5. Verkennende windstudie Eemshaven - Provincie Groningen

2 BELEIDSKADER DUURZAME ENERGIE
Pondera Consult
Eén van de doelstellingen van het nationale en internationale milieubeleid is het beperken van
de uitstoot van broeikasgassen, zoals kooldioxide (CO2) en om het aandeel energie uit
hernieuwbare bronnen te vergroten. In dit hoofdstuk wordt op hoofdlijnen het beleidskader
geschetst dat relevant is voor windenergie en de functies van het plangebied.
2.1 EU- en rijksdoelstellingen
Ten gevolge van onder meer de uitstoot van broeikasgassen treedt wereldwijd
klimaatverandering op. Een deel van deze broeikasgassen komt vrij bij de verbranding van
fossiele brandstoffen voor het opwekken van energie. De EU en het Rijk streven ernaar
klimaatverandering te beperken door de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. In Cancun
is internationaal overeengekomen de klimaatopwarming te beperken tot een wereldwijd
gemiddelde temperatuurstijging van maximaal 2 0 C. Door voor de opwekking van energie over te
stappen op hernieuwbare (of duurzame) energiebronnen waarbij bij de opwekking van energie
geen of minder broeikasgassen vrijkomen, kan de uitstoot worden verminderd. Een andere
grond om het aandeel energie uit hernieuwbare energiebronnen te vergroten is de eindigheid
van fossiele brandstoffen en het gegeven dat deze met name buiten Europa beschikbaar zijn en
derhalve er een belangrijke afhankelijkheid bestaat van regio’s, waaronder politiek instabiele,
buiten Europa.
De Europese Unie heeft ten aanzien van hernieuwbare energiebronnen een taakstelling
vastgelegd in richtlijn 2009/28/EG ‘Richtlijn ter bevordering van het gebruik van energie uit
hernieuwbare bronnen’. Voor Nederland is hierin als taakstelling gesteld dat 14% van het
energieverbruik in 2020 uit hernieuwbare bronnen dient te zijn opgewekt. Het kabinet Rutte II
hanteert een hogere doelstelling van 16% voor 2020.
Windenergie is voor Nederland één van de belangrijkste bronnen van duurzame energie, gezien
de klimatologische en geografische condities. Wind is overvloedig aanwezig, en andere
bronnen als waterkracht en zonne-energie, kunnen slechts beperkt als bron van energie worden
benut. Windenergie op land heeft daarbij een beleidsmatige voorkeur als één van de
technologieën voor het bereiken van de Europese taakstelling voor de korte termijn aangezien
dit een significante bijdrage kan leveren en relatief kosteneffectief is in vergelijk met andere
opties.
Voor windenergie op land heeft het Rijk een doelstelling gesteld van 6.000MW opgesteld
vermogen gerealiseerd op land in 2020, onder meer bevestigd in het Energierapport 2011 van
het ministerie van EL&I (juni 2011). Op dit moment is er in Nederland 2.245 MW geïnstalleerd
aan windenergie, waarvan 2.017 MW op land. Het Rijk zet in op concentratie van windturbines
in grootschalige windparken. De aanwijzing hiervan geschiedt onder meer via de Structuurvisie
Wind op Land die op dit moment in voorbereiding is. Het plangebied van Eemshaven is één van
de locaties die in het onderzoek ten behoeve van deze structuurvisie wordt betrokken. De
locatie ligt binnen de gebieden die als kansrijk zijn aangemerkt voor grootschalige opwekking
van windenergie in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.
Verkennende windstudie Eemshaven | 712016
3
29 maart 2013 | Definitief