pdf 1 - exhibitions international
pdf 1 - exhibitions international
pdf 1 - exhibitions international
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
GENT EN DE STADSFOTOGRAFIE<br />
VAN DE NEGENTIENDE EEUW<br />
Steven Jacobs<br />
In de populaire verbeelding van de<br />
negentiende eeuw werd Gent blijkbaar<br />
gekoesterd. De stad genereerde<br />
een fascinerende protofotografische<br />
en fotografische beeldproductie.<br />
Zo was er al in het midden<br />
van de jaren 1830 een voorstelling<br />
te zien van ‘le bassin central<br />
du commerce à Gand’ in het beroemde<br />
diorama van fotopionier<br />
Daguerre te Parijs.1 Dat was nog<br />
maar een begin.<br />
— De vroegste fotografische<br />
beelden van Gent<br />
Toen Daguerre enkele jaren later zijn baanbrekende<br />
fotografische procedé introduceerde,<br />
bleek de soliditeit van de gebouwde<br />
stedelijke omgeving in het daglicht een<br />
bijzonder geschikt motief te zijn. De trage<br />
fotosensitieve materialen stimuleerden immers<br />
enerzijds opnamen in de openlucht,<br />
terwijl ze anderzijds de registratie van bewegende<br />
onderwerpen zo goed als onmogelijk<br />
maakten. Ook Gent werd spoedig door<br />
daguerreotypisten geëxploreerd. Reeds in<br />
oktober 1839 bracht de lokale pers verslag<br />
uit van een Séance photographique waarbij<br />
de fotopioniers Braga en Pelizzaro vanuit<br />
een woning op de Ajuinlei enkele daguerreotypieën<br />
vervaardigden. Slechts van één van<br />
deze alleroudste fotografische opnamen van<br />
Gent bestaat nog een origineel. Andere<br />
beelden uit deze sessie zijn via reproducties<br />
overgeleverd.2 Ze tonen onder meer<br />
een gezicht op de Sint-Niklaaskerk, waarvan<br />
de vieringtoren en het bovenste gedeelte<br />
van een zijgevel uitsteken boven<br />
de huizen van de stad. [afb.1] De opstelling<br />
vanuit een raam op een hoger gelegen verdieping<br />
of dakgoot is typerend voor de<br />
nieuwe aanpak van de vroege fotografie.<br />
Omdat de nauwe straatjes vaak te duister<br />
waren, werd er gekozen voor een panoramische<br />
blik, die vaak willens nillens afweek<br />
van allerhande conventionele compositorische<br />
regels. In deze vroege fotografische<br />
stadsbeelden verschijnt het grillige ritme<br />
van daken en schoorstenen soms nadrukkelijker<br />
in beeld dan de grote stedelijke<br />
monumenten. Daarnaast valt het arbitraire<br />
karakter van de grenzen van het beeldvlak<br />
op — een specifiek fotografisch gegeven.<br />
Met deze voorkeur voor vergezichten worden<br />
de belangrijke monumenten van de<br />
stad een onderdeel van een groter geheel,<br />
dat ook ontelbare banale gebouwen omvat.<br />
[22]<br />
De vroege stadsfotografie markeert hier<br />
onmiskenbaar een cesuur in de geschiedenis<br />
van de visualisering van de stad. Zij wijkt<br />
immers af van het merendeel van oudere<br />
picturale en grafische topografische beelden,<br />
die zich vooral op specifieke monumenten<br />
als stedelijke herkenningspunten<br />
toespitsten. Ook de vroege daguerreotypieën<br />
van Gent maken duidelijk dat<br />
de fotografie geen gebruik maakt van<br />
dit selectieve of hiërarchische principe.<br />
Integendeel, ze presenteert zich als een<br />
bemiddelaarster die alle onderdelen op<br />
een gelijkwaardige manier benadert en<br />
behandelt.<br />
— Britse en Franse fotografen<br />
van Gent<br />
Tijdens de daaropvolgende decennia werd<br />
Gent ook in beeld gebracht door canonieke<br />
figuren uit de Britse en Franse fotogeschiedenis,<br />
zoals John Muir Wood en<br />
de gebroeders Bisson en Adolphe Braun.<br />
Hun beelden kaderen onmiskenbaar in de<br />
ontluikende toeristische industrie, die onlosmakelijk<br />
is verbonden met nieuwe vormen<br />
van industriële beeldproductie. Gent<br />
groeide daarbij uit tot een obligate halte<br />
op de Grand Tour voor Britse reizigers.<br />
Ook de romantische belangstelling voor de<br />
middeleeuwen wakkerde de interesse aan<br />
voor de historische stad met zijn beroemde<br />
torens, het Gravensteen en de pittoreske<br />
kanalen, waarvan er vele in de latere negentiende<br />
eeuw bij de stadssanering werden<br />
gedempt. Beelden uit de eerste decennia<br />
van de Gentse fotogeschiedenis wijzen de<br />
huidige Gentenaar vaak op de etymologische<br />
oorsprong van straatnamen als Ottogracht<br />
of Oude Houtlei. Foto’s van deze<br />
plaatsen laten zien dat Gent toen een stad<br />
vol zichtbare leien, grachten en kanalen<br />
was. In de zomer van 1847 werd de stad<br />
bezocht door twee leden van de Edinburgh<br />
Calotype Club, John Muir Wood en George<br />
Moir. Vooral de opnamen van John Muir<br />
Wood, die in zijn dagboek noteerde dat hij<br />
in Gent verschillende Britse architecten ontmoette<br />
die er calotypieën maakten, bieden<br />
bijzonder waardevolle informatie. Ze tonen<br />
de stad immers vóór de grote stedelijke<br />
transformaties: het door woonhuizen ingesloten<br />
belfort met de oude houten torenspits<br />
[afb.2], het stadhuis met de zogenaamde<br />
Napoleontrap en het nog volledig<br />
door aanbouwsels ingesloten Gravensteen.<br />
De foto van het Gravensteen is een typisch