wegingen overwelfd of gedempt — vooral na de vernietigende cholera-epidemie van 1866. Niet zelden leidt een dergelijke sanering tot de transformatie van integrale stadswijken. Zo’n sanering biedt ook een uitgelezen kans om het verleden van de stad op een nieuwe en ongeziene manier in het stadsbeeld in te metselen. Zo geeft de overwelving van de Reep tussen 1884 en 1886 aanleiding tot het Zollikofer de Vigneplan. Dat wil niet alleen een einde maken aan de talrijke overstromingen in de volkse wijken rondom de Nederschelde, maar beoogt meteen ook een monumentale verbinding te leggen tussen het Zuidstation en het historische stadscentrum, om de binnenstad aan te passen aan de eisen van moderne vormen van mobiliteit. De stad geeft zich rekenschap van de noodzaak van dergelijke stadssaneringen en grijpt de gelegenheid aan om de enscenering van de Gentse kroonjuwelen bij te stellen. Vanaf 1896, onder het burgemeesterschap van Braun, wordt de Kuip van Gent grondig gesaneerd en worden alle torens, het Gravensteen, de Lakenhalle en het Geraard de Duivelsteen ontdaan van de vele parasitaire aanbouwsels die er zich in de loop der tijden tegenaan hebben geschurkt. Het historisch blazoen van de stad wordt opgepoetst tot het volledig past in de dubbelzinnige logica om een gemoderniseerd paradigma van stedelijkheid als authentiek te etaleren. De spreidstand tussen een ongebreideld vooruitgangsdenken en een buitensporige obsessie voor de reconstructie van het historisch patrimonium wordt tijdens de wereldtentoonstelling van 1913 op de spits gedreven. Op een boogscheut van de Hal der Machines, waar de nieuwste technologieën worden tentoongesteld in een art-nouveaugebouw van Geo Henderick, ligt Oud Vlaanderen. Deze evocatie van de Vlaamse middeleeuwse stad van de hand van architect Valentin Vaerwijck is de veruiterlijking van de identiteit die een stad als Gent zich wil aanmeten, zonder in te boeten op het vlak van technologische innovatie. Dezelfde ambiguïteit is ook steeds explicieter te zien buiten de tentoonstellingssite. In tal van gebouwen en projecten op andere plaatsen in de stad speelt de dualiteit tussen hedendaagse innovatie en historisch bewustzijn op. Het Sint-Pietersstation, het Postgebouw op de Korenmarkt, de Sint-Michielshelling, de Vlaamse [39] Schouwburg, het nieuwe Conservatorium...: allemaal moeten zij enerzijds de grandeur van Gent als hedendaagse stad, voorzien van alle modern comfort, onderstrepen. Maar op hetzelfde moment worden ze mee ingeschakeld om het beeld van het middeleeuwse, pittoreske Gent te construeren. Het Gent waar Sacré werd geboren, is hiermee fundamenteel veranderd. De stad is niet alleen letterlijk uit haar voegen gebarsten. Ook haar omgang met het verleden is wezenlijk anders. Terwijl het Musée Lapidaire zich nog op de enclave van de Sint-Baafssite ingroef om de sporen van de Gentse geschiedenis tegen de oprukkende moderniteit te beschermen, lijken diezelfde sporen in zijn laatste levensjaren steeds vaker uit hun context gerukt te worden. In tal van nieuwe prestigieuze architectuurprojecten wordt dan ook kwistig met middeleeuwse ornamentiek gegoocheld om de moderniteit als een paard van Troje in het historische stadsbeeld te loodsen. Voor deze tekst werd gebruik gemaakt van de volgende publicaties: Cleppe B. & P. Uyttenhove, Infrastructuur en stedenbouw, in: Boone, M. & G. Deneckere (red.), Gent, stad van alle tijden, Gent, 2010, p. 200-249. Coene A. & M. De Raedt, Bijdragen tot de stadsontwikkeling van Gent: 1560 1990. Gent, 1990. Deseijn G., Gids voor oud Gent, Antwerpen, 2008. Dambruyne J., A. Rambaut et al., Een stad in opbouw. 2: Gent van 1540 tot de wereldtentoonstelling van 1913, Tielt, 1992. De Kooning M., M. Hendryckx, & B. Verschaffel, Gent, de gedeelde stad, Brugge, 1990. Lacoere P., M.C. Laleman, & M. Steyvers, Gent Gisteren. Gent, 2000.
2] Edmond Sacré. Twee portretten van Oré De Grave (1827-1916), griffier van de provincie Oost-Vlaanderen, s.d. (De Zwarte Doos — Stadsarchief Ge [40]
- Page 1: Edmond Sacré Portret van een stad
- Page 4 and 5: VOORWOORD Lieven Decaluwe [7] INLEI
- Page 6 and 7: Edmond Sacré. Cataloniëstraat met
- Page 8 and 9: Edmond Sacré. Poortgebouw van het
- Page 10 and 11: GENT EN DE STADSFOTOGRAFIE VAN DE N
- Page 12 and 13: [3] Louis-Auguste en Auguste-Rosali
- Page 14 and 15: [5] Charles D’Hoy. Dominicanenker
- Page 16 and 17: fotografen vormen een perfecte indi
- Page 20 and 21: EDMOND SACRÉ, FOTOGRAAF VAN GENT E
- Page 22 and 23: die van de glasplaat. Hij spreekt m
- Page 24 and 25: Eén beeld: gebald, overduidelijk,
- Page 26 and 27: Edmond Sacré, bekend fotograaf, wa
- Page 28 and 29: [11] Edmond Sacré. Achterkant van
- Page 30 and 31: canonieke toeristische wandelingen
- Page 32 and 33: Refectorium in de Sint-Baafsabdij,
- Page 34 and 35: Korte Dagsteeg, hoek Saghermansstra
- Page 36 and 37: Constant Montald (1862-1944), kunst
- Page 38 and 39: Houtdok, ca. 1881 160 × 230 mm, co
- Page 40 and 41: Verbreding van de doorgang aan het
- Page 42 and 43: [244]