Om u te helpen bij het invullen van deel 2 van uw ... - Fiscus.fgov.be

onder de voorwaarden en binnen de grenzen die terzake zijn
gesteld - in vak XVIII, rubriek 11 worden vermeld (zie ook de
uitleg bij die rubriek).
• De beroepskosten die eigen zijn aan uw meewerkende echtgenoot
of wettelijk samenwonende partner, aan wie u in vak
XVIII, rubriek 8, b vermelde bezoldigingen hebt toegekend,
mogen niet onder uw sociale bijdragen (vak XVIII, rubriek
7) of andere werkelijke beroepskosten (vak XVIII, rubriek
8) worden opgenomen (zie echter ook de uitleg bij vak XX,
rubrieken 2 en 3).
c. andere dan die vermeld onder a en b
Vak XVIII
Algemeen
Vermeld hier het (in een bijlage te detailleren) bedrag van uw
aftrekbare beroepskosten, met uitzondering van die vermeld in de
rubrieken 7 en 8, a en b.
Gehuurde onroerende goederen
Voor elk gehuurd onroerend goed dat u voor het uitoefenen van
uw beroep gebruikt, moet u (in een bijlage) de volgende gegevens
verstrekken:
• ligging (gemeente, straat, nr.) en aard (werkplaats, bureau, enz.);
• naam en volledig adres van de eigenaar;
• totaal bedrag van de in 2006 betaalde huur en huurlasten (bij
gemengd gebruik moet u deze kosten in het privé- en het
beroepsgedeelte uitsplitsen).
Degressieve afschrijving
Indien u in de toegelaten gevallen voor degressieve afschrijving
kiest, moet u de daartoe voorgeschreven opgave (nr. 328 K)
toevoegen.
Vrijstelling voor bijkomend personeel
De vrijstelling bedraagt in principe 4.760 EUR per bijkomende
personeelseenheid die in 2006 in België werd tewerkgesteld met
een brutodagloon van maximum 90,32 EUR of een bruto-uurloon
van maximum 11,88 EUR, ten opzichte van het aantal personeelseenheden
die in 2005 binnen diezelfde loongrenzen werden
tewerkgesteld. De vrijstelling mag echter niet meer bedragen dan
4.760 EUR per bijkomende personeelseenheid van het globale
personeelsbestand van 2006 ten opzichte van het globale personeelsbestand
van 2005.
Voor het bepalen van het aantal bijkomende personeelseenheden
wordt geen rekening gehouden met de personeelsaangroei die
het gevolg is van een overname van werknemers die reeds vóór
1.1.1998 waren aangeworven door een belastingplichtige van wie
u de beroepswerkzaamheid geheel of gedeeltelijk voortzet.