XV-5080 Gebruikers Handleiding - Roland
XV-5080 Gebruikers Handleiding - Roland
XV-5080 Gebruikers Handleiding - Roland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4. Patches programmeren<br />
Release Offset<br />
Met deze parameter kunt u de Release (“uiteinde”) van<br />
de TVA-Envelope (T4) sneller of trager maken als de<br />
toegewezen Tones/Partials te lang nazinderen of te<br />
abrupt stoppen. De uiteindelijke Release van een Patch<br />
is de optelsom van deze parameter met de T4-waarden<br />
van de aangesproken Tones/Partials.<br />
Velocity Sens<br />
(–63~+63) Hiermee kunt u de aanslaggevoeligheid van<br />
de aan de Patch toegewezen Tones veranderen. Als het<br />
volume/de klankkleur bij hard aangeslagen noten nog<br />
harder/feller moet zijn, moet u hier een positieve (+)<br />
waarde instellen. Kies een negatieve waarde (–) als u<br />
de Tones te sterk op verschillen in aanslag vindt reageren.<br />
De uiteindelijke aanslaggevoeligheid is de optelsom<br />
van deze waarde met de aanslaggevoeligheid van<br />
de aangesproken Tones.<br />
Tempo<br />
Clock Source<br />
Wanneer u “Clock Source” op PATCH zet, kunt u met<br />
deze parameter de te hanteren tempowaarde instellen.<br />
Deze tempowaarde wordt echter niet via MIDI OUT<br />
uitgestuurd, zodat u er geen externe instrumenten mee<br />
kunt synchroniseren.<br />
Kies SYSTEM om te zorgen dat de Patch het “System<br />
Tempo” overneemt of synchroon loopt met een via<br />
MIDI IN ontvangen MIDI Clock-signaal (dit kan met<br />
name belangrijk zijn voor bepaalde MFX-effecten).<br />
Tempo<br />
(20~250) Als u hierboven PATCH gekozen hebt, kunt<br />
u met deze parameter het tempo voor de geselecteerde<br />
Patch instellen.<br />
* De Patch Tempo-waarde wordt niet als MIDI Clock-data<br />
naar MIDI OUT gestuurd.<br />
Voice Priority<br />
Met deze parameter bepaalt u wat er gebeurt als de<br />
<strong>XV</strong>-<strong>5080</strong> niet meer voldoende polyfonie heeft om alle<br />
noten weer te geven (let wel: in het slechtste geval kunt<br />
u 128 stemmen : 4 Tones :4 golfvormen= 8 noten tegelijk<br />
spelen).<br />
LOUDEST: De noten met de grootste aanslagwaarde<br />
blijven klinken, terwijl de noten met de kleinste aanslagwaarde<br />
uitgeschakeld worden.<br />
114<br />
Last De laatst gespeelde noten hebben altijd voorrang.<br />
Desnoods worden dus “oudere” noten uitgeschakeld.<br />
Loudest In dit geval hebben de noten met de grootste aanslagwaarde<br />
voorrang. Zacht gespeelde noten worden<br />
dus uitgeschakeld als de polyfonie niet meer<br />
toereikend is.<br />
One Shot Mode<br />
(OFF, ON) Hiermee zorgt u dat alle Samples, die aan<br />
een Patch toegewezen zijn, die zich in de Loop-mode<br />
bevindt (blz. 135), samen worden afgespeeld (One<br />
Shot).<br />
* Deze functie is niet beschikbaar voor de interne golfvormen,<br />
noch voor de golfvormen op een eventueel geïnstalleerd<br />
Wave Expansion Board.<br />
* De Loop-instellingen kunt u niet voor elke Sample apart<br />
veranderen.<br />
(Patch) Control<br />
PATCH Common Control-pagina<br />
([PATCH] - [F2≈(Control)])<br />
Key Mode<br />
Key Assign<br />
Hiermee bepaalt u of de Patch polyfoon (POLY) of<br />
monofoon (MONO) gespeeld kan worden. MONO is<br />
handig voor solopartijen – en dan met name voor synthesizersolo’s<br />
of houtblazers e.d. Kies POLY als u<br />
akkoorden wilt spelen.<br />
Legato Switch<br />
(OFF, ON) Kies hier ON, wanneer u de Legato-functie<br />
wilt gebruiken, en OFF als dat niet het geval is. Legato<br />
werkt enkel wanneer u Key Assign op MONO gezet<br />
hebt. Wanneer u een noot speelt, terwijl u een andere<br />
toets ingedrukt houdt, gaat de ene noot in de andere<br />
over (d.w.z. de Envelope en de LFO van de eerste noot<br />
gaan gewoon door en worden dus niet opnieuw<br />
gestart). Deze functie is met name handig voor het<br />
simuleren van de Hammering-On techniek van gitaristen.<br />
Legato Retrigger<br />
“Legato Retrigger” kunt u enkel gebruiken wanneer u<br />
“Assign” op MONO en “Legato” op ON hebt gezet.<br />
Met deze parameter regelt u de “golfvorm-uitlezing”<br />
tijdens het spelen van gebonden noten (Legato). Kiest<br />
u hier ON, dan begint de golfvorm voor elke nieuwe<br />
noot vanaf het begin. Kiest u daarentegen OFF, dan<br />
loopt de golfvorm bij gebonden gespeelde noten<br />
gewoon door (terwijl de toonhoogte wel verandert),<br />
wat soms voor een onnatuurlijk geluid kan zorgen. In<br />
de regel kiest u het best ON.<br />
* Als u voor Legato Switch “OFF” kiest, wordt deze parameter<br />
genegeerd.