02.09.2013 Views

Rechtspositie Rijksambtenaar - Werken bij - Belastingdienst

Rechtspositie Rijksambtenaar - Werken bij - Belastingdienst

Rechtspositie Rijksambtenaar - Werken bij - Belastingdienst

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

had kunnen werken, tot het eind van de maand waarin hij de leeftijd van 62 jaar<br />

zou hebben bereikt. In bepaalde gevallen bestaat naast het partnerpensioen ook<br />

recht op Anw-compensatie. Bij overlijden op de leeftijd van 65 jaar of ouder<br />

bedraagt het partnerpensioen 5/14 e deel van het ouderdomspensioen. Het<br />

partnerpensioen bedraagt over aanspraken opgebouwd vóór 1 januari 2004 5/7 e<br />

deel van het ouderdomspensioen. Bij indiensttreding kan de werknemer ervoor<br />

kiezen om de opbouw van het partnerpensioen aan te vullen tot 5/7 e deel van het<br />

ouderdomspensioen.<br />

Wezenpensioen<br />

Het wezenpensioen voor de zogenaamde halve wezen bedraagt 1/7 e deel van het<br />

ouderdomspensioen. Voor volle wezen geldt een pensioen van 2/7 e deel van het<br />

ouderdomspensioen. Het gezamenlijke bedrag van de wezenpensioenen in<br />

verband met hetzelfde overlijden bedraagt nooit meer dan 5/7 e deel van het<br />

ouderdomspensioen.<br />

Werknemers geboren na 1949<br />

Ouderdomspensioen<br />

Werknemers geboren na 1949 en werknemers geboren vóór 1950 die niet aan de<br />

voorwaarden voor de FPU voldoen, kunnen geheel of gedeeltelijk met pensioen<br />

gaan tussen de eerste dag van de maand waarin ze de leeftijd van zestig jaar<br />

bereiken en de eerste dag van de maand waarin ze zeventig jaar worden. Naast<br />

de keuze van de uittreedleeftijd en de keuze tussen gehele of gedeeltelijke<br />

uittreding kan de werknemer er ook voor kiezen eerst een hogere<br />

pensioenuitkering te ontvangen en later een lagere of andersom. Ook is het<br />

mogelijk om een deel van het partnerpensioen in te ruilen voor een hoger<br />

ouderdomspensioen en om een deel van het ouderdomspensioen in te ruilen voor<br />

een hoger partnerpensioen. Als de werknemer een partner heeft, is voor uitruil van<br />

partnerpensioen voor een hoger ouderdomspensioen de toestemming van de<br />

partner vereist.<br />

Pensioenopbouw<br />

De werknemer bouwt elk dienstjaar ouderdomspensioen op over zijn inkomen voor<br />

zover dit uitgaat boven de franchise. De franchise is het deel van het inkomen<br />

waarover de werknemer geen pensioen opbouwt, omdat hij voor dat deel AOW<br />

ontvangt.<br />

De hoogte van de pensioenuitkering hangt af van:<br />

- de tijd die de werknemer als ambtenaar heeft doorgebracht (de diensttijd);<br />

- het opbouwpercentage;<br />

- het jaarinkomen (salaris plus de vakantie-uitkering, eindejaarsuitkering en<br />

toelagen);<br />

- de franchise.<br />

Aanvulling in verband met het vervallen van de FPU<br />

Sinds 1 januari 2006 bouwen werknemers over een groter deel van het<br />

jaarinkomen pensioen op: de franchise is lager en het opbouwpercentage hoger.<br />

De werknemer die al vóór 2006 ABP-deelnemer was, kan een minder hoog<br />

pensioen opbouwen dan een werknemer die na 2005 ABP-deelnemer is<br />

geworden. Daarom wordt het pensioen aangevuld met:<br />

- De waarde van de FPU die de werknemer zelf heeft opgebouwd <strong>bij</strong> het ABP<br />

vóór<br />

1 januari 2006.<br />

- Een voorwaardelijke verhoging van pensioen dat door de werknemer vóór 1<br />

januari 2006 is opgebouwd.<br />

- De FPU die door de werknemer vrijwillig is <strong>bij</strong>gespaard.<br />

57

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!