Als jeugd en toekomst telt, augustus 2011 - Nederlands Jeugdinstituut
Als jeugd en toekomst telt, augustus 2011 - Nederlands Jeugdinstituut
Als jeugd en toekomst telt, augustus 2011 - Nederlands Jeugdinstituut
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
professionals. Het uiteindelijke doel is dat de <strong>jeugd</strong>ig<strong>en</strong> veilig kunn<strong>en</strong> opgroei<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich gezond kunn<strong>en</strong><br />
ontwikkel<strong>en</strong>.<br />
Elk plan tot herstel dat niet in wez<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong> wordt door de belangrijkste gezinsled<strong>en</strong>, is gedoemd te<br />
mislukk<strong>en</strong>. Er is steeds meer wet<strong>en</strong>schappelijk - <strong>en</strong> vooral praktijkonderzoek die deze stelling onderbouwt.<br />
In voorwaardelijke zin vraagt dat om het opbouw<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>srelatie met zo’n gezin<br />
(regelmatig pres<strong>en</strong>t zijn) om te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> maatwerkplan. Zo’n relatie opbouw<strong>en</strong> gebeurt altijd vanuit<br />
twee kernwaard<strong>en</strong>: gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> (je b<strong>en</strong>t daar als professional nam<strong>en</strong>s de maatschappij: normatief, de<br />
wet), <strong>en</strong> met begrip voor het feit dat de volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> gezinsled<strong>en</strong> de situatie niet meer beheers<strong>en</strong><br />
(empathie).<br />
Dat de coördinatie van de zorg aan één professional is opgedrag<strong>en</strong>, betek<strong>en</strong>t natuurlijk niet dat andere<br />
professionals <strong>en</strong> instanties achterover kunn<strong>en</strong> leun<strong>en</strong>. De eig<strong>en</strong> professionele <strong>en</strong> maatschappelijke<br />
verantwoordelijkheid br<strong>en</strong>gt met zich dat instanties – <strong>en</strong> daarmee ook professionals – de plicht hebb<strong>en</strong><br />
om sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>. De 1 gezin/1plan aanpak is dus niet vrijblijv<strong>en</strong>d. Organisaties moet<strong>en</strong> beseff<strong>en</strong> dat<br />
ze e<strong>en</strong> stukje zegg<strong>en</strong>schap over hun medewerkers afstaan <strong>en</strong> inbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in de aanpak 1 gezin, 1 plan.<br />
Tev<strong>en</strong>s moet het e<strong>en</strong> professional zijn met bevoegdheid c.q. mandaat.<br />
Op het mom<strong>en</strong>t dat er sprake is van e<strong>en</strong> gezin met zeer complexe problem<strong>en</strong>, als de veiligheid in het<br />
geding is <strong>en</strong>/of als kinder<strong>en</strong> overlast veroorzak<strong>en</strong> of afglijd<strong>en</strong> naar criminaliteit, heeft de <strong>jeugd</strong>- <strong>en</strong><br />
gezinswerker de verantwoordelijkheid om in te grijp<strong>en</strong>. Waar nodig met drang <strong>en</strong> dwang. Ook dan vormt<br />
de gezinsgerichte aanpak het uitgangspunt <strong>en</strong> wordt de eig<strong>en</strong> kracht b<strong>en</strong>ut. Waar nodig is de inzet van<br />
gespecialiseerde ambulante hulpverl<strong>en</strong>ers mogelijk. In dat geval blijft de <strong>jeugd</strong>- <strong>en</strong> gezinswerker wel<br />
betrokk<strong>en</strong> als coördinator van zorg <strong>en</strong> continueert hij/zij zo nodig de ondersteuning wanneer de specialist<br />
weer vertrokk<strong>en</strong> is.<br />
Omdat de aard van de b<strong>en</strong>odigde hulp aan kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> opvoeders waarbij er sprake is van e<strong>en</strong><br />
