DE OPKOMST DER AMSTERDAMSE HAVEN - theobakker.net
DE OPKOMST DER AMSTERDAMSE HAVEN - theobakker.net
DE OPKOMST DER AMSTERDAMSE HAVEN - theobakker.net
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De opkomst der Amsterdamse haven<br />
<strong>DE</strong> VOLTREKKING <strong>DE</strong>R SENTENTIE VAN 1555 DOOR MR. SASBOUT<br />
Eerst op 25 juli 1556 gaf Mr. Arnoud Sasbout, ten verzoeke<br />
van Burgemeesteren, aan zijn opdracht gevolg 89 en verscheen<br />
hij met de Secretaris Filips van Uijtwijck als zijn adjunct op<br />
de Lastage. Sasbout trad nu doortastend en gestreng op en de<br />
ten uitvoerlegging van het vonnis van 11 mei ’55 was hem<br />
blijkbaar ernst. Terstond liet hij alle geërfden voor zich ontbieden,<br />
waarvan er op de voormiddag van de 26 ste 16 verschenen.<br />
Bij de ondervraging omtrent de hoogte van hun erven<br />
ten tijde van de ordonnantie van ‘45 hielden zij vol dat deze<br />
thans niet hoger waren; over het stellen van een peil verklaarden<br />
de langs de stadsvest gelegen geërfden zich niet te bekreunen<br />
als zij maar de hoogte van ’45 konden behouden. De<br />
lieden die aan de Nieuwe Gracht gelegen waren verklaarden<br />
dat een te stellen peil hun inziens een algemeen peil moest<br />
zijn, waardoor deze achtergelegen erven zouden mogen worden<br />
verhoogd. Sasbout ontkende zulks, opmerkende dat de<br />
bedoeling van de ordonnantie van ’45 dit verbood. Zij achtten<br />
dan het stellen van een peil voor zoveel verschillende plaatsen<br />
niet uitvoerbaar, terwijl de laatste ordonnantie toch sprak<br />
van een “gelijke hoogte” van de Lastage die volgens het peil<br />
onderhouden moest worden. Sasbout antwoordde, dat hij volgens<br />
de ordonnantie zou handelen en voor iedereen een geschikt<br />
peil zou vaststellen. Betreffende het uitnemen van de<br />
fundamenten verklaarden allen zich daarbij in der minne te<br />
89 Verbael van seckere opdracht, beroerende dopneminge der fundamenten<br />
ende stellen van een peijl etc. bij Arnt Sasbout raedt ordinaris in<br />
den Hove van Hollant. Julio Ao.1556. Stukken Lastage. President Van<br />
Assendelft onthield zich ditmaal.<br />
willen schikken.<br />
Namiddags verschenen wederom 20 van de geërfden voor<br />
hem, die allen vrijwel gelijkluidende verklaringen aflegden.<br />
Cornelis Boom echter meende zijn belangen beter te dienen<br />
door aan de commissaris een schriftelijke memorie te overhandigen<br />
die in het verbaal werd opgenomen. Opmerkelijk<br />
zijn daarin zijn hevige klachten, waaruit we zien dat Boom<br />
de laatste jaren zware geldelijke verliezen geleden had 90 en<br />
hij zijn afgebroken woonhuis aan de vest niet had kunnen<br />
herbouwen; ook lagen zijn onbebouwde erven lager dan de<br />
aangrenzende, zodat hij bij voorbaat tegen een lager peil voor<br />
zijne erven meende te moeten protesteren. Hieraan knoopte<br />
hij een verzoek vast om op zijn land weer schepen te mogen<br />
timmeren, waardoor de inkomsten van de stad door het tewerkstellen<br />
van “vijf honderd werklieden of meer” zouden<br />
zijn gebaat en waardoor op zijn land geen woningen zouden<br />
worden gezet.<br />
Vervolgens begaven Sasbout en zijn adjunct, vergezeld van<br />
de burgemeesters Joost Buyck en Dirck Hillebrandsz de Otter,<br />
de pensionaris Adriaan Sandelijn naast een aantal gezworen<br />
timmerlieden met waterpas en meetroeden zich op<br />
de 28 ste juli op de Lastage. Beginnende bij het erf van Burchman<br />
Woutersz tegenover de Sint Anthonispoort nam hij de<br />
eigenaren de eed af omtrent het al of niet opgehoogd zijn<br />
90 Boom was herhaaldelijk in processen gewikkeld; in 1561 werd op zijn<br />
bezittingen op de Lastage door een schuldeiser, Albrecht Reijniers,<br />
koopman te A., beslag gelegd voor een vordering van 172£ 13 sc. 2d<br />
vlaams. Vonnis Grote Raad van Mechelen, 10 februari 1564 (Archives<br />
Générales te Brussel)<br />
30