen, waar binnen veel keuze<br />
is, worden deze rassen automatisch populairder dan rassen <strong>met</strong> één stier bij één leverancier.<br />
Met welke massaliteit een ras op de markt gezet wordt, heeft dus invloed op het gebruik en<br />
het lange termijn succes (en daarmee het imago) ervan. Ook voor het goed opstellen van een<br />
19 Dit is een argument dat ook gebruikt kan worden bij de redenen om wel te gaan kruisen. Hoe dit ingevuld<br />
wordt, ligt aan de persoonlijke wensen van de betreffende melkveehouder.<br />
31