MOOI GRONINGEN! - Provincie Groningen

maatschappelijk gezien sprake van een verschuiving
van productiefuncties naar alle andere functies die in
de collectieve waarden verenigd zijn.
Je kunt niet over het landschap spreken. Groningen
op zich heeft al veel soorten landschappen die je ook
op eigen merites, eigen kwaliteiten moet bekijken.
Hetzelfde geldt voor de landbouw. Een akkerbouwbedrijf
is echt iets anders dan een melkveehouderij of
tuinbouw, kassenbouw, etc.
Als naar die relaties wordt gekeken, dient men niet
te vluchten in algemeenheden maar er heel specifiek
in te zijn: wat kan de ene vorm van landbouw in een
bepaald landschap wel aan en niet aan?
De rol van de landbouw is per streek en per gebiedscategorie
verschillend. Er zijn Nationale Landschappen,
waar Groningen één volwaardige van heeft en
nog wat hoekjes uit andere provincies. Daar zul je
met de landbouw andere zaken willen en kunnen.
Daarnaast is er de rest – onparlementair vaak ‘het
witte gebied’ genoemd door planologen. Daar heeft
de landbouw andere mogelijkheden en ook andere
rollen te spelen. Ten slotte zijn er in de landbouwontwikkeling
tegenwoordig ook de agro-industriële complexen
(bijv. varkensflats). Daarbij moet meer gedacht
worden aan een industrieterrein, aldus dhr. Klijn.
Er zijn vele drijvende krachten werkzaam in het landelijk
gebied. Dhr. Klijn toont een lijst van drijvende
krachten.
- demografie. Langzamerhand komt men zowel
op Europese schaal als op nationale en
provinciale schaal tot de ontdekking dat demografische
processen ook ruimtelijk gezien
belangrijk zijn. De bevolkingstoename vlakt
af, er ontstaat vergrijzing, iets wat ook in de
boerenstand een duidelijk fenomeen is.
- een trek van de kleine kernen naar de grote
steden. Het zijn krachten die werkzaam zijn
en blijven en die ook op het landschappelijk
gebruik hun effect hebben.
- urbanisatie, infrastructuur, recreatie
- wereldmarkt; EU landbouwpolitiek. Het afgelopen
jaar is er sprake van bepaalde sombere
voorspellingen ten aanzien van de landbouw
in Nederland. Het perspectief voor de melkveehouderij
en de akkerbouw zou gering zijn.
Dan is opeens te zien dat de wereldmarkt
een beweging maakt. De Chinezen willen
een betere voedselvoorziening, er is vraag
uit de andere Aziatische landen. Zo kan zo’n
sector toch ineens weer opvrolijken.
- gebruikerswensen van consumenten
- milieueisen
- omgang dieren, landschap
- energiebehoefte. Ook hier is te zien dat er in
een aantal jaren tijd een omslag heeft plaatsgevonden:
er is een klimaatprobleem en een
energieprobleem. Men vraagt zich af of de
landbouw niets aan de oplossing van deze
problemen kan bijdragen (windmolens, biomassa,
etc.)
- klimaat- en wateropgave
- technologie.
Wat staat de landbouw te wachten?
- marktliberalisatie
- uitstoot bedrijven, arbeid en schaalvergroting
- megabedrijven
- groene, blauwe diensten, energie
- de licence to produce is niet meer automatisch.
Landbouw heeft een maatschappelijke
functie en zal daarnaar moeten kijken en luisteren.
Dhr. Klijn toont een staafdiagram waarin de afname
van het aantal bedrijven en de schaalvergroting in
69
MOOI
GRONINGEN!