29.08.2013 Views

De in beginsel strakke regel - Houthoff Buruma

De in beginsel strakke regel - Houthoff Buruma

De in beginsel strakke regel - Houthoff Buruma

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

‘(…) alle gronden die de appellant aanvoert ten betoge dat<br />

de bestreden uitspraak behoort te worden vernietigd (…)’.<br />

Enige jaren later blijkt dat de consequenties van deze def<strong>in</strong>itie<br />

zich niet beperken tot de tim<strong>in</strong>g van nieuwe weren van appellanten.<br />

8 Doortrekken van de eerste lijn: strakheid alom<br />

In de zaak Willemsen c.s./NOM komt de Hoge Raad<br />

opnieuw voor de vraag te staan of een vermeerder<strong>in</strong>g van de<br />

grondslag van de eis ook nog na memorie van grieven kan worden<br />

gedaan. Uit oudere rechtspraak volgde, zo bleek hiervoor,<br />

dat de goede procesorde hier maatgevend was op een wijze<br />

zoals die ook voor nieuwe feiten gold, hetgeen een bevestigende<br />

beantwoord<strong>in</strong>g zou rechtvaardigen. <strong>De</strong> Hoge Raad vangt<br />

zijn overweg<strong>in</strong>gen aan met het aanhalen van de hiervoor<br />

genoemde def<strong>in</strong>itie van het begrip grief en van de <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel<br />

<strong>strakke</strong> <strong>regel</strong> van het grievenstelsel: grieven dienen <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel<br />

bij eerste memorie te worden aangevoerd. <strong>De</strong> Hoge Raad vervolgt:<br />

38<br />

‘Dit stelsel hangt samen met het feit dat het debat <strong>in</strong> hoger<br />

beroep voortbouwt op hetgeen <strong>in</strong> eerste aanleg is geschied<br />

en <strong>in</strong> zoverre ten opzichte van de eerste aanleg als voortgezette<br />

<strong>in</strong>stantie heeft te gelden. In het belang van de concentratie<br />

van het debat en van een spoedige afdoen<strong>in</strong>g van<br />

het geschil, mag <strong>in</strong> dit licht van appellant <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel worden<br />

verlangd dat hij <strong>in</strong> zijn conclusie van eis (memorie van<br />

grieven) aanstonds niet alleen al zijn bezwaren tegen de<br />

besliss<strong>in</strong>gen van de lagere rechter aanvoert, maar ook de<br />

nieuwe feiten of stell<strong>in</strong>gen naar voren brengt waarop hij<br />

zich <strong>in</strong> appel mede wenst te beroepen.<br />

Het vorenstaande betekent mede dat de <strong>in</strong> art. 347 lid 1<br />

Rv. besloten twee-conclusie-<strong>regel</strong> ook de – <strong>in</strong>gevolge<br />

art. 130 lid 1 <strong>in</strong> verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met art. 353 lid 1 Rv. – aan de<br />

oorspronkelijk eiser toekomende bevoegdheid tot verander<strong>in</strong>g<br />

of vermeerder<strong>in</strong>g van zijn eis, <strong>in</strong> hoger beroep beperkt<br />

<strong>in</strong> die z<strong>in</strong> dat hij <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel zijn eis slechts kan veranderen<br />

of vermeerderen niet later dan <strong>in</strong> zijn memorie van grieven<br />

of van antwoord. Dit geldt ook als de vermeerder<strong>in</strong>g van<br />

eis slechts betrekk<strong>in</strong>g heeft op de grondslag van hetgeen ter<br />

toelicht<strong>in</strong>g van de vorder<strong>in</strong>g door de oorspronkelijk eiser<br />

is gesteld.’<br />

Uit deze overweg<strong>in</strong>gen volgt dat appellant niet alleen bezwaren<br />

tegen besliss<strong>in</strong>gen uit de uitspraak waarvan beroep en<br />

nieuwe weren, maar ook wijzig<strong>in</strong>gen van (de grondslag van) de<br />

eis <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel uiterlijk bij memorie van grieven moet aanvoeren.<br />

Al deze argumenten zullen strekken tot het verkrijgen van<br />

een ander dictum dan dat van de aangevallen uitspraak en derhalve<br />

tot vernietig<strong>in</strong>g daarvan. Al deze argumenten kwalificeren<br />

dus als grief volgens de daarvan door de Hoge Raad gegeven<br />

def<strong>in</strong>itie en worden bestreken door de <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel <strong>strakke</strong><br />

<strong>regel</strong>.<br />

38. HR 20 juni 2008 (Willemsen c.s./NOM), LJN BC4959, NJ 2009, 21,<br />

r.o. 4.2.3-4.2.4.<br />

76 T C R 2 0 1 2 , n u m m e r 3<br />

Indien geïntimeerde zijn eis wijzigt, wil hij een ander dictum<br />

dan dat van de aangevallen uitspraak en strekt deze eiswijzig<strong>in</strong>g<br />

