Den Gulden Winckel. Jaargang 20 - digitale bibliotheek voor de ...
Den Gulden Winckel. Jaargang 20 - digitale bibliotheek voor de ...
Den Gulden Winckel. Jaargang 20 - digitale bibliotheek voor de ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
18<br />
dramatischen, lyrischen Urformen, die Auswahl und Richtung ihrer groszen Künste,<br />
die Einzelheiten ihrer künstlerischen Technik und Stoffwahl eingehend gekannt,<br />
geschweige <strong>de</strong>nn in ihrer entschei<strong>de</strong>n<strong>de</strong>n Be<strong>de</strong>utung für die Formprobleme <strong>de</strong>s<br />
Historischen erkannt hätte’. Spengler ziet een steeds terugkeeren<strong>de</strong> overeenkomst<br />
tusschen <strong>de</strong> verschijnselen die zich in <strong>de</strong> cultuurgeschie<strong>de</strong>nis <strong>voor</strong>doen. Hij<br />
constateert, op vaak te luidruchtige wijze, het verband tusschen wiskun<strong>de</strong>,<br />
metaphysica, lyriek, kunst en architectuur <strong>de</strong>r verschillen<strong>de</strong> volken. Hij gaat zelfs<br />
zóó ver dat hij komt tot een metaphysiek: für die alles, es sei was es wollte, <strong>de</strong>n<br />
Charakter eines Symbols besitzt’. Ook Otto Weininger had een <strong>de</strong>rgelijke opvatting,<br />
die hij in een groot boek had willen uitwerken. Zijn vroegtijdige dood heeft dit echter<br />
verhin<strong>de</strong>rd 1) . De tegenwoordige opvattingen over geschie<strong>de</strong>nis vindt Spengler<br />
bekrompen. ‘Nicht eine Weltgeschichte, aber die Welt als Geschichte’. Wat wij<br />
geschie<strong>de</strong>nis noemen geldt volgens hem nog niet <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Grieken, die hij<br />
‘a-historisch’ noemt, noch <strong>voor</strong> Indiërs en Chineezen. Ook met <strong>de</strong> in<strong>de</strong>eling: Oudheid,<br />
Mid<strong>de</strong>leeuwen, Nieuwe Tijd, gaat hij niet accoord. Een <strong>de</strong>rgelijke in<strong>de</strong>eling heeft<br />
<strong>voor</strong> hem weinig waar<strong>de</strong>. Een cultuurperio<strong>de</strong> als b.v. het ou<strong>de</strong> China wordt niet in<br />
zijn groote beteekenis gezien, zoodat gezichtsbedrog ontstaat. Wij mogen een<br />
<strong>de</strong>rgelijke perio<strong>de</strong> niet verwaarloozen wijl <strong>de</strong>ze niet direct onze belangen raakt; dit<br />
is zelfbedrog. Alle tijdperken zijn volgens hem gelijkwaardig.<br />
De geschie<strong>de</strong>nis is <strong>voor</strong> hem geen afspiegeling van een gelei<strong>de</strong>lijken <strong>voor</strong>uitgang<br />
<strong>de</strong>r menschheid. Ook heeft <strong>de</strong> menschheid geen bepaald doel. Ze is een begrip<br />
zon<strong>de</strong>r inhoud. Vooral in dit ge<strong>de</strong>elte van het werk komt Spengler's scepticisme<br />
naar voren.<br />
Een noodlottige overgang, die Europa nu achter <strong>de</strong>n rug heeft, is die van cultuur<br />
tot beschaving. De mogelijkhe<strong>de</strong>n van kunst, staatvorming, wetenschap en<br />
wijsbegeerte acht hij uitgeput. De cultuur, <strong>de</strong> ontwikkeling en vorming <strong>de</strong>r menschheid<br />
van uit <strong>de</strong>n oertoestand heeft haar einddoel bereikt. Een on<strong>de</strong>rgang moet volgen.<br />
Alle culturen zullen, <strong>voor</strong>spelt Spengler met besliste zekerheid, <strong>de</strong>zen weg gaan.<br />
Thans verkeert Europa in dit stadium. Het heeft geen ziel meer, slechts een<br />
analyseerend vernuft, zon<strong>de</strong>r nieuwe aspecten.<br />
Slechts zeer schetsmatig kan ik hier <strong>de</strong>n inhoud van dit werk weergeven, dat twee<br />
<strong>de</strong>elen zal beslaan en waarvan pas het eerste is verschenen. Kritiek op een werk<br />
als dit uitoefenen is ondoenlijk, daar het boek zich zoowel op het gebied <strong>de</strong>r<br />
geschie<strong>de</strong>nis, natuurwetenschap, wijsbegeerte als op dat <strong>de</strong>r wiskun<strong>de</strong> en<br />
kunsthistorie beweegt. Enkele opmerkingen echter, indrukken bij <strong>de</strong> lezing opgedaan,<br />
mogen hier ter meer<strong>de</strong>re oriëntatie volgen. Men heeft in Duitschland reeds een<br />
vergelijking gemaakt tusschen dit werk en Chamberlain's ‘Grundlagen <strong>de</strong>s 19.<br />
Jahrhun<strong>de</strong>rts’.<br />
Indachtig aan dit werk heeft men Spengler's werk genoemd: ‘die Grundlagen <strong>de</strong>s<br />
<strong>20</strong>. Jahrhun<strong>de</strong>rts’. Eenigszins geeft <strong>de</strong>ze titel een juiste karakteristiek. Want dit<br />
werk, dat geheel nieuwe <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n wil verkondigen (wat het ook in<strong>de</strong>rdaad dikwijls<br />
doet), het on<strong>de</strong>rneemt een geheel nieuwe metho<strong>de</strong> <strong>de</strong>r geschie<strong>de</strong>nis te grondvesten,<br />
stijgt niet boven zijn tijd uit, komt mij <strong>voor</strong> geen werk <strong>de</strong>r toekomst te zijn - slechts<br />
scherper dan an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>n chaos van het tegenwoordig geestelijk leven te doen<br />
voelen.<br />
Spengler ziet zijn tijd met <strong>de</strong>n blik van Nietzsche (wiens worsteling ook was, hier<br />
boven uit te stijgen) - hij ontleedt ons <strong>de</strong> débacle, speurt met zijn rijk vernuft en op<br />
vaak grootsche wijze <strong>de</strong> oorzaken na - doch brengt ons niet ver<strong>de</strong>r.<br />
1) Fragment hiervan vindt men in zijn nagelaten werk, zie ‘Ueber die letzten Dinge’, p. 111-130.<br />
<strong>Den</strong> <strong>Gul<strong>de</strong>n</strong> <strong>Winckel</strong>. <strong>Jaargang</strong> <strong>20</strong>