ondertoezichtstelling (<strong>en</strong> <strong>jeugd</strong>reclasseringmaatregel) niet wez<strong>en</strong>lijk verschilt van (reeds aanwezige)<br />
hulpverl<strong>en</strong>ing, is de overgang vloei<strong>en</strong>d. In alle gevall<strong>en</strong> wordt gezorgd voor afstemming met het (speciaal)<br />
onderwijs, zodat – waar mogelijk – de <strong>jeugd</strong>ige (in zijn eig<strong>en</strong> omgeving) kan blijv<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>.<br />
Interv<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>iveaus<br />
De Dr<strong>en</strong>tse pilot Jeugd onderscheidt zev<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />
“interv<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>iveaus” die voor alle (vijf) te onderscheid<strong>en</strong> opvoedmilieus<br />
Toetsste<strong>en</strong><br />
(in kwantitatieve zin) hetzelfde zijn. De <strong>jeugd</strong>- <strong>en</strong> gezinswerker(s) sluit Kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong><br />
aan op (de zichtbare schakels met) de primaire opvoedmilieus. Voor<br />
vrijwel elk gezin zijn dit de ontmoetingsplaats<strong>en</strong> in het dagelijkse lev<strong>en</strong>:<br />
thuis, de straat, buurt, wijk, school, sportver<strong>en</strong>iging, etc. Bij de<br />
uitwerking daarvan is het principe van (kost<strong>en</strong>-)effectiviteit leid<strong>en</strong>d. Dit<br />
niet méér ondersteuning dan<br />
daadwerkelijk nodig.<br />
wil zegg<strong>en</strong>, dat kinder<strong>en</strong>/gezinn<strong>en</strong> niet méér ondersteuning krijg<strong>en</strong> dan daadwerkelijk nodig is.<br />
Met behulp van het navolg<strong>en</strong>de schema 21 zijn de activiteit<strong>en</strong> op het gebied van Positief Opgroei<strong>en</strong> van de<br />
belangrijkste CJG-partners <strong>en</strong> de gespecialiseerde aanbieders van <strong>jeugd</strong>- <strong>en</strong> opvoedhulp aan elkaar<br />
gerelateerd. Dit principe kan word<strong>en</strong> toegepast op alle (vijf) te onderscheid<strong>en</strong> opvoedingsmilieus:<br />
o Gezin <strong>en</strong> omgeving (buurt, sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, etc.)<br />
o Kinderopvang <strong>en</strong> peuterspeelzal<strong>en</strong><br />
o Primair onderwijs<br />
o Buit<strong>en</strong>schoolse opvang<br />
o Voortgezet onderwijs<br />
In geval het jonger<strong>en</strong> betreft die in het geheel ge<strong>en</strong> woonsituatie meer hebb<strong>en</strong> (maatschappelijke isolatie)<br />
zal de betrokk<strong>en</strong>heid van geme<strong>en</strong>telijke functies als leerplicht <strong>en</strong> wijkag<strong>en</strong>t<strong>en</strong> groter word<strong>en</strong> <strong>en</strong> is<br />
(afhankelijk van het geme<strong>en</strong>tebeleid) ondersteuning vanuit daarvoor aangewez<strong>en</strong> aanbieders aan de orde<br />
21 Bijlage 3 bevat – in de vorm van e<strong>en</strong> meer gespecificeerde schema’s per opvoedmilieu – e<strong>en</strong> uitwerking (op hoofdlijn<strong>en</strong>) van het<br />
bov<strong>en</strong>staande. Deze schema’s vermeld<strong>en</strong> vooral in kwantitatieve zin (voorbeeld<strong>en</strong> van) programma’s. Deze schema’s zijn bedoeld als<br />
handreiking voor wat mogelijk is. Omdat lokaal <strong>en</strong>/of regionaal gezi<strong>en</strong> zijn de verschill<strong>en</strong> wat betreft het beschikbare aanbod (nog)<br />
groot zijn is verstandig aan te sluit<strong>en</strong> bij wat ontwikkeld is <strong>en</strong> te behoud<strong>en</strong> wordt “wat goed werkt”.<br />
21