– behalve, strikt genomen, bij een zuivere vermeerder<strong>in</strong>g<br />

van de grondslag van de eis – tot vernietig<strong>in</strong>g van die uitspraak.<br />

Dit betekent dat de eiswijzig<strong>in</strong>g tevens een <strong>in</strong>cidentele<br />

grief vormt en een <strong>in</strong>cidenteel appel <strong>in</strong>houdt. Dat een dergelijke<br />

eiswijzig<strong>in</strong>g uiterlijk bij memorie van antwoord dient te<br />

worden gedaan, zoals de Hoge Raad expliciet heeft beslist, kan<br />

nog rechtstreeks uit de <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel <strong>strakke</strong> <strong>regel</strong> worden verklaard.<br />

Anders ligt dit bij de zuivere grondslagwijzig<strong>in</strong>g zijdens<br />

geïntimeerde, waarvan de Hoge Raad eveneens expliciet heeft<br />

beslist dat deze uiterlijk bij memorie van antwoord moet worden<br />

gedaan. Zo’n grondslagwijzig<strong>in</strong>g strekt immers tot hetzelfde<br />

dictum als dat van de uitspraak van de eerste rechter en dus<br />

niet tot vernietig<strong>in</strong>g daarvan. Niettem<strong>in</strong> lijkt het allesz<strong>in</strong>s<br />

gerechtvaardigd een dergelijk nieuw argument aan dezelfde<br />

temporele grenzen te onderwerpen als de nieuwe argumenten<br />

die tot een ander dictum strekken. 39 Bij grondslagwijzig<strong>in</strong>g<br />

gaat het immers om een nieuw, zelfstandig argument dat het<br />

beoogde (bekrachtigen van het) dictum zelfstandig moet kunnen<br />

dragen. Qua betekenis doet zo’n argument niet onder<br />

voor een grief.<br />

Hetzelfde geldt voor de nieuwe weer van geïntimeerde.<br />

Willemsen c.s./NOM gaf hierover geen uitsluitsel, maar het<br />

zou opmerkelijk zijn als op dit type nieuw argument <strong>in</strong> appel<br />

ondanks de betekenis ervan de <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel <strong>strakke</strong> <strong>regel</strong> niet<br />

ook toepasselijk zou zijn. Bakels e.a. lijken te menen dat <strong>in</strong><br />

Willemsen c.s./NOM reeds een bevestig<strong>in</strong>g van dit standpunt<br />

besloten ligt, waar zij schrijven dat de Hoge Raad <strong>in</strong> dat arrest<br />

‘zijn uitleg van het begrip grief [heeft] (her)bevestigd en deze<br />

bovendien [heeft] doorgetrokken naar alle nova <strong>in</strong> appel.’ 40<br />

Inmiddels heeft de Hoge Raad <strong>in</strong> het arrest Doornenbal/Van<br />

der Spek geoordeeld dat 41<br />

‘(…) zoals is beslist <strong>in</strong> HR 20 juni 2008, LJN BC4959, NJ<br />

2009/21 en 19 juni 2009, LJN BI8771, NJ 2010/154 met<br />

betrekk<strong>in</strong>g tot het tijdstip waarop <strong>in</strong> hoger beroep grieven<br />

dienen te worden aangevoerd en een wijzig<strong>in</strong>g van eis<br />

dient plaats te v<strong>in</strong>den, ook voor verweren die door de geïntimeerde<br />

worden aangevoerd tegen de vorder<strong>in</strong>g van de<br />

oorspronkelijke eiser, geldt dat uitbreid<strong>in</strong>g daarvan dient<br />

plaats te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de eerste conclusie <strong>in</strong> hoger beroep.<br />

Nadat de <strong>in</strong> art. 347 lid 1 Rv. genoemde conclusies zijn<br />

genomen, is de mogelijkheid daartoe beperkt tot de uitzonder<strong>in</strong>gen<br />

die zijn genoemd <strong>in</strong> beide voormelde arresten.’<br />

Het doortrekken van de <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel <strong>strakke</strong> <strong>regel</strong> naar alle wijzig<strong>in</strong>gen<br />

van (de gronden van) de eis en nieuwe weren juich ik<br />

39. Aldus ook Ynzonides en Van Geuns, Burgerlijke Rechtsvorder<strong>in</strong>g (losbl.),<br />

art. 347, aant. 18.<br />

40. Bakels e.a. 2009, nr. 90. M<strong>in</strong>der helder over de temporele begrenz<strong>in</strong>g van<br />

nieuwe weren van geïntimeerde nr. 169. Vgl. Ynzonides en Van Geuns,<br />

Burgerlijke Rechtsvorder<strong>in</strong>g (losbl.), art. 349, aant. 2; Valk 2009, p. 34,<br />

nt. 26.<br />

41. HR 9 december 2011 (Doornenbal/Van der Spek), LJN BR2045, RvdW<br />

2012, 1543, rov. 3.4.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!