1978-056 geschiedenis/histoire pharmacie - Kringgeschiedenis - Kava
1978-056 geschiedenis/histoire pharmacie - Kringgeschiedenis - Kava
1978-056 geschiedenis/histoire pharmacie - Kringgeschiedenis - Kava
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
— 44 —<br />
de artsenijbereidkunde een goede faam niet alleen in Antwerpen, maar zelfs<br />
in Frankrijk. Hij was een van de opstellers van de Pharmacopoeia Manualis<br />
Praefecturae Utriusque Nethae, had dus ervaring in de materie. Hij verwierf<br />
beroemdheid door zijn uitvoerige studies over de restauratie van schilderijen<br />
en in 1825 werd hem aan de Leuvense universiteit het diploma Doctor honoris<br />
causa verleend. Deze uitzonderlijk geleerde apoteker werd niet waardig<br />
geacht voor mede te werken aan de samenstelling van de Pharmacopoea<br />
Belgica<br />
Louis Stoffels van Maaseik (1764-1853) was zeer onderlegd in de filosofie.<br />
Van jongs af verzamelde hij stenen en weekdieren, was een der eersten om de<br />
nieuwe theorieën van Lavoisier te propageren, was bevriend met Berthollet,<br />
Parmentier, Drapier en Van Mons. Hij richtte een kuriositeitenkabinet op en<br />
een botanische tuin, waar hij de planten volgens het systeem van Linnaeus<br />
katalogeerde. Hij deed proefnemingen met elektriciteit, ten einde de theorieën<br />
van Franklin te bewijzen. De verkregen resultaten publiceerde hij in de Annales<br />
des sciences. De beroemde professor Van Beneden was een van zijn<br />
leerlingen. Niet waardig bevonden om mee te werken aan de farmakopee.<br />
Jean Kickx (1775-1831) publiceerde in 1812 een Flora Bruxellensis, waarin hij<br />
823 species volgens de nomenclatuur van Linnaeus beschrijft. Als lid van de<br />
Academie wordt hij in 1817 belast, samen met Quetelet, om de grotten van<br />
Han te bestuderen. Hij was een mineralogist en chemist van groot gezag,<br />
doceerde natuurwetenschappen aan de Ecole de Médecine te Brussel en aan<br />
het Musée des sciences et des lettres. Niet genoeg voor mede te werken aan<br />
de farmakopee.<br />
August Donat de Hemptinne (1781-1854), studeerde te Parijs onder Fourcroy,<br />
de Vauquelin en Lagrange. Hij publiceerde in Bulletin de l'Académie en in de<br />
Annales des sciences physiques, vooral op het gebied van de technologie en<br />
de openbare hygiëne. Hij stichtte een fabriek van chemische produkten, was<br />
gerechterlijk expert op toxicologisch gebied, president van de Académie des<br />
sciences, des lettres et des beaux arts en lid van de Académie de médicine.<br />
Hij ijverde voor de oprichting van de Université libre de Bruxelles en werd er<br />
de eerste direkteur in de Ecole de <strong>pharmacie</strong> in 1842. Een man met dergelijke<br />
capaciteiten werd niet in de farmakopeekommissie opgenomen.<br />
En zo kan de lijst uitgebreid worden ; zowel in het Noorden als in het Zuiden<br />
van de XVII provinciën waren er kundige apotekers te over, doch de superioriteit<br />
van de geneesheren mocht niet in het gedrang komen, reden ook waarom<br />
de apoteker de toegang tot de universiteit werd geweigerd.<br />
Aan dit laatste euvel zou eerst na de scheiding verholpen worden ; niet zonder<br />
harde strijd, haalden de Belgische apotekers hun slag thuis in 1849, in<br />
Nederland zou het nog duren tot in 1865, nadat 25 jaar lang hierover werd gepolemiseerd.<br />
Hun gebrekkige opleiding verhinderde de apotekers uit de 18e en 19e eeuw<br />
niet, volop deel te nemen aan de ontwikkeling, die de scheikunde in het algemeen<br />
en de farmaceutische scheikunde in het bijzonder ontplooide. Het ging<br />
niet meer om het Paracelsiaans vangen door destillatie en sublimatie van de<br />
kwintessens van de stoffen, de ziel, het vluchtige, het z.g. onstoffelijke, maar<br />
meer in de zin van het bepalen en het isoleren van het werkzaam bestanddeel<br />
van de materie.