Handboek digitaliseren van analoge audiovisuele objecten - eDAVID
Handboek digitaliseren van analoge audiovisuele objecten - eDAVID
Handboek digitaliseren van analoge audiovisuele objecten - eDAVID
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
DAT-cassettes dienen bewaard te worden in een omgeving met een temperatuur <strong>van</strong> 15° tot<br />
20°C en een vochtigheidsgraad <strong>van</strong> 40 tot 55%.<br />
Digital Compact Cassettes (DCC)<br />
De Digital Compact Cassette is de digitale opvolger <strong>van</strong> de <strong>analoge</strong> compactcassette, met<br />
dezelfde afmetingen en bandsnelheden. De gebruikte band is een gewone chroom- of<br />
chroomsubstitutieband zoals bij de <strong>analoge</strong> compactcassette. De band is geheel stofvrij in een<br />
cassette opgeborgen.<br />
De opslagcondities <strong>van</strong> de DCC zijn gelijk aan die <strong>van</strong> de <strong>analoge</strong> geluidscompactcassette: de<br />
beste klimatologische voorwaarden zijn een temperatuur tussen 15° en 20° C en een<br />
luchtvochtigheid <strong>van</strong> 40 tot 55%. De cassettes moeten verticaal bewaard worden.<br />
Draadspoelen<br />
Een draadspoel is een zinken klos met tientallen meters roestwerende gemagnetiseerde<br />
staaldraad en wordt afgespeeld met een wire recorder. In de jaren 1930 - 1940 was dit in de<br />
Angelsaksische landen een veelgebruikt systeem.<br />
Fig. 8: Een toestel voor geluidsopnames op draadspoel.<br />
Draadspoelen dienen gescheiden <strong>van</strong> andere dragers te worden opgeslagen in zuurvrije<br />
kartonnen dozen, verticaal op de plank. Ideaal zijn een temperatuur <strong>van</strong> 15° tot 20°C en een<br />
luchtvochtigheid <strong>van</strong> maximaal 40%. De conditie <strong>van</strong> het zinken spoel dient men in de gaten te<br />
houden.<br />
5.1.3. Optische dragers<br />
Optische dragers werken op basis <strong>van</strong> licht, meer bepaald een laserstraal en de weerspiegeling<br />
er<strong>van</strong>. Aan de hand <strong>van</strong> inkepingen of putjes wordt deze weerspiegeling gemanipuleerd en kan<br />
men informatie opslaan.<br />
LaserVision<br />
Rond 1970 kwamen de eerste prototypes <strong>van</strong> optische schijven of laserdiscs uit. Ze waren deels<br />
bedoeld als videoformaat maar werden ook gebruikt om geluid op vast te leggen.<br />
De gebruikte technologie gelijkt sterk op deze die nu nog wordt gebruikt door cd’s en dvd’s. Het<br />
geluid en beeld opgeslagen op een dergelijke laserdisc of LaserVision was echter analoog. Na<br />
1984 bevatten de geproduceerde discs wel digitaal gecodeerd geluid. Met een diameter <strong>van</strong> 30<br />
cm had de laserdisc de grote <strong>van</strong> een klassieke grammofoonplaat.<br />
<strong>Handboek</strong> – Digitaliseren <strong>van</strong> <strong>analoge</strong> <strong>audiovisuele</strong> <strong>objecten</strong><br />
45