REGISTERS. - Books and Journals

VREEMDE WOORDEN EN UITDRUKKINGEN. 611
I.
imam (Arabisch), voorzitter of
voorganger; titel voor den kalief
of groote Mohamedaansche geleerden.
In den Archipel is de
imam de leider bij de dagelijksche
godsdienstoefening in de
missigit: 321.
ingabey, zie ngabehi.
ishik agasi bashi (Perzisch), titel
voor den opperceremoniemeester:
546.
J.
jagheerdar, apanagehouder; in een
acte van 1704 vertaald door
„inkomsttreckende uyt de landeryen":
171, 295.
jemadar, politieofficier: 171, 295.
jentief, zie gent ie f.
K.
kabaram, een soort grondbelasting,
te betalen bij goederenvervoer
over land, en wel voor het
recht om de trekossen langs de
wegen te doen weiden: 19, 520.
kadi, rechter. Ook titel voor besturende
ambtenaren: 117, 120, |
121, 514, 517, 526.
kakim of kakkim, titel voor rechtsprekende
of besturende ambtenaren
in de Menangkabausche
landen: 358.
karaeng, Makassaarsche en Boegineesche
vorstelijke titel, dikwijls
crain geschreven: 166.
kardamoenggoe, zie cardamon.
karet, schildpadshoorn: 364, 486.
karkoenaer, titel voor een hoog
administratief ambtenaar in
Golkonda: 421, 455.
kasoemba, oranje-roode plantaardige
verfstof: 184.
katjoe, plantaardige medicijn: 185.
katti, zie catti.
kaal, zie caul.
kay of kaya, een eetbare peulvrucht:
184.
keey, zie kiahi.
kelambak, 1° Maleische naam voor
aguilhout, alsmede voor de als
medicijn gebruikte hars van den
aloë-boom; 2" Chineesche rhabarber:
184.
ketjil, zie caytchil.
ki, zie kiahi.
kiahi, beleefdheidstitel, oorspronkelijk
voor hooggeplaatste Javanen,
later overgenomen in andere
deelen van den Archipel:
40, 46, 48, 50, 69, 71, etc".
kiatenhout, djatihout: 185.
kilekare, penningmeester, kassier:
366.
kimelaha, titel voor een stadhouder
namens den sultan van Ternate;
tegenwoordig voor een
kamponghoofd: 7, 289, 292,
317, 319, 320, 500.
kismis, krenten. Dit Perzische
woord is ontleend aan Kishm,
het eiland in de Golf van Perzië,
waar krenten groeiden, maar is
later in de meeste Indische talen
overgenomen: 185.
koelit-lawang, zie massooi.
koenting, zie gonting.
kojang, zie coyang.
kokeres, cocosnoten: 185.
ksatriyas, leden van de 2'° kaste:
217.
laxamanna, Menangkabausch-Maleische
titel voor admiraal: 329,
386, 432.
lorrendraaier, smokkelaar, handelaar
in verboden waren of op
verboden plaatsen: 170.