'Pacta sunt servanda' of 'Iustum pretium' - DSpace at Open Universiteit
'Pacta sunt servanda' of 'Iustum pretium' - DSpace at Open Universiteit
'Pacta sunt servanda' of 'Iustum pretium' - DSpace at Open Universiteit
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
‘Pacta <strong>sunt</strong> servanda’ <strong>of</strong> ‘iustum pretium’?<br />
Er moet een causaal verband bestaan tussen de benarde omstandigheden waarin het slacht<strong>of</strong>fer<br />
zich bevindt en het aangaan van de overeenkomst. De misbruiker hoeft het slacht<strong>of</strong>fer niet tot de<br />
rechtshandeling te bewegen; voldoende is d<strong>at</strong> deze wordt bevorderd. 115<br />
5.2.1) Nadeel nader beschouwd<br />
Het woord nadeel <strong>of</strong> benadeling komt in de tekst van art. 3: 44 BW lid 4 niet (meer) voor. D<strong>at</strong> was<br />
in het Ontwerp Meijers nog nadrukkelijk anders ( zie 5.3.1). Objectief nadeel wordt dus niet als een<br />
constitutief element voor vernietiging op grond van misbruik van omstandigheden vereist. 116 In de<br />
liter<strong>at</strong>uur wordt onderscheid gemaakt tussen objectief nadeel (ernstige onevenredigheid in<br />
prest<strong>at</strong>ies) en subjectief nadeel (niet financieel, onst<strong>of</strong>felijk nadeel). 117 Nadeel, en d<strong>at</strong> kan ook<br />
imm<strong>at</strong>erieel van aard zijn, kan n<strong>at</strong>uurlijk wel een rol spelen bij de feitelijke beoordeling <strong>of</strong> sprake is<br />
van misbruik. 118 En speelt die rol, zoals Van Rossum aantoont, ook in toenemende m<strong>at</strong>e. 119 Een<br />
inmiddels klassiek arrest over dit onderwerp is Van Elmbt/ Feierabend, waarin een adviseur van de<br />
geestelijk en financieel penibele situ<strong>at</strong>ie van een weduwe tracht te pr<strong>of</strong>iteren door haar woning te<br />
kopen. De overeenkomst wordt vernietigd ondanks het feit d<strong>at</strong> de koper bereid was een redelijke<br />
prijs te betalen ( d<strong>at</strong> valt tenminste af te leiden uit de overwegingen van de Rb. Maastricht, die bij<br />
vonnis van 22 september 1960 ondermeer overwoog:’…d<strong>at</strong> ten deze, nu tussen pp. in confesso is,<br />
d<strong>at</strong> ten tijde van het verlijden der acte die goederen bij twee afzonderlijke sch<strong>at</strong>tingen telkens waren<br />
gesch<strong>at</strong> op een waarde van f 50.000,=, i.v.m. transportkosten een koopsom van f 46.000,= niet als<br />
onevenredig laag is aan te merken….’ 120 De opv<strong>at</strong>ting, d<strong>at</strong> wel degelijk sprake is van financiële<br />
benadeling wordt overigens ook verdedigd. 121<br />
Omgekeerd is enkel financieel nadeel niet voldoende om misbruik van omstandigheden aannemelijk<br />
te maken. Bij het sluiten van een overeenkomst kan sprake zijn van ongelijkheid in posities en die<br />
ongelijkheid kan een economische basis hebben. D<strong>at</strong> is echter onvoldoende om al te kunnen spreken<br />
van misbruik van omstandigheden. 122 Wel is Van Rossum van mening d<strong>at</strong> misbruik van<br />
115 Van Rossum 1998, p. 27<br />
116 Van Rossum 1998, p. 5<br />
117 Van Rossum 1998, p. 36<br />
118 Hijma e.a. 2004, p. 234<br />
119 Van Rossum & Schabos 2004, p. 886<br />
120 HR 29 mei 1964, NJ 1965, 104<br />
121 Van Dunné bestrijdt met kracht van argumenten, d<strong>at</strong> bij Van Elmbt/ Feierabend geen sprake zou zijn van<br />
financiële benadeling. Weliswaar was op het moment van sluiten van de overeenkomst de prijs niet onredelijk,<br />
maar het feit d<strong>at</strong> deze prijs vast lag (na een jaar had de weduwe al een bod van 95.000,= gulden ontvangen)en<br />
vooral het door Van Elmbt bedongen optierecht, d<strong>at</strong> zelfs na aflossing van de lening nog tien jaar door zou<br />
werken, in een markt met stijgende prijzen van onroerende zaken, maakt het in zijn ogen een canard van de<br />
eerste orde, d<strong>at</strong> in de liter<strong>at</strong>uur over dit aspect wordt heen gekeken.<br />
122 Hijma e.a. 2004, p. 236<br />
34