Ga naar het sportbeleidsplan

Tenslotte geven we nog een overzicht van het aantal aanvragen binnen de sociale en
culturele participatie voor een financiële tussenkomst in het lidmaatschap van een
plaatselijke sportvereniging ten opzichte van andere aanvragen:
2004 2005 2006
Sportaanvragen 4 8 9
Andere 9 8 16
Conclusies uit de enquête:
Hieruit kunnen we concluderen dat deze doelgroep een zeer kleine vertegenwoordiging
kent binnen onze gemeente. In samenspraak met het OCMW is het de komende jaren
dan ook niet nodig om een speciaal aanbod voor bovenvermelde doelgroepen op te
nemen in het plan. De sociale en culturele participatiemiddelen voldoen ruimschoots aan
de vraag binnen het OCMW.
10.9 Opmerkelijke uitspraken van de enquêtes:
Hieronder volgen enkele opmerkelijke uitspraken en opmerkingen binnen de
enquêtevoering.
Mensen denken dat de SVS-activiteiten georganiseerd worden door de sportdienst.
De school doet veel voor de kinderen, maar de sportdienst?
Sportclubs hebben te late uren voor 6 jarigen van 19-20 uur, dit is te laat, kinderen
moeten naar bed.
Er zou onderscheid gemaakt moeten worden tussen inwoners en niet-inwoners, zowel in
voorrang van inschrijvingen als in prijzen.
Sporten voor het hele gezin is duur, een gezinskorting zou goed zijn.
Sportkampen worden niet gegeven door sportspecifieke trainers/lesgevers.
Er is geen accommodatie beschikbaar bij een stijging van het ledenaantal.
Kleine herstellingswerken blijven lang zonder gevolg.
De sporthal is te duur voor de gewone sporter. Er is geen kantine, er zijn geen douches,
kleedkamers en toiletten voor de atletiek.
Er zou een loopstrook moeten voorzien worden met zachte ondergrond, om te kunnen
joggen, zonder saaie toertjes te moeten lopen op de piste.
10.10 Samenvatting van de belangrijkste resultaten van de enquêtes
Globaal kan men stellen dat de bevolking van Aartselaar tevreden is over het huidige
sportbeleid. Er is een ruim aanbod aan activiteiten naar verschillende doelgroepen toe
binnen een zeer goed uitgerust infrastructureel kader en met democratische tarieven.
Opvallend was toch wel de oproep van de jongeren tot 26 jaar naar de mogelijkheid om
individueel of niet-georganiseerd te kunnen sporten op piekmomenten. Uit de
bevragingen kwam duidelijk naar boven dat wij een beter communicatiebeleid dienen te
voeren. De leeftijdsgroep tussen de 30 en de 40 zouden meer aan sport willen doen,
maar jonge kinderen en de hoge werkbelasting verhinderen dit dikwijls. Het
vrijwilligerswerk, het invullen van bestuursfuncties, de financiële weerbaarheid en de
wetgeving lijken dan weer de grote uitdaging te zijn voor de sportclubs.
Het kleine aandeel maatschappelijk achtergestelden heeft voldoende aanbod.
Voor de scholen is het nog steeds een hot item om meer uren LO op school te verkrijgen,
dit in combinatie met georganiseerde, naschoolse opvang in samenwerking met de
sportdienst en de plaatselijke sportverenigingen.
De tarieven dienen hun sociaal karakter te bewaren.
Sportbeleidsplan 2008-2013
Pagina 28