1978-056 geschiedenis/histoire pharmacie - Kringgeschiedenis - Kava
1978-056 geschiedenis/histoire pharmacie - Kringgeschiedenis - Kava
1978-056 geschiedenis/histoire pharmacie - Kringgeschiedenis - Kava
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
— 28 —<br />
scholen zullen in openbare cursussen onderricht moeten geven in de grondbeginselen<br />
en de theorie.<br />
Art. VIM : Geen leerling kan examen voor apoteker doen tenzij hij minstens<br />
acht jaar als leerling heeft gewerkt in een apoteek, welke voldoet aan de wet.<br />
De leerlingen die drie jaar de lessen aan de scholen voor farmacie hebben<br />
gevolgd, moeten hierbij nog drie jaar in een apoteek werkzaam zijn geweest.<br />
Art. IX : Het examen voor een toelating tot apoteker kan geschieden door<br />
de scholen voor farmacie of door de in ieder departement aangestelde Jurys.<br />
Art. XV : De examens zullen gelijk zijn zowel bij de Jurys als aan de scholen.<br />
Er zullen twee theorie- en een praktisch examen worden gehouden ; dit laatste<br />
zal vier dagen duren en bestaan uit tenminste negen chemische en farmaceutische<br />
bewerkingen.<br />
Art. XVI : Om voor het examen te kunnen slagen moet de kandidaat minstens<br />
vijfentwintig jaar zijn en twee derde van de stemmen van de examinatoren<br />
verwerven. Hij zal dan een diploma krijgen, dat hij bij de prefect van zijn departement<br />
moet indienen. Hij zal voor de prefect de eed moeten doen dat hij<br />
de artsenijbereidkunde eerlijk en getrouwelijk zal beoefenen.<br />
Het Arrêté contenant règlement sur les écoles de <strong>pharmacie</strong> 25 thermidor an<br />
XI (13 augustus 1803) bepaalt de examenstof :<br />
Art. XI : Elke school voor farmacie zal ieder jaar vier kursussen geven : 1°<br />
over de botanica ; 2° over de natuurlijke historie der geneesmiddelen (l'<strong>histoire</strong><br />
naturelle des drogues simples) ; 3° over de scheikunde en 4° over de artsenijbereidkunde<br />
(les principes de l'art de la <strong>pharmacie</strong>). De eerst drie moeten behandeld<br />
worden met toepassing op de farmacie.<br />
Deze verordeningen mondden uit in de gekke situatie, dat er nu 2 soorten van<br />
apotekers praktizeerden : „Pharmaciens de 1ière Classe" die gediplomeerd waren<br />
in een der scholen voor geneeskunde en zich in het gehele grondgebied der<br />
Republiek mogen vestigen en „Pharmaciens de 2e Classe", die alleen door de<br />
departementale Jurys waren aangenomen en alleen hun praktijk mogen uitoefenen<br />
in het departement waar zij examen hadden gedaan.<br />
Doch het principe, dat de apotekers van een universitaire opleiding moesten<br />
kunnen genieten was gesteld.<br />
Toen door het verdrag van Parijs van 30 mei 1814 de Nederlanden herenigd<br />
werden, moest eenheid geschapen worden in die poespas van vigerende<br />
wetten : de Oostenrijkse, de Franse, de Bataafse en dit mondde uit, voor wat<br />
de geneeskunde betreft, in de Wet van 12 maart 1818. Deze basiswet van de<br />
geneeskunde, die, het hoeft gezegd, veel goeds bevat, viel voor de apotekers<br />
zeer ongunstig uit,om verschillende redenen o.a. om het feit dat de apotekers<br />
in één zak gestopt werden met allerlei tweederangspractici : stads-, plattelandsen<br />
scheepsheelmeesters, vroedmeesters, apotekers, vroedvrouwen, oogmeesters,<br />
tandmeesters, drogisten en herboristen... Er werden in ieder der provinciën<br />
van het Koninkrijk een of meer Provinciale Commissiën van Geneeskundig<br />
Onderzoek en Toezicht ingericht (in het Frans was dit nog duidelijker :<br />
Commissions médicales de l'examen et de la surveillance de tout ce qui a<br />
rapport à l'art de guérir). De opleiding tot apoteker verschilde van provincie<br />
tot provincie ; wel werden kursussen ingericht over geneeskunde, farmacie<br />
en chirurgie. Examen moest worden afgelegd voor de Jury van de Commissie.<br />
Van een universitaire opleiding tot apoteker was helemaal geen sprake meer.