KWPN Jaarverslag 2011 - Mijn KWPN

Trainingsleiders van het verrichtingsonderzoek waren de heren De Feijter
(rijpaard/Gelders paard) en De Haan (tuigpaard/Gelders paard).
2.5 Merrieselectie
Het keuringsseizoen 2011 begon op 19 mei met de eerste stamboekkeuring in het
Gelderse Varsseveld. De eerste Centrale Keuring vond plaats in Ermelo, voor de regio
Gelderland op 15 juni. De afsluiting van het keuringsseizoen zijn de KWPN
Paardendagen, deze vonden plaats van 8 tot en met 13 augustus met op zaterdag 13
augustus de Nationale Tuigpaardendag.
In navolging van 2009 en 2010 konden ook in 2011 halfbloedmerries in een aparte
rubriek worden aangemeld en beoordeeld. In Bronneger en Houten vonden de
stamboekkeuringen plaats, in Bunschoten tijdens de Centrale Keuring vond de Centrale
Keuring van deze rubrieken plaats.
In 2009 is de thuiskeuring als experiment op de keuringkalender gekomen, na een goede
evaluatie hiervan is besloten de thuiskeuring definitief op te nemen in het
selectiesysteem. De thuiskeuring is laagdrempelig en is uitsluitend bedoeld voor merries
die aan de hand in stap en draf op een harde ondergrond beoordeeld worden. Merries die
op deze manier in het stamboek worden opgenomen krijgen de aantekening EXT
(exterieur) achter STB op het registratiebewijs.
2.6 Statistieken merriekeuringen 2011
Rijpaarden
In 2011 werden er 1815 paarden voorgebracht op de stamboekkeuringen tijdens het
merriekeuringsseizoen (inclusief afgewezen paarden). Dit waren er 164 minder dan vorig
jaar. Naar verwachting zullen de thuiskeuringen die door alle regio’s worden
georganiseerd, dit verschil grotendeels goedmaken. In totaal werden in 2009 bijna 300
merries via thuiskeuring opgenomen, in 2010 waren dat er 320 en in 2011 306. Ook via
de merrietesten (IBOP en EPTM) worden merries in het stamboek opgenomen. Steeds
meer paarden worden aangeboden op deze alternatieven voor de stamboekkeuring,
waardoor per saldo het aantal beoordeelde paarden bijna gelijk bleef.
914 paarden werden tijdens de reguliere stamboekkeuringen als dressuurpaard
beoordeeld. Het sterpercentage steeg licht van 37,9% in 2010 naar 40,04% in 2011. Bij
de driejarige merries lag het sterpercentage 1,1% hoger dan vorig jaar, namelijk op
48,8%. Op de Centrale Keuringen van dit jaar werden 453 dressuurmerries aangeboden
voor graadverhoging, dat zijn er 19 meer dan vorig jaar. Het grootste gedeelte hiervan
betreft driejarige merries. Gemiddeld werd 64,5% voorlopig keur.
In 2011 werden 870 paarden tijdens de reguliere stamboekkeuringen als springpaard
beoordeeld. In deze discipline steeg het sterpercentage een aantal procentpunten, terug
naar het niveau van 2009: 47,2%. In 2010 was dit nog 44,5%. Op de Centrale
Keuringen van dit jaar werden 487 springgefokte merries aangeboden. Het percentage
merries dat in graad werd verhoogd lag in 2011 op 68,8%.
Halfbloeden
2011 was het derde jaar dat eigenaren met hun halfbloeden naar een aparte
stamboekkeuring konden, dit jaar in Houten (Utrecht) en in Bronneger (Drenthe). De
Centrale Keuring voor de halfbloeden vond plaats in Bunschoten (Utrecht). Daar werden
twee merries bevorderd tot voorlopig keur.
Gelders paard
Voor wat betreft de fokrichting Gelders paard geldt dat er in Didam 58 Gelderse paarden
beoordeeld zijn. Tweeëndertig van hen kregen het sterpredicaat (55,2%). In Hengelo, op
de Dag van het Gelders Paard, verschenen twaalf driejarige merries in de baan, waarvan